Een fietser komt ter hoogte van een over de weg gelegen kabelbrug ten val en spreekt het bedrijf aan dat de kabelbrug over de weg heeft gelegd. Een bewijsopdracht wordt niet gegeven, omdat, uitgaande van de door de fietser gestelde toedracht, onrechtmatigheid niet komt vast te staan. Beoordeling onrechtmatigheid aan de hand van de Kelderluik-criteria. Onrechtmatige daadsvordering afgewezen.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 07-08-2019