Deelgeschil. Man valt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden als opdrachtnemer aan boord van het schip bij het afdalen van een trap, toen hij aan het videobellen was. Als gevolg van de val heeft de man zijn rechteronderbeen gebroken. De man stelt zijn opdrachtgever ex artikel 7:658 lid 4 BW aansprakelijk voor de schade die hij lijdt. De rechtbank oordeelt dat de opdrachtgever heeft voldaan aan de op haar rustende zorgplicht. Vast staat dat de trap voldeed aan de daaraan te stellen eisen en dat de opdrachtgever niet gehouden was om aanvullende veiligheidsmaatregelen te treffen en de opdrachtnemer was bekend met de situatie op het schip. Daarnaast droeg de opdrachtnemer op de dag van het ongeval sportschoenen, in plaats van de gebruikelijke veiligheidsschoenen. Bovendien heeft de Arbeidsinspectie in de brieven meegedeeld dat het ongeval is aan te merken als een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 22-07-2024