Naar boven ↑

Update

Nummer 1, 2016
Uitspraken van 16-10-2016 tot 17-10-2016
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Annotaties
Graag wijzen wij u op de volgende verschenen annotaties.

Annotatie mr. Y. (Yoni) Bosschaart: Wijsheid komt met de jaren. Over de invloed van gedragingen ex post op het aansprakelijkheidsoordeel.
Graag wijzen wij u op de nieuwe annotatie van Yoni Bosschaart bij Rechtbank Midden-Nederland 20 juli 2016 (PS 2016-0178). In deze uitspraak wordt bij het beoordelen van de opstalaansprakelijkheid van een wegbeheerder gebruikgemaakt van de Kelderluik-criteria voor de invulling van het gebrekscriterium. Daarbij komt de vraag aan de orde of binnen het vierde Kelderluik-criterium, de mate van bezwaarlijkheid van te treffen voorzorgsmaatregelen, gewicht kan toekomen aan na het ongeval door de aansprakelijkgestelde getroffen maatregelen. Immers: wat na het ongeval kan, kon (veelal) ook voorafgaand aan het ongeval. In deze annotatie wordt ingegaan op de vragen of het wenselijk is dat gedragingen ex post het aansprakelijkheidsoordeel benvloeden, of het mogelijk is de rechterlijke beoordelingsvrijheid op dit punt in te perken en hoe een dergelijke inperking zou moeten worden vormgegeven.

Annotatie mr. J.G. (Jasper) Keizer: Onder welke voorwaarden kan in een deelgeschilprocedure een voorschot worden toegewezen?
Graag wijzen wij u op de nieuwe annotatie van Jasper Keizer bij Rechtbank Midden-Nederland 17 februari 2016 (PS 2016-0103). In een deelgeschilprocedure kan ook om betaalbaarstelling van een aanvullend voorschot verzocht worden. Daarbij geldt anders dan in kort geding niet de eis dat benadeelde een spoedeisend belang heeft. Omdat de deelgeschilrechter zo veel mogelijk uitdrukkelijk en zonder voorbehoud beslissingen moet nemen, komt aan het restitutierisico eveneens minder belang toe. Gelet op het bepaalde in artikel 1019cc lid 1 Rv, dat voorschrijft dat de bodemrechter gebonden is aan een door de deelgeschilrechter uitdrukkelijk en zonder voorbehoud genomen beslissing aangaande de materile rechtsverhouding tussen partijen, is een voorschotverzoek in een deelgeschilprocedure in de regel echter pas dan toewijsbaar, indien en voor zover rechtens voldoende vaststaat en ook een bodemrechter tot dat oordeel zou komen dat de benadeelde een aanspraak heeft op schadevergoeding die de reeds door de aansprakelijke partij betaalde voorschotten (significant) overschrijdt

Annotatie mr. M.R. (Marnix) Hebly: Ontucht na eerder seksueel misbruik: niet-ontvankelijkheid smartengeldvordering?
Graag wijzen wij u op de nieuwe annotatie van Marnix Hebly bij Rechtbank Rotterdam 27 januari 2016 (PS 2016-0042). In deze annotatie wordt ingegaan op het oordeel van de rechtbank dat de behandeling van de vordering tot vergoeding van immaterile schade van een meisje dat na eerder seksueel misbruik door een andere man het slachtoffer wordt van een ontuchtige dominee, een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. Dit oordeel is opmerkelijk, gezien het feit dat de rechtbank de vordering ter zake van haar materile schade wel (en na een ruwe schatting) toewijst, en gezien het feit dat strafrechters ernaar moeten streven de vordering van de benadeelde partij zo veel mogelijk inhoudelijk te behandelen.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de onlangs gepubliceerde uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten er een aantal voor u uit.

Hoge Raad: risicoaansprakelijkheid artikel 6:174 BW voor wegbeheerder niet van toepassing bij vreemd voorwerp op de weg
In PS 2016-0291 oordeelt de Hoge Raad over toepasselijkheid artikel 6:174 BW in geval van een vreemd voorwerp op de weg (i.c. elektriciteitskabels van een marktkraam). Deze risicoaansprakelijkheid is in een dergelijk geval niet van toepassing, omdat het gaat om een voorwerp dat niet tot de weg(uitrusting) behoort. Met betrekking tot het beroep op de algemene zorgplicht van de wegbeheerder (artikel 6:162 BW) herhaalt de Hoge Raad de toepasselijkheid van de Kelderluik-criteria. A-G Hartlief gaat in zijn conclusie nader in op de verhouding tussen artikel 6:174 en artikel 6:162 BW, mede in het licht van het Wilnis-arrest.

Rechtbank over betekenis duur van het lijden bij begroting immaterile schade
In PS 2016-0297 begroot de rechtbank in deelgeschil de immaterile schade van een actieve, sportieve vrouw van 75 jaar die ernstig letsel oploopt bij een verkeersongeval. De rechtbank overweegt dat de hoge leeftijd van het slachtoffer en daarmee de duur van het lijden geen significante invloed heeft op de omvang van de vergoeding, in die zin dat die lager zou moeten uitvallen omdat sprake is van een beperkte lijdensduur. De rechtbank betrekt bij de begroting ook de actuele discussie over de hoogte van het smartengeld.

Hof Den Haag: geen aansprakelijkheid ziekenhuis voor uitglijden werknemer
In PS 2016-0300 oordeelt het Hof Den Haag met betrekking tot een arbeidsongeval (uitglijden over een plasje water in het ziekenhuis) dat de stelplicht en bewijslast van de werkgever in het kader van artikel 7:658 lid 2 jo. lid 1 BW niet zo ver gaan, dat hij de afwezigheid dient aan te tonen van denkbare oorzaken waarvoor in concreto geen aanknopingspunten bestaan. Het ziekenhuis heeft naar het oordeel van het hof voldoende onderbouwd gesteld en aangetoond dat zij in de gegeven omstandigheden de redelijkerwijs van haar te vergen veiligheidsmaatregelen heeft genomen.

Strafkamer Hoge Raad laat toewijzing shockschade in stand
In PS 2016-0290 overweegt de Hoge Raad dat de toewijzing van schadevergoeding wegens shockschade in het strafproces, gelet op de in het Taxibus-arrest gestelde eisen, niet van een onjuiste rechtsopvatting getuigt, en voorts dat het oordeel met betrekking tot de directe confrontatie niet onbegrijpelijk en voldoende is gemotiveerd.

Rechtbank Oost-Brabant wijst vordering van verlies van arbeidsvermogen van personal shopper af, nu andere mogelijkheden om inkomen te verwerven mogelijk zijn
In PS 2016-0303 oordeelt de rechtbank dat de vordering van verlies van arbeidsvermogen van een personal shopper moet worden afgewezen. De stelling van benadeelde dat zij haar verdiencapaciteit thans niet volledig kan benutten, lijkt te zijn gebaseerd op de omstandigheid dat zij momenteel niet in staat is een (voldoende) inkomen te verwerven als personal shopper. Anders dan zij kennelijk meent, leidt dit naar het oordeel van de rechtbank echter niet tot de conclusie dat dus sprake is van schade, bestaande uit verlies aan verdienvermogen. Bij het antwoord op de vraag of sprake is van verlies van verdienvermogen dient geabstraheerd te worden van de door benadeelde gekozen wijze waarop zij thans een inkomen probeert te verwerven. De benadeelde had andere mogelijkheden om inkomen te verwerven.

Vordering voorschot voor aankoop woning in kort geding
In PS 2016-0286 vorderen ouders in kort geding 1.900.000 voorschot op de schadevergoeding voor de aankoop van een woning. Ouders hebben twee zoontjes met een ernstige spierziekte die binnenkort allebei beademings- en rolstoelgebonden zullen zijn. De voorzieningenrechter acht het niet zonder meer mogelijk alle verschillende schadecomponenten bij elkaar te kunnen nemen om aan te wenden voor de koop van een woning, zoals door de ouders gevorderd. Dat de ouders de verzorging en opvoeding voor eigen rekening nemen, is een te respecteren keuze, maar onduidelijk is hoe dit in de toekomst zal zijn (wellicht dat deze dan onverhoopt toch (deels) zou moeten worden ingekocht).

Nieuws
Graag wijzen wij u op de volgende nieuwsberichten.

WODC: Verhalen van schade door slachtoffer een steeds meer geaccepteerd onderdeel van het strafproces

Symposium ESL 6 december Culturen van letselschadeafwikkeling: Ervaringen in Engeland, Noorwegen en Nederland

Onderzoek door NVOG naar klachten Essure-sterilisatie

Gezondheidsraad: werknemers in metaalindustrie moeten rekening houden met carcinogene chroom VI-verbindingen

Literatuur
Afgelopen twee weken zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

J. Leegemate, Zwijgcontracten in de zorg, Ars Aequi 2016, afl. 10, p. 702-704.

E.M.C. Melis, annotatie bij Rechtbank Overijssel 26 april 2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:2937 [Gelijke behandeling, Verboden onderscheid naar geslacht, Zwangerschap, Discriminatie, Immaterile schadevergoeding, Verlengen arbeidsovereenkomst], Jurisprudentie in Nederland 2016/165, afl. 8.

R.W.M. Giard, annotatie bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 juni 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3838 [Neurologische geboorteschade, Medische aansprakelijkheid, Deskundigenbericht], Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2016/144, afl. 8.

M.J.J. de Ridder M.F. Mooibroek, Tuchtrechtelijke aansprakelijkheid voor diagnostische fouten, Letsel Schade 2016/167, afl. 2, p. 32-33.

A.H. Sas, Mishandeling op het voetbalveld. Behandeling van de vordering benadeelde partij door de strafrechter en in hoger beroep bij de burgerlijk rechter: lastig lastig lastig, Letsel Schade 2016/164, afl. 2, p. 20-26.

M.S. Hilhorst, Zorgplicht werkgever bij grensoverschrijdende werkzaamheden, Letsel Schade 2016/162, afl. 2, p. 8-16.

G.M.A. Clauwaert, De samenwerking tussen medisch adviseur (van het slachtoffer) en de belangenbehartiger, Letsel Schade 2016/161, afl. 2, p. 6-8.

R. Rijnhout, Heeft de uitbreiding van het Schadefonds Geweldsmisdrijven de weg geplaveid voor vergoeding voor affectieschade?, Letsel Schade 2016/160, afl. 2, p. 3-5.

S.D Lindenbergh, Arbeidsongevallen en beroepsziekten, Deventer: Wolters Kluwer 2016.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.

Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh en Ilona van der Zalm
Hoofdredacteuren PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank