Naar boven ↑

Update

Nummer 12, 2017
Uitspraken van 19-04-2017 tot 25-04-2017
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Wetsvoorstel affectieschade
Een van de nieuwsitems op onze website betreft de behandeling van het wetsvoorstel affectieschade in de Tweede Kamer op donderdag 20 april jl. Het wetsvoorstel krijgt brede steun van de Tweede Kamer. De Kamer stemt op 9 mei a.s. over het wetsvoorstel en de ingediende moties. Een kort verslag is hier te vinden en het geredigeerde woordelijk verslag (stenogram) hier (geheel onderaan de pagina).


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten er een aantal voor u uit.

Inlener niet aansprakelijk ex artikel 7:658 lid 4 BW en geen schending van zorgplicht (geen bekendheid met situatie) na ongeval met letselschade tot gevolg
Benadeelde was op de dag van het ongeval met een collega bezig een groot luchtkanaal op de begane grond van een bouwwerk te monteren. Op enig moment is hij door een vloersparing gevallen op de betonnen vloer van het onderliggende -1 parkeerdek. Hierdoor heeft hij letsel opgelopen. Hij stelt zijn inlener aansprakelijk. De kantonrechter (PS 2017-0378) oordeelt dat er geen sprake is van aansprakelijkheid ex artikel 7:658 lid 4 BW, noch van schending van de zorgplicht. Alvorens inlener een verwijt kan worden gemaakt, is vereist dat zij bekend is geworden met de ontstane onveilige situatie en desondanks onvoldoende maatregelen heeft genomen om die situatie op te heffen.

Strafrecht: slagende cassatieklacht over toewijzing schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f lid 1 Sr) k over de kosten voor rechtsbijstand in eerste aanleg en hoger beroep
Verdachte is veroordeeld voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval. Het hof heeft schadevergoeding toegewezen, waarbij ook een bedrag van 4.000 voor kosten van rechtsbijstand was inbegrepen (voor beide procesinstanties 2.000). De schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f lid 1 Sr is opgelegd, mede voor dit bedrag voor kosten van rechtsbijstand. Verdachte heeft cassatieberoep ingesteld. De klachten tegen de bewezenverklaring en inzake de overschrijding van de redelijke termijn zijn ongegrond bevonden. De klacht die is gericht tegen de toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel, k over de kosten van rechtsbijstand, is wel gegrond bevonden. De Hoge Raad (PS 2017-0369) overweegt - met verwijzing naar eerdere rechtspraak - dat deze kosten niet als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51f lid 1 Sv zijn aan te merken. Daarom kunnen dergelijke kosten ook niet in aanmerking worden genomen bij de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Kosten van rechtsbijstand komen wel voor vergoeding in aanmerking op de voet van artikel 592a Sv, maar de strafrechter moet daarop afzonderlijk beslissen (zie ook artikel 361 lid 6 Sv). Bij de begroting van de kosten voor rechtsbijstand kan de strafrechter aansluiting zoeken bij het liquidatietarief dat in civiele zaken wordt gehanteerd. De rechter mag daarvan afwijken en de werkelijke kosten in aanmerking nemen. De rechter dient een dergelijke afwijking van het liquidatietarief wel te motiveren. Het verwijzingshof moet opnieuw beslissen op de gevorderde kosten van rechtsbijstand en ten aanzien van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.

Toepassing van de omkeringsregel leidt tot afwijzing van werkgeversaansprakelijkheid
Werknemer stelt dat hij door zijn werkzaamheden in steeds toenemende mate klachten heeft aan zijn rechterpols. Hij stelt werkgever aansprakelijk voor de schade die hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft geleden. De rechtbank (PS 2017-0379) oordeelt dat werknemer onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn polsklachten daadwerkelijk kunnen zijn veroorzaakt door de arbeidsomstandigheden bij werkgever, althans is het verband tussen de polsklachten en de arbeidsomstandigheden te onzeker en te onbepaald.

Aansprakelijkheid ouders voor onrechtmatige gedraging 14-jarige zoon ex artikel 6:169 lid 2 BW en ontvankelijkheid ouders in hoger beroep
Ouders worden aansprakelijk gesteld, zowel in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon (kort gezegd: q.q.) als op grond van artikel 6:169 lid 2 BW (kort gezegd: pro se) voor de door hem gepleegde moord geleden materile en immaterile schade. De Hoge Raad (PS 2017-0375) oordeelt dat de enkele omstandigheid dat de ouders voor hun op artikel 6:169 BW berustende aansprakelijkheid verzekerd zijn, niet meebrengt dat zij geen belang hebben bij een beoordeling van hun aansprakelijkheid voor de gedragingen van hun zoon. Het hof heeft geen (andere) omstandigheden vastgesteld waaruit volgt dat zij daarbij belang missen.

In geval van detachering in het buitenland dient werkgever werknemer te adviseren een vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten
Gelet op het zwaarwegende belang dat een werknemer heeft bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering, mag van werkgever worden verwacht dat zij werknemer er expliciet op wijst dat door zijn detachering in het buitenland zijn verplichte deelname aan de Nederlandse werknemersverzekeringen zou komen te vervallen en hem dringend adviseert een vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering te sluiten, aldus het Hof Den Haag (PS 2017-0380).


Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh en Ilona van der Zalm
Hoofdredacteuren PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief is de volgende signalering onder literatuur geplaatst.

J.H.G. Verweij-Hoogendijk, annotatie bij Rechtbank s-Gravenhage 25 januari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:587 [Overheidsaansprakelijkheid, overheidsfalen, voorzorgsbeginsel, Q-koorts], Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2017/42, afl. 3.

J.L. Smeehuijzen, annotatie bij Gerechtshof s-Gravenhage 13 december 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:3604 [Terugkomen op erkenning, bedrog, beperkende werking redelijkheid en billijkheid], Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2017/45, afl. 3.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Hoge Raad

Hof

Rechtbank