Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2017
Uitspraken van 20-06-2017 tot 26-06-2017
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

De Wet Bopz biedt geen mogelijkheden om immaterile schade te vergoeden opgelopen door een overschrijding van de bekendmakingstermijn voor het omzetten van een machtiging.
Betrokkene is in 2016 gedwongen opgenomen geweest in een psychiatrisch ziekenhuis. Op 21 september krijgt hij te horen dat zijn voorwaardelijke machtiging per 12 augustus is omgezet in een voorlopige machtiging. De termijn voor bekendmaking van een dergelijke omzetting bedraagt ingevolge artikel 14d lid 2 Wet Bopz vier dagen. De rechtbank wijst het bezwaar van betrokkene af. De Hoge Raad (PS 2017-0534) oordeelt dat de overschrijding van de termijn heeft geleid tot onzekerheid over de rechtmatigheid van de gedwongen opname en dus tot immaterile schade, maar de Wet Bopz biedt geen grond voor vergoeding hiervan. Betrokkene kan wel een vordering tot vergoeding van deze schade instellen op grond van een onrechtmatige daad ten laste van de rechtspersoon die het psychiatrisch ziekenhuis in stand houdt, of een procedure starten op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

Afwijzing vordering tot vergoeding van affectieschade zoons van omgekomen krantenbezorgster Schiedam, nu een wettelijke grondslag daarvoor ontbreekt.
De krantenbezorgster is op 13 mei 2016 tijdens haar werk neergestoken door verdachte. Op 20 mei 2016 is zij aan haar verwondingen overleden. De zoons van het slachtoffer hebben zich gevoegd als benadeelde partij en vorderen onder andere een immaterile schadevergoeding van 20.000, bestaande uit affectieschade. De rechtbank (PS 2017-0535) stelt voorop dat sprake is van een zeer tragische gebeurtenis die veel pijn en verdriet heeft veroorzaakt bij de twee zoons. De rechter kan echter alleen een verplichting tot het betalen van een schadevergoeding opleggen als daarvoor een wettelijke basis is. Deze basis ontbreekt hier (vooralsnog) en daarom wijst de rechtbank de vorderingen af.

Beoordeling van het bestaan en de omvang van de schade dient te gebeuren aan de hand van een vergelijking tussen de werkelijke situatie en de hypothetische situatie waarin de onrechtmatige daad achterwege is gebleven.
In een geschil over een aandelentransactie oordeelt de Hoge Raad (PS 2017-0536) dat het onrechtmatig handelen bestaat uit het leeghalen van De Provinciale. Het bestaan en de omvang van de schade dient dan te worden vastgesteld door een vergelijking te maken tussen de werkelijke situatie na de overdracht van de assurantieportefeuille en de hypothetische situatie waarin deze onrechtmatige gedraging achterwege zou zijn gebleven. Voor de beoordeling van de laatste situatie is niet alleen van belang of De Provinciale voldoende winst had kunnen genereren om de vordering te voldoen, maar ook in hoeverre Hofstad c.s. verhaal hadden kunnen nemen.

Ontvangen en nog niet uitgegeven letselschadeuitkeringen zijn niet vrijgesteld van belastingheffing van box 3.
Eiser heeft in het verleden meerdere letselschadeuitkeringen ontvangen vanwege meerdere verkeersongevallen. Hij stelt zich op het standpunt dat het heffen van belasting over zijn ontvangen schadevergoedingen in box 3 onbillijk is. Het hof (PS 2017-0539) gaat hier niet in mee, omdat schadevergoedingen niet zijn opgenomen onder de vrijstellingen van afdeling 5.2 en 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de rechter geen oordeel mag geven over de billijkheid van een wet.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart Marit Rijndorp
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

J.M. Emaus E.C. Gijselaar, Aansprakelijkheid voor schade door gasboringen. Rb. Noord-Nederland 1 maart 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:715 (Eisers/NAM en Staat), Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2017, afl. 2, p. 51-56.

H.P. Verdam, Het verlies van een kans op een beter behandelingsresultaat. HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2987, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2017, afl. 2, p. 47-50.

S.S.Y. Engelen A.L.M. Keirse, Voordeelstoerekening: leuker kunnen wij het niet maken, wel inzichtelijker, Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade 2017, afl. 2, p. 29-41.

M.A. Loth, Risicoregulering door de burgerlijke rechter: een categoriefout of een nieuw perspectief?, Aansprakelijkheid Verzekering Schade 2017/18, afl. 3.

J. van Ittersum, Maatschappelijke erkenning voor asbestgerelateerde longkanker?, Aansprakelijkheid Verzekering Schade 2017/20, afl. 3.

A.J. Verheij, Vergoeding van immaterile schade en van uitgaven die hun doel misten: overwegingen n.a.v. Rechtbank Noord-Nederland 1 maart 2017, C/19/109028/HA ZA 15-33, Aansprakelijkheid Verzekering Schade 2017/21, afl. 3.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank