Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2017
Uitspraken van 04-07-2017 tot 17-07-2017
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Nabestaanden Mitch Henriquez vorderen bekendmaking namen betrokken politieagenten van de Staat.
De nabestaanden zijn van mening dat de Staat onrechtmatig handelt door het niet-verstrekken van de namen van de betrokken politieagenten. Zij beweren deze namen nodig te hebben voor het starten van een civiele procedure. Het hof (PS 2017-0566) oordeelt dat twee eerdere verzoeken tot openbaarmaking van de gegevens op grond van artikel 51b Sr zijn afgewezen en dat ook een artikel 12-procedure tot niets heeft geleid. Daarnaast worden de nabestaanden niet benadeeld door het niet-verstrekken van de gegevens, aangezien zij hun zaak kunnen voorleggen aan de strafrechter en desnoods aan het EHRM. Het hof wijst de vordering af.

Immaterile schadevergoeding toegewezen aan ouders wiens kinderen het Offerfeest vierden en daardoor niet op de klassenfoto staan.
De school heeft bij het maken van de klassenfoto's onvoldoende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat ook de kinderen die het Offerfeest vierden, en daardoor afwezig waren op de datum dat deze foto's werden genomen, alsnog op de foto konden met hun klas. De school heeft hierdoor indirect onderscheid gemaakt en dat is op grond van de Algemene wet gelijke behandeling niet toegestaan. De rechtbank (PS 2017-0572) deelt het standpunt van de ouders dat de kinderen in hun persoon zijn aangetast in de zin van artikel 6:106 lid 1 sub b BW en daarom aanspraak kunnen maken op smartengeld. Een schadevergoeding van 500 wordt toegewezen.

Illegaal uit Brazili geadopteerde zoon vordert schadevergoeding van zijn juridische ouders.
De juridische ouders van de man hebben nooit verteld dat zij hem hebben ingeschreven als zijnde hun biologische zoon. De zoon komt daar op een gegeven moment achter en vordert een schadevergoeding van zijn ouders wegens onrechtmatig handelen. De rechtbank (PS 2017-0569) wijst de vordering af wegens verjaring, maar oordeelt wel dat de ouders nadere informatie dienen te geven over het adoptieproces.

Afwijzing verklaring voor recht wegens aanhangige collectieve actie over dezelfde vraag.
Werkneemster heeft gezondheidsklachten opgelopen door het werken met gevaarlijke stoffen tijdens haar werkzaamheden bij Smit Draad. Zij vordert een verklaring voor recht dat Smit Draad aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. De rechtbank (PS 2017-0563) wijst de vordering af, aangezien er inmiddels een collectieve actie is gestart door het FNV. In deze procedure dient dezelfde vraag te worden beantwoord door het hof als in onderhavige procedure. Om tegenstrijdige uitspraken te voorkomen, kan de vordering niet worden toegewezen. Dit zou namelijk in strijd zijn met de goede procesorde.

Hof van Justitie EU beantwoordt prejudicile vragen met betrekking tot bewijsregeling inzake vermeend gebrekkige vaccins.
In deze prejudicile beslissing (PS 2017-0583) beantwoordt het Hof van Justitie EU vragen van de Franse Cour de Cassation of de door hem ontwikkelde bewijsregeling inzake vermeend gebrekkige vaccins verenigbaar is met de in artikel 4 Richtlijn 85/374/EEG neergelegde bewijsregel inzake aansprakelijkheid voor producten met gebreken (de gelaedeerde moet de schade, het gebrek en het oorzakelijk verband tussen het gebrek en de schade bewijzen). De door de Cour de Cassation ontwikkelde rechtspraak houdt in dat het bewijs dat het vaccin in kwestie een gebrek vertoonde en dat er een oorzakelijk verband bestond tussen dit gebrek en de door de gelaedeerde geleden schade, kan voortvloeien uit ernstige, precieze en met elkaar overeenstemmende vermoedens die autonoom door de feitenrechter worden beoordeeld. Blijkens het antwoord op de eerste prejudicile vraag (in r.o. 18-43) acht het HvJ EU de Franse bewijsregeling niet onverenigbaar met artikel 4 Richtlijn, mits de nationale rechter erop toeziet dat hij zijn eigen beoordelingsvrijheid behoudt met betrekking tot de vraag of dit bewijs rechtens genoegzaam is geleverd. Blijkens r.o. 37 gaat het er dan om dat de verstrekte aanwijzingen zodanig zijn dat gebrekkigheid van het vaccin de meest waarschijnlijke verklaring is voor de ontstane schade. Een bewijsregeling die inhoudt dat het bestaan van oorzakelijk verband tussen gebrek en schade steeds bewezen wordt geacht wanneer bepaalde vooraf vastgestelde aanwijzingen van causaliteit voorhanden zijn, is echter wel onverenigbaar met artikel 4 Richtlijn, aldus het antwoord op de tweede vraag (r.o. 44-55).


Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart Marit Rijndorp
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

B. Barentsen, annotatie bij Hoge Raad 2 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:987 [Asbest. Mesothelioom. Overheidsaansprakelijkheid. Toezichtsfalen arbeidsinspectie.], Jurisprudentie Arbeidsrecht 2017/171, afl. 9.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen