Naar boven ↑

Update

Nummer 32, 2017
Uitspraken van 03-10-2017 tot 09-10-2017
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Exploitant skipiste naar Zwitsers recht aansprakelijk voor schade als gevolg van ongeval na het rechtdoor skin op piste in plaats van bocht naar links te nemen.
Eiser heeft in 2010 een skiongeval gehad op een piste in Zwitserland doordat hij rechtdoor skiede op een piste waar de piste afboog naar links. Hierbij loopt hij een dwarslaesie, een gebroken borstbeen, een verbrijzelde knie en een gekneusde long op. Eiser stelt de exploitanten van de skipiste aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. De rechtbank (PS 2017-0782) overweegt dat een van de exploitanten (Jungfraubahnen) niet aansprakelijk is voor de schade, aangezien zij niet de exploitant is van het desbetreffende skigebied. De andere gedaagde, Wengernalpbahn, is de daadwerkelijk exploitant van de desbetreffende piste. Eiser stelt dat de exploitant aansprakelijk is, omdat dat hij door het kopen van de skipas een overeenkomst heeft gesloten met gedaagde en gedaagde heeft niet voldaan aan de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien. Gedaagde heeft namelijk ingevolge de SKUS-richtlijn een plicht om te waarschuwen voor een T-splitsing op de piste en dat heeft zij in casu niet gedaan. Tussen partijen is niet in geschil dat de Wengernalpbahn als exploitant van het skigebied uit hoofde van de overeenkomst de verplichting heeft de piste te beveiligen en daartoe redelijke voorzorgsmaatregelen moet nemen, de zogeheten Verkehrssicherungspflicht (verkeersbeveiligingsplicht). Deze plicht wordt naar Zwitsers recht nader ingevuld door de SKUS-richtlijn. Volgens de rechtbank staat, dankzij de in het geding gebrachte fotos van de piste, voldoende vast dat op de dag van het ongeval geen paal stond bij de T-splitsing en daarom komt de rechtbank tot de conclusie dat gedaagde aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval van eiser. Het verweer van gedaagde dat eiser te hard zou hebben geskied, wordt niet gevolgd. Eiser heeft dit namelijk gemotiveerd betwist. Op de vorderingen inzake de omvang van de schade, wordt later beslist. De rechtbank geeft wel aan dat deze zaak een langslepende kwestie kan worden, mede gezien de complicerende factor dat Zwitsers recht van toepassing is op de casus. Partijen worden dan ook uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid om, eventueel op een later moment in de procedure, (al dan niet met een mediator) praktische afspraken te maken, teneinde het geschil tot een zo spoedig als mogelijk einde te brengen. De zaak wordt naar de rol verwezen.

Verzoeker is tijdens werkzaamheden ten val gekomen en heeft daarbij een partile dwarslaesie opgelopen. Verzoeker was werkzaam voor een eenmans-bv, maar verrichtte de werkzaamheden feitelijk voor de directeur in priv. De rechtbank oordeelt dat beide werkgevers de zorgplicht ex artikel 7:658 BW hebben geschonden en derhalve aansprakelijk zijn voor de geleden schade.
Verzoeker is in 2014 in dienst getreden bij de eenmans-bv van verweerder 1. De directeur van deze bv is verweerder 2. Elke week besprak verzoeker met verweerder 2 het takenpakket voor de komende week. Tijdens een van deze gesprekken in 2015 heeft verweerder 2 aangegeven dat de dakgoten van het huis moesten worden schoongemaakt. Verzoeker is in de loop van die week de dakgoten gaan schoonmaken door een driedelige ladder tegen het huis te plaatsen. Op een gegeven moment heeft verzoeker gezien dat de dakgoot aan de kant van de dakkapel vol zat met bladeren en hij herinnerde zich dat de schilders hem vorig jaar de tip hadden gegeven om een ladder op het dak te leggen om zo de moeilijk bereikbare dakgoot beter schoon te kunnen maken. Verzoeker heeft daarop een huishoudtrapje op het dak gelegd en is de goot gaan schoonmaken. Op een gegeven moment gaat het huishoudtrapje bewegen en glijdt van het dak af, waardoor verzoeker met trap en al van het dak af valt. Verzoeker heeft van zijn werkgever geen specifieke veiligheidsinstructies gekregen over het veilig werken met de ladder en het huishoudtrapje. Door de Inspectie SZW zijn verschillende overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet geconstateerd. De rechtbank (PS 2017-0779) oordeelt dat zowel verweerder 1 als verweerder 2 is aan te merken als werkgever van verzoeker. Beide werkgevers zijn derhalve aansprakelijk voor de door het ongeval geleden schade, nu sprake is van een schending van de zorgplicht ex artikel 7:658 BW. De gevorderde verklaring voor recht wordt daarom toegewezen, alsmede een voorschot op de schadevergoeding van 75.000.

Eigenaar van hond aansprakelijk voor schade als gevolg van hondenbeet in arm. Toewijzing van 40.000 aan smartengeld.
Eiseres is in 2014 in haar arm gebeten door de hond van gedaagde. De hond laat pas los op het moment dat gedaagde de hond met een mes steekt. Als gevolg van dit ongeval heeft eiseres volgens de verzekeringsarts zeer ernstig letsel opgelopen. Eiseres ervaart als gevolg van het ongeval blijvend kracht- en functieverlies aan haar arm. Gedaagde is reeds door de politierechter veroordeeld voor het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld. Eiseres vordert een schadevergoeding op grond van artikel 6:179 BW. Gedaagde betwist dat op hem aansprakelijkheid berust en stelt dat hij niet bij machte was om de gedragingen van zijn hond te voorkomen. Verder stelt hij dat de reden dat zijn hond eiseres beet, is gelegen in het feit dat eiseres een stap in de richting van de hond deed terwijl zij een brillenkoker in haar hand had. De rechtbank (PS 2017-0783) gaat niet mee in dit verweer en oordeelt dat de gedraging van eiseres niet afwijkt van het gedrag dat mensen in hun algemeenheid in de nabijheid van honden kunnen vertonen. De gevorderde vergoeding voor verlies aan arbeidsvermogen, kosten voor huishoudelijke hulp en andere bijkomende kosten worden volledig toegewezen. Met betrekking tot de gevorderde vergoeding voor smartengeld ( 57.795) oordeelt de rechtbank dat een bedrag van 40.000 passend is.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek Marit Rijndorp
PS Updates

Hof

Rechtbank