Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden. Nu na zo ongeveer een half jaar nieuwsbrieven blijkt dat er voldoende content (en ook vraag) is om wekelijks een nieuwsbrief te versturen, zullen wij wekelijks een update in uw mailbox bezorgen.
Annotaties
Graag wijzen wij u op de volgende verschenen annotatie.
Annotatie mr. I.K. (Nicolien) Verhoeks: Omvang buitengerechtelijke kosten; wat is redelijk?
Aan zowel de Rechtbank Noord-Holland (PS 2016-0494) als de Rechtbank Overijssel (PS 2016-0492) werd de vraag voorgelegd of het resterende bedrag aan buitengerechtelijke kosten die de belangenbehartiger in rekening had gebracht aan de dubbele redelijkheidstoets voldeed, alsmede de vraag of de verzekeraar gehouden was dit bedrag alsnog te voldoen. In deze annotatie wordt kort ingegaan op de grondslag voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten, de vraag wat als redelijk gemaakte buitengerechtelijke kosten kan worden beschouwd en hoe hiervan in een gerechtelijke procedure blijk van kan worden gegeven.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten er een aantal voor u uit.
Hoge Raad: gezichtspuntencatalogus Van Hese/De Schelde niet in strijd met artikel 6 EVRM
In HR 24 maart 2017 (PS 2017-0285) gaat het om een typische asbestzaak. Een asbestslachtoffer was tussen 1953 en 1969 werkzaam VNS (een rechtsvoorganger van Maersk). In augustus 2010 is bij hem de diagnose maligne mesothelioom gesteld, en bij brief van 17 september 2010 heeft hij Maersk aansprakelijk gesteld voor zijn materile en immaterile schade. Het IAS heeft in september 2010 het Rapport inzake arbeidshistorisch onderzoek en blootstelling asbest opgemaakt, waarin zich een verklaring bevindt dat hij als tweede stuurman regelmatig naar Zuid-Afrika is gevaren en tijdens die reizen is blootgesteld aan asbest, dat in jutezakken werd vervoerd. Op 7 oktober 2010 is hij aan de gevolgen van mesothelioom overleden. De kantonrechter heeft het beroep op verjaring gehonoreerd en de vorderingen afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd. De Hoge Raad bevestigt de gezichtspuntencatalogus uit het arrest Van Hese/De Schelde en overweegt dat het Nederlandse verjaringsrecht op dit punt niet in strijd is met artikel 6 EVRM, ook niet na het arrest Moor/Zwitserland (EHRM, NJ 2016/88).
Hanteren indeling categorien met betrekking tot toekennen smartengeld slachtoffers webcamafperser
Strafrecht. Veroordeling van webcamafperser tot maximale gevangenisstraf van 10 jaar en 243 dagen. Tevens veroordeling voor kinderporno, (poging) tot aanranding en of verleiding ten aanzien van 34 meisjes. In totaal 27 slachtoffers hebben zich als benadeelde partij gevoegd, waarvan 23 minderjarig, en zowel materile als immaterile schade gevorderd. Ten aanzien van de immaterile schade hebben de advocaten van de meisjes vijf categorien gepresenteerd naar aard van het tenlastegelegde feit en de daardoor ondervonden (lichamelijke/psychische) schade. Het betreft de volgende categorien: Categorie I: aansporen/aandringen om iets te doen, daarbij zichzelf betasten en/of penetreren: 1.500; Categorie II: onechte afbeeldingen/videos maken en/of verspreiden: 1.750; Categorie III: dwingen om iets te doen, daarbij zichzelf betasten en/of penetreren, met bedreiging: 2.500; Categorie IV: categorie III plus verspreiding: 4.000; Categorie V: gevallen die wat betreft duur van de handelingen, de aard van de handelingen en de ernst van de gevolgen niet in voornoemde categorien vallen: 5.000 tot 10.000. De rechtbank (PS 2017-0264) heeft deze indeling gevolgd en de gevorderde immaterile schade toegewezen, daarbij overwegend dat evident is dat de lichamelijke integriteit op grove wijze is geschonden, zodat niet vereist is dat per geval een in de psychiatrie erkend ziektebeeld wordt vastgesteld. De meisjes hebben voorts allemaal een standaard bedrag van 200 aan materile schade gevorderd, maar deze vordering wordt afgewezen wegens ontoereikende onderbouwing. Toewijzing van specifieke materile schadeposten aan enkele individuele slachtoffers.
Dwarslaesie na duik in ondiep water, eigen schuld en billijkheidscorrectie
Verzoeker heeft letselschade in de vorm van een dwarslaesie opgelopen bij het duiken in ondiep water. Hiervoor heeft hij de beheerder van het watergebied aansprakelijk gesteld. De rechtbank (PS 2017-0276) oordeelt met het oog op de Kelderluikfactoren dat de beheerder haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en dat zij derhalve aansprakelijk is. De verzoeker heeft echter ook eigen schuld aan het ongeval, waardoor de rechtbank een causaliteitsverdeling van 50-50 redelijk acht. De billijkheidscorrectie resulteert in een 80-20 verdeling, waarbij de verzoeker 20% van de schade voor zijn rekening dient te nemen (mede gelet op aard en ernst van het letsel op jonge leeftijd en het feit dat de aansprakelijke partij verzekerd is).
Gecedeerde vordering bgk na afgesproken succesfee (Misterclaim), omvang onredelijk
Gentimeerde is het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Allsecur heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid voor de letselschade erkend. Gentimeerde heeft appellante, handelend onder de naam Misterclaim, gemachtigd om de schade vergoed te zien (vordering met betrekking tot bgk gecedeerd en met slachtoffer succesfee afgesproken). In de onderhavige procedure vordert appellante primair van Allsecur en subsidiair van gentimeerde een bedrag van om en nabij 8.000, te vermeerderen met ongeveer 775 aan buitengerechtelijke incassokosten. Het hof (PS 2017-0261) komt tot de conclusie dat de hoofdsom slechts 5.000 zou moeten bedragen, dat er geen grond is voor toewijzing van de vordering ter vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten en dat appellante wordt veroordeeld in de proceskosten van gentimeerde. Achteraf blijkende wanverhouding tussen schade en bgk levert geen grond op voor matiging.
Tuchtprocedure: protocol voldeed niet aan de daaraan in redelijkheid te stellen eisen
In de tuchtprocedure klaagde de vrouw erover dat het gebruik van de verkeerde mal bij een radiotherapeutische behandeling onder meer het gevolg was van het niet naleven van het daarvoor bestemde protocol en dat ook overigens het protocol niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. De vrouw heeft de betrokken arts-assistent (PS 2017-0282) en twee radiotherapeuten aangeklaagd. De ene radiotherapeut was op het moment van de behandeling supervisor en staflid (PS 2017-0283) en de andere radiotherapeut was afdelingshoofd (PS 2017-0284). Dat het protocol niet aan de eisen voldeed, was ook het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (RTG). Het RTG overwoog in dat verband dat de enkele omstandigheid dat de destijds geldende protocollen niet als onvoldoende beoordeeld zijn door JCI (Joint Commission International) of een eigen wetenschappelijke vereniging, niet betekent dat om die reden geoordeeld dient te worden dat de protocollen voldeden aan de daaraan in redelijkheid te stellen eisen. Zij voldeden namelijk niet, omdat het ontbrak aan een waarborg voor voldoende identificeerbaarheid van de te gebruiken mallen. Het RTG achtte overigens de arts-assistent noch het staflid hiervoor verantwoordelijk, hoewel het staflid wel als medeverantwoordelijk kon worden gezien voor de kwaliteit van zorg, waaronder het gebruik van deugdelijke protocollen. Het afdelingshoofd kreeg echter wel een maatregel, een waarschuwing. Het RTG beoordeelde zijn handelen op grond van de tweede tuchtnorm en oordeelde dat zijn handelen voldoende weerslag had op de individuele gezondheidszorg; het protocol voldeed niet en dat heeft invloed (gehad) op de individuele gezondheidszorg. Het afdelingshoofd is daarvoor verantwoordelijk, aldus het RTG.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh en Ilona van der Zalm
Hoofdredacteuren PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
J.T. Hiemstra, Lessen bij het passeren van de poort van het aansprakelijkheidsrecht in geval van letselschade. Verslag van het 28e LSA congres, Verkeersrecht ANWB 2017/33, afl. 3.
K. Ertrk P. Oskam, Persoonlijk onderzoek bij moeilijk objectiveerbaar letsel, Verkeersrecht ANWB 2017/32, afl. 3.
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ontoereikende zorg in de gevangenis voor een gevangene met ernstige neurologische en orthopedische problemen als gevolg van een auto-ongeval, schending van artikel 3 EVRM. 21-03-2017
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Mishandeling door politie, schending van artikel 3 EVRM, immateriële schadevergoeding van € 7.500. 14-03-2017
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Mishandeling door docenten kleuterschool, onvoldoende effectief onderzoek verricht naar aanleiding van aangifte, schending van artikel 3 EVRM. 07-03-2017
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht, hoger beroep. Verdachte heeft zijn nichtje seksueel misbruikt. Zij is als gevolg daarvan op haar veertiende moeder geworden. Het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank inzake de vordering benadeelde partij en wijst eveneens € 12.000 aan schadevergoeding toe. 14-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Buitengerechtelijke kosten. Geïntimeerde is het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Allsecur heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid voor de letselschade erkend. Geïntimeerde heeft appellante, handelend onder de naam 'Misterclaim', gemachtigd om de schade vergoed te zien. 14-03-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling (ook) in hoger beroep voor vijf overvallen op tankstations. Grotendeels toewijzing vordering benadeelde partijen, zijnde het tankstation en de overvallen medewerkers. Het hof verwerpt het beroep van verdachte op matiging van de gevorderde immateriële schadevergoeding, daarbij in aanmerking nemend de ernst van het bewezenverklaarde feit, het daardoor veroorzaakte leed bij de betrokkenen en de mate van schuld. Bovendien komt het hof de hoogte van de gevorderde immateriële schade niet onredelijk voor. Daarnaast acht het hof van belang dat verdachte, gelet op zijn betrekkelijk jonge leeftijd, nog voldoende mogelijkheden heeft zijn inkomenspositie te verbeteren. Mede daarom staat het feit dat verdachte onvoldoende draagkracht heeft, niet in de weg aan toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel. Toegewezen bedragen aan overvallen medewerkers liggen tussen € 1.060 en € 1.583,20. Toewijzing schadevergoeding aan het tankstation voor € 108,40 voor gestolen rookwaar. Niet-ontvankelijkverklaring van het tankstation ten aanzien van overige posten (dubbele personeelsbezetting na de overval: € 225 / begeleiding overvallen medewerker: € 300), omdat deze niet in het vereiste rechtstreekse verband tot het bewezenverklaarde staan. 'Immers de benadeelde partij lijdt deze schade als werkgever en de werkgever is – anders dan de overvallen medewerker en anders dan de benadeelde partij als eigenaar van de gestolen rookwaren – niet rechtstreeks door het bewezenverklaarde feit getroffen.' 06-03-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden In deze zaak gaat het om de medische aansprakelijkheid bij de operatie tot herstel van een aangeboren deformerende afwijking aan het oor van geïntimeerde. De vraag is of er bij deze operatie lege artis is gehandeld. Het ziekenhuis heeft niet aan zijn verzwaarde motiveringsplicht voldaan. Het hof acht de stelling van geïntimeerde dat de plastisch chirurgen van het ziekenhuis niet lege artis hebben gehandeld voorshands bewezen en stelt het ziekenhuis in de gelegenheid tegenbewijs te leveren. 28-02-2017
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Hoger beroep tegen veroordeling in eerste aanleg voor poging tot doodslag. Het hof bekrachtigt het oordeel van de rechtbank. Anders dan de rechtbank acht het hof de benadeelde partij wel ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding. Toewijzing van € 2.920,19 ter zake van materiële schade. Deze schade omvat de enkele kledingstukken (met uitzondering van de jas, broek en het horloge die betrokkene na ziekenhuisopname niet retour heeft ontvangen), reiskosten en buitengerechtelijke porceskosten. Verder betreft het medische kosten en - onder verwijzing naar HR 5 augustus 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998 - kosten voor huishoudelijke hulp (€ 1.690). uitgebreid gemotiveerde toewijzing van € 10.000 ter vergoeding van immateriële schade. Het hof verwerpt tot slot verdachtes verweer dat de schadevergoedingsmaatregel niet kan worden opgelegd vanwege ontbrekende draagkracht. 26-01-2017
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling van webcamafperser tot maximale gevangenisstraf van 10 jaar en 243 dagen. Toewijzing van schadevergoeding aan slachtoffer, waaronder 23 minderjarige meisjes. Ten aanzien van immateriële schade heeft de rechtbank de door de slachtofferadvocaten voorgestelde indeling in vijf categorieën - ingedeeld naar aard van de handeling en van de ondervonden schade - gevolgd. 16-03-2017
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Verdachte heeft enkele personen in een Amsterdamse bioscoop met een mes gestoken. Hij wordt ontoerekeningsvatbaar geacht en moet één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis worden behandeld. Verder wordt hij ontslagen van alle rechtsvervolging. De man moet wel schadevergoeding betalen aan de twee slachtoffers die zich als benadeelde partij gevoegd hebben. [Slachtoffer 1]: € 738,83 aan materiële schadevergoeding en € 1.300 voor immateriële schade. [Slachtoffer 4]: de rechtbank maakt onderscheid tussen de schade door het letsel aan slachtoffers hand en de psychische schade. Ten aanzien van het handletsel oordeelt de rechtbank dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld in hoeverre dit letsel verband houdt met de bedreiging door verdachte, zodat slachtoffer 4 niet-ontvankelijk wordt verklaard voor zover de vorderingen (voor materiële en immateriële schade) verband houden met dit letsel. Ten aanzien van de psychische schade neemt de rechtbank in aanmerking dat de huisarts de diagnose PTSS heeft gesteld, maar dat niet precies kan worden vastgesteld in hoeverre de psychische schade voortvloeit uit de enkele dreiging of het voortdurende letsel aan de hand. De rechtbank schat de rechtstreeks uit de dreiging voortvloeiende immateriële schade op € 500. 14-03-2017
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling voor het plegen van ontuchtige handelingen met minderjarig meisje. Het slachtoffer vordert schadevergoeding, waaronder reiskosten voor therapie en reis- en telefoonkosten van strafzaak in eerste aanleg, alsmede ruim € 13.000 aan kosten studievertraging en € 25.000 voor immateriële schade. De rechtbank wijst de reiskosten voor therapie toe, maar wijst de reis- en telefoonkosten voor eerste aanleg af wegens gebrek aan onderbouwing. Inzake de gevorderde kosten studievertraging wordt het slachtoffer niet-ontvankelijk verklaard, omdat beoordeling daarvan een onevenredige belasting oplevert. Toewijzing van € 5.000 aan immateriële schadevergoeding; voor het overige kan het slachtoffer zich tot de burgerlijke rechter wenden. 14-03-2017
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Mishandeling van straatkrantverkoper door hem met een mes in zijn zij te steken. Toewijzing schadevordering benadeelde partij, bestaande uit € 248 kosten kleding; € 271,73 medische kosten; € 23,91 reiskosten en € 1.000 immateriële schade. 14-03-2017
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling tot gevangenisstraf voor het binnendringen van een woning en het gooien van zoutzuur tegen de bewoner. De bewoner vordert immateriële schadevergoeding en krijgt € 2.000 toegewezen. De rechtbank overweegt: 'De benadeelde partij heeft zoutzuur in zijn gezicht en op zijn lichaam gekregen, hetgeen een zeer pijnlijke aangelegenheid moet zijn geweest. Dat is een aantasting van zijn lichamelijke integriteit.' Ook de broer van de bewoner vordert immateriële schadevergoeding (ad € 20.000), maar deze vordering wordt als ongefundeerd afgewezen. 'Voor zover de vordering is gebaseerd op de grondslag dat de benadeelde partij is geconfronteerd met het leed dat zijn broer is aangedaan ("shockschade") is op geen enkele wijze voldaan aan de eisen die daaraan in het schadevergoedingsrecht worden gesteld. Voor zover zij is gebaseerd op de grondslag dat de benadeelde partij is geconfronteerd met de gevolgen daarvan ("affectieschade") wordt miskend dat de Nederlandse wet zulke schadevergoeding niet toestaat.' 13-03-2017
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Opdrachtgever is aansprakelijk voor schade zzp’er na val van ladder (art. 7:658 lid 4 BW). Schending zorgplicht. 08-03-2017
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor mensenhandel en seksueel misbruik. Het slachtoffer vordert in totaal € 67.300 aan schadevergoeding. De rechtbank wijst in totaal € 20.000 toe, waarvan € 10.000 voor materiële schade (niet nader gespecificeerd) en eveneens € 10.000 voor immateriële schade. In dat verband overweegt de rechtbank "dat het een feit van algemene bekendheid is dat het ondergaan van dergelijk (seksueel) misbruik psychische schade veroorzaakt." Voor het overige wordt betrokkenen niet-ontvankelijk verklaard. 07-03-2017
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Ruzie na het uitgaan. Nadat verdachte een meisje in haar gezicht sloeg, heeft het latere slachtoffer hem van de fiets getrokken. Verdachte en slachtoffer vielen daarbij beide op de grond, waarna verdachte het slachtoffer tegen het hoofd schopte. Hij wordt veroordeeld wegens poging tot doodslag. De hoogte van de immateriële schade begroot de rechtbank in redelijkheid op € 1.500. De materiële schade (kapot horloge, beschadigde kleding en schoenen) wordt afgewezen, omdat deze schade niet direct voortvloeit uit het bewezenverklaarde handelen (maar - zo valt uit het vonnis op te maken - uit de val op de grond). 07-03-2017
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Verdachte heeft een buschauffeur in het gezicht gespuugd. De politierechter kwalificeert dit spugen als mishandeling (naar het voor het eerst in 1929 door de Hoge Raad geformuleerde criterium 'elke (hevig) onlust opwekkende gewaarwording in of aan het lichaam'). De politierechter merkt op dat het feit dat spugen ook als beledigend kan worden ervaren, niet uitsluit dat deze handeling ook als mishandeling kan worden aangemerkt. De chauffeur heeft zich als benadeelde partij gevoegd. Toewijzing van materiële schadevergoeding (€ 98,17), alsmede - zonder nadere toelichting - van immateriële schadevergoeding ( € 204). 02-03-2017
- Rechtbank Noord-Nederland Deelgeschil. Verzoeker heeft letselschade in de vorm van een dwarslaesie opgelopen bij het duiken in ondiep water. Hiervoor heeft hij de beheerder van het watergebied aansprakelijk gesteld. De rechtbank oordeelt met het oog op de Kelderluikfactoren dat de beheerder haar waarschuwingsplicht heeft geschonden en dat zij derhalve aansprakelijk is. De verzoeker heeft echter ook eigen schuld aan het ongeval, waardoor de rechtbank een causaliteitsverdeling van 50-50 redelijk acht. De billijkheidscorrectie resulteert in een 80-20 verdeling, waarbij de verzoeker slechts 20% van de schade voor zijn rekening dient te nemen. 14-02-2017
- Rechtbank Oost-Brabant Prejudiciële vraag HR? Aansprakelijkheid PIP-protheses. Artikel 392 Rv. Eiseres verzoekt de rechtbank om een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voor te leggen. Dit verzoek wordt afgewezen. Er is sprake van een algemene vraagstelling en er dienen eerst relevante feiten te worden vastgesteld. Beantwoording van de vraag is niet nodig om op de eis te beslissen. 04-01-2017
Centrale Raad van Beroep
Antillen
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle In deze zaak gaat het om een klacht tegen een arts-assistent (in opleiding) naar aanleiding van het gebruik van een verkeerde mal bij de bestraling van klaagster. Het gebruik van de verkeerde mal was (onder meer) het gevolg van het niet naleven van het desbetreffende protocol. De aangeklaagde arts werkte onder supervisie van een radiotherapeut, die eveneens is aangeklaagd. Zowel zijn supervisor als de aangeklaagde arts treft in dezen geen tuchtrechtelijk verwijt. 24-02-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klaagster is met gebruik van een verkeerde mal bestraald. In deze zaak wordt een radiotherapeut (verweerder) het gebruik verweten van een protocol dat niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Verweerder was niet bij de behandeling van klaagster betrokken, maar was wel afdelingshoofd van de afdeling radiotherapie. Er vindt een toets aan de tweede tuchtnorm plaats. De klacht is gegrond, verweerder krijgt een waarschuwing. 24-02-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle In deze zaak gaat het om een klacht tegen een radiotherapeut naar aanleiding van het gebruik van een verkeerde mal bij de bestraling van klaagster. Het gebruik van de verkeerde mal was (onder meer) het gevolg van het niet naleven van het desbetreffende protocol. De aangeklaagde arts was staflid en heeft daarom, naast het (eveneens aangeklaagde) afdelingshoofd, een medeverantwoordelijkheid voor de organisatie en de kwaliteit van de geleverde zorg en de gehanteerde protocollen. In dit geval leidt die medeverantwoordelijkheid volgens het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg evenwel niet tot een tuchtrechtelijk verwijt van verweerder omdat hij, anders dan het afdelingshoofd, niet de primair verantwoordelijke was en hij geen signalen had gekregen dat het protocol niet (meer) voldeed. 24-02-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Consument klaagt over zijn rechtsbijstandsverzekeraar en -uitvoerder over de behandeling van een juridisch conflict naar aanleiding van een medische fout. Verzekeraar noch rechtsbijstandsuitvoerder treft een verwijt, de vorderingen van Consument worden afgewezen. 2017-03-07
- Geschillencommissie Financiële Dienstverlening De verzekeraar heeft op goede gronden een persoonlijk onderzoek ingesteld. Hij mag de resultaten uit dit onderzoek betrekken in de afhandeling van de schadeclaims van Consument. 2017-03-08