Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2018
Uitspraken van 13-03-2018 tot 19-03-2018
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Uitgelicht: memorie van antwoord Wetsvoorstel affectieschade verschenen
Op 9 maart jl. is voor het Wetsvoorstel affectieschade de nadere memorie van antwoord beschikbaar gekomen en aan de leden van de Eerste Kamer gestuurd. De memorie bevat de antwoorden van minister Dekker (JV) op de vragen en opmerkingen van de fracties van VVD en CDA over de Wet verruiming schadevergoeding affectieschade. De nadere procedure zou op dinsdag 13 maart in de commissie Justitie en Veiligheid (JV) worden besproken, maar deze bespreking is verplaatst naar dinsdag 20 maart.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Deelgeschil, verkeersongeval. Verzoek om hoger smartengeldbedrag dan reeds toegekend ( 150.000), afgewezen. Vergelijking met in buitenland toegekende smartengeldbedragen.
Verzoekster is als racefietsster betrokken geraakt bij een verkeersongeval, waarbij een tractorcombinatie over haar lichaam is gereden, met een dwarslaesie tot gevolg. Univ heeft reeds 150.000 uitgekeerd ter vergoeding van de immaterile schade, maar verzoekster is van mening dat deze schadepost op 200.000 dient te worden gewaardeerd. Hiertoe voert zij aan dat de door Univ gehanteerde maatstaf geen recht doet aan haar situatie, dat de Nederlandse vergoedingen voor immaterile schade (ruim) achterblijven bij de Europese ontwikkelingen en dat het aangeboden bedrag geen geigende compensatie biedt voor het haar aangedane leed.
De rechtbank (PS 2018-0215) gaat in op de bedenkingen die door verzoekster en tevens in de literatuur en in de praktijk zijn geuit over de hoogte van het smartengeld in Nederland. Naar het oordeel van de rechtbank zou (ook) in Nederland tot een zij het geleidelijke verhoging van smartengeldbedragen moeten worden gekomen waar de omstandigheden een dergelijke verhoging zouden indiceren. De rechtbank ziet geen aanleiding om bedragen toe te kennen die zo hoog zijn als in Engeland en Duitsland (de door verzoekster aangevoerde landen). De rechtbank concludeert dat, gelet op alle omstandigheden van het geval, de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend (Smartengeldgids 2017) en de maatschappelijke ontwikkelingen in Nederland die een verhoging van het smartengeld rechtvaardigen, in deze zaak een smartengeldvergoeding van 150.000 billijk en passend is.

Hoge Raad (artikel 81 RO): periode waarover arbeidsvermogensschade moet worden vergoed, beperkt tot vijf jaar na verkeersongeval vanwege psychische predispositie.
Eiser is meer dan twintig jaar geleden een auto-ongeval overkomen met zowel psychische als bepaalde somatische klachten ten gevolg. Het hof heeft de periode waarover arbeidsvermogensschade moet worden vergoed, beperkt tot vijf jaar na het ongeval, nu bij eiser sprake is van een psychische predispositie (schizofrenie). Uit deskundigenonderzoek bleek in 2001 dat het niet aannemelijk was dat de klachten die hij destijds nog had het gevolg waren van het ongeval. De rechtbank en het hof hebben deze vaststelling juridisch vertaald in het wegvallen van het conditio sine qua non-verband tussen de schade wegens het verlies van arbeidsvermogen en het verkeersongeval.
In cassatie staat centraal de vraag of voor het oordeel dat de toerekening beperkt moet worden tot vijf jaar na het ongeval, een (voldoende) concreet aanknopingspunt bestaat. De Hoge Raad (PS 2018-0214) laat het oordeel van het hof in stand door te oordelen dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden (artikel 81 RO).

Rechtshulpverlener aansprakelijk voor beroepsfout door bij afwikkelen letselschade minderjarige een te beperkt voorbehoud op te nemen in de vaststellingsovereenkomst.
Een bij ARAG werkzame letselschadejurist heeft zich vanaf 2002 ontfermd over de afwikkeling van de letselschade van eiser, die als 11-jarig kind bij een gymnastiekles op school letsel heeft opgelopen aan zijn elleboog. In maart 2010 is tussen eiser en de aansprakelijkheidsverzekeraar van de school een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin een uitdrukkelijk voorbehoud is opgenomen met betrekking tot het eventueel operatief corrigeren van de standsafwijking van het ellebooggewricht binnen een periode van vijf jaar. Partijen (eiser en ARAG) verschillen in deze procedure van mening over de vraag of, al dan niet terecht, de eventuele gevolgschade, waarmee eiser te kampen heeft sinds 2014, bij de schadeafhandeling onbesproken is gelaten en of op dit punt het voorbehoud te beperkt is opgesteld.
De rechtbank (PS 2018-0231) neemt een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot tot uitgangspunt en overweegt dat voor de rechtshulpverlener de zorgvuldigheidsplicht meebrengt dat een advocaat/rechtshulpverlener die een clint adviseert in het kader van een door een clint te nemen beslissing over een bepaalde kwestie, de clint in staat stelt goed genformeerd te beslissen. In deze zaak heeft ARAG volgens de rechtbank niet aan deze zorgvuldigheidsplicht voldaan en heeft ARAG een beroepsfout gemaakt. ARAG is gehouden de schade die eiser daardoor heeft geleden te vergoeden. De rechtbank oordeelt dat eiser zich nader zal moeten uitlaten over de omvang van de door hem geleden schade en bepaalt daarom dat de zaak weer op de rol zal komen.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

J.B.R. Regouw, Schade begroten met plussen en minnen, Maandblad voor Vermogensrecht 2018, afl. 2, p. 61-65.

R. Giard, Wie zijn er betrokken bij en verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van een deskundigenrapport?, Ars Aequi 2018, afl. 3, p. 216-220.

R. Giard, Leren van fouten? Achteraf oordelen is te simpel, Medisch Contact 2018, afl. 3, p. 18-21.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen