Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Verzoeker komt twee keer ten val; fietsvrienden niet aansprakelijk: sport- en spelsituatie en ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Verzoeker gaat al jarenlang wekelijks met zijn twee fietsvrienden (race)fietsen. Op een dag overkomt verzoeker twee ongevallen. Eerst wordt verzoeker door een van zijn twee fietsvrienden rechts ingehaald en daarbij met een schouder aangeraakt, waarna hij ten val komt, met ernstige schaafwonden tot gevolg. Daarna wordt verzoeker door zijn andere fietsvriend bemoedigend op de schouder aangeraakt, waardoor hij van het fietspad afraakt en (weer) ten val komt, met ernstig schouderletsel tot gevolg. Verzoeker vraagt de rechtbank in deze deelgeschilprocedure te beslissen dat zijn twee fietsvrienden en aansprakelijkheidsverzekeraars (hoofdelijk) aansprakelijk zijn voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van de ongevallen die hem zijn overkomen.
De rechtbank (PS 2018-0361) is van oordeel dat de fietsvrienden niet aansprakelijk zijn. Met betrekking tot het eerste ongeval overweegt de rechtbank dat de drie fietsers hun eigen (spel)regels hanteerden tijdens hun sportieve fietstochten, waardoor verzoeker er rekening mee moest houden dat hij rechts ingehaald kon worden. Hierbij was sprake van een sport- en spelsituatie waarin een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel geldt (ECLI:NL:HR:2003:AF2679), aldus de rechtbank. Met betrekking tot het tweede ongeval overweegt de rechtbank dat niet langer sprake was van een sport- en spelsituatie (de fietsers hadden immers, in verband met de eerste valpartij, besloten om rustig naar huis te fietsen), maar dat het op de schouder aanraken door de fietsvriend van verzoeker, hoewel gevaarzettend, niet onrechtmatig was. Naar het oordeel van de rechtbank is bij de tweede valpartij vooral sprake geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, die niet leidt tot aansprakelijkheid van de fietsvriend. Alle verzoeken van verzoeker worden afgewezen.
Kantonrechter oordeelt dat werknemer niet heeft voldaan aan ondergrens stelplicht in het kader van werkgeversaansprakelijkheid (artikel 7:658 BW).
Eiser is via een uitzendovereenkomst in dienst geweest bij gedaagde sub 1. Gedurende het dienstverband met gedaagde sub 1 is eiser tewerkgesteld bij gedaagde sub 2 in de functie van besteller. Eiser heeft letsel aan zijn knie opgelopen en stelt dat dit is gebeurd tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden voor gedaagde sub 2. Volgens gedaagden heeft eiser nimmer ter sprake gebracht dat zijn klachten het gevolg zijn van een arbeidsongeval tijdens de werkzaamheden bij gedaagde sub 2. Eiser vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat gedaagde sub 1 en gedaagde sub 2 hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door eiser geleden en nog te lijden schade als gevolg van het arbeidsongeval.
De kantonrechter (PS 2018-0360) overweegt dat eiser in deze procedure heeft volstaan met te stellen dat hij bij het tillen van diverse pakketten zonder (til)hulpmiddelen zijn knie heeft verdraaid. Op eiser rustte naar het oordeel van de kantonrechter de plicht om een algemene beschrijving te geven van wat zich op de bewuste dag heeft voorgedaan. Een werknemer hoeft niet de toedracht van het ongeval te stellen, maar kan anderzijds ook niet volstaan met te stellen dat hij schade heeft geleden. Dat is wel waar eiser mee volstaat. Naar het oordeel van de kantonrechter is in deze zaak dan ook niet voldaan aan de ondergrens wat betreft de stelplicht in het kader van werkgeversaansprakelijkheid. De kantonrechter wijst de vorderingen van eiser af.
Bij SPA werkzame artsen hebben niet in strijd gehandeld met goed hulpverlenerschap bij de beoordeling van sucidaliteit.
De partner (hierna: de overledene) van eiser sub 1 kampte na de geboorte van hun kind (eiser sub 2) met een postnatale depressie. Eiser sub 1 en de overledene hebben hulp gezocht bij de Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam (hierna: SPA), nadat de overledene een poging tot sucide had gedaan. SPA heeft een beoordeling van de sucidaliteit van de overledene gemaakt, bij welke beoordeling in totaal vijf artsen (tevens leden van SPA) betrokken zijn geweest. Het oordeel van SPA luidde dat gedwongen opname van de overledene geen noodzaak was. Op de dag na deze beoordeling heeft de overledene zichzelf van het leven beroofd. Eisers stellen zowel de twee stichtingen, die samen SPA vormen, als de vijf betrokken artsen aansprakelijk voor de schade als gevolg van het overlijden van de overledene.
De rechtbank (PS 2018-0346) stelt voorop dat tussen de artsen en de overledene geen geneeskundige behandelingsovereenkomst bestond; de artsen handelden in hun verhouding tot SPA slechts als hulppersonen. Tussen de overledene en SPA was wel sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst en de artsen waren allen werkzaam bij SPA. Indien de zorgplicht door een (of meer) van de artsen zou zijn geschonden, zou SPA hiervoor aansprakelijk zijn. De rechtbank is echter van oordeel dat geen van de artsen in strijd heeft gehandeld met artikel 7:453 BW (goed hulpverlenerschap) bij de beoordeling van de sucidaliteit, waarna de rechtbank concludeert tot integrale afwijzing van de vorderingen.
Hoge Raad: artikel 81 RO, aansprakelijkheidsverzekeraar in gegeven omstandigheden niet gehouden aan erkenning aansprakelijkheid na latere tegenstrijdige verklaringen.
Eiseres heeft letsel opgelopen aan haar pink en aanvankelijk verklaren zowel eiseres als de verzekerde dat dit letsel is veroorzaakt doordat de verzekerde per ongeluk een balletje tegen de pink van eiseres heeft gegooid. Nationale Nederlanden heeft in haar hoedanigheid van aansprakelijkheidsverzekeraar van de verzekerde op grond van die verklaringen aansprakelijkheid erkend. Nadien heeft de verzekerde verschillende, met de eerste verklaring tegenstrijdige, verklaringen afgelegd, waardoor Nationale Nederlanden wenst terug te komen op haar erkenning van aansprakelijkheid. Ook eiseres heeft ter comparitie een tegenstrijdige verklaring afgelegd.
Eiseres vordert in deze bodemprocedure een verklaring voor recht dat Nationale Nederlanden gehouden is de als gevolg van het aan eiseres overkomen ongeval geleden en nog te lijden schade te vergoeden en Nationale Nederlanden te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schade. De rechtbank heeft de vordering afgewezen en het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Het hof heeft hiertoe overwogen dat het onder deze omstandigheden, waarin is komen vast te staan dat aan de betrouwbaarheid van de verklaringen ernstig getwijfeld moet worden, in elk geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat Nationale Nederlanden aan haar aanvankelijke erkenning van aansprakelijkheid wordt gehouden. Eiseres heeft cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad (PS 2018-0348) laat het oordeel van het hof in stand door de zaak af te doen met artikel 81 lid 1 RO.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
S.D. Lindenbergh, Strafgat en compensatiekrater, Verkeersrecht ANWB 2018/47, afl. 4.
B.C.J. van Velthoven, Verlies van een kans en proportionele aansprakelijkheid: verschillende figuren voor verschillende gevallen? (I), Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2018/11, afl. 3.
C.M.D.S. Pavillon A. Kolder, Een garantie des accidents de la vie voor Nederland? Een verkenning naar aanleiding van de Franse schadeverzekering voor de ongevallen van het leven, Aansprakelijkheid Verzekering en Schade 2018/8, afl. 2.
E.G.D. van Dongen I. Giesen, Het Kelderluik-arrest: van niet zo revolutionair naar niet meer weg te denken, Rechtsgeleerd Magazijn Themis 2018, afl. 2, p. 67-78.
S.D. Lindenbergh, annotatie bij Hoge Raad 24 november 2017, ECLI:NL:HR:2017:3016 [Aansprakelijkheid van degene die gebrekkige opstal gebruikt in uitoefening van bedrijf (art. 6:181 lid 1 BW). Maatstaf. Precisering HR 26 november 2010, NJ 2010/636.], Nederlandse Jurisprudentie 2018/152, afl. 16.
S.D. Lindenbergh, annotatie bij Hoge Raad 27 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2774 [Hoofdzaak en schadestaatprocedure; moet debat over eigen schuld worden gevoerd in hoofdzaak of in schadestaatprocedure?], Nederlandse Jurisprudentie 2018/152, afl. 16.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Mishandeling door ex-echtgenoot, die daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld. Smartengeldvordering tot een bedrag van € 1.500 toegewezen (gevorderd € 6.000). Omstandigheden waar het hof rekening mee houdt onder andere: appellante heeft pijn ondervonden en letsel opgelopen (keel, gezicht en armen), appellante heeft nog geruime tijd na het incident angstklachten die medische behandeling vergen, appellante was op het moment van het incident twintig weken zwanger en appellante bevond zich in haar eigen woning. Tussenuitspraken: PS 2018-0372 en PS 2018-0373. 24-04-2018
- Gerechtshof Amsterdam Artikel in Het Parool over aanslag op kantoorvilla, waarin, naar eisers stellen, hun kantoor ten onrechte is geassocieerd met de aanslag, is niet onrechtmatig. Belangenafweging artikel 10 EVRM en artikel 6:162 BW. Inhoud artikel wordt bevestigd door verscheidene geschriften en verklaringen. Artikel had evident nieuwswaarde en snelheid bij de publicatie daarvan was vanuit het oogpunt van een goede nieuwsvoorziening geboden. In deze omstandigheden kunnen er minder zware eisen worden gesteld aan het verifiëren van alle gegevens. 24-04-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling voor doodslag door destijds 51-jarige achterbuurman in zijn rug te schieten met een vuurwapen, zonder daarvoor een reden te hebben. Vordering benadeelde partij (echtgenote van slachtoffer) met betrekking tot gederfd levensonderhoud volledig toegewezen (€ 50.000). Shockschadevordering toegewezen tot een bedrag van € 10.000. Affectieschade komt naar huidig recht niet voor vergoeding in aanmerking. 17-04-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Beroep verzekeraar op fraudevervalclausule bij arbeidsongeschiktheidsverzekering gehonoreerd. Appellant heeft wel degelijk inkomen gegenereerd met werken door directeur-grootaandeelhouder te zijn van een vennootschap, die op haar beurt weer directeur-grootaandeelhouder is van een bv waar appellant de enige werknemer is. De omzet/winst van de werkmaatschappij dient te worden aangemerkt als het inkomen van appellant. Appellant kan worden verweten dat hij opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt of heeft laten verstrekken. 17-04-2018
- Gerechtshof Den Haag Appellant is bij TU Delft komen opdagen bij een cursus waarvan hem de toegang was ontzegd en is met behulp van beveiliging en politie uit het gebouw verwijderd. Vordering tot immateriële schadevergoeding (€ 4.000) in eerste aanleg afgewezen. Hof houdt oordeel rechtbank in stand, nu TU Delft voor dit handelen, voor zover het al onrechtmatig zou zijn, niet aansprakelijk is. Bovendien onvoldoende concrete gegevens aangevoerd waaruit geestelijk letsel kan volgen. 17-04-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Beëindiging gezag (artikel 1:266 BW). Minderjarige lijdt aan het foetaal alcoholsyndroom en een posttraumatische stressstoornis. Daarnaast is bij minderjarige een reactieve hechtingsstoornis vastgesteld. Dit strookt niet met de stelling van de moeder dat de problemen van de minderjarige zijn voortgekomen uit de situatie na de uithuisplaatsing. De moeder bagatelliseert de problemen en diagnoses van de minderjarige en toont geen besef van de werkelijke problemen en inzicht in wat zij nodig heeft. 17-04-2018
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Pogingen tot zware mishandeling door met een personenauto te trachten de dienstauto van verbalisanten aan te rijden en door met aanmerkelijke snelheid tegen de dienstauto van verbalisanten te rijden of te botsen. Hof: door aldus te handelen, namelijk opzettelijk een situatie te scheppen waarin de benadeelde partijen ernstig dienden te vrezen voor hun gezondheid, heeft de verdachte met het vereiste oogmerk, als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en sub a BW, gehandeld. Toewijzing immateriële schadevergoedingen van € 500 (aan verbalisanten 3 en 4) en € 300 (aan verbalisanten 1 en 2). 10-04-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenuitspraak. Zwangere vrouw mishandeld door voormalig echtgenoot (geïntimeerde). Geïntimeerde heeft door hof in tussenarrest (PS 2018-0373) gevraagde informatie over het verloop van de strafzaak tegen hem, niet overgelegd. Hof beveelt daarom thans geïntimeerde bij akte het arrest van het hof in de strafzaak tegen hem over te leggen en daarbij uitsluitsel te geven over de uitkomst van het cassatieberoep. Einduitspraak hof: PS 2018-0369. 23-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenuitspraak. Zwangere vrouw mishandeld door voormalig echtgenoot (geïntimeerde). Tegen geïntimeerde is strafrechtelijke vervolging ingesteld met betrekking tot hetzelfde incident als waarop deze zaak betrekking heeft. Hof stelt geïntimeerde in de gelegenheid bij akte het arrest van het hof in de strafzaak over te leggen en daarbij uitsluitsel te geven over de uitkomst van het cassatieberoep. Verwijzing naar rol. Zie voor vervolg PS 2018-0372 (tussenuitspraak) en PS 2018-0369 (einduitspraak hof). 17-10-2017
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Kort geding. Eiser handelt onrechtmatig door op sociale media seksuele relatie met gedaagde te ontkennen, waardoor gedaagde als leugenaar wordt afgeschilderd. Voorzieningenrechter oordeelt (in reconventie) dat eiser niet kan ontkennen dat hij een affectieve of seksuele relatie met gedaagde had. Dit betekent dat de raadsman van eiser in de pers onjuiste mededelingen gedaan heeft over de aard van de relatie tussen eiser en gedaagde. Eiser moet zich voortaan onthouden van dergelijke uitspraken. Geen verdere beperking vrijheid van meningsuiting. 23-04-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling van een 25-jarige en een 36-jarige man voor liquidatie van een 50-jarige Turkse man. Toewijzing € 10.000 immateriële schadevergoeding aan benadeelde partij. 20-04-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Strafrecht. Veroordeling van een 25-jarige en een 36-jarige man voor liquidatie van een 50-jarige Turkse man. Toewijzing € 10.000 immateriële schadevergoeding aan benadeelde partij. 20-04-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor doodslag door na poging tot drugsdeal met vuurwapen een aantal schoten te lossen in de richting van het wegvluchtende slachtoffer, waarbij een van de kogels het slachtoffer dodelijk heeft getroffen. Nabestaanden voegen zich als benadeelde partij. Niet voldaan aan strenge vereisten voor shockschade, nu bijvoorbeeld informatie ontbreekt over de wijze waarop en omstandigheden waaronder de nabestaanden met het stoffelijke overschot van het slachtoffer in het mortuarium zijn geconfronteerd. 19-04-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Wrakingszaak. Verzoekers worden niet-ontvankelijk verklaard in hun wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft niet kunnen vaststellen dat verzoekers zich in de hoofdzaak hebben gevoegd als benadeelde partijen als bedoeld in artikel 51f Sv. Verzoekers hebben hun wrakingsverzoek dus enkel gedaan in hun hoedanigheid van nabestaanden en daarmee spreekgerechtigden in de hoofdzaak. Zij kunnen in die hoedanigheid geen wrakingsverzoek indienen. 19-04-2018
- Rechtbank Amsterdam Vijf artsen en twee stichtingen (tezamen: Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam) niet aansprakelijk voor (overlijdens)schade als gevolg van suïcide. Artsen hebben in hun verhouding tot de stichtingen slechts als hulppersoon gehandeld. Geen sprake van schending zorgplicht waarvoor SPA aansprakelijk zou zijn, nu de artsen hun zorgplicht niet hebben geschonden. 18-04-2018
- Rechtbank Gelderland Werknemer heeft niet voldaan aan ‘ondergrens’ stelplicht in het kader van werkgeversaansprakelijkheid. Op werknemer rust de plicht om een algemene beschrijving te geven van het ongeval; werknemer kan niet volstaan met te stellen dat hij schade heeft geleden. Dit heeft eiser wel gedaan door enkel in zijn algemeenheid te stellen dat hij bij uitoefening van werkzaamheden zware pakketten heeft moeten tillen zonder hulpmiddelen. 18-04-2018
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot afpersing in vereniging door twee slachtoffers brieven te sturen waarin wordt aangegeven dat de slachtoffers tien miljoen euro moeten betalen omdat het anders ‘niet goed komt’, met daarbij personalia van meerdere familieleden van de slachtoffers. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffers, € 2.500 per persoon. 18-04-2018
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor jarenlange ontucht met minderjarige stiefdochters, die beide zwanger zijn geraakt als gevolg van de ontucht. Toewijzing aan beide slachtoffers van € 20.000 ter vergoeding van de zorgkosten voor de geboren kinderen, € 500 ter vergoeding van de kosten van de zwangerschappen, € 13.225 respectievelijk € 13.150 ter vergoeding van kosten studievertraging en € 20.000 ter vergoeding van immateriële schade. 17-04-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Deelgeschil. Twee valpartijen van racefietser tijdens recreatieve fietstocht. Fietsmaten van verzoeker zijn niet aansprakelijk. Bij eerste valpartij was sprake van sport- en spelsituatie, waarbij verhoogde drempel voor aansprakelijkheid geldt. Bij tweede valpartij was niet langer sprake van een sport- en spelsituatie, maar de bemoedigende schouderklop die de val veroorzaakte was, hoewel wel gevaarzettend, niet onrechtmatig: ongelukkige samenloop van omstandigheden. 12-04-2018
- Rechtbank Rotterdam Allianz procedeert tegen twee andere schadeverzekeraars (Maas Lloyd en Hampden) over Asbestregeling. Allianz handelt door Asbestregeling toe te passen niet onrechtmatig jegens loss occurrence-verzekeraars. Gelet op de bijzondere problemen die voortvloeien uit de decennia bestrijkende periode tussen blootstelling en diagnose en daarmee samenhangende wijzigingen in vigerende polissen en de daarbij betrokken verzekeraars, is een enigerlei eenvoudig te hanteren systeem onontkoombaar. Zaak naar rol verwezen. 11-04-2018
- Rechtbank Noord-Holland Voorzieningenrechter oordeelt dat moeder onrechtmatig gebruikmaakt van de haar verleende bevoegdheid om lijfsdwang in te zetten om afgifte van haar kinderen te bewerkstelligen. Moeder heeft geen gezag meer over kind 2, dus met betrekking tot dit kind kan geen sprake meer zijn van onttrekking. Kind 3 is nog minderjarig, dus kan wel sprake zijn van onttrekking, maar de vader is feitelijk niet in staat om kind 3 aan het gezag van de moeder te onttrekken omdat hij is gedetineerd. Feitelijke situatie is zodanig veranderd dat de moeder nu onrechtmatig handelt door de lijfsdwang in te roepen. 23-03-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Huurders stellen verhuurder aansprakelijk voor (potentiële) schade door aanwezigheid asbest in woning. Verzoek afgewezen, omdat er (nog) geen sprake is van letselschade waardoor verzoek zich niet leent voor behandeling in deelgeschilprocedure. Inhoudelijke beoordeling (aan de hand van artikel 7:208 BW) zou ook tot afwijzing van het verzoek leiden. 07-03-2018
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling voor mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend, door slachtoffer tijdens festiviteiten een stomp tegen zijn neus te geven, waardoor hij achterover is gevallen en een (op dat moment levensbedreigende) bloeding in zijn schedel heeft opgelopen. Partner van slachtoffer kan zich niet als benadeelde partij in het strafproces voegen. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffer: € 20.000. 02-03-2018
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling door tijdens een avond uitgaan een bierglas in het gezicht van aangever kapot te slaan. Blijvend, ontsierend en goed zichtbaar litteken in het gezicht van aangever. Volledige toewijzing immateriële schadevergoeding aan aangever: € 1.500. 16-02-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Aansprakelijkheid wegbeheerder. Eenzijdig ongeval tijdens wegwerkzaamheden. Snelweg voldeed ten tijde van de wegwerkzaamheden niet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld. Er was sprake van een onduidelijke, dus gevaarlijke verkeerssituatie, onder andere doordat de in het kader van die werkzaamheden aangebrachte gele markering onvoldoende onderscheidend was ten opzichte van de oorspronkelijke witte markering, die goed zichtbaar bleef. 13-01-2016