Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Tweede deelgeschil in zaak omtrent aanrijding toentertijd 16-jarige verzoeker. Tussentijds hoger beroep ingesteld door verzekeraar tegen eerste deelgeschilprocedure. Rechtbank loopt niet vooruit op beslissing hof; verzoek stuit af op artikel 1019z Rv.
Verzoeker is op 16-jarige leeftijd aangereden door een personenauto, als gevolg waarvan hij thans nog rugklachten ervaart. Allianz heeft als WAM-verzekeraar van de auto aansprakelijkheid erkend. Een orthopeed heeft over de ongevalsgevolgen gerapporteerd. In een eerste deelgeschilprocedure tussen partijen is voor recht verklaard dat sprake is van een causaal verband tussen de klachten zoals omschreven in het expertiserapport van de orthopeed en het ongeval. Allianz heeft daarom voorschotten betaald aan verzoeker. Nadien hebben een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige nog onderzoeken verricht en hierover gerapporteerd. De rechtbank heeft aan Allianz tussentijds hoger beroep toegestaan.
De onderhavige procedure (PS 2018-0499) betreft een tweede deelgeschilprocedure, waarin verzoeker de rechtbank verzoekt om voor recht te verklaren dat Allianz gebonden is aan het deskundigenbericht van de arbeidsdeskundige en tevens om Allianz te veroordelen tot medewerking aan een rekenkundig onderzoek. De rechtbank overweegt dat in de rapportages van de verzekeringsgeneeskundige en de arbeidsdeskundige is uitgegaan van het in de eerste deelbeschikking vastgestelde juridisch causaal verband. Dit causaal verband is echter (opnieuw) ter discussie komen te staan doordat Allianz tussentijds hoger beroep heeft ingesteld tegen de in de deelbeschikking gegeven verklaring voor recht. De rechtbank acht het niet opportuun om nu verder te gaan met een rekenkundige die het rapport van de arbeidsdeskundige tot uitgangspunt moet nemen, terwijl het oordeel van de rechtbank omtrent het juridisch causaal verband, dat aan alle verrichte en nog te verrichten deskundigenrapportages ten grondslag ligt, in hoger beroep ter beoordeling voorligt. Het is niet aan de rechtbank om vooruit te lopen op een beslissing van het hof. Het verzoek stuit af op artikel 1019z Rv. Allianz wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van het deelgeschil, maar de rechtbank laat wel een deel van de door verzoeker opgevoerde kosten buiten beschouwing.
Strafrecht. Doodslag door een 41-jarige vrouw neer te steken in Utrecht. Echtgenoot benadeelde partij vordert namens zichzelf en zijn minderjarige dochters schadevergoeding wegens gederfd levensonderhoud. Voor berekening van overlijdensschade is de Richtlijn Rekenmodel Overlijdenschade een binnen de rechtspraak algemeen geaccepteerde rekenmethode. Niet kan worden aangenomen dat uitkering uit ongevallenverzekering strekt tot vergoeding van immaterile schade.
In deze zaak heeft de verdachte een 41-jarige vrouw op straat uit het niets met een mes in haar buik gestoken, als gevolg waarvan zij is overleden. Haar echtgenoot heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces tegen de verdachte. Hij vordert namens zichzelf en namens zijn minderjarige dochters een voorschot op gederfd levensonderhoud als bedoeld in artikel 6:108 lid 1 BW. Voor de berekening van de gevorderde schade is aangesloten bij de door de Letselschaderaad en de Denktank Overlijdensschade opgestelde Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade. Het hof (PS 2018-0515) oordeelt dat deze richtlijn een binnen de rechtspraak algemeen geaccepteerde rekenmethode is voor de berekening van overlijdensschade. Anders dan door de raadsman is gesteld kan deze rekenmethode dan ook worden gebruikt voor de berekening van de geleden schade. Aan de echtgenoot is ook op grond van een op naam van het slachtoffer gestelde ongevallenverzekering een bedrag uitgekeerd. Dat bedrag heeft de benadeelde partij niet betrokken bij de berekening van de gevorderde schadevergoeding, omdat de benadeelde partij stelt dat het bedrag van de ongevallenverzekering strekt ter vergoeding van immaterile schade en niet ter vergoeding van gederfd levensonderhoud. Het hof is van oordeel dat niet algemeen aanvaard is dat een uitkering uit een ongevallenverzekering strekt tot vergoeding van immaterile schade. Daarom wijst het hof de vorderingen van de beide minderjarige dochters wel volledig toe, maar de vordering van de echtgenoot slechts gedeeltelijk (namelijk tot het door hem gevorderde bedrag minus de uitkering uit de ongevallenverzekering). Voor het overige deel van zijn vordering wordt de echtgenoot niet-ontvankelijk verklaard.
Verwisseling stoffelijk overschot door begrafenisonderneming. Tussenvonnis niet op onjuiste gronden gewezen. Afwijzing smartengeldvorderingen van erven: geen sprake van overlijden van een naaste waarvoor iemand anders aansprakelijk is.
Een Sint Maartense begrafenisondernemer heeft het verkeerde stoffelijk overschot naar de erven van de overledene verzonden. In een tussenvonnis is door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten geoordeeld dat de begrafenisondernemer hiermee onrechtmatig heeft gehandeld en wanprestatie heeft gepleegd jegens de erven. Voor wat betreft de door de erven ingestelde smartengeldvordering heeft het Gerecht de zaak in het tussenvonnis naar de rolzitting verwezen, omdat de erven hun vorderingen hadden ingesteld in hun hoedanigheid van erven, terwijl smartengeld niet toegekend kan worden in die hoedanigheid.
Door de begrafenisonderneming wordt nu in deze procedure (PS 2018-0517) aangevoerd dat het tussenvonnis op onjuiste gronden is gewezen. Het Gerecht hanteert de maatstaf die de Hoge Raad in zijn arrest van 26 november 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BN8521) heeft ontwikkeld omtrent gebondenheid van de rechter aan een tussenuitspraak en komt tot het oordeel dat geen sprake is van een op onjuiste gronden gewezen tussenvonnis. Vervolgens gaat het Gerecht nog in op het inhoudelijke deel van de zaak. De erven hebben hun immaterile schadevergoedingsvordering hersteld in die zin dat zij nu aangeven ieder voor zich een schadevergoeding te wensen. De erven zijn daarom nu wel ontvankelijk in hun vorderingen. Zij vorderen allen een vergoeding voor shockschade. Het Gerecht hanteert de maatstaf uit Hoge Raad 22 februari 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AD5356) en komt tot de conclusie dat geen vergoeding voor shockschade kan worden toegekend. Er is immers geen sprake van het overlijden van een naaste waarvoor iemand anders aansprakelijk is. De moeder van de erven is overleden door een natuurlijke oorzaak en de Sint Maartense begrafenisonderneming is daarvoor niet aansprakelijk. Bovendien hebben eisers niet aangetoond dat sprake is van geestelijk letsel dat overeenstemt met een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Dit bekent dat de vorderingen wegens immaterile schade door het Gerecht worden afgewezen.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
C.M.D.S. Pavillon, Trends en ontwikkelingen in het Europees verbintenissenrecht, Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 2018, afl. 7199, p. 481-493.
F. Ibili, Forum necessitatis en EVRM, Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 2018, afl. 7199, p. 479-480.
I.C. Engels G.C. Nieuwland, Civielrechtelijke aspecten van de schadevergoedingsmaatregel, Maandblad voor Vermogensrecht 2018, afl. 5, p. 150-154.
J. Faas e.a., Equality of arms en quality of arms in arbeidsongeschiktheidsgeschillen, Expertise en Recht 2018, afl. 3, p. 115-124.
R. Giard, Het naadje van de causaliteit. Wetsevaluatie en rechtspraak vanuit een ander perspectief, Expertise en Recht 2018, afl. 3, p. 108-114.
R. Giard, Wie de data niet eert, is de rechtspraak niet weerd, Expertise en Recht 2018, afl. 3, p. 105-107.
J.F. Vermeulen, Begroten van toekomstige schade in een som ineens. Rekenrentescenario 2018, Verkeersrecht ANWB 2018/79, afl. 6.
S.D. Lindenbergh, Schadevergoeding na een terroristische aanslag. Een verkenning, Verkeersrecht ANWB 2018/78, afl. 6.
B.J. van Ettekoven e.a., Overheidsaansprakelijkheid anno 2018: de stand van de rechtsontwikkeling, Overheid Aansprakelijkheid 2018/23, afl. 3.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor doodslag door een 41-jarige vrouw neer te steken in Utrecht. Echtgenoot vordert namens zichzelf en zijn minderjarige dochters schadevergoeding wegens gederfd levensonderhoud. Gedeeltelijke toewijzing vorderingen. Voor de berekening van overlijdensschade is de Richtlijn Rekenmodel Overlijdenschade een binnen de rechtspraak algemeen geaccepteerde rekenmethode. Niet kan worden aangenomen dat uitkering uit ongevallenverzekering strekt tot vergoeding van immateriële schade. 15-06-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor onder andere twee woninginbraken. Gemotiveerde toekenning van immaterieel geleden schade ten gevolge van vermogensdelict op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b BW. Bij beide gezinnen is sprake van psychische gevolgen die nadrukkelijk verder gaan dan ‘onbehagen’. 01-05-2018
- Gerechtshof Den Haag Staatsaansprakelijkheid. Geen schadevergoeding na gijzeling gedurende 42 dagen met machtiging op grond van artikel 28 Wahv. Gesloten stelsel van rechtsmiddelen: in beginsel moet worden uitgegaan van de rechtmatigheid van de door de kantonrechter verleende machtigingen tot gijzeling. Slechts onder bijzondere omstandigheden is (de tenuitvoerlegging van) de gijzeling dan onrechtmatig. In casu doen dergelijke omstandigheden zich niet voor. 01-05-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vrijwaringszaak van vof die aansprakelijk wordt gesteld voor letselschade als gevolg van bedrijfsongeval met vorkheftruck, tegen Achmea. Vraag of bedrijfsongeval viel onder de bij Achmea gesloten Bedrijven Compact Polis. WAM-dekking. Hof oordeelt dat sprake is van schade die ‘in het verkeer’ is ontstaan door een daarvoor verzekerd voertuig. Veroordeling Achmea om aan de vof te betalen datgene waartoe de vof als gedaagde in de hoofdprocedure mocht worden veroordeeld. 06-12-2016
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor onder andere gewelddadige verkrachting in het Sloterpark in 2001. Wettelijke rente bij materiële schadevergoedingsposten kan niet in alle gevallen met ingang van de datum van het strafbare feit worden toegekend en het per schadepost bepalen van de ingangsdatum van de wettelijke rente zou onevenredige belasting van strafgeding opleveren. Rechtbank kent wettelijke rente ten aanzien van de materiële schadeposten daarom toe vanaf datum vonnis. Volledige toewijzing immateriële schadevergoeding (€ 20.000), waarbij wettelijke rente wordt toegekend vanaf datum misdrijf. 15-06-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor mensenhandel, ontucht en vervaardigen en bezitten van kinderporno. Slachtoffer betrof het nichtje van verdachte, dat bij aanvang van de periode waarin de feiten plaatsvonden 13 jaar oud was. Toewijzing immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 100.000 aan slachtoffer. 14-06-2018
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling met dodelijke afloop in Warnsveld. Benadeelde partij (moeder van slachtoffer) niet-ontvankelijk in vordering voor zover deze ziet op shockschade; zij is niet aanwezig geweest bij het gepleegde feit, maar is pas in het ziekenhuis geconfronteerd met de ernstige gevolgen ervan. Nader onderzoek levert onevenredige belasting van het strafproces op. Tevens niet-ontvankelijk in vordering voor zover deze ziet op affectieschade. Toewijzing verscheidene materiële schadeposten. 13-06-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Aansprakelijkheid bewindvoerder meerderjarigenbewind. Onder bewind gestelde stelt door het mismanagement emotionele schade te hebben opgelopen. Kantonrechter oordeelt dat niet voldoende is gebleken dat een van de drie in artikel 6:106 BW genoemde gevallen van toepassing is. 13-06-2018
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Veroordeling voor mishandeling door te slaan met de vuist, maar vrijspraak voor poging tot zware mishandeling nu niet wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte met een glas heeft geslagen. Het is voor de rechtbank niet mogelijk binnen dit strafproces vast te stellen welk deel van de vordering van de benadeelde partij ziet op de schade die aangever als gevolg van de klappen met de vuist (en dus niet met het glas) heeft geleden. Niet-ontvankelijkverklaring. 08-06-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor diefstal met geweld waarbij het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft. Meerdere organen van slachtoffer zijn beschadigd geraakt door een vuurwapenschot en slachtoffer is vanaf zijn middel verlamd geraakt. Gedeeltelijke toewijzing (€ 25.000) immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. 07-06-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door nieuwe vriend van ex-vriendin met een mes twintig keer in zijn gezicht, rug, hals en been te steken. Benadeelde partij (slachtoffer) heeft thans nog letsel aan zijn oog, ondervindt klachten van dubbel zien en heeft ontsierende littekens in zijn gezicht opgelopen. Volledige toewijzing immateriële schadevergoeding (€ 7.500) aan slachtoffer. 07-06-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting in het huis van slachtoffer. Gedeeltelijke toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffer: € 8.000. Door benadeelde partij is voldoende aannemelijk gemaakt dat de verhuizing het rechtstreekse gevolg is geweest van de verkrachting. 07-06-2018
- Rechtbank Rotterdam Rechtbank opent voor HDI de mogelijkheid van het instellen van tussentijds hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking. HDI stelt dat door dit verlof te verlenen wordt voorkomen dat partijen in de procedure ten principale debatten moeten voeren en (eventueel) tot kostbare bewijslevering over de omvang van de schade moeten overgaan, op basis van uitgangspunten die mogelijk niet door de hogere rechter worden gedeeld. Rechtbank: proceseconomie in dit geval gediend met het verlenen van verlof voor het instellen van tussentijds hoger beroep. 06-06-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor diefstal door middel van braak in de woning van de vriend van de benadeelde partij. Benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard. Zij is rondom de aanhouding wel geconfronteerd met de daders, maar heeft in de woning niet oog in oog gestaan met hen. Geen sprake van zodanig psychisch letsel dat immateriële schadevergoeding kan worden toegekend. 17-05-2018
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Verdachte heeft op Schiphol vier medewerkers van de Koninklijke Marechaussee en een reiziger bedreigd met zwaar lichamelijk letsel. Toewijzing verschillende bedragen ter vergoeding van immateriële schade aan slachtoffers, variërend van € 400 tot € 1.000. 26-04-2018
- Rechtbank Den Haag Gesteld wordt dat Staat aansprakelijk is op grond van onrechtmatige rapportage door Raad voor de Kinderbescherming en deskundigen. Aansprakelijkheid afgewezen. Voor zover eiseres stelt dat zij en de minderjarige ten gevolge van het oorspronkelijke rapport immateriële schade hebben geleden, geldt dat de Staat dit heeft betwist en dat hiervan niet kan worden uitgegaan. Het oorspronkelijke rapport, met de gewraakte zinsnede, was immers louter bestemd ter voorlichting van het hof. 18-04-2018
- Rechtbank Gelderland Deelgeschil. Aanrijding op voorrangskruising. Vordering op voorrangsgerechtigde afgewezen. Overschrijding maximumsnelheid niet vastgesteld; verzoek om deskundigenbericht ter zake stuit af op artikel 1019z Rv. Ook kan niet van voorrangsgerechtigde automobilist worden verwacht dat hij in de nabijheid van een kruising steeds zijn snelheid vermindert tot onder het door de wetgever gekozen maximum. Overig onrechtmatig gedrag niet gebleken. 15-03-2018
- Rechtbank Gelderland Deelgeschil. Tweede door verzoeker aanhangig gemaakte deelgeschilprocedure in letselschadezaak omtrent aanrijding toentertijd 16-jarige verzoeker. In bodemprocedure tussentijds hoger beroep ingesteld door WAM-verzekeraar tegen de eerste deelgeschilbeschikking. Het is niet aan de rechtbank om vooruit te lopen op een beslissing van het hof. Afwijzing verzoek op grond van artikel 1019z Rv. 15-03-2018
- Rechtbank Amsterdam De kantonrechter gaat er veronderstellenderwijs van uit dat KLM-piloot bij preflightcheck is gevallen. Zogenoemd huis-tuin-en-keukenongeval zodat werkgever niet aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW. 16-01-2018
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door tijdens een voetbalwedstrijd met kracht tegen het hoofd te schoppen van iemand die op de grond ligt. Vergoeding eigen risico zorgverzekering niet toewijsbaar, nu facturen op naam moeder van slachtoffer staan. Toewijzing immateriële schadevergoeding tot bedrag van € 1.000 nu slachtoffer inmiddels weer aan het werk is en weer met plezier voetbal speelt. 02-01-2018
Antillen
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Limburg Tussenvonnis in zaak waarin werknemer voormalig werkgever aanspreekt op grond van artikel 7:658 BW wegens nek-, rug- en schouderklachten. Het verzochte leent zich niet voor behandeling in deelgeschil. Partijen zijn het op vrijwel geen enkel punt met elkaar eens en niet is gebleken van enige vorm van onderhandelingen. Zie voor einduitspraak kantonrechter: PS 2018-0484. 2013-03-08
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Aanrijding tussen auto die bijzondere manoeuvre verrichtte (keren) zonder voorrang te verlenen en motorfietser die zonder rijbewijs en te weinig anticiperend reed. Rechtbank stelt causale verdeling vast op 85% aan de zijde van de automobilist en 15% aan de zijde van de motorfietser, maar ziet in de ernst van de over en weer gemaakte verkeersfouten aanleiding voor een billijkheidscorrectie ten gunste van automobilist. Uiteindelijke verdeling: 75% aan de zijde van de automobilist, 25% aan de zijde van de motorfietser. 2018-06-14
- Rechtbank Limburg Verzoek voorlopig deskundigenbericht in zaak waarin werknemer voormalig werkgever aanspreekt op grond van artikel 7:658 BW wegens nek-, rug- en schouderklachten afgewezen wegens strijd met de goede procesorde. Er is al een onderzoek voorhanden omtrent het medisch causaal verband tussen de gezondheidsklachten en de arbeidsomstandigheden waar beide partijen aan gebonden zijn. Zie voor einduitspraak kantonrechter: PS 2018-0484. 2016-12-13