Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Uitgelicht: Op 20 september 2018 organiseren de Erasmus School of Law en de Vrije Universiteit Amsterdam een symposium met als thema De Wet affectieschade.
De Erasmus School of Law en de Vrije Universiteit Amsterdam organiseren op 20 september 2018 (aanvang 14:00 uur) een symposium dat in het teken staat van de Wet affectieschade. Tijdens dit symposium zal Liselotte van Hoppe, raadadviseur bij de directie Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Justitie en Veiligheid, de totstandkoming van de Wet affectieschade bespreken. Professor Siewert Lindenbergh zal aandacht besteden aan de gevolgen van de wet. Professor Arno Akkermans zal verslag doen van een onderzoek naar een passende wijze om de vergoeding van affectieschade aan te bieden. Ook Slachtofferhulp Nederland en het Personenschade Instituut van Verzekeraars zullen aan dit symposium een bijdrage leveren. Aanmelden is hier mogelijk.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Regresvordering verzekeraar voor door haar vergoede (letsel)schade als gevolg van aanrijding waarna bloedalcoholpromillage van 1,668 bij veroorzaker is aangetroffen, toegewezen.
Gentimeerde heeft als bestuurder van een voertuig een ongeval veroorzaakt waarbij ook het voertuig van de heer B betrokken was. B heeft als gevolg hiervan letsel opgelopen. Direct na het ongeval is bij gentimeerde een bloedalcoholpromillage van 1,668 aangetroffen. Bovemij heeft als WAM-verzekeraar van gentimeerde een schadevergoeding van 16.500 betaald aan B. Bovemij stelt voor dit bedrag nu een regresvordering in tegen gentimeerde. Het hof (PS 2018-0704) acht het redelijk een bedrag ter compensatie van economische kwetsbaarheid ( 5.000) toe te kennen aan B, enerzijds vanwege de herstelprognoses en anderzijds vanwege de door B ondervonden grinding scapula-klachten, waarvoor geen andere oorzaak is aan te wijzen dan het ongeval. Verder heeft B naar het oordeel van het hof recht op immaterile schadevergoeding. Het hof weegt bij de begroting hiervan mee dat het hier om een verkeersongeval gaat waarbij een bloedalcoholpromillage van 1,668 bij gentimeerde is aangetroffen. Verder weegt het hof mee de door B gestelde klachten en de ernst en duur van die klachten afgezet tegen het feit dat B als zelfstandig ondernemer werkzaam is als musicus en geluidstechnicus voor wie een goed functionerende arm van groot belang is. Ook weegt het hof mee de bezorgdheid die B als beroepsmusicus heeft ondervonden ter zake het door het ongeval veroorzaakte letsel en mogelijkerwijs met het oog op de toekomst nog steeds ondervindt. Het hof begroot het smartengeld naar billijkheid op een bedrag van 3.500. De andere posten die betrekking hebben op personenschade, waaronder kosten huishoudelijke hulp en kosten medische behandeling voor eigen rekening zijn ook toewijsbaar. Het bedrag waar het hof dan uiteindelijk op uitkomt wijkt nauwelijks af van het tussen de verzekeraar en B overeengekomen bedrag aan schadevergoeding, zodat het hof het bedrag van 16.500 alleszins toewijsbaar acht. Bovemij kan derhalve voor dit laatste bedrag regres nemen op gentimeerde.
Werkgever aansprakelijk voor schade als gevolg van bedrijfsongeval in magazijn met pompwagen en orderpicktruck vanwege het onvoldoende treffen van veiligheidsmaatregelen.
Appellant is als bestuurder van een pompwagen bij een bedrijfsongeval geraakt door de vorken van een orderpicktruck, als gevolg waarvan appellant voetletsel heeft opgelopen. Het ongeval vond plaats op een verzamelplein van een magazijn. Het hof (PS 2018-0707) is van oordeel dat de werkgever van appellant aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW. Hiertoe overweegt het hof als volgt. Omdat de vorken van een orderpicktruck hoger kunnen reiken dan het plateau waarop de medewerker staat die de pompwagen bestuurt, terwijl deze daarbij niet beschermd is, en omdat de vorken door de pallet heen kunnen uitsteken, bestaat het rele (veiligheids)risico dat het lichaam van de bestuurder van de pompwagen in aanraking komt met (de vorken van) de orderpicktruck, met een kans op aanmerkelijk letsel. Gelet op dit risico had de werkgever veiligheidsmaatregelen dienen te treffen. Zo is de Algemene Handleiding Veiligheid Magazijn wel uitgereikt aan appellant, maar is niet gebleken dat de werkgever zich nadrukkelijk ervan heeft vergewist of appellant de instructies in deze handleiding goed heeft kunnen lezen en ook daadwerkelijk heeft begrepen. Ook heeft de werkgever niet op andere wijze ter bewustwording van de werknemers bij herhaling bijzondere aandacht geschonken aan de inhoud en het belang van de geldende verkeersregels. De omstandigheid dat de door gentimeerde in het ordentelijk en overzichtelijk ingerichte magazijn gehanteerde verkeersregels aansluiten bij de in het Verkeersplan BMWT opgenomen aanbevelingen, doet hier niet aan af.
Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Shockschadevordering van vriendin van slachtoffer, die uit eigen beweging naar plaats ongeval is gegaan, niet-ontvankelijk verklaard: niet eenvoudig vast te stellen of dit voldoende is voor directe confrontatie, onevenredige belasting strafproces.
In deze strafzaak is de verdachte veroordeeld voor doodslag. De vriendin van het slachtoffer voegt zich als benadeelde partij in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding, bestaande uit reiskosten, verlies aan arbeidsvermogen, behoefte aan huishoudelijke hulp en smartengeld (shockschade). De gevorderde reiskosten worden toegewezen. De vriendin wordt niet-ontvankelijk verklaard (PS 2018-0717) in haar vordering voor zover deze betrekking heeft op het verlies aan arbeidsvermogen en huishoudelijke hulp, nu deze schade in een te ver verwijderd verband staat tot het strafbare feit. Het was immers niet de vriendin zelf die het directe slachtoffer was van het strafbare feit. Er is daarom geen sprake van rechtstreekse schade als gevolg van het strafbare feit. Ook ten aanzien van het deel van de vordering dat betrekking heeft op shockschade wordt de vriendin niet-ontvankelijk verklaard. Zij was geen getuige van de doodslag, maar is (uit eigen beweging) naar de plaats van het ongeval toegegaan en heeft daar bloed gezien op de deur van de winkel waar het slachtoffer binnen lag. Onder andere kan niet eenvoudig worden vastgesteld of dit voldoende is om te spreken van een directe confrontatie met de ernstige gevolgen van het strafbare feit en een nadere beoordeling van dit deel van de vordering vormt een onevenredige belasting van het strafproces.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
H. Prakken, Kansoordelen door deskundigen: over logisch rapporteren en wat daarbij mis kan gaan, Ars Aequi 2018/09, p. 740-747.
Kansoordelen door deskundigen worden door rechters vaak verkeerd begrepen. Dit artikel bespreekt hoe dat komt (rechters hebben vaak geen kennis of begrip van de Bayesiaanse kansrekening, terwijl deskundigen daar vaak onvoldoende rekening mee houden) en wat eraan is te doen (deskundigen moeten anders rapporteren, rechters moeten anders motiveren).
M.V.R. Snel J.B.M. Vranken, Het begrip heersende leer in het privaatrecht. Een korte verkenning, Ars Aequi 2018/09, p. 748-753.
De redactie heeft ons verzocht de wijze waarop rechtswetenschappers het begrip heersende leer hanteren aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Achtereenvolgens bespreken wij de vraag hoe vaak in literatuur en rechtspraak beroep gedaan wordt op de heersende leer ( 2) en waarom dit gebeurt ( 3), bakenen wij het begrip heersende leer af van andere nauw verwante begrippen ( 4), geven wij een omschrijving en behandelen wij het temporele aspect van heersende leer ( 5), zoeken wij naar handvatten om te bepalen wanneer een heersende leer tot stand komt of, omgekeerd, haar status verliest ( 6), en gaan wij na of en zo ja op welke manier een beroep op c.q. een afwijking van heersende leer moet worden verantwoord ( 7). Antwoorden zijn in Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, niet eerder gezocht. Met deze bijdrage proberen wij de leemte enigszins op te vullen. Het onderwerp past goed bij de ontwikkelingen in de rechtswetenschap in Nederland en elders, waarbij impliciete vanzelfsprekendheden en gewoonten worden ingeruild voor expliciete methodologische overdenking en verantwoording. Gezien onze achtergrond beperken wij ons tot het gebruik van het begrip heersende leer in het privaatrecht, maar spreken tegelijkertijd het vermoeden uit dat wat wij stellen ook buiten het privaatrecht niet (veel) anders zal zijn.
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor (meermalen) diefstal van gelden uit nalatenschap van schoonvader. Benadeelde partijen vorderen immateriële schadevergoedingen, omdat het hen diep heeft geraakt dat een familielid de erfenis van hun eigen vader heeft verduisterd. Het hof is van oordeel dat de gestelde immateriële schade van de benadeelde partijen niet kan worden aangemerkt als een van de genoemde gevallen in artikel 6:106 lid 1 BW. 06-09-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling voor het in vereniging plegen van mensenhandel ten aanzien van een 17-jarig meisje. Toewijzing immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 12.500. Tegen betaling seks moeten hebben met mannen vormt al een enorme inbreuk op de lichamelijke integriteit, maar daarnaast heeft slachtoffer ook nog geslachtsziektes opgelopen, waardoor zij mogelijk onvruchtbaar is. 05-09-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Assurantietussenpersoon wordt aansprakelijk gesteld door appellant die dacht dat er een arbeidsongeschiktheidsverzekering was afgesloten voor een hogere dekking. Appellant stelt dat de assurantietussenpersoon tekortgeschoten is in de nakoming van haar zorgplicht. Assurantietussenpersoon heeft niet voldaan aan verzwaarde motiveringsplicht en wordt toegelaten tot tegenbewijs. 04-09-2018
- Gerechtshof Amsterdam Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank omtrent de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Appellant heeft geen belang als bedoeld in artikel 3:303 BW en het verzoek is in strijd met de openbare orde. 04-09-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. 17-jarige wordt veroordeeld vanwege een overval op een woning die gepaard is gegaan met geweld en bedreigingen. Toewijzing immateriële schadevergoedingen: € 7.500, € 6.000 en € 6.000. Ondanks gebrek aan draagkracht wordt schadevergoedingsmaatregel opgelegd; niet is komen vast te staan dat het openstaan van de betalingsverplichting problemen zal opleveren op het moment dat verdachte Nederland wil verlaten. 04-09-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Direct na verkeersongeval wordt een bloedalcoholpromillage van 1,668 bij geïntimeerde aangetroffen. Regresvordering verzekeraar voor door haar vergoede (letsel)schade als gevolg van aanrijding toegewezen. 04-09-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vorderingen immateriële schadevergoeding jegens Staat en NAM vanwege aardbevingen die zich in woongebied hebben voorgedaan en die het gevolg zijn van gaswinning aldaar. Eiswijziging in incidenteel hoger beroep niet toegestaan. Wijziging van eis dient uiterlijk tegelijk met de memorie van grieven te worden genomen. In dit geval was al van grieven in incidenteel appèl gediend. Geen uitzondering op de ‘in beginsel strakke regel’ aangenomen. 04-09-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Patiënte stelt plastisch chirurg aansprakelijk na hals-/facelift. De behandeling is lege artis uitgevoerd, niet is komen vast te staan of sprake was van informed consent. Indien blijkt dat informed consent ontbreekt, moet het causaal verband tussen het ontbreken van informed consent en de schade nog komen vast te staan. Het hof last een comparitie van partijen. 28-08-2018
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling. Afwijzing in hoger beroep van (in eerste aanleg toegewezen) vordering van de benadeelde partij inzake immateriële schade. Hof ziet geen aanleiding om uitzondering te maken op het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel moet hebben opgelopen voor toewijsbaarheid van een vordering gericht op de vergoeding van het ‘op andere wijze in zijn persoon zijn aangetast’ (artikel 6:106 lid 1 sub b BW). 30-10-2017
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor veroorzaken van verkeersongeval waarbij een 18-jarige passagier om het leven is gekomen. Toewijzing immateriële schadevergoeding (€ 500) aan benadeelde partij, één van de inzittenden van de auto. Aantasting van de persoon. 06-09-2018
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Benadeelde partij (vriendin van slachtoffer) niet-ontvankelijk in vordering voor wat betreft de schadeposten ‘verlies aan arbeidsvermogen’ en ‘huishoudelijke hulp’. Te ver verwijderd verband tot het strafbare feit, nu benadeelde partij zelf niet het slachtoffer hiervan was. Tevens niet-ontvankelijk in shockschadevordering: benadeelde partij was geen getuige van de doodslag, maar is uit eigen beweging naar de plaats van het ongeval toegegaan en heeft daar bloed gezien. 05-09-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot verkrachting van een 77-jarige vrouw. Slachtoffer heeft letsel opgelopen in de vorm van kneuzingen, blauwe plekken, schaafwonden en tand door de lip. Zeer vergaande inbreuk op lichamelijke integriteit slachtoffer. Immateriële schadevergoeding toegewezen tot bedrag van € 4.000. 04-09-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor seksuele uitbuiting van een minderjarig meisje en ontucht met ditzelfde meisje. Vordering benadeelde partij is niet onderbouwd met stukken, maar rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat deze delicten negatieve psychische gevolgen bij slachtoffers van deze jonge leeftijd veroorzaken. Toewijzing immateriële schadevergoeding van € 2.500. 04-09-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor tweemaal poging tot doodslag door in supermarkt op twee willekeurige slachtoffers in te steken. Toewijzing immateriële schadevergoedingen aan slachtoffers: respectievelijk € 15.000 en € 5.000. Tevens toewijzing vergoedingen materiële schade, waaronder studievertraging, medische kosten en verlies van zelfredzaamheid. Schade die inlener van een van de slachtoffers lijdt doordat slachtoffer ten gevolge van de poging tot doodslag geen inleeninkomsten meer opbracht, valt niet onder het begrip ‘ rechtstreekse schade’ als bedoeld in artikel 361 lid 2 sub b Sv. 04-09-2018
- Rechtbank Amsterdam Schadeafhandeling als gevolg van explosie in coffeeshop waarbij drie mensen ernstig gewond zijn geraakt. Verzekeraar beroept zich op verjaring van een regresvordering ingesteld door een andere verzekeraar op grond van samenloop. De rechtbank acht de verjaring van de vordering tijdig gestuit en legt uit waarom haar oordeel aansluit bij de bedoeling van de wetgever in het licht van artikel 6:11 lid 3 BW. 08-08-2018
- Rechtbank Limburg Verkeersongeval met fietser. Naar aanleiding van een tussenvonnis heeft een plaatsopneming en een bezichtiging ter plaatse plaatsgevonden. De rechtbank wijst de vordering van eiser af, omdat deze zelf gevaarscheppend heeft gehandeld in strijd met artikel 19 RVV. 25-07-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor meerdere woninginbraken. Benadeelde partij niet-ontvankelijk in vordering immateriële schadevergoeding. Onevenredige belasting van het strafgeding; niet duidelijk is geworden of en zo ja, in hoeverre, de gevorderde immateriële schade is veroorzaakt door de aan verdachte ten laste gelegde woninginbraak dan wel door een eerdere inbraak in de woning van de benadeelde partij. 02-07-2018