Naar boven ↑

Update

Nummer 36, 2018
Uitspraken van 02-10-2018 tot 08-10-2018
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Zesjarig meisje loopt ernstig traumatisch letsel op door trap van een paard dat zij wilde voeren. Moeder had toezicht moeten houden op de veiligheid van haar dochter en is aansprakelijk voor de schade.
Zesjarige dochter wil samen met vijfjarig jongetje een appel voeren aan paarden in een weiland nabij het huis waar de ouders van de kinderen zich bevinden. De ouders geven toestemming voor deze activiteit en waarschuwen tweemaal dat de kinderen niet bij de paarden in het weiland moeten klimmen. De zesjarige dochter doet dit toch en wordt door een van de paarden hard tegen het hoofd geschopt. Door de trap heeft zij ernstig traumatisch schedel- en hersenletsel opgelopen. Ze heeft last van verlammingsverschijnselen, oogklachten, cognitieve klachten, kan niet meer spreken en niet meer normaal eten. De moeder van het meisje stelt in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger de eigenaar van het paard en zichzelf in priv aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade. In deze deelgeschilprocedure kan de aansprakelijkheid van de eigenaar van het paard niet vastgesteld worden. De rechtbank (PS 2018-0788) overweegt als volgt. Een ouder heeft enerzijds de zorg en de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het kind en heeft uit dien hoofde de plicht om het kind te behoeden voor gevaar. Anderzijds dient de ouder de ontwikkeling van het kind te bevorderen en het op te voeden. Het past daarbij dat de ouder het kind een bepaalde vrijheid gunt en het is onvermijdelijk dat een kind welbewust aan risicos wordt blootgesteld. Het is in de eerste plaats aan de ouder om te bepalen welke risicos niet meer aanvaardbaar zijn. De rechtbank toetst aan de zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 lid 2 BW en stelt dat sprake is van een verhoogde drempel voor aansprakelijkheid. De rechtbank acht het gevaar en de voorzienbare gevolgen van het ongeval zo ernstig en de veiligheidsmaatregel van de moeder tegen dit gevaar zodanig inadequaat dat het nalaten van moeder zo onzorgvuldig wordt geacht dat zij daarmee in redelijkheid niet had kunnen volstaan. Het was goed te voorzien dat een enkele waarschuwing een zesjarige er niet van zou weerhouden om het gevaar te vermijden. De moeder had toezicht moeten houden op haar dochter. De moeder is aansprakelijk voor de schade van haar dochter.

Ambtenaar vordert 832.557 schadevergoeding van een bureau dat een integriteitsonderzoek heeft verricht binnen een gemeente wegens aantasting van zijn eer en goede naam.
Eiser was bij een gemeente werkzaam als clustermanager Dienstverlening. Onderzoeks- en adviesbureau BING heeft onderzoek gedaan binnen een gemeente naar mogelijke tekortkomingen in het professioneel handelen van de toenmalige burgemeester, de integriteit van de ambtelijke organisatie en de effectiviteit van de klokkenluidersregeling. In het daaruit volgende rapport, dat veel media-aandacht heeft gekregen, staan negatieve uitlatingen over het functioneren van eiser. Eiser vordert schadevergoeding van BING omdat hij in zijn eer en goede naam is geschaad en vordert dat BING een rectificatiebericht uitbrengt. De rechtbank (PS 2018-0796) oordeelt dat tussen BING en de gemeente een overeenkomst van opdracht bestaat en dat BING daarbij de zorg van een goed opdrachtnemer in acht dient te nemen. Voor de beantwoording van de vraag of BING met haar uitlatingen in het rapport onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld geldt een andere norm. Er is een spanningsveld tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht om niet te worden blootgesteld aan uitlatingen die inbreuk maken op de eer en goede naam. Eiser is direct betrokken bij het integriteitsonderzoek, omdat het onderzoek betrekking had op de ambtelijke organisatie waar eiser onderdeel van uitmaakte. Dit heeft tot gevolg dat BING tegenover eiser eveneens een bepaalde, bij een dergelijk onderzoek passende, mate van zorgvuldigheid in acht diende te nemen. Er ontbreekt echter een causaal verband tussen de kritische uitlatingen in het rapport van BING en de schade van eiser veroorzaakt door zijn vertrek bij de gemeente en het niet kunnen vinden van een andere baan. De vorderingen van eiser worden afgewezen en in het midden blijft de vraag of BING onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser.

Huurders vorderen smartengeld van verhuurder voor de gezondheidsschade die zij hebben opgelopen door vocht- en schimmelproblematiek in de huurwoning.
Appellanten huurden een woning van Vivare. In de woning hadden appellanten last van vocht- en schimmelproblemen. Een expert heeft bevestigd dat deze problemen aanwezig waren. Appellanten zijn verhuisd naar een andere woning van Vivare. Appellanten hebben in eerste aanleg gevorderd Vivare te veroordelen om aan hen een bedrag van 35.999,16 te betalen. Dit bedrag bestaat onder meer uit te veel betaalde huur, verhuiskosten van 7.418,76 en immaterile schade van 1.000. De kantonrechter heeft enkel de verhuiskosten toegewezen. Het hof (PS 2018-0771) overweegt over de immaterile schadevergoeding het volgende. De reden dat deze schadepost is opgevoerd door appellanten, is dat het hele gezin gezondheidsklachten heeft gekregen door de schimmelproblemen. Dit letsel is aan Vivare te wijten. Appellanten zijn echter als wettelijk vertegenwoordigers van hun dochters niet-ontvankelijk, omdat een machtiging ontbreekt. Het smartengeld voor de dochters wordt daarom afgewezen. Voor zover appellanten smartengeld vorderen wegens door henzelf opgelopen letsel, hebben zij hun vordering onvoldoende uitgewerkt. Het hof wijst de vergoeding voor de verhuiskosten wel volledig toe.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm, Merel van den Heuvel Janou Kempkes
PS Updates


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

C. Zegveld, Proefschrift; drie stellingen. Netwerkaansprakelijkheid voor gebrekkige samenhangende zorg, Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie 2018, afl. 7208, p. 715-718.
Het proefschrift gaat over de aansluiting van het civiele aansprakelijkheidsrecht op situaties waarin gebrekkige samenhangende zorg wordt verleend door meerdere zorgaanbieders in een netwerk. Hierbij vormt het perspectief van de patint het uitgangspunt. Het feit dat de zorg is verleend door meerdere zorgaanbieders gezamenlijk, mag geen belemmering zijn voor schadevergoeding. In het onderzoek wordt een netwerkaansprakelijkheid gentroduceerd voor situaties waarin gebrekkige samenhangende zorg is verleend door een netwerk.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank