Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Strafrecht. Toekenning 250.000 immaterile schadevergoeding (smartengeld) aan slachtoffer van schietpartij.
Op een stapavond is het slachtoffer in deze zaak, compleet willekeurig, aangesproken door een groep dronken jongens, waaronder verdachte. Toen het slachtoffer voor zichzelf opkwam, heeft verdachte vijf keer met een revolver in zijn richting geschoten. Het slachtoffer is door drie kogels getroffen in zijn rug, linkeronderbeen en schaamstreek. Het slachtoffer heeft hieraan blijvend letsel overgehouden, te weten een hoge dwarslaesie. Daarnaast kampt hij met psychische gevolgen, namelijk een groot gevoel van onveiligheid en constante angst. Het slachtoffer heeft zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd en vordert (naast een materile schadevergoeding van 598.536,27) 285.000 ter vergoeding van immaterile schade. Dit bedrag bestaat voor 250.000 uit smartengeld en voor 35.000 uit affectieschade. De rechtbank (PS 2018-0878) oordeelt dat de affectieschade niet kan worden toegewezen; niet op grond van de Richtlijn 2012/29/EU en ook niet op grond van de nieuwe wet. De rechtbank ziet geen aanleiding om het door de benadeelde partij gevorderde smartengeld te matigen zoals door de verdediging bepleit. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de benadeelde partij deze post voldoende concreet onderbouwd en doet het door de raadsman aangedragen voorbeeld uit de jurisprudentie hier niet aan af. Het gevorderde bedrag aan smartengeld wijst de rechtbank dan ook volledig toe.
Deelgeschil. Verkeersongeval tussen snorfietser en voetganger. Causaliteitsverdeling van 50%-50%; geen billijkheidscorrectie.
Verzoekster is als voetganger bij het oversteken van een fietspad aangereden door een snorfietser, X. Als gevolg hiervan heeft verzoekster knieletsel opgelopen. De WAM-verzekeraar van X, Unigarant, erkent aansprakelijkheid op grond van artikel 185 WVW voor het ongeval, maar zij acht zich slechts voor 50% aansprakelijk. In dit deelgeschil (PS 2018-0877) verzoekt verzoekster om een verklaring voor recht dat Unigarant volledig aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. De rechtbank overweegt dat de eigenaar van het motorrijtuig (in dit geval X) in ieder geval voor 50% aansprakelijk is. Ten aanzien van de andere helft is in beginsel beslissend in hoeverre de foutieve gedragingen van de eigenaar/bestuurder en de voetganger tot de schade hebben bijgedragen. De rechtbank overweegt vervolgens dat verzoekster artikel 5 WVW heeft overtreden door zonder te kijken het fietspad over te steken op een plaats waar geen zebrapad is. De rechtbank is verder van oordeel dat X geen verkeersregel heeft overtreden. Er zijn dan ook geen gedragingen van X geweest die in verhouding tot die van verzoekster voor meer dan 50% tot de schade hebben bijgedragen. De rechtbank ziet voorts geen aanleiding om de causaliteitsverdeling van 50%-50% op grond van de billijkheid in het nadeel van Unigarant te corrigeren. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat het letsel van verzoekster in de ANWB Smartengeldgids is ingeschaald als licht dan wel matig letsel. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank ook geen andere omstandigheden die moeten leiden tot een billijkheidscorrectie.
Strafrecht. Zoon van gedode vrouw niet-ontvankelijk in vordering tot vergoeding van kosten van psychologische behandeling die hij volgt in verband met klachten als gevolg van het op gewelddadige wijze overlijden van zijn moeder.
Verdachte in deze zaak heeft een 82-jarige vrouw in haar woning met een mes om het leven gebracht, om de diefstal van haar spullen voor zichzelf te vergemakkelijken. De zoon van het slachtoffer voegt zich als benadeelde partij in het strafproces en vordert een schadevergoeding van 2.475. Het betreft de kosten van een psychologische behandeling die de benadeelde partij volgt in verband met klachten als gevolg van het op gewelddadige wijze overlijden van zijn moeder. De rechtbank (PS 2018-0859) overweegt dat de vordering van de zoon niet kan worden toegekend op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b BW, nu daarvoor is vereist dat er bij de benadeelde sprake is van een in de psychiatrie en/of psychologie erkend ziektebeeld. De onderbouwing die de benadeelde partij heeft overgelegd geeft daarover onvoldoende uitsluitsel. De rechtbank oordeelt voorts dat de vordering en de daarvoor gegeven onderbouwing ook niet voldoen aan de criteria voor shockschade. De rechtbank overweegt nog of affectieschade als basis kan dienen voor toekenning van de kosten van de psychologische behandeling van de benadeelde partij. De gebeurtenis die de schade die de benadeelde partij vordert in het leven heeft geroepen dateert echter van vr de inwerkingtreding van deze wetgeving, die zal plaatsvinden op 1 januari 2019. De rechtbank verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk.
Getuigenbenoeming in zaak over vaststelling hoogte van de schadevergoeding in geval van shockschade van een toen 7-jarig kind dat zijn moeder vermoord in haar slaapkamer heeft aangetroffen.
Een toen 7-jarig kind heeft zijn moeder dood aangetroffen in haar slaapkamer, gewurgd en met uiterlijke verwondingen liggend in een plas bloed. Het kind heeft zelf 112 gebeld en hij is nog enige tijd alleen met zijn overleden moeder in de woning geweest totdat de politie arriveerde. Hij lijdt nu aan PTSS. De rechtbank heeft aan het kind een immaterile schadevergoeding toegewezen ter hoogte van 40.000. Appellant (verdachte) heeft hoger beroep ingesteld. Het hof (PS 2018-0847) overweegt als volgt. Appellant heeft meerdere bezwaren/kanttekeningen aangevoerd betreffende het geestelijk welzijn van het kind nu en in de toekomst. Gelet hierop en op het toetsingskader van de Hoge Raad en het feit dat er inmiddels vijf jaren zijn verstreken sinds de schokkende gebeurtenis, acht het hof het noodzakelijk dat in deze zaak zowel een kinderpsychiater wordt benoemd, die dan gebruik kan/zal maken van een ontwikkelingspsycholoog ter ondersteuning van zijn psychiatrisch onderzoek en een psychiater die ervaren is in het opstellen van rapportages in gerechtelijke procedures. Het hof neemt de vraagstelling van partijen, die is gebaseerd op de IWMD-vraagstelling, over en houdt iedere verdere beslissing aan.
Deelgeschil. Zonder deskundigenonderzoek kan de rechtbank geen oordeel geven over de vraag of huisartsen zijn tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst dan wel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld omdat zij geen ernst zagen in de klachten van verzoekster, terwijl later bleek dat zij borstkanker had.
Verzoekster heeft sinds 1998 last van knobbeltjes onder haar oksel en pijn in haar borst. Zij heeft hiervoor verschillende huisartsen geraadpleegd. In 2014 is bij verzoekster borstkanker vastgesteld, waarvoor zij is behandeld. In dit deelgeschil verzoekt verzoekster om een verklaring voor recht dat de drie door haar geconsulteerde huisartsen toerekenbaar tekort zijn geschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst, dan wel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld, door bij verzoekster met de specifieke beschreven klachten niet de mamma te onderzoeken, terwijl verzoekster zeer frequent haar huisarts consulteerde en naar later bleek terecht haar zorgen uitte over de situatie, waardoor een doctors delay is ontstaan van minstens een jaar. De rechtbank (PS 2018-0851) overweegt dat de maatstaf aan de hand waarvan deze vordering moet worden beoordeeld, is of de huisartsen de zorg hebben betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot onder gelijke omstandigheden mag worden verwacht. Verzoekster heeft haar stellingen echter onvoldoende onderbouwd om een beoordeling te kunnen vormen aan de hand van deze maatstaf. Er is bijvoorbeeld geen deskundigenbericht overgelegd waaruit de conclusie kan worden getrokken dat het handelen of nalaten van verweerders heeft geleid tot een doctors delay. De inbreng van het protocol standaard borstkanker door verzoekster is niet toereikend, nu dit protocol, zoals de huisartsen ook aangeven, nog niet geldend was gedurende de relevante periode. De rechtbank laat begroting van de proceskosten achterwege, nu het deelgeschil naar het oordeel van de rechtbank volstrekt onnodig en onterecht is ingesteld. Gezien de stand van de deelgeschiljurisprudentie was immers voorzienbaar dat een nader deskundigenonderzoek aangewezen zou zijn.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
A. Kolder, Kwalitatieve aansprakelijkheid op grond van art. 6:179 en 181 BW. De positie van de bewaarder van een schadeveroorzakend dier, Verkeersrecht ANWB 2018/139, afl. 10.
De schrijver geeft gehoor aan het verzoek van de redactie een bijdrage te verzorgen over het door hem op 31 mei jl. verdedigde proefschrift over de in art. 6:181 BW geregelde aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruiker. Art. 6:181 BW betreft een op 1 januari 1992 ingevoerde buitencontractuele aansprakelijkheid voor roerende zaken (art. 6:173 BW), opstallen (art. 6:174 BW) en dieren (art. 6:179 BW), waaraan per 1 februari 1995 nog een regeling van aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen (art. 6:175 BW) is toegevoegd. Wanneer de voornoemde bronnen van verhoogd gevaar schade toebrengen aan personen of zaken, dient volgens de wetgever voor benadeelden steeds vlot duidelijk te zijn op wie zij hun aanspraak tot schadevergoeding kunnen richten. Tegelijkertijd moet het volgens de wetgever voor (potentieel) aansprakelijken overzichtelijk zijn welke aansprakelijkheidsrisicos zij lopen, zodat zij deze kunnen (in)calculeren en desgewenst verzekeren. Met het stelsel van de art. 6:173, 174, 175, 179 en 181 BW blijkt dit doel echter niet te zijn bereikt: vaak is nog altijd niet duidelijk wie het betreffende aansprakelijkheidsrisico loopt en bij wie benadeelden voor schadevergoeding terecht kunnen. Hierin heeft art. 6:181 BW een voornaam aandeel. De vuistregel van deze bepaling houdt in dat wanneer de in art. 6:173, 174 en 179 BW bedoelde zaken en dieren worden gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, de aansprakelijkheid rust op degene die dit bedrijf uitoefent. Is art. 6:181 BW toepasselijk, dan rust de aansprakelijkheid van de art. 6:173, 174 en 179 BW niet (meer) op de bezitter. De Hoge Raad spreekt in dit verband van een verlegging van aansprakelijkheid van de bezitter naar de bedrijfsmatige gebruiker.
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ontbinding arbeidsovereenkomst. Billijke vergoeding toegekend. Verzoeker bepleit in de toe te kennen billijke vergoeding ook een component ‘immateriële schadevergoeding’ op te nemen. Hof: feiten geven geen aanleiding voor het oordeel dat handelen en/of nalaten van werkgever erop gericht is geweest leed toe te voegen aan verzoeker en eventueel desondanks door verzoeker ervaren leed kan als door beide partijen gelijkelijk veroorzaakt worden beschouwd. 19-10-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Assurantietussenpersoon heeft geadviseerd bij het afsluiten en voortzetten van een ziekteverzuimverzekering die, zo stelt appellante, ongeschikt is voor appellante. Zorgplicht assurantietussenpersoon. Deskundigenbericht gelast waaruit zal moeten blijken of de keuze voor het voortzetten van de stop-lossverzekering per definitie onjuist is. 16-10-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Voor toewijzing van een bijzondere huurwoning, met ruimtes die gemeenschappelijk gebruikt werden door een groep oudere huurders (woongroep), heeft verhuurder bijzondere eisen gesteld aan het gedrag van de woningzoekende, waarmee inbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de woningzoekende. Toch handelde verhuurder in dit geval niet onrechtmatig, omdat zij ook rekening moest houden met de belangen van de andere leden van de woongroep, welke belangen geschaad zouden kunnen worden door de toetreding van de woningzoekende tot de woongroep, omdat hij meermalen onherroepelijk wegens pedoseksuele handelingen was veroordeeld. 16-10-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Gasexplosie aan boord van plezierjacht waardoor naastliggend jacht totaal verloren gaat. Geen risicoaansprakelijkheid op grond van artikel 6:173 BW omdat daarin (lid 3) uitzondering gemaakt wordt voor schepen. Ook geen aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad wegens ‘mankementen’ in de gasinstallatie en/of ‘onvoldoende voorzorgs- of veiligheidsmaatregelen’. Deskundige rapporteert dat oorzaak van de explosie niet meer kan worden vastgesteld. Voorts geen specifiek bewijsaanbod met betrekking tot mankementen en/of het nalaten van voorzorgs- of veiligheidsmaatregelen. 16-10-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Voor toewijzing van een flatwoning heeft verhuurder bijzondere eisen gesteld aan het gedrag van de woningzoekende, waarmee inbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de woningzoekende. Toch handelde verhuurder niet onrechtmatig, nu zij bij de bepaling of deze woning passend was ook rekening moest houden met de belangen van de omwonenden en omdat de buurt waarin de woning ligt in het verleden leefbaarheidsproblemen kende. De toewijzing van deze woning aan de woningzoekende zou tot onrust leiden, omdat hij meermalen onherroepelijk wegens pedoseksuele handelingen was veroordeeld. 16-10-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In geschil met telecomprovider die aan vader van appellante een telefoonlijnverbinding met personenalarmering had verschaft die niet goed werkte, vordert appellante nu immateriële schadevergoeding. Rechtbank acht deze niet toewijsbaar. Ten eerste treedt appellante in deze procedure op in de hoedanigheid van rechtsopvolger van haar vader. Bovendien levert de in dit kader aan geïntimeerde verweten gedraging, te weten de mededeling van geïntimeerde dat de vader van appellante zelf de aanvragen zou hebben ingediend, geen aantasting van de eer of goede naam of anderszins in de persoon van de vader van appellante op in de zin van artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b respectievelijk c BW. 16-10-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding in geval van shockschade van een toen 7-jarig kind dat zijn moeder medio 2013 vermoord in haar slaapkamer thuis heeft aangetroffen. Rechtbank heeft € 40.000 toegewezen. In hoger beroep zijn enkele tussenarresten gewezen en thans wordt overgegaan tot deskundigenbenoeming: ervaren psychiater en gespecialiseerde kinderpsychiater met kinderpsycholoog. Vraagstelling gebaseerd op IWMD-vraagstelling. Kosten (voorschot) deskundigen moeten worden gedragen door appellant, in uitzondering op de hoofdregel van artikel 195 Rv. 18-09-2018
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor diverse vormen van mensenhandel van zes uit Thailand afkomstige vrouwen. Toewijzing € 5.000 immateriële schadevergoeding aan een van de slachtoffers. 29-03-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Tussenarrest in hoger beroep. Zaak gaat om een kind van toen 7 jaar oud dat zijn moeder medio 2013 vermoord in haar slaapkamer thuis heeft aangetroffen. Vaststelling van de hoogte van de shockschade; rechtbank had € 40.000 toegewezen. Appellant wordt in gelegenheid gesteld op door vader nieuw overgelegde producties te reageren. Hof neemt nog geen beslissing om een deskundige te benoemen. Voor vervolguitspraak, zie PS 2018-0847. 13-02-2018
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een piloot bij wie tijdens diensttijd een hoger dan het wettelijk toegestane alcoholpromillage is geconstateerd. Afwijzing tegenverzoek en -vordering van piloot, waaronder immateriële schadevergoeding (piloot had € 20.000 gevorderd). Ernstig verwijtbaar handelen/nalaten van de piloot. 19-10-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door vijfmaal met een revolver in de richting van slachtoffer te schieten, waarbij slachtoffer door drie kogels is getroffen in de rug, het linkeronderbeen en de schaamstreek. Slachtoffer heeft hieraan blijvend letsel, te weten een hoge dwarslaesie, overgehouden. Rechtbank ziet geen aanleiding om het door de benadeelde partij gevorderde smartengeld te matigen en wijst immateriële schadevergoeding toe van € 250.000. Gevorderde affectieschade (€ 35.000) kan niet worden toegewezen; niet op grond van Richtlijn 2012/29/EU en ook niet op grond van nieuwe wet, nu deze pas op 1 januari 2019 in werking zal treden. 19-10-2018
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Verkeersongeval tussen snorfietser en voetganger die plotseling het fietspad overstak. Voetganger heeft artikel 5 WVW overtreden en snorfietser heeft geen verkeersregels overtreden. Daarom causaliteitsverdeling van 50%-50%. Rechtbank ziet geen aanleiding tot billijkheidscorrectie. 18-10-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling voor poging tot zware mishandeling door met een vuurwapen te schieten op het slachtoffer, waarbij het slachtoffer in zijn onderbeen is geraakt. Toewijzing immateriële schadevergoeding ter hoogte van € 2.500 aan slachtoffer. Fysiek letsel valt onder letselcategorie 0 van de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven: te gering om in aanmerking te komen voor een schadevergoeding voor immateriële schade. De psychische schade (gevoelens van angst en onveiligheid, angstklachten, herbeleving en afgenomen vertrouwen in de mens) komt wel voor vergoeding in aanmerking. 17-10-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling voor doodslag door 82 jaar oude vrouw met een mes in de hals te steken teneinde diefstal van haar spullen te vergemakkelijken. Zoon van slachtoffer voegt zich als benadeelde partij met vordering tot vergoeding kosten psychologische behandeling die hij volgt in verband met klachten als gevolg van het op gewelddadige wijze overlijden van zijn moeder. Vordering niet toegewezen op grond van artikel 6:106 lid 1 onder b BW (aantasting van de persoon op andere wijze), noch op grond van shockschade (vanwege onvoldoende onderbouwing door benadeelde partij), noch op grond van affectieschade (omdat misdrijf plaatsvond voor datum inwerkingtreding van deze regeling). Niet-ontvankelijkheid. 16-10-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Verdachte is veroordeeld voor het meerdere malen mishandelen van zijn drie maanden oude dochter. Toewijzing € 2.000 immateriële schadevergoeding aan benadeelde partij (moeder namens haar minderjarige dochter). Rechtbank overweegt dat slachtoffer pijn moet hebben ondervonden door de handelingen van verdachte en dat niet ondenkbeeldig is dat sprake is van psychisch leed. Op dit moment valt echter nog niet te overzien hoe ernstig de medische en/of psychische gevolgen voor het slachtoffer zijn. 15-10-2018
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor brandstichting in eigen woning, waardoor de levens van de twee bovenburen in gevaar zijn gebracht. Bovenburen waren op het moment van de brand thuis. Toekenning immateriële schadevergoeding ad € 2.000 aan bovenbuurman, ter vergoeding van de psychische gevolgen van de brandstichting voor de bovenbuurman en zijn echtgenote. 12-10-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor gezamenlijke brandstichting en het veroorzaken van een ontploffing als oudejaarsstunt. Brandende auto is (uit zichzelf) naar huis van slachtoffers gereden, waardoor oprit slachtoffers in brand is gevlogen. Toekenning immateriële schadevergoeding aan slachtoffers: € 550 p.p. Ernstige normschending; gezondheid en veiligheid van slachtoffers zijn ernstig in gevaar gekomen en de impact hiervan op slachtoffers is groot geweest. 11-10-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor openlijke geweldpleging in vereniging, door slachtoffer te slaan en te schoppen tegen zijn lichaam en/of hoofd, met een dubbele kaakbreuk en ander hoofdletsel bij slachtoffer tot gevolg. Toewijzing € 8.000 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. Het staat de benadeelde partij vrij om ter onderbouwing van de vordering aan te sluiten bij uitspraken uit de ANWB Smartengeldgids, evenals bij de schaal van Julin ten aanzien van de geleden cosmetische schade. Het is uiteindelijk aan de rechtbank om een bedrag vast te stellen. 27-09-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor openlijke geweldpleging in vereniging, door slachtoffer te slaan en te schoppen tegen zijn lichaam en/of hoofd, met een dubbele kaakbreuk en ander hoofdletsel bij slachtoffer tot gevolg. Toewijzing € 8.000 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. Het staat de benadeelde partij vrij om ter onderbouwing van de vordering aan te sluiten bij uitspraken uit de ANWB Smartengeldgids, evenals bij de schaal van Julin ten aanzien van de geleden cosmetische schade. Het is uiteindelijk aan de rechtbank om een bedrag vast te stellen. 27-09-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor openlijke geweldpleging in vereniging, door slachtoffer te slaan en te schoppen tegen zijn lichaam en/of hoofd, met een dubbele kaakbreuk en ander hoofdletsel bij slachtoffer tot gevolg. Toewijzing € 8.000 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. Het staat de benadeelde partij vrij om ter onderbouwing van de vordering aan te sluiten bij uitspraken uit de ANWB Smartengeldgids, evenals bij de schaal van Julin ten aanzien van de geleden cosmetische schade. Het is uiteindelijk aan de rechtbank om een bedrag vast te stellen. 27-09-2018
- Rechtbank Den Haag Vordering tot opheffing vervangende hechtenis in kort geding afgewezen. Vonnis van de strafrechter is onherroepelijk geworden. CJIB heeft ruime beleidsvrijheid bij de tenuitvoerlegging van dit vonnis. De stelling van eiser dat hij in betalingsonmacht verkeert, leidt niet tot het oordeel dat de tenuitvoerlegging onrechtmatig is. Dat eiser nadelige gevolgen ondervindt van zijn detentie, is daaraan inherent, en die nadelige gevolgen komen voor zijn eigen rekening en risico. Geen immateriële schadevergoeding gevorderd. 21-09-2018
- Rechtbank Amsterdam Kinderrechter benoemt bijzondere curator voor vordering benadeelde partij van minderjarig slachtoffer in verband met strafproces waarin ouders van de minderjarige verdachten zijn. Belangen van moeder en stiefvader zijn mogelijk tegenstrijdig met die van het kind. 09-07-2018
- Rechtbank Amsterdam Heimelijke opnamen van eiser gemaakt ten behoeve van televisieprogramma Undercover in Nederland. Eiser is duidelijk herkenbaar in beeld gebracht tijdens de uitzending. Geen onrechtmatige daad van televisieprogramma. Gezien de ernst van de door haar aangeduide misstand (imams die polygame huwelijken ondersteunen) mocht SBS deze op deze manier aan de kaak stellen. Als imam en voorzitter van moskee moet eiser als publiek figuur worden aangemerkt. SBS is binnen de toelaatbare grenzen gebleven door de inbreuk op eisers privacy te beperken tot datgene wat met zijn positie in de moskee verband houdt. 06-06-2018
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Aansprakelijkheid voor schade als gevolg van verkeersongeval en 25% eigen schuld staan vast. Deskundigenberichten moeten als uitgangspunt worden genomen bij beoordeling verdienvermogen vóór ongeval en in theoretische situatie zónder ongeval. Kostenvermindering met mate eigen schuld. 31-05-2018
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Verklaring voor recht dat huisartsen zijn tekortgeschoten in de nakoming van de behandelovereenkomst dan wel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld omdat zij geen ernst zagen in de klachten van verzoekster, terwijl later bleek dat zij (zoals zij al vermoedde) borstkanker had, afgewezen. Zonder deskundigenonderzoek kan de rechtbank geen oordeel geven. Geen begroting proceskosten nu het verzoek onterecht is ingesteld. 06-04-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Shulmin e.a. v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM. Verzoekers zijn tijdens zittingen in strafrechtelijke procedures opgesloten in metalen kooien. 2018-07-17
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Khodyukevich v. Rusland. Schending van het procedurele aspect van artikel 2 en 3 EVRM. Onderzoek naar overlijden van de zoon van verzoekster is verricht door een persoon die deel uitmaakt van hetzelfde politiebureau als de agenten die de zoon van verzoekster volgens haar hebben mishandeld. Onafhankelijkheid niet gewaarborgd. 2018-08-28
- Hof van Justitie van de Europese Unie Fundo de Garantia Automóvel v. Juliana. Verplichte verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, geldt ook wanneer het voertuig in kwestie nog steeds in een lidstaat is ingeschreven en geschikt is voor de weg, maar de eigenaar, die niet voornemens is er nog mee te rijden, heeft beslist het op een privéterrein te stallen. 2018-09-04
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Alikhanovy v. Rusland. Schending van artikel 2 en 3 EVRM. Familielid ontvoerd en vermoord door politie. Nagelaten zorgvuldig onderzoek in te stellen naar ontvoering en moord. Verzoekers hebben geestelijk letsel opgelopen als gevolg van ontvoering en moord. 2018-08-28
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Mazepa e.a. v. Rusland. Schending van artikel 2 EVRM. Nagelaten zorgvuldig onderzoek te verrichten ten aanzien van de vraag wie de moord heeft gepleegd. Slechts één mogelijkheid onderzocht. 2018-07-17
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Semache v. Frankrijk. Schending van artikel 2 EVRM. Onvoldoende zorgvuldig omgegaan met gezondheidssituatie van gedetineerde en nagelaten om al het mogelijke te doen om te voorkomen dat gedetineerde zou overlijden. 2018-06-21
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Mangîr e.a. v. Moldavië en Rusland. Schending van artikel 3 EVRM. Mishandeling tijdens detentie en leefomstandigheden tijdens detentie. 2018-07-17
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Abdulkadyrov en Dakhtayev v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM. Mishandeling door politie tijdens detentie en onvoldoende zorgvuldig onderzoek naar die mishandeling. 2018-07-10
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Sergey Ryabov v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM. Verzoeker is door politie mishandeld, zodat hij moord zou bekennen. Onvoldoende zorgvuldig onderzoek gedaan naar aanleiding van zijn beschuldigingen. 2018-07-17
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Toubache v. Frankrijk. Schending van artikel 2 EVRM: gebruik van vuurwapen door handhavingsinstantie niet noodzakelijk. 2018-06-07
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Lazaridou v. Griekenland. Geen schending van artikel 3 EVRM. Onvoldoende bewijs om te concluderen dat verzoekster letsel heeft opgelopen door mishandeling door politie. 2018-06-28
- Hof van Justitie van de Europese Unie Smith v. Meade. Wanneer de rechter in een geschil tussen particulieren de bepalingen van nationaal recht die in strijd zijn met een bepaling van een richtlijn die voldoet aan alle voorwaarden voor rechtstreekse werking, niet richtlijnconform kan uitleggen, is die rechter niet verplicht die bepalingen en een contractueel beding dat overeenkomstig laatstgenoemde bepalingen is opgenomen in een verzekeringsovereenkomst (zoals een uitsluiting in een motorrijtuigenverzekeringspolis) buiten toepassing te laten. 2018-08-07