Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Mastercourse Aansprakelijkheid en Verzekering, Erasmus School of Law Met jaren ervaring kennis aanscherpen?
Wilt u uw kennis met betrekking tot het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht verbreden? Wij willen onze kennis op dat gebied met u delen. De Mastercourse Aansprakelijkheid en Verzekering is een verdiepende opleiding voor professionals in de schade- en verzekeringsbranche die hun kennis op het gebied van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht willen verbreden en verdiepen. De Mastercourse bestaat uit zes bijeenkomsten waarbinnen hoorcolleges en actieve werkvormen worden afgewisseld. De volgende onderwerpen zullen aan bod komen: verdieping aansprakelijkheidsrecht; verdieping verzekeringsrecht; causaliteit; schade; verzekering, schade en omgang; actualiteiten aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Tijdens deze bijeenkomsten zal door middel van actuele voorbeelden de belangrijkste jurisprudentie worden toegelicht, waarbij steeds een koppeling zal worden gemaakt tussen theorie en praktijk. Na afloop van de Mastercourse Aansprakelijkheid en Verzekering is uw kennis van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht verdiept en uitgebreid en hebt u uw netwerk vergroot! De Mastercourse gaat begin 2019 weer van start onder begeleiding van de hoofddocenten prof. mr. S.D. (Siewert) Lindenbergh en prof. mr. N. (Mop) van Tiggele-van der Velde. Meer informatie over deze Mastercourse is hier te vinden.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Vrouw eist schadevergoeding van een recherchebureau dat onderzoek heeft gedaan naar haar nieuwe relatie, waardoor zij alimentatie en onderzoekskosten moest terugbetalen aan haar ex-man.
Eiseres en haar ex-man zijn gescheiden. De ex-man heeft alimentatie betaald aan eiseres. Toen eiseres vervolgens een relatie was aangegaan met een andere man, heeft haar ex-man een recherchebureau (gedaagde) ingeschakeld. Het recherchebureau heeft onderzoek gedaan naar de relatie, in het belang van de alimentatieverplichting van de ex-man. Het gerechtshof heeft geoordeeld over de onderzoeksresultaten en is tot de conclusie gekomen dat eiseres en de man samenwonen alsof zij gehuwd zijn. Vervolgens moest eiseres alimentatie terugbetalen en de onderzoekskosten vergoeden. Eiseres stelt dat het recherchebureau onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en in strijd heeft gehandeld met bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Zij vordert een verklaring voor recht dat het recherchebureau materile en immaterile schadevergoeding aan haar dient te betalen. De rechtbank (PS 2018-0964) overweegt dat particuliere onderzoeksbureaus in overeenstemming dienen te handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht. Het gekozen onderzoeksmiddel moet voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Eiseres stelt dat de observatie door het recherchebureau te lang heeft geduurd en dat de onderzoekskosten te hoog zijn. De rechtbank acht een half jaar observatie proportioneel. Bovendien heeft eiseres er zelf voor gezorgd dat het onderzoek langer duurde en de kosten daardoor opliepen. Zo namen zij en de man ieder verschillende uitgangen van de flat en lag eiseres op de achterbank van de auto, zodat het leek alsof de man alleen was. Gedaagde heeft niet onrechtmatig of in strijd met de Wbp gehandeld. De vorderingen worden afgewezen.
Geschil tussen een huurder en verhuurder Maasdelta. Door nalaten van Maasdelta om een onderzoek te verrichten in de woning na een brand in een naburig pand, is de huurder blootgesteld aan asbestdeeltjes.
Eiser huurde vanaf 2005 een woning van Maasdelta. In 2009 is er brand geweest in het aangrenzende pand. Wegens schade door bluswater moesten ook in de huurwoning van eiser plafonds en wanden vervangen worden. Tijdens een asbestinventarisatie in 2016 is gebleken dat de ruimte bij de kruipzolder verontreinigd is met asbest. Bij de vervanging van de plafonds en wanden is er gehakt en gezaagd in asbesthoudende materialen. Eiser heeft in de tussentijd veelvuldig gebruikt gemaakt van deze ruimtes. Hij stelt dat Maasdelta zich niet als een goed verhuurder heeft gedragen en aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade van eiser. Hij vordert een verklaring voor recht dat Maasdelta schadeplichtig is. De schade bestaat uit gezondheidsschade wegens mogelijke asbestbesmetting met de daaraan verbonden medische kosten, inkomensderving en dergelijke, alsmede immaterile schade wegens verminderde levensverwachting. De rechtbank (PS 2018-0945) overweegt als volgt. De aanwezigheid van asbest kan beschouwd worden als gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. Maasdelta heeft nagelaten om na de brand in 2009 voortvarend onderzoek te doen naar asbest, hetgeen van een goed verhuurder mag worden verwacht. Het is aan het nalaten van Maasdelta toe te rekenen dat eiser is blootgesteld aan asbest. Maasdelta kan aansprakelijk worden gehouden voor de blootstelling. Ook kan Maasdelta aansprakelijk worden gehouden voor de gebrekkige opstal op grond van artikel 6:174 BW. Het gevaar van asbestblootstelling heeft zich verwezenlijkt, omdat eiser zich regelmatig in de verontreinigde kruipruimtes heeft bevonden. De rechtbank verwijst de zaak niet naar een schadestaatprocedure, nu de schadeposten toekomstige schade betreffen in het onverhoopte geval dat zich een aan asbestblootstelling gerelateerde ziekte bij eiser openbaart.
De Geschillencommissie Financile Dienstverlening oordeelt over de dekking van een natura-uitvaartverzekering.
De echtgenoot van verzekerde is overleden. De overledene had een overlijdensverzekering afgesloten bij de rechtsvoorganger van verzekeraar. In het geschil is welke kostenposten onder de dekking van de verzekering vallen. De verzekeraar gaat de discussie aan of een uitvaart nu een begrafenis is of ook een crematie kan zijn, of de kosten van het verwijderen van een pacemaker (kosten 65) uit het overleden lichaam wel of niet vergoed moeten worden en of het uitstrooien van de as van de gecremeerde wel of niet kan worden gebracht onder het begrip grafrechten. De verzekerde vordert vergoeding van het verschil tussen de uitvaartkosten en de uitkering. De Geschillencommissie (PS 2018-0954) oordeelt dat het Haviltex-criterium van toepassing is op de uitleg van oudere natura-uitvaartverzekeringen. Onder opbaren wordt niet het verwijderen van een pacemaker verstaan. De kosten van de opbaring en de huurkosten voor het uitvaartcentrum vallen daarentegen wel onder die post. Het tarief voor de asbestemming valt onder de verzekerde post grafrechten. De kosten voor de aangifte van overlijden bij de gemeente en de kopien van de akte moeten ook vergoed worden door de verzekeraar.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Janou Kempkes
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
E. Pans, C. Zegveld, Netwerkaansprakelijkheid voor gebrekkige samenhangende zorg, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2018, afl. 5, p. 535-537.
Het tamelijk compacte proefschrift van Charlotte Zegveld, waarop zij 23 mei 2018 aan Tilburg University promoveerde, is de weerslag van een grondig onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van netwerkaansprakelijkheid in de zorg. De centrale vraag van het promotieonderzoek luidt: Welke bijdrage kan een netwerkbenadering leveren aan de toedeling van externe civiele aansprakelijkheid ingeval gebrekkige samenhangende zorg is verleend, bekeken vanuit het perspectief van de patint? Pans schrijft over het proefschrift dat volgens hem vlot leesbaar, helder en precies is geformuleerd en interessante aanknopingspunten biedt om vanuit een andere visie dan die van het huidige medische civiele aansprakelijkheidsrecht naar de problematiek van gebrekkige samenhangende zorg te kijken.
J. Legemaate, annotatie bij Hoge Raad 16 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:365 [Medische aansprakelijkheid; beroepsfout gynaecoloog? Exhibitievordering (art. 843a Rv) tot overlegging rapport met bevindingen van door gynaecoloog en ziekenhuis geraadpleegde radioloog; betekenis Wbp. Borgersbrief; nieuwe stelling.], Nederlandse Jurisprudentie 2018/423, afl. 46.
Het gaat hier om een zaak met, zoals advocaat-generaal Hartlief aan het begin van zijn conclusie opmerkt, een trieste aanleiding. In september 2005 bevalt een vrouw in het Waterlandziekenhuis van een zoon, door middel van een keizersnede. Na de geboorte blijkt de zoon een hoge dwarslaesie te hebben. Dit is naar de mening van de ouders het gevolg van een beroepsfout van de gynaecoloog die de bevalling leidde. Zij stellen de gynaecoloog en het ziekenhuis aansprakelijk voor de schade. De incidentele vordering van de ouders, betreffende de notitie van de radioloog, wordt door het hof afgewezen. De ouders stellen beroep in cassatie in, zowel in de hoofdzaak (het afwijzen van het verzoek om schadevergoeding) als waar het gaat om de incidentele vordering. De Hoge Raad verwerpt het beroep.
B. van Zelst, Over de noodzaak van een beter genformeerde en bredere discussie over geschiloplossing, Nederlands Juristenblad 2018/1999, afl. 38.
Er is onvoldoende (empirisch) onderzoek gedaan om vergaande stellingen in te kunnen nemen over het nut en de noodzaak van mediation, en van een mediationwet in het bijzonder. De effecten van mediation staan nog onvoldoende vast. Nader onderzoek is dan ook nodig. De thans in consultatie voorliggende Experimentenwet rechtspleging biedt voor dit nader onderzoek een wettelijke basis en grote mogelijkheden. Omdat een bredere discussie over geschiloplossing wenselijk is, zou onderdeel van dit nader onderzoek moeten zijn hoe de uitkomsten van de diverse alternatieve geschiloplossingsmethoden zich verhouden tot uitkomsten van rechtspraak door de rechter.
Hoge Raad
- Hoge Raad Strafrecht. Toewijzing immateriële schade wegens erfvredebreuk. Verdachte heeft slachtoffer (die in het kader van zijn werk als toezichthouder bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in het verleden het boerenbedrijf van verdachte heeft bezocht) en diens echtgenote thuis opgezocht en zich niet aanstonds verwijderd toen het slachtoffer dat vorderde. Beide echtgenoten hebben psychische klachten overgehouden aan het voorval. Volgens het hof is voldaan aan de eisen van artikel 6:106 lid 1 sub b BW en daarom wees het hof € 500 aan slachtoffer en € 250 aan zijn echtgenote aan immateriële schadevergoeding toe. Hoge Raad verwerpt, in overeenstemming met conclusie advocaat-generaal, het beroep op grond van artikel 81 lid 1 RO. 06-11-2018
- Hoge Raad Tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde is ten onrechte een jaar blootgesteld aan het zwaarste detentieregime van Nederland. Vast staat dat de Staat onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld. Eiser vordert op grond van artikel 6:106 lid 1 onder b BW een vergoeding voor immateriële schade. Het hof heeft de vordering afgewezen. De conclusie van de advocaat-generaal (A-G) geeft de Hoge Raad in overweging afstand te nemen van (de formulering van) het Blauw oog-arrest om in het kader van de aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ meer ruimte te bieden voor vergoeding van immateriële schade buiten de gevallen van geestelijk letsel dan tot nu toe lijkt te worden gedaan. Ook concludeert de A-G dat het hof de vordering niet had mogen afwijzen. 26-10-2018
- Hoge Raad Strafrecht. Toewijzing immateriële schade wegens erfvredebreuk. Verdachte heeft slachtoffer (die in het kader van zijn werk als toezichthouder bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in het verleden het boerenbedrijf van verdachte heeft bezocht) en diens echtgenote thuis opgezocht en zich niet aanstonds verwijderd toen het slachtoffer dat vorderde. Beide echtgenoten hebben psychische klachten overgehouden aan het voorval. Volgens het hof is voldaan aan de eisen van artikel 6:106 lid 1 sub b BW en daarom wees het hof € 500 aan slachtoffer en € 250 aan zijn echtgenote aan immateriële schadevergoeding toe. Hoge Raad verwerpt, in overeenstemming met conclusie advocaat-generaal, het beroep op grond van artikel 81 lid 1 RO. 18-09-2018
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na schending inlichtingenplicht weigert Achmea een schadevergoeding uit te keren voor de autodiefstal waarvan verzekerde slachtoffer is geworden. Verzekerde meent dat Achmea ten onrechte dekking heeft geweigerd en verzekerde ten onrechte bij het CIS-register heeft aangemeld en vordert dat Achmea alsnog uitkeert en hem wist uit het register. Het hof sluit zich bij het oordeel van de kantonrechter aan dat verzekerde zijn inlichtingenplicht heeft geschonden. Achmea is niet gehouden tot uitkering. Verzekerde dient de onderzoekskosten (€ 3.237) van Achmea te betalen. 06-11-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling. De veroordeelde heeft zich, naar eigen zeggen dronken, in een café en te midden van uitgaanspubliek, schuldig gemaakt aan de zware mishandeling van het slachtoffer door hem opzettelijk in het gezicht te stompen, waardoor het slachtoffer zijn kaak op twee plaatsen heeft gebroken. De kaak moest operatief hersteld worden. Toewijzing van de gevorderde € 1.100 immateriële schadevergoeding. 05-11-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Op 9 januari 2018 wees het Gerechtshof 's-Hertogenbosch een tussenvonnis in een medische aansprakelijkheidskwestie. In dat tussenvonnis overwoog het hof dat het op dat moment niet kon vaststellen of er door de kno-arts onzorgvuldig was gehandeld. Het hof gelastte een comparitie van partijen, waarbij ook de deskundigen werden uitgenodigd die in deze zaak een rapport hadden uitgebracht. In navolging daarvan en gezien de eerdere conclusies van de deskundigen heeft het hof geoordeeld dat de kno-arts een kunstfout heeft gemaakt door de nervus accessorius niet op te zoeken. 30-10-2018
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag en voor mishandeling. Veroordeelde is met een mes in zijn rugzak naar een uitgaansgelegenheid gegaan. Nadat het slachtoffer kwetsende opmerkingen over de moeder van veroordeelde had gemaakt, stak veroordeelde in op het slachtoffer. Hij is tot het bot geraakt in zijn vinger en diep in het bovenlichaam. Hij heeft veel bloed verloren. De gevolgen voor het slachtoffer zijn groot, zo blijkt ook uit de slachtofferverklaring die is voorgelezen. Hij is meerdere keren geopereerd en heeft nog altijd veel pijn. Daarnaast is het slachtoffer na de steekpartij niet meer in staat geweest om zijn werk uit te voeren. Van de gevorderde € 15.000 immateriële schadevergoeding, wordt € 7.500 toegewezen. 09-11-2018
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag. Veroordeelde heeft de voordeur van het slachtoffer ingetrapt, heeft op het slachtoffer ingehakt met een beitel en heeft vervolgens slachtoffer geprobeerd te wurgen. De veroordeelde heeft een psychotische stoornis en is verminderd toerekeningsvatbaar. Toewijzing van immateriële schadevergoeding voor een bedrag van € 1.000. 08-11-2018
- Rechtbank Den Haag Overheidsaansprakelijkheid. Mishandeling na verkeersincident tussen twee weggebruikers in 2003. Het Openbaar Ministerie seponeert de strafzaak in 2006. Eiser beklaagt zich daarover in 2014, maar wordt door de beklagrechter in het ongelijk gesteld. Is de Staat jegens eiser aansprakelijk voor de niet-vervolging? De rechtbank acht eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat voor eiser ook al in 2006 de beklagprocedure ex artikel 12 Sv heeft opengestaan, welke procedure met voldoende waarborgen is omkleed, zodat de burgerlijke rechter niet als restrechter kan fungeren. 07-11-2018
- Rechtbank Amsterdam United People Foundation (UPF) stelt dat een van haar vrijwilligers de door hen ondertekende vertrouwelijkheidsverklaring heeft geschonden. UPF vordert een verbod op verdere schendingen van de vertrouwelijkheidsverklaring en een verbod op het doen van negatieve uitlatingen. De vrijwilliger heeft weliswaar kritiek geuit op het functioneren van UPF en haar voorzitter, maar deze uitlatingen zijn niet te kwalificeren als onrechtmatig. De vorderingen van UPF worden afgewezen. 02-11-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting. Veroordeelde lokte een prostituee die net klaar was met werken naar zijn auto, door te zeggen dat hij haar zou betalen voor seks en dat hij haar mee zou nemen naar een hotel. Veroordeelde reed echter naar een afgelegen plek, sloeg de telefoon van het slachtoffer kapot zodat zij niemand kon bellen, en verkrachtte haar onder dreiging van geweld. Van de gevorderde € 20.000 aan immateriële schadevergoeding wordt € 15.000 toegewezen. 02-11-2018
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Werknemer stelt werkgever aansprakelijk voor knieletsel dat zij heeft opgelopen bij een val op de werkvloer. De partijen verschillen erg van mening over de feitelijke toedracht. De kantonrechter oordeelt dat de deelgeschilprocedure zich niet leent voor een nader onderzoek naar de feiten, gezien de ratio van een deelgeschilprocedure. Het verzoek wordt afgewezen. Tevens is het verzoek onnodig of onterecht. De kantonrechter maakt geen kostenbegroting. 01-11-2018
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Verzoekster heeft bij de beautysalon van verweerster een kleurbehandeling van haar haar ondergaan. Na de behandeling is het haar uitgevallen en voor een deel afgebrand. Verzoekster verzoekt om een verklaring voor recht dat verweerster aansprakelijk is voor de geleden letselschade en gehouden is tot een vergoeding voor herstel van het haar (€ 6.468) en een smartengeldvergoeding (€ 2.500). Er is onduidelijkheid over de feitelijke gang van zaken, zo stelt verweerster dat verzoekster tweemaal het haar wilde laten verven in een korte periode en tijdens de tweede behandeling met de verf nog in het haar vertrokken is uit de salon. Er is bewijslevering nodig. Het verzoek wordt afgewezen. 30-10-2018
- Rechtbank Gelderland Eiser is slachtoffer geweest van strafbare feiten, waaronder een woninginbraak. Eiser stelt de Staat, de gemeente en de politie aansprakelijk omdat zij jegens eiser onrechtmatig zouden hebben gehandeld doordat zij hebben nagelaten adequaat op te treden tegen de reeks van strafbare feiten waarvan hij slachtoffer is geworden. Het strafrechtelijke onderzoek naar aanleiding van de aangiften, de vervolging van verdachten en de beveiliging tegen nieuwe incidenten was gebrekkig volgens eiser. Eiser vordert een verklaring voor recht dat gedaagden aansprakelijk zijn voor zijn schade en dat eiser schade heeft geleden van materiële en immateriële aard. De rechtbank acht de vorderingen niet toewijsbaar. 24-10-2018
- Rechtbank Rotterdam Verhuurder Maasdelta heeft zich niet als een goed verhuurder gedragen en is aansprakelijk op grond van artikel 6:174 BW voor de schade die eiser heeft geleden en nog zal lijden door blootstelling aan asbest in de huurwoning. De schadeposten bestaan uit gezondheidsschade, wegens mogelijke asbestbesmetting met de daaraan verbonden medische kosten, inkomensderving en dergelijke, alsmede immateriële schade wegens verminderde levensverwachting. De rechtbank verwijst niet door naar een schadestaatprocedure, omdat de schadeposten allemaal toekomstige schade betreffen. 19-10-2018
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling verdachte wegens ontuchtige handelingen met drie minderjarige meisjes beneden de leeftijd van 12 jaar. Oplegging van bijzondere voorwaarden van een contactverbod met de slachtoffertjes en met minderjarigen zonder toezicht van een volwassene, een locatieverbod, reclasseringstoezicht en een behandelverplichting. Toewijzing van € 1.500 aan immateriële schadevergoeding per meisje. 18-10-2018
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Eiser vordert een verklaring voor recht dat gedaagde onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door hem op Facebook te beschuldigen van oplichterij naar aanleiding van een crowdfundingsactie voor een gehandicapt kind. Een van de berichten is onrechtmatig, maar de vordering tot schadevergoeding wordt niet toegewezen, nu eiser niet heeft onderbouwd dat hij door deze uiting schade heeft geleden. De uitzending van het programma ‘Stegeman op de Bres’ waarin dit geschil aan bod kwam, is niet onrechtmatig. 17-10-2018
- Rechtbank Den Haag Zaak over invoering en intrekking van artikel 15 lid 4 Reglement rijbewijzen. Eiseres, die als vervoerder vrachtwagenchauffeurs in dienst had met rijbewijs B, spreekt de Staat aan voor schadevergoeding bestaande uit de kosten om de chauffeurs rijbewijs C te laten halen na intrekking van de vrijstelling. Het nalaten van de Staat om bij invoering van de vrijstelling de hem bekende maximale (initiële) duur daarvan te vermelden, is volgens de rechtbank in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt en onrechtmatig jegens eiseres. Dit leidt niet tot schadeplichtigheid van de Staat, vanwege het ontbreken van het daarvoor vereiste causaal verband. 17-10-2018
- Rechtbank Den Haag Eiseres vordert schadevergoeding van een recherchebureau dat haar gedurende een half jaar heeft geobserveerd om onderzoek te doen naar haar relatie in het licht van de alimentatieverplichtingen van de opdrachtgever jegens eiseres. De rechtbank wijst de vorderingen af en oordeelt dat het recherchebureau niet onrechtmatig heeft gehandeld of in strijd heeft gehandeld met bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens. 10-10-2018
- Rechtbank Den Haag In verband met de geboorte van een vierde kind door middel van een keizersnede en de daarmee gepaard gaande anesthesie is mevrouw een deelgeschilprocedure gestart. Zij wil een verklaring voor recht dat het ziekenhuis aansprakelijk is wegens een gebrekkig uitgevoerde anesthesie. De rechter kan niet vaststellen dat dit het geval is geweest. De deelgeschilprocedure leent zich niet voor nadere bewijslevering door een deskundige. Het verzoek van mevrouw is afgewezen onder begroting van de kosten. 01-10-2018
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep ZW-uitkering terecht beëindigd. Appellant geschikt voor eigen werk. Zorgvuldig medisch onderzoek. 25-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vaste rechtspraak. 24-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Verzoek om schadevergoeding na fietsongeval op het parkeerterrein van de Belastingdienst terecht afgewezen. Zorgplicht niet geschonden. Geen waarschuwing voor afzetlint noodzakelijk. 18-10-2018
- Centrale Raad van Beroep WIA-aanvraag terecht afgewezen. Zorgvuldig medisch onderzoek. 11-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Vaste rechtspraak. 11-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Militair invaliditeitspensioen. Hoogte van invaliditeit met dienstverband terecht niet herzien. Causaal verband tussen aandoeningen en het dienstverband niet aanvaard. 11-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Afwijzing AOR-aanvraag. Er is in onvoldoende mate aangetoond of aannemelijk gemaakt dat appellant in omstandigheden heeft verkeerd in de zin van de AOR. 04-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Afwijzing AOR-aanvraag. Er is in onvoldoende mate aangetoond of aannemelijk gemaakt dat appellant is getroffen door oorlogsgeweld in de zin van de AOR. 04-10-2018
- Centrale Raad van Beroep Geestelijk leed als gevolg van onrechtmatig besluit van het UWV. De Raad stelt de hoogte van de immateriële schadevergoeding vast naar billijkheid op € 1.000. 03-10-2018
- Centrale Raad van Beroep ZW-uitkering terecht beëindigd. Appellant geschikt voor werk. Zorgvuldig medisch onderzoek. 06-09-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Geschil tussen verzekerde en verzekeraar over uitleg overlijdensverzekering. De verzekeraar gaat de discussie aan of een uitvaart nu een begrafenis is of ook een crematie kan zijn, of de kosten van het verwijderen van een pacemaker (kosten € 65) uit het overleden lichaam wel of niet vergoed moeten worden en of het uitstrooien van de as van de gecremeerde wel of niet kan worden gebracht onder het begrip ‘grafrechten’. De kosten voor de pacemaker vallen niet onder de dekking, maar het overige moet worden vergoed door de verzekeraar. 2018-08-23
- Rechtbank Rotterdam Arbeidsrecht. Werknemer slaagt niet in het leveren van bewijs voor de stelling dat hij het knieletsel tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden heeft opgelopen. Opvallend vindt de kantonrechter de lange periode tussen het gestelde ongeval en de aansprakelijkstelling, het gegeven dat de werknemer na het ongeval door kon lopen en dat de werknemer direct na het ongeval in staat was om naar een andere ruimte te lopen. De vordering wordt afgewezen. 2018-08-17
- Rechtbank Rotterdam Arbeidsrecht. Werknemer stelt dat de omkeringsregel van toepassing is, aangezien hij in bewijsnood verkeert doordat werkgever bepaalde gegevens niet aandraagt, die de werknemer nodig heeft om getuigen op te roepen. Gebleken is echter dat dit niet aan de wil van de werkgever ligt, maar aan gebrek van medewerking door een derde. De omkeringsregel is niet van toepassing. 2017-10-11
- Rechtbank Rotterdam Arbeidsrecht. Werknemer stelt dat hij bij de uitoefening van zijn werkzaamheden (blijvend) knieletsel heeft opgelopen en stelt werkgever aansprakelijk. De werkgever heeft deze stelling gemotiveerd betwist. Werknemer wordt toegelaten tot het leveren van bewijs dat hij knieletsel tijdens zijn werk heeft opgelopen. 2017-05-19
- Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht. Werknemer houdt werkgever aansprakelijk voor de snijwond aan zijn hand die hij heeft opgelopen bij een arbeidsongeval. De kantonrechter oordeelt dat de veiligheidshandschoenen die de werknemer droeg, deugdelijk waren. Voor wat betreft de werkinstructies omtrent het afvoeren van glasscherven heeft de werkgever niet aan zijn zorgplicht voldaan en is derhalve aansprakelijk voor de schade. De kantonrechter kan de omvang van de schade niet vaststellen en de schade heeft een complex karakter. Werkgever wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat. 2018-07-11