Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Kort commentaar schrijven bij uitspraak?
Is uw oog gevallen op een interessante uitspraak, zou u uw visie hierop willen delen en de uitspraak willen voorzien van een kort commentaar? Laat het ons weten; de redactie van PS Updates staat open voor het ontvangen van korte annotaties bij uitspraken! Mail bij interesse naar ps.updates@law.eur.nl.
Annotaties
Graag wijzen wij u op de volgende verschenen annotatie.
Annotatie mr. M. (Maartje) Verheijden mr. R. (Ronna) Rutten: Overmacht en het anticiperen op de fouten van andere verkeersdeelnemers.
Het vonnis van de Rechtbank Overijssel van 27 september 2017 (PS 2017-0813) is een zeldzaam voorbeeld van een geval waarin overmacht bij een verkeersongeval tussen een gemotoriseerde en ongemotoriseerde verkeersdeelnemer wordt aangenomen. Voor een geslaagd beroep op overmacht moet de gemotoriseerde verkeersdeelnemer aannemelijk maken dat hem rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt ten aanzien van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen (artikel 185 lid 1 WVW). Uit de rechtspraak blijkt dat de lat erg hoog ligt. Als een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer zichtbaar was of zijn aanwezigheid verwacht had moeten worden, zal overmacht niet snel worden aangenomen. Een beroep op overmacht zal daarom slechts bij uitzondering slagen. Naar het oordeel van de Rechtbank Overijssel was in deze zaak sprake van een dergelijke uitzondering. De annotatie bij deze uitspraak leest u hier.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Door kwijtgeraakt en niet ongeldig verklaard rijbewijs heeft appellant een groot aantal (onterechte) boetes opgelegd gekregen. Volgens EHRM schending van artikel 8 EVRM. In nationale procedure vorderingen strekkende tot vergoeding van de opgelopen schade verjaard.
Appellant is in 1995 zijn rijbewijs kwijtgeraakt. Hij heeft hiervan aangifte gedaan en in 1997 wordt hem een nieuw rijbewijs verstrekt. In de tussentijd is door derden een groot aantal autos op naam van appellant gezet. Vervolgens zijn met deze autos diverse overtredingen van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) begaan, zoals het niet verstrekken van keuringsbewijzen (apk), overtreding van de toegestane maximumsnelheid en overtreding van een parkeerverbod. Door de Belastingdienst zijn belastingaanslagen opgelegd van meer dan n miljoen euro. Appellant is vervolgens verschillende procedures gestart om zijn documentatie op te schonen en de boetebeschikkingen te laten vernietigen. Daarnaast is hij 2006 en 2007 behandeld voor psychische klachten. In een door appellant aangespannen procedure bij het EHRM wordt door het Europees Hof geoordeeld dat sprake is van een schending van artikel 8 EVRM, omdat het feit dat het vermiste rijbewijs op het moment van melding van die vermissing niet ongeldig is verklaard, misbruik van de identiteit van appellant door anderen mogelijk maakte. De door het Europees Hof toegewezen vergoeding van 9.000 is door de Nederlandse Staat betaald aan appellant.
In deze procedure vordert appellant een verklaring voor recht dat de Staat aansprakelijk is en een vergoeding van de opgelopen schade. Het hof (PS 2018-0073) komt, evenals de rechtbank, tot de conclusie dat de vorderingen van appellant zijn verjaard. Daartoe wordt overwogen dat reeds voor 22 augustus 2008 (de datum van de stuitingsbrief) sprake was bekendheid in de zin van artikel 3:310 BW, aangezien in 2004 al een aansprakelijkstelling is verzonden door de advocaat van appellant. De op 22 augustus 2008 aangevangen verjaringstermijn is na vijf jaar verlopen op 22 augustus 2013, zonder dat in de tussenliggende periode opnieuw is gestuit.
Overheidsaansprakelijkheid. Beroep op verjaring door Nederlandse Staat in zaak aangespannen door weduwen/kinderen van gexecuteerde mannen Zuid-Sulawesi naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
In de door de weduwen en kinderen aangespannen procedure tegen de Staat stellen zij dat hun echtgenoten/vaders in 1946-1947 zijn gexecuteerd door Nederlandse militairen in het toenmalige Zuid-Celebes in Nederlands-Indi, het huidige Zuid-Sulawesi in Indonesi. Zij menen dat de Nederlandse Staat onrechtmatig heeft gehandeld en daarom aansprakelijk is voor de door hen geleden schade. In een tussenvonnis oordeelde de rechtbank dat de weduwen/kinderen bewijs dienden aan te dragen waaruit zou blijken dat zij niet eerder in staat waren een procedure aan te spannen tegen de Staat. De weduwen en kinderen hebben vervolgens bewijs aangeleverd waaruit blijkt dat zij in augustus t/m december 2013 op de hoogte zijn geraakt van de mogelijkheid de Staat aansprakelijk te stellen. De rechtbank (PS 2018-0089) oordeelt dat zij daarmee allen de Staat binnen een redelijke termijn aansprakelijk hebben gesteld en in rechte hebben betrokken met hun op 12 mei 2014 uitgebrachte dagvaardingen. Het beroep op verjaring door de Nederlandse Staat is in deze omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Voorts wordt in dit vonnis geoordeeld welke getuigen zullen worden gehoord voordat kan worden geoordeeld of de executies daadwerkelijk hebben plaatsgevonden.
Beroep op verjaring door werkgever na arbeidsongeval gaat niet op. Oordeel hof dat verjaring niet tussentijds is gestuit omdat gedane betalingen voorschotbedragen betroffen in het kader van de schadeafwikkeling door een verzekeraar, onjuist dan wel onvoldoende gemotiveerd.
Eiser was als bedrijfsleider in dienst bij verweerster en is in 1998 tijdens zijn werkzaamheden in de wasstraat van verweerster uitgegleden. Als gevolg daarvan is eiser volledig arbeidsongeschikt geraakt. De verzekeraar van verweerster, Bovemij, heeft aansprakelijkheid bij brief van 8 november 2001 erkend. Bovemij heeft Cunningham Lindsey ingeschakeld als schaderegelingsbureau. Halverwege 2005 is de schade tot en met 2004 definitief afgewikkeld en is voor de te lijden schade tot juli 2008 een voorschot betaald. In september 2008 is nogmaals een voorschot betaald. Nadien is de afwikkeling van de schade in een impasse geraakt. Zowel de rechtbank als het hof hebben geoordeeld dat de vorderingen van eiser zijn verjaard. Eiser komt in cassatie op tegen het oordeel van het hof. Volgens hem heeft het hof miskend dat de handelingen van Bovemij en Cunningham Lindsey in het kader van de schadeafwikkeling voortbouwden op een eerdere erkenning van aansprakelijkheid door Bovemij namens verweerster.
De Hoge Raad (PS 2018-0084) oordeelt dat de aansprakelijkheidsvraag in deze procedure niet meer ter discussie staat. Als een verzekeraar in een dergelijk geval al niet op grond van de polisvoorwaarden (ook) bij de schadeafwikkeling optreedt als vertegenwoordiger van de verzekerde, geldt behoudens bijvoorbeeld een andersluidende mededeling van de verzekeraar of de verzekerde in elk geval als uitgangspunt dat de benadeelde op een zodanige vertegenwoordigingsbevoegdheid mag vertrouwen. In dat verband is het volgens de Hoge Raad van belang dat voor een eventuele erkenning door Bovemij (namens verweerster) als grond voor stuiting van de lopende verjaring, voldoende is de erkenning dat eiser aanspraak heeft op een hogere schadevergoeding dan reeds (zonder voorbehoud) is betaald, waarbij zonder belang is dat over de omvang van het nog verschuldigde bedrag geen overeenstemming bestaat. Het oordeel van het hof geeft daarom ofwel blijk van een onjuiste rechtsopvatting, ofwel is onvoldoende gemotiveerd.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Marit Rijndorp
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Budgetcoach heeft tijdens gesprek grensoverschrijdend seksueel gedrag vertoond. Immateriële schadevergoeding van € 250 toegewezen. 30-01-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Geen sprake van verknochtheid letselschade-uitkering aan in gemeenschap van goederen getrouwde vrouw, nu geld is uitgegeven aan een auto, een aandelenpakket en de inrichting van de woning. Vergoeding is niet meer als afzonderlijk goed te herkennen. 23-01-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Letselschade. Whiplash. Hof acht een multidisciplinair medisch deskundigenonderzoek noodzakelijk naar het (voort)bestaan en de omvang van de klachten en naar het causaal verband tussen klachten en ongeval. Verwijzing naar de rol. 23-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling voor onder andere poging tot doodslag en onttrekken van baby aan ouderlijk gezag. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan moeder van het kind (€ 2.500). 22-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen woningovervallen en medeplegen poging tot medeplegen gekwalificeerde doodslag. Volledige toewijzing gevorderde bedragen immateriële schadevergoeding. Geen noodzaak tot het horen van getuigen en deskundigen voor vaststellen schade. Door verdediging op dit punt slechts algemeen verweer gevoerd. 22-01-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen woningovervallen en medeplegen poging tot medeplegen gekwalificeerde doodslag. Volledige toewijzing gevorderde bedragen immateriële schadevergoeding. Geen noodzaak tot het horen van getuigen en deskundigen voor vaststellen schade. Door verdediging op dit punt slechts algemeen verweer gevoerd. 22-01-2018
- Gerechtshof Den Haag Overheidsaansprakelijkheid. Misbruik van identiteit door verlies rijbewijs en geen ongeldigverklaring door de overheid. Door EHRM vastgestelde schending artikel 8 EVRM. Verjaring vorderingen strekkende tot vergoeding schade, geen tijdige stuiting. 29-08-2017
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Onrechtmatige overheidsdaad. Vervolg op PS 2016-0191. Executies in Zuid-Sulawesi in 1946-1947 door Nederlandse militairen. Beroep op verjaring door de Staat naar maatstaven van redelijkheid en bilijkheid onaanvaardbaar. Verwijzing naar de rol voor horen getuigen. 31-01-2018
- Rechtbank Amsterdam Kort geding. Publicatie in De Telegraaf over genomineerde voor Joke Smitprijs is niet onrechtmatig. Geen grond voor toewijzing vordering voorschot op immateriële schadevergoeding. 30-01-2018
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting van studente. Toewijzing immateriële schadevergoeding (€ 5.000). 26-01-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Burenconflict. Pestgedrag door buren. Toewijzing gevorderde verboden, afwijzing gevorderde immateriële schadevergoeding voor aantasting woongenot. Stelling dat psychisch leed is berokkend is onvoldoende. Onvoldoende onderbouwing voor een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. 24-01-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag tijdens het uitgaan. Toewijzing € 5.000 ter vergoeding van immateriële schade. 24-01-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag tijdens het uitgaan. Toewijzing € 5.000 ter vergoeding van immateriële schade. 24-01-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Liquidatie in Brunssum. Veroordeling voor medeplegen van moord en medeplegen poging tot moord. Niet-ontvankelijkheid vorderingen nabestaanden ten aanzien van geleden affectieschade. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffer (€ 5.000). 23-01-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Liquidatie in Brunssum. Veroordeling voor medeplegen van moord en medeplegen poging tot moord. Niet-ontvankelijkheid vorderingen nabestaanden ten aanzien van geleden affectieschade. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffer (€ 5.000). 23-01-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Afwijzing vergoeding voor immateriële schade na woninginbraak. Gevoelens van angst, schrik en onveiligheid vallen niet onder het bereik van de wet. 23-01-2018
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Liquidatie in Brunssum. Veroordeling voor medeplegen van moord en medeplegen poging tot moord. Niet-ontvankelijkheid vorderingen nabestaanden ten aanzien van geleden affectieschade. Toewijzing immateriële schadevergoeding aan slachtoffer (€ 5.000). 23-01-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor moord op Koen Everink. Deels niet-ontvankelijkheid ten aanzien van begrafeniskosten, vanwege onduidelijkheden over de vraag of kosten onder de noemer ‘kosten voor lijkbezorging’ vallen. Onevenredige belasting van het strafproces. 23-01-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen zware mishandeling door bierglas kapot te slaan in het gezicht van het slachtoffer. Gedeeltelijke toewijzing immateriële schadevergoeding (€ 2.000). Dader en mededaders hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. 22-01-2018
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Geen WIA-uitkering. Wat door appellant is aangevoerd, leidt niet tot twijfel aan conclusies en beantwoording van de vragen van deskundige van de Raad. 19-01-2018
- Centrale Raad van Beroep Geen aanspraak op een schadevergoeding vanwege overschrijding van de redelijke termijn bij afwezigheid van processueel belang. 18-01-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Incin v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM ten aanzien van verloop en duur van onderzoek naar moord. 2018-01-09
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Lopes de Sousa Fernandes v. Portugal. Schending van de procedurele kant van artikel 2 EVRM: geen adequate een tijdige reactie omtrent omstandigheden van overlijden van echtgenoot op klacht van echtgenote. 2017-12-19
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Khayrullina v. Rusland. Schending van artikel 2 EVRM: ineffectief onderzoek naar moord op echtgenoot van verzoekster op het politiebureau. 2017-12-19
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens X. v. Zweden. Schending van artikel 3 EVRM ten aanzien van uitzetting naar Marokko van verzoeker die daar gevaar zou lopen, omdat hij in Zweden wordt verdacht van terrorisme. 2018-01-09
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Vasile Victor Stanciu v. Roemenië. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling en ineffectief onderzoek naar die mishandeling. 2018-01-09
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Penaranda Soto v. Malta, Yanez Pinon e.a. v. Malta. Geen schending van artikel 3 EVRM ten aanzien van leefomstandigheden en medische zorg in de gevangenis. 2017-12-19
- Hof van Justitie van de Europese Unie Núñez Torreiro. Nationale regeling op grond waarvan schade die is ontstaan door het rijden met motorrijtuigen op wegen en terreinen die niet ‘geschikt voor verkeer’ zijn, met uitzondering van terreinen die weliswaar niet geschikt zijn voor verkeer, maar niettemin ‘algemeen worden gebruikt’, mag worden uitgesloten van de dekking door de verplichte verzekering, is niet toegestaan. 2017-12-20
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens A. v. Zwitserland. Geen schending van artikel 2 of 3 EVRM ten aanzien van uitlevering van christelijke verzoeker aan Iran. 2017-12-19
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Krsmanovic v. Servië. Schending van artikel 3 EVRM: geen effectief onderzoek naar aanleiding van beschuldigingen van mishandeling. 2017-12-19
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Gjikondi and Others v. Greece. Schending van artikel 2 EVRM: onvoldoende zorgvuldig onderzoek naar moord en nagelaten te onderzoeken of racistische opvattingen hebben aangezet tot de moord. 2017-12-21