Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Onrechtmatige daad begrafenisondernemer door stoffelijke overschotten te verwisselen. Smartengeldvordering toewijsbaar aan erven?
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten wordt voor de vraag gesteld of een begrafenisondernemer een onrechtmatige daad dan wel wanprestatie heeft gepleegd door een verkeerd stoffelijk overschot naar de erven van de overledene in Amerika te zenden. Het Gerecht (PS 2018-0182) gaat ervan uit dat de verwisseling van de stoffelijke overschotten moet hebben plaatsgevonden bij de begrafenisonderneming en niet, zoals de begrafenisonderneming stelt, is veroorzaakt door een fout van de luchtvervoerder die de stoffelijke overschotten naar Amerika heeft vervoerd. Het Gerecht heeft hierbij gelet op het feit dat het stoffelijk overschot dat de erven hebben ontvangen de kleding van de overledene droeg, dat dit stoffelijk overschot haar sieraden nog droeg terwijl de overledene geen sieraden meer droeg na haar overlijden en dat de juiste documentatie van de overledene op de kist van het door de erven ontvangen stoffelijke overschot aanwezig was. Het Gerecht oordeelt dat de begrafenisonderneming daarom onrechtmatig heeft gehandeld jegens de erven en dat zij tevens is tekortgeschoten in de uitvoering van haar verbintenis tot zorgvuldig beheer van het stoffelijk overschot. De smartengeldvordering die de erven als zodanig instellen kan volgens het Gerecht niet worden toegewezen, nu de vordering wegens immaterile schade geen deel van de nalatenschap kan zijn. Deze vordering zou mogelijk wel kunnen worden toegewezen als de erven in eigen naam een vordering tot smartengeld zouden instellen en specificeren waarop die vordering is gebaseerd. Het Gerecht verwijst de zaak hiervoor naar de rolzitting.
Deelgeschil: causaal verband tussen ongeval en klachten. Whiplashjurisprudentie ook toepasselijk in andere gevallen van medisch niet-objectiveerbare klachten?
Verzoeker is in 2012 slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij hij werd aangereden door een van opzij komende auto, die werd bestuurd door een verzekerde van Achmea. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend voor de schade van verzoeker.
Partijen zijn het oneens over de vraag of sprake is van een causaal verband tussen de klachten van verzoeker en het hem overkomen ongeval. Er is geen sprake van medisch objectiveerbare klachten, maar wel staat vast dat verzoeker sinds het ongeval rugklachten ondervindt, die hij voorafgaand het ongeval nooit heeft ondervonden. De rechtbank (PS 2018-0181) oordeelt dat de maatstaf van een plausibel klachtenpatroon is ontwikkeld in whiplashzaken, maar dat deze evengoed toepassing kan vinden in zaken waarin andersoortige medische klachten bestaan waarvoor geen objectief-medische oorzaak is aan te wijzen. De rechtbank verwerpt de stelling van Achmea dat wel degelijk sprake is van een objectief-medische (mede)oorzaak, te weten de bij verzoeker vastgestelde pre-existente scoliose. De rechtbank betrekt bij dit oordeel de predispositieleer. De rechtbank gaat voorts voorbij aan de stelling van Achmea dat de scoliose ook de enige oorzaak van de rugklachten zou kunnen zijn, nu de rechtbank dit scenario erg onaannemelijk acht. De rechtbank past daarom de maatstaf van een plausibel klachtenpatroon toe en komt tot de conclusie dat bij verzoeker sprake is van rele klachten die na het ongeval zijn ontstaan en waarvoor geen aanwijzingen bestaan dat ze ingebeeld, voorgewend of overdreven zijn.
Ongeval motorrijder bij klinkerstrook in wegdek. Regresvordering van UWV jegens gemeente: omkering bewijslast of verzwaarde motiveringsplicht van gemeente? Gevaar door betonnen bermbeschermers? Hoge Raad: artikel 81 lid 1 RO.
De Hoge Raad (PS 2018-0146) verwerpt het cassatieberoep in de zaak waar het hof geen aanleiding zag de bewijslast om te keren. Het gaat in deze zaak om een ernstig eenzijdig ongeval dat een motorrijder is overkomen in de gemeente Amsterdam, als gevolg waarvan hij ernstig blijvend letsel heeft opgelopen. De motorrijder is ten val gekomen ter hoogte van een trens (een tijdelijke, met klinkers bestrate opbreking van het wegdek) en met een betonnen bermbeschermer in aanraking gekomen. Hij is arbeidsongeschikt geraakt en ontvangt sindsdien een uitkering. Het UWV wil het bedrag van de uitkeringen die het sinds het ongeval aan de benadeelde heeft verstrekt, verhalen op de gemeente. Het UWV heeft daartoe gesteld dat de trens (door zijn vorm en diepte) en de betonnen bermbeschermers een zodanig gevaarlijke situatie opleverden, dat de gemeente deze niet had mogen laten voortbestaan. Daarbij stelt het UWV in een onredelijk zware bewijspositie te zijn gebracht, doordat de trens daags na het ongeval is geasfalteerd, zodat onderzoek niet meer mogelijk was. In dit verband bepleit het UWV enige bewijsrechtelijke tegemoetkoming. Het hof heeft daartoe geen aanleiding gezien en vervolgens de vorderingen afgewezen, omdat het UWV niet in het bewijs van zijn stellingen is geslaagd. Het UWV komt hiertegen in cassatie op en klaagt er in dit verband (onder meer) over dat in casu de bewijslast niet is omgekeerd en de gemeente evenmin is belast met een verzwaarde motiveringsplicht ter zake van haar betwisting van de stellingen van het UWV. Het oordeel van het hof dat het UWV niet in het bewijs van zijn stellingen omtrent het bestaan van een gevaarlijke situatie is geslaagd, is volgens het UWV tevens onbegrijpelijk. De conclusie van de advocaat-generaal (ECLI:NL:PHR:2017:1427) strekt tot verwerping van het cassatieberoep; de Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep (artikel 81 lid 1 RO; geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling).
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verdeling schadevergoeding na echtscheiding. Schadevergoeding komt aan man toe als gevolg van een hem overkomen verkeersongeval. Uitleg convenant. Hof oordeelt dat partijen geen onderscheid hebben willen maken tussen schade geleden tijdens het huwelijk en schade geleden na huwelijk. 27-02-2018
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor ontucht met minderjarige dochter. Gedeeltelijke toewijzing (€ 12.500) immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. Van belang is de jonge leeftijd van slachtoffer, de duur van de aantasting van de lichamelijke integriteit (enkele jaren), het feit dat de ontucht is gepleegd door een persoon die het slachtoffer zou moeten kunnen vertrouwen en het feit dat het gebeuren zich afspeelde op een plaats waar zij zich veilig zou moeten voelen. 22-02-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling voor ontucht met drie kleindochters. Toewijzing immateriële schadevergoeding van € 1.000 per slachtoffer. Kosten voor de na de uitspraak van de rechtbank ondergane behandeling bij Compassie (christelijke praktijk voor psychosociale hulpverlening) kunnen in hoger beroep niet aanvullend gevorderd worden, dus in zoverre niet-ontvankelijkverklaring. 21-02-2018
- Gerechtshof Den Haag Vordering om Staat te veroordelen tot betaling van immateriële schadevergoeding (€ 11.840), omdat Staat onrechtmatig zou hebben gehandeld door over te gaan tot tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis van eiser, afgewezen. 06-02-2018
- Gerechtshof Amsterdam Risicoaansprakelijkheid op grond van artikel 6:179 BW voor paard dat vrouw omver heeft gelopen in wei, waardoor de vrouw letsel heeft opgelopen. Anders dan kantonrechter ziet hof geen reden om een deel van de schade voor rekening van de gelaedeerde te laten. 10-10-2017
- Gerechtshof Amsterdam Zevende tussenarrest in zaak over verkeersongeval waarvoor verzekeraar aansprakelijkheid in het algemeen heeft erkend, maar betwist voor wat betreft het verlies aan verdienvermogen. Belangrijkste geschilpunt beslecht: appellant was destijds noch nadien in staat zijn functie als hoofdconducteur uit te oefenen en van hem kon redelijkerwijs niet worden verwacht dat hij ander passend werk zou zoeken. Nadere instructie over schadeomvang. Zie voor eerdere uitspraken in deze zaak PS 2018-0185 en PS 2018-0186. 18-07-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Erkenning van aansprakelijkheid na beroepsongeval en daaropvolgende onderhandelingen over schadevergoeding maken niet dat de verjaring is gestuit. Daarnaast kan enkel debiteur aansprakelijkheid erkennen, niet de schadeverzekeringsmaatschappij. 07-06-2016
- Gerechtshof Amsterdam Zesde tussenarrest in zaak over verkeersongeval waarvoor verzekeraar aansprakelijkheid in het algemeen heeft erkend, maar betwist voor wat betreft het verlies aan verdienvermogen. Verzoek van appellant om deskundigenbericht buiten beschouwing te laten omdat sprake zou zijn van partijdigheid, afgewezen. Zie ook PS 2018-0185 (eerdere deelgeschiluitspraak) en PS 2018-0187 (vervolg). 26-04-2016
- Gerechtshof Amsterdam Deelgeschil. Zaak over verkeersongeval waarvoor verzekeraar aansprakelijkheid in het algemeen heeft erkend, maar betwist voor wat betreft het verlies aan verdienvermogen. Verzoek van verzoeker om de benoemde deskundige drie aanvullende vragen voor te leggen, afgewezen. Verzoeker kan met zijn verzoek niets anders hebben beoogd dan in de procedure ten principale een beslissing te verkrijgen. Daar is de deelgeschilprocedure niet voor bedoeld. Zie voor vervolguitspraken PS 2018-0186 en PS 2018-0187. 18-12-2012
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor het seksueel misbruiken van jonge familieleden van verdachte. Toewijzing immateriële schadevergoedingen aan slachtoffers (€ 15.000 en € 8.250). 27-02-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling vader en partner van vader. Vader vordert enkel vergoeding van materiële schade (toegewezen tot een bedrag van € 1.260,14). Partner vordert onder andere vergoeding van immateriële schade. Toegewezen tot een bedrag van € 7.000. Partner is tot op heden arbeidsongeschikt, maar onduidelijk is of hij blijvend letsel heeft. 23-02-2018
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Echtpaar uit Tubbergen veroordeeld voor het acht jaar lang uitbuiten van een verstandelijk beperkte man van 32 jaar (uitbuiting, vrijheidsberoving, mishandeling). Toewijzing immateriële schadevergoeding van € 40.000 aan slachtoffer. 22-02-2018
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Echtpaar uit Tubbergen veroordeeld voor het acht jaar lang uitbuiten van een verstandelijk beperkte man van 32 jaar (uitbuiting, vrijheidsberoving, mishandeling). Toewijzing immateriële schadevergoeding van € 40.000 aan slachtoffer. 22-02-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door meermalen te steken met een mes in gezicht, hals, borst en bovenlichaam. Gedeeltelijke toewijzing (€ 10.000) immateriële schadevergoeding. Tevens gedeeltelijke toewijzing (€ 5.534,82) materiële schadevergoeding, onder andere bestaande uit kosten voor make-up camouflage en littekencrème. 22-02-2018
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor doodslag na steekpartij in het Oosterpark. Nabestaanden van slachtoffer niet-ontvankelijk in vorderingen tot immateriële schadevergoeding (€ 4.000 p.p.). Huidig wettelijk stelsel voorziet nog niet in de mogelijkheid om affectieschade te vergoeden. Rechter mag niet vooruitlopen op een eventuele door de wetgever door te voeren wijziging. Tevens geen sprake van shockschade. 22-02-2018
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling in een cold-casezaak uit 2001 voor afpersing door twee of meer verenigde personen en poging tot doodslag. Twee benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard. Toewijzing twee derde van vordering immateriële schadevergoeding (€ 2.500) aan derde benadeelde partij. 21-02-2018
- Rechtbank Amsterdam Geen onrechtmatige daad gepleegd jegens eiseres door haar ‘negerin’ te noemen. Verzoek immateriële schadevergoeding (€ 1.000) afgewezen. 19-02-2018
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor straatroof met bedreiging. Geen van de benadeelde partijen ontvankelijk in hun vorderingen tot immateriële schadevergoeding, nu bij geen van hen sprake is van aantoonbaar geestelijk letsel. Enkele verwijzing van de huisarts vanwege het vermoeden van een posttraumatische stressstoornis is daarvoor onvoldoende. 01-02-2018
- Rechtbank Limburg Deelgeschil. Verzoek aan rechtbank om te bepalen dat rugklachten en daaruit voortvloeiende beperkingen van verzoeker in causaal verband staan tot het hem overkomen ongeval, toegewezen. Whiplashjurisprudentie ook toepasselijk op andere gevallen van medisch niet-objectiveerbare klachten. Dat sprake is van pre-existente scoliose betekent niet dat er wel een medische oorzaak is aan te wijzen voor de klachten. Predispositieleer. Maatstaf plausibel klachtenpatroon. 06-12-2017
Antillen
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens V.C. v. Italië. Schending van artikel 3 EVRM: onvoldoende maatregelen getroffen om verzoekster te beschermen tegen kinderprostitutie en groepsverkrachting. 2018-02-01
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens M.A. v. Frankrijk. Schending van artikel 3 EVRM: uitzetting naar Algerije, terwijl verzoeker is veroordeeld voor terroristische misdrijven en om die reden in Algerije een groot risico op mishandeling loopt. 2018-02-01
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ghedir v. Frankrijk. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling door politie bij arrestatie. 2018-02-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Sidiropoulos en Papakostas v. Griekenland. Schending van artikel 3 EVRM: te milde straf voor een politieagent die elektrische schokken gaf tijdens een verhoor. 2018-01-25
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Pihoni v. Albanië. Schending van artikel 3 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek naar mishandeling door politie. 2018-02-13
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Milic e.a. v. Kroatië. Geen schending van artikel 2 EVRM ten aanzien van onderzoek naar moord: het feit dat niet is achterhaald wie de dader is, brengt niet mee dat het onderzoek niet effectief was. 2018-01-25
- Hof van Justitie van de Europese Unie Pawel Hofsoe v. LVM Landwirtschaftlicher Versicherungsverein Münster AG. 2018-01-31
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Portu Juanenea en Sarasola Yarzabal v. Spanje. Schending van artikel 3 EVRM: Supreme Court heeft bij het oordelen over de gestelde mishandeling door de politie niet overwogen of het gebruik van geweld door de politie bij de arrestatie noodzakelijk en proportioneel was en of de meest ernstige verwondingen toe te rekenen waren aan de politieagenten die verantwoordelijk waren voor de detentie en supervisie. 2018-02-13