Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2018
Uitspraken van 28-02-2018 tot 05-03-2018
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Onrechtmatige daad begrafenisondernemer door stoffelijke overschotten te verwisselen. Smartengeldvordering toewijsbaar aan erven?
Het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten wordt voor de vraag gesteld of een begrafenisondernemer een onrechtmatige daad dan wel wanprestatie heeft gepleegd door een verkeerd stoffelijk overschot naar de erven van de overledene in Amerika te zenden. Het Gerecht (PS 2018-0182) gaat ervan uit dat de verwisseling van de stoffelijke overschotten moet hebben plaatsgevonden bij de begrafenisonderneming en niet, zoals de begrafenisonderneming stelt, is veroorzaakt door een fout van de luchtvervoerder die de stoffelijke overschotten naar Amerika heeft vervoerd. Het Gerecht heeft hierbij gelet op het feit dat het stoffelijk overschot dat de erven hebben ontvangen de kleding van de overledene droeg, dat dit stoffelijk overschot haar sieraden nog droeg terwijl de overledene geen sieraden meer droeg na haar overlijden en dat de juiste documentatie van de overledene op de kist van het door de erven ontvangen stoffelijke overschot aanwezig was. Het Gerecht oordeelt dat de begrafenisonderneming daarom onrechtmatig heeft gehandeld jegens de erven en dat zij tevens is tekortgeschoten in de uitvoering van haar verbintenis tot zorgvuldig beheer van het stoffelijk overschot. De smartengeldvordering die de erven als zodanig instellen kan volgens het Gerecht niet worden toegewezen, nu de vordering wegens immaterile schade geen deel van de nalatenschap kan zijn. Deze vordering zou mogelijk wel kunnen worden toegewezen als de erven in eigen naam een vordering tot smartengeld zouden instellen en specificeren waarop die vordering is gebaseerd. Het Gerecht verwijst de zaak hiervoor naar de rolzitting.

Deelgeschil: causaal verband tussen ongeval en klachten. Whiplashjurisprudentie ook toepasselijk in andere gevallen van medisch niet-objectiveerbare klachten?
Verzoeker is in 2012 slachtoffer geworden van een verkeersongeval waarbij hij werd aangereden door een van opzij komende auto, die werd bestuurd door een verzekerde van Achmea. Achmea heeft aansprakelijkheid erkend voor de schade van verzoeker.
Partijen zijn het oneens over de vraag of sprake is van een causaal verband tussen de klachten van verzoeker en het hem overkomen ongeval. Er is geen sprake van medisch objectiveerbare klachten, maar wel staat vast dat verzoeker sinds het ongeval rugklachten ondervindt, die hij voorafgaand het ongeval nooit heeft ondervonden. De rechtbank (PS 2018-0181) oordeelt dat de maatstaf van een plausibel klachtenpatroon is ontwikkeld in whiplashzaken, maar dat deze evengoed toepassing kan vinden in zaken waarin andersoortige medische klachten bestaan waarvoor geen objectief-medische oorzaak is aan te wijzen. De rechtbank verwerpt de stelling van Achmea dat wel degelijk sprake is van een objectief-medische (mede)oorzaak, te weten de bij verzoeker vastgestelde pre-existente scoliose. De rechtbank betrekt bij dit oordeel de predispositieleer. De rechtbank gaat voorts voorbij aan de stelling van Achmea dat de scoliose ook de enige oorzaak van de rugklachten zou kunnen zijn, nu de rechtbank dit scenario erg onaannemelijk acht. De rechtbank past daarom de maatstaf van een plausibel klachtenpatroon toe en komt tot de conclusie dat bij verzoeker sprake is van rele klachten die na het ongeval zijn ontstaan en waarvoor geen aanwijzingen bestaan dat ze ingebeeld, voorgewend of overdreven zijn.

Ongeval motorrijder bij klinkerstrook in wegdek. Regresvordering van UWV jegens gemeente: omkering bewijslast of verzwaarde motiveringsplicht van gemeente? Gevaar door betonnen bermbeschermers? Hoge Raad: artikel 81 lid 1 RO.
De Hoge Raad (PS 2018-0146) verwerpt het cassatieberoep in de zaak waar het hof geen aanleiding zag de bewijslast om te keren. Het gaat in deze zaak om een ernstig eenzijdig ongeval dat een motorrijder is overkomen in de gemeente Amsterdam, als gevolg waarvan hij ernstig blijvend letsel heeft opgelopen. De motorrijder is ten val gekomen ter hoogte van een trens (een tijdelijke, met klinkers bestrate opbreking van het wegdek) en met een betonnen bermbeschermer in aanraking gekomen. Hij is arbeidsongeschikt geraakt en ontvangt sindsdien een uitkering. Het UWV wil het bedrag van de uitkeringen die het sinds het ongeval aan de benadeelde heeft verstrekt, verhalen op de gemeente. Het UWV heeft daartoe gesteld dat de trens (door zijn vorm en diepte) en de betonnen bermbeschermers een zodanig gevaarlijke situatie opleverden, dat de gemeente deze niet had mogen laten voortbestaan. Daarbij stelt het UWV in een onredelijk zware bewijspositie te zijn gebracht, doordat de trens daags na het ongeval is geasfalteerd, zodat onderzoek niet meer mogelijk was. In dit verband bepleit het UWV enige bewijsrechtelijke tegemoetkoming. Het hof heeft daartoe geen aanleiding gezien en vervolgens de vorderingen afgewezen, omdat het UWV niet in het bewijs van zijn stellingen is geslaagd. Het UWV komt hiertegen in cassatie op en klaagt er in dit verband (onder meer) over dat in casu de bewijslast niet is omgekeerd en de gemeente evenmin is belast met een verzwaarde motiveringsplicht ter zake van haar betwisting van de stellingen van het UWV. Het oordeel van het hof dat het UWV niet in het bewijs van zijn stellingen omtrent het bestaan van een gevaarlijke situatie is geslaagd, is volgens het UWV tevens onbegrijpelijk. De conclusie van de advocaat-generaal (ECLI:NL:PHR:2017:1427) strekt tot verwerping van het cassatieberoep; de Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep (artikel 81 lid 1 RO; geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling).


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates

Hof

Rechtbank

Antillen

Uitspraken zonder ECLI