Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Beroep op proportionele aansprakelijkheid door dochter en weduwe van overleden schilder slaagt.
De vader van appellante was werkzaam als onderhoudsschilder. Begin 2000 werden bij hem kwaadaardige tumoren in de long en in de blaas alsmede uitzaaiingen ontdekt. In 2001 is de schilder overleden. In 2000 heeft de schilder zijn werkgever aansprakelijk gesteld voor de door de ziekte geleden schade. Gedurende zijn dienstverband zou hij gewerkt hebben met producten die aromatische amines bevatten, die in verband zijn gebracht met urotheelkanker. In deze procedure vorderen de dochter en weduwe van de schilder vergoeding van schade zoals bedoeld in artikel 6:107 en 6:108 BW. In 2013 heeft de Hoge Raad de zaak terugverwezen naar het hof. Appellante heeft als bezwaar tegen eerdere deskundigenberichten aangevoerd dat bij het bepalen van de kans dat de kanker door de schilderwerkzaamheden zijn veroorzaakt, uitsluitend is gekeken naar groepsniveau en dat er niet, althans onvolledig, een vertaling naar het individuele causaliteitsniveau is gemaakt. Het hof (PS 2019-0374) gaat niet mee met de bezwaren en is het eens met de deskundige dat de kans niet preciezer bepaald kan worden. Een en ander brengt naar het oordeel van het hof mee dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker en te onbepaald is voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Het causaal verband (csqn) tussen de blootstelling en de gezondheidsschade kan al met al niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Het beroep van appellante op proportionele aansprakelijkheid slaagt; appellante maakt aanspraak op gedeeltelijke schadevergoeding door de werkgever.
Moslimvrouw door letsel aan preponderante rechterhand meer dan gemiddeld getroffen.
Zaak uit 1996 (publicatie maart 2019). Bij een ongeval heeft appellante de middel- en ringvinger van haar rechterhand (gedeeltelijk) verloren. Het toe te wijzen bedrag ter zake van immaterieel nadeel wordt door de rechtbank (PS 2019-0352) ex aequo et bono vastgesteld op f 30.000. Daarbij neemt zij in aanmerking de aard en grondslag van de aansprakelijkheid van gentimeerde, het feit dat appellante zelf geen rechtens relevante schuld treft, en voorts de gevolgen die het ongeval voor appellante met zich heeft gebracht, te weten het letsel, de daaropvolgende volledige arbeidsongeschiktheid gedurende bijna zes jaar, het operatief ingrijpen in 1982, alsmede de noodzaak tot jarenlange en frequente poliklinische controle. Bovendien betrekt de rechtbank in haar afweging dat appellante ten tijde van het ongeval 37 jaar oud en rechtshandig was, en kent zij tevens gewicht toe aan de omstandigheid dat appellante als moslimvrouw door de verminking van haar rechterhand meer dan gemiddeld is getroffen, nu vaststaat dat die hand naar in het sociaal milieu van appellante geldende religieuze maatstaven een preponderante positie inneemt ten opzichte van de onrein geachte linkerhand.
Sport- en spelsituatie in Smland van Ikea.
Eisers (ouders van de minderjarige met letsel) verwijten Ikea dat er, toen zij hun 3-jarige dochter achterlieten in de speelomgeving van Ikea, Smland, onvoldoende toezicht werd gehouden omdat er slechts n medewerker aanwezig was. Tijdens het inschrijven van een vierde kind had deze medewerker geen toezicht op de andere drie spelende kinderen. Er is daardoor een onbewaakt moment ontstaan waarin de minderjarige door een ander meisje is geduwd en in de ballenbak is gevallen. Als gevolg van die val heeft de minderjarige haar been gebroken. De ouders houden Ikea op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de (verplaatste) schade die zij en de minderjarige geleden hebben. In een tussenuitspraak heeft de rechtbank (PS 2019-0348) geoordeeld dat Ikea haar zorgplicht niet heeft geschonden. Niet is gebleken dat een geschreven of ongeschreven norm bestond waaruit blijkt dat er minimaal twee toezichthouders vereist zijn bij een groepje van drie kinderen in de leeftijd van 3 tot en met 5 jaar. Ook is de ballenbak niet gebrekkig. De ouders vorderen tevens dat Ikea hen de gegevens van de ouders van het duwende meisje verstrekt, zodat zij hen aansprakelijk kunnen stellen voor het letsel. De rechtbank bekijkt de videobeelden van het incident om te beoordelen of de ouders een rechtmatig belang hebben bij hun vordering tot inzage. Uit de videobeelden maakt de rechtbank op dat het duwende meisje een jongetje in de ballenbak heeft geduwd. Het jongetje is op het been van minderjarige, die al in de ballenbak zat, terechtgekomen. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een sport- en spelsituatie. Onderdeel van het spel bij/in de ballenbak is onder andere dat je erin kunt springen. De duw van het meisje wordt geacht onderdeel uit te maken van het spel bij/in de ballenbak. De omstandigheid dat de minderjarige door de duw van het andere meisje en vervolgens de val van het jongetje op de minderjarige letsel heeft opgelopen, is dan ook een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Van onrechtmatig handelen van het duwende meisje jegens de minderjarige is geen sprake geweest. De ouders van het duwende meisje zijn niet aansprakelijk. De ouders van de minderjarige hebben derhalve geen rechtmatig belang bij inzage. De vorderingen worden afgewezen.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Janou Kempkes
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
N.G. Blokland, Aansprakelijkheid voor het verlies van een kans in medische zaken. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar kansschade en loss of a chance als oplossing voor een onzeker oorzakelijk verband, Weert: Celsus juridische uitgeverij 2019.
In dit boek gaat de auteur (advocaat bij Nysingh) in op een belangrijk alternatief: het leerstuk van het verlies van een kans, of kansschade. Dit ziet op situaties waar onzekerheid bestaat over de hypothetische vraag of de patint beter af was geweest indien de arts de fout niet had gemaakt. Voordeel van deze benadering is dat het partijen tegemoetkomt om toch enige schade vergoed te krijgen wanneer het oorzakelijk verband niet direct valt aan te tonen. De auteur onderzoekt de praktijk en de wenselijkheid van het leerstuk van het verlies van een kans voor het Nederlandse medische aansprakelijkheidsrecht.
Hoge Raad
- Hoge Raad Strafrecht. Conclusie advocaat-generaal over motivering hof betreffende toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet gevoegd. Het hof heeft miskend dat de voeging in hoger beroep slechts van rechtswege voortduurde ten aanzien van het gevorderde bedrag. Het hof heeft de vordering voorts ten onrechte toegewezen tot een hoger bedrag dan door de rechtbank was bepaald. Zie ook PS 2019-0369 en PS 2019-0371. 19-02-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Conclusie advocaat-generaal over motivering hof betreffende toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet gevoegd. Het hof heeft miskend dat de voeging in hoger beroep slechts van rechtswege voortduurde ten aanzien van het gevorderde bedrag. Het hof heeft de vordering voorts ten onrechte toegewezen tot een hoger bedrag dan door de rechtbank was bepaald. Zie ook PS 2019-0369 en PS 2019-0370. 19-02-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Conclusie advocaat-generaal over motivering hof betreffende toewijzing van de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet gevoegd. Het hof heeft miskend dat de voeging in hoger beroep slechts van rechtswege voortduurde ten aanzien van het gevorderde bedrag. Het hof heeft de vordering voorts ten onrechte toegewezen tot een hoger bedrag dan door de rechtbank was bepaald. Zie ook PS 2019-0370 en PS 2019-0371. 19-02-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Ingevolge artikel 413 lid 2 Sv dient aan de benadeelde partij schriftelijk te worden medegedeeld op welke dag de zaak ter terechtzitting in hoger beroep zal worden behandeld. De strekking van dit wettelijk voorschrift is dat de benadeelde partij in de gelegenheid wordt gesteld de behandeling van haar vordering in hoger beroep bij te wonen, teneinde aldaar haar belangen te kunnen behartigen. 14-10-1997
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De werkgever van een overleden schilder is proportioneel aansprakelijk (wegens blootstelling aan gevaarlijke stoffen) en dient schade als bedoeld in artikel 6:107 en 6:108 BW aan de dochter van de schilder te vergoeden. Zie ook PS 2019-0375 t/m PS 2019-0382. 05-03-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Arbeidsrecht. Toewijzing van billijke vergoeding van € 20.000. Het hof ziet geen aanleiding om de in de billijke vergoeding begrepen compensatie voor het immateriële nadeel uit te drukken in een afzonderlijk bedrag. De billijke vergoeding moet als een totaalbedrag worden gezien, waarin alle omstandigheden zijn verdisconteerd, en waarvan de hoogte zich verder moeilijk nauwkeurig(er) laat motiveren. 28-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor mensenhandel en ontuchtige handelingen met een minderjarige. Verdachte heeft een 14-jarige gedwongen tot betaalde seks voor het eigen financieel gewin. Aan de benadeelde partij wordt € 17.500 ter vergoeding van immateriële schade toegewezen. 28-02-2019
- Gerechtshof Den Haag Arbeidsrecht. Het hof stelt in een tussenarrest prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de omvang van het verhaalsrecht ex artikel 6:107a BW. 26-02-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Schadevergoeding wegens inbraak. Vordering van € 6.128,50 aan materiële en € 350 aan immateriële schadevergoeding. Het hof laat appellant toe om tegenbewijs te leveren. Het hof houdt iedere beslissing aan. 26-02-2019
- Gerechtshof Den Haag De stichtingen Women on Waves en Proefprocessenfonds Clara Wichmann, de vereniging EVAA en acht afzonderlijke artsen vorderen dat de Staat aan huisartsen, apothekers en groothandels een bericht stuurt dat het voorschrijven, ter hand stellen en leveren van de abortuspil niet strafbaar is. Subsidiair vorderen zij verklaring voor recht dat Staat onrechtmatig handelt. Het hof kan niet vaststellen dat de uitlatingen van de Staat onrechtmatig zijn omdat de reikwijdte van artikel 296 Sr niet duidelijk is. 12-02-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof gelast een comparitie waarin de bevindingen van de deskundige ten aanzien van de zorgplicht aan de orde gesteld zullen worden. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0381. 14-08-2018
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Bepaling aanvullend voorschot deskundige. Het hof bepaalt dat de deskundige zijn onderzoek voort zal zetten. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0380 en PS 2019-0382. 10-10-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof stelt vast dat partijen het niet eens zijn over hoe het hof het deskundigenbericht (dat de kans dat de kanker door het werk als schilder bij werkgever is veroorzaakt tussen de 14,7% en 32,3% bedraagt) dient uit te leggen en ook kanttekeningen plaatsen bij het onderzoek. Er wordt een comparatie gelast waarbij aan de deskundige mondelinge toelichting gevraagd zal worden. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0379 en PS 2019-0381 t/m PS 2019-0382. 17-01-2017
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof stelt partijen in de gelegenheid om memories te nemen na het deskundigenbericht. Daarbij kunnen zij zich ook nader uitlaten over de afbakening ten behoeve van het te verrichten onderzoek ten aanzien van de zorgplicht. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0378 en PS 2019-0380 t/m PS 2019-0382. 12-04-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof beveelt dat er een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de grootte van de kans dat de gezondheidsklachten van de overleden vader van appellante kunnen zijn veroorzaakt door de blootstelling aan gevaarlijke stoffen alsmede naar de door partijen geformuleerde vragen. Een klinisch arbeidsgeneeskundige wordt aangesteld. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0377 en PS 2019-0379 t/m PS 2019-0382. 02-02-2016
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. De beoogde deskundige is vijf jaar met pensioen. Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over een andere deskundige. Zie ook PS 2019-0374 t/m PS 2019-0376 en PS 2019-0378 t/m PS 2019-0382. 17-11-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof stelt vast dat (partij)deskundigen uiteenlopende oordelen geven over de grootte van de kans dat de gezondheidsklachten van de overleden vader van appellante kunnen zijn veroorzaakt door de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. De grootte van die kans moet nader onderzocht worden. Zie ook PS 2019-0374, PS 2019-0375 en PS 2019-0377 t/m PS 2019-0382. 07-07-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Tussenarrest. Schilder overleden aan blaaskanker. Het hof gelast een comparitie van partijen. Zie ook PS 2019-0374 en PS 2019-0376 t/m PS 2019-0382. 17-03-2015
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Botsing tussen Volkswagen (met eiser als bestuurder) en vrachtwagen is veroorzaakt doordat de vrachtwagen van rijbaan wisselde, niet doordat de Volkswagenbestuurder de macht over het stuur verloor. Vrachtwagenchauffeur aansprakelijk voor het overlijden van de partner van eiser. Verwijzing naar schadestaatprocedure. 06-03-2019
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Tijdens een date doet een man GHB in het drankje van slachtoffer, waarna hij haar in zijn auto verkracht en aanrandt. Van de gevorderde € 20.000 aan immateriële schadevergoeding wordt € 7.000 toegewezen. 28-02-2019
- Rechtbank Limburg Geen onrechtmatige daad in sport- en spelsituatie van minderjarige kinderen in Ikea, waarbij een minderjarige een beenbreuk heeft opgelopen. De ouders van het duwende meisje zijn niet aansprakelijk, zodat de ouders van de minderjarige met letsel geen rechtmatig belang hebben bij inzage in de persoonsgegevens van de ouders. Zie ook PS 2019-0346 en PS 2019-0347. 27-02-2019
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling voor mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg door met een mes de benadeelde een diepe steekwond te bezorgen. De rechtbank schat de omvang van de immateriële schade op € 5.000. 25-02-2019
- Rechtbank Limburg Afwikkeling letselschade. Gedaagde is als passagier achterop een bromfiets betrokken geweest bij een aanrijding met een auto en heeft hier letsel aan overgehouden. Gedaagde en UVM Verzekeringsmaatschappij twisten over de vraag in hoeverre de conditie van gedaagde is veroorzaakt door het ongeval. Partijen worden in staat gesteld zich uit te laten over een uit te brengen deskundigenbericht. 20-02-2019
- Rechtbank Rotterdam Gedaagden zijn betrokken geweest bij verkeersongeval. Eiseres trad op als letselschaderegelaar, gedaagden zijn overgestapt naar andere gemachtigde. Verzekeraar Achmea is daarom niet bereid geweest declaraties van eiseres betreffende buitengerechtelijke kosten te betalen. De rechtbank wijst de vordering om het bedrag te verhalen op gedaagden af; de declaraties doorstaan de dubbele redelijkheidstoets niet. 08-02-2019
- Rechtbank Limburg Tussenuitspraak inzake kwestie of Ikea dan wel de ouders van het duwende meisje aansprakelijk zijn voor het letsel dat een minderjarige in Smaland heeft opgelopen nadat zij was geduwd. De rechtbank acht het nodig om een video-opname van de betreffende dag te bekijken om vast te stellen of sprake was van onrechtmatig handelen van het duwende meisje. Ikea dient de video te deponeren bij de rechtbank. Niet is gebleken dat Ikea haar zorgplicht heeft geschonden. Zie ook PS 2019-0346 en PS 2019-0348. 15-08-2018
- Rechtbank Limburg Tussenuitspraak inzake kwestie of Ikea aansprakelijk is voor het letsel dat een minderjarige in Smaland heeft opgelopen nadat zij was geduwd door een andere minderjarige. De rechtbank gelast een comparitie. Zie ook PS 2019-0347 en PS 2019-0348. 15-11-2017
- Rechtbank Overijssel Bij vaststelling van de immateriële schadevergoeding voor letsel aan de rechterhand kent de rechtbank gewicht toe aan de omstandigheid dat appellante als moslimvrouw door de verminking van haar rechterhand meer dan gemiddeld is getroffen, nu vaststaat dat die hand – naar in het sociaal milieu van appellante geldende religieuze maatstaven – een preponderante positie inneemt ten opzichte van de onrein geachte linkerhand. 28-08-1996
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Patsaki e.a. v. Griekenland. Schending van artikel 2 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek verricht naar de omstandigheden rondom het overlijden van een gevangene. Aan echtgenote en dochter dient € 15.000 smartengeld betaald te worden, aan moeder en broers € 13.000. 2019-02-07
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Güzelyurtlu e.a. v. Cyprus en Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: geen effectief onderzoek naar de moord op familieleden van verzoekers door gebrekkige samenwerking tussen Cyprus en Turkije. Beide landen dienen € 8.500 aan smartengeld te betalen. 2019-01-29
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Gablishvili e.a. v. Georgië. Schending van artikel 3 EVRM. 2019-02-21
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ilgiz Khalikov v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM: gevangene geraakt door verdwaalde kogel die werd afgeschoten door politieagent om te voorkomen dat gevangenen zouden ontsnappen. Veroordeling tot betaling van € 20.000 aan smartengeld. 2019-01-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Oney v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: medische fout. De dochter van verzoekers is overleden als gevolg van een overdosis aan verdovingsmiddel dat voor een operatie was toegediend. Veroordeling tot betaling van € 20.000 aan smartengeld aan verzoekers gezamenlijk. 2019-01-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Fernandes de Oliveira v. Portugal. Psychiatrisch patiënt heeft zelfmoord gepleegd. Schending van artikel 2 EVRM: duur van nationale procedure waarin zijn moeder schadevergoeding heeft gevorderd. Geen schending materiële zijde van artikel 2 EVRM. 2019-01-31
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Kanal v. Turkije. Schending van artikel 8 EVRM: medische fout tijdens operatie waarbij prostaat werd verwijderd. 2019-01-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Cordella e.a. v. Italië. Schending van artikel 8 EVRM: uitstoot van giftige stoffen door staalwerkplaats heeft negatief effect op gezondheid omwonenden. Geen maatregelen getroffen om gezondheid te beschermen. Vaststellen schending voldoende; geen smartengeld. Veroordeling tot betaling van € 5.000 aan proceskosten per verzoeker. 2019-01-24
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Utvenko en Borisov v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek verricht naar mishandeling door celgenoten. Veroordeling tot betaling van € 22.200 respectievelijk € 15.000 smartengeld. 2019-02-05
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Knox v. Italië. Schending van artikel 3 EVRM: geen onderzoek verricht naar gestelde mishandeling tijdens verhoor. Het EHRM veroordeelt Italië tot betaling van € 10.400 aan smartengeld. 2019-01-24
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Gjini v. Serbia. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling in gevangenis door celgenoten en uitblijven van een effectief onderzoek naar die mishandeling. 2019-01-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ebru Dincer v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: geen effectief onderzoek verricht naar oorzaak van brand. Veroordeling tot betaling van € 20.000 aan smartengeld. 2019-01-29
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Algül v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek verricht naar omstandigheden rondom overlijden van familielid van verzoekers tijdens militaire dienst. Schending, maar geen schadevergoedingsvordering. 2019-02-05