Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2019
Uitspraken van 21-05-2019 tot 27-05-2019
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Annotatie
Graag wijzen wij u op de volgende verschenen annotatie:

Annotatie J.G. (Jasper) Keizer bij Rechtbank Zwolle 28 augustus 1996, ECLI:NL:RBZWO:1996:AD2599: in hoeverre kan en mag de rechter bij de bepaling van de hoogte van het smartengeld rekening houden met de bijzondere persoonlijke gevolgen van letsel op het leven van de benadeelde?
Bij de begroting van het smartengeld houdt de rechtbank (PS 2019-0352) in het bijzonder rekening met de omstandigheid dat de benadeelde als moslimvrouw door de verminking van haar rechterhand meer dan gemiddeld is getroffen, omdat die hand volgens de voor het slachtoffer geldende religieuze maatstaven een bijzondere positie inneemt ten opzichte van de onrein geachte linkerhand. Dit onderwerp staat centraal in de annotatie die u hier kunt lezen.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Geleden ongemak als schadepost?
Woningbrand veroorzaakt door gevaarzettend handelen van gentimeerde, door zonder toezicht pannen op het vuur te laten staan. De rechtbank heeft een gevorderde schadepost van 10.000 als immaterile schadevergoeding afgewezen. Appellanten voeren aan dat het niet gaat om immaterile schadevergoeding, maar om geleden ongemak (tijdsbesteding in verband met de brand/herbouw) en om verlies van diverse erfstukken. Zij verwijzen ook naar het deskundigenrapport waarin de deskundige adviseert om een vergoeding van 10.000 toe te kennen, omdat appellanten aanzienlijke tijd hebben moeten besteden om een en ander te organiseren. Het hof (PS 2019-0750) oordeelt met de rechtbank dat geen plaats is voor vergoeding van het gevorderde bedrag. Het omschreven geleden ongemak verstaat het hof als een vorm van immaterile schade die op de voet van artikel 6:106 BW niet voor toewijzing in aanmerking komt; geleden ongemak levert daarvoor onvoldoende grond(slag) op. Voor zover appellanten stellen dat ook sprake is van verlies van diverse erfstukken, hebben zij deze erfstukken niet enige waarde toegekend en aldus hun vordering op dit punt niet onderbouwd, voor zover de vordering ziet op het emotionele belang van die (erf)stukken geldt hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen over de immaterile schadevergoeding.

Schadevordering na strafrechtelijke veroordeling voor mishandeling.
Letselschade na cafruzie. Appellant is strafrechtelijk veroordeeld voor mishandeling. Het door appellant gevoerde verweer gegrond op noodweerexces is afgewezen. Gentimeerde heeft gevorderd voor recht te verklaren dat appellant onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. Hij vordert schadevergoeding, al dan niet in de vorm van een voorschot, van 100.000 en de zaak ter vaststelling van de overige schade naar de schadestaatprocedure te verwijzen. Het hof (PS 2019-0749) stelt voorop dat op grond van het bepaalde in artikel 161 Rv een in kracht van gewijsde gegaan op tegenspraak gewezen vonnis waarbij de Nederlandse strafrechter bewezen heeft verklaard dat iemand een feit heeft begaan, dwingend bewijs oplevert van dat feit. Tegen deze bewezenverklaring staat weliswaar de mogelijkheid van tegenbewijs open, maar het hof ziet onvoldoende aanleiding appellant daartoe in de gelegenheid te stellen. Het hof verwerpt het beroep van appellant op uitlokking. Noodweer (in strafrechtelijke zin) kan niet worden aangenomen, nu geen sprake was van een noodzakelijke verdediging, terwijl anders handelen door appellant mogelijk was. Van een rechtvaardigingsgrond in de zin van artikel 6:162 lid 2 BW, die het onrechtmatig karakter van het handelen van appellant zou wegnemen, is om die reden evenmin sprake. Wel is sprake van eigen schuld aan de zijde van gentimeerde. Het hof ziet dan ook reden dertig procent van de schade voor rekening van gentimeerde te laten. Naar het oordeel van het hof is er geen reden op grond van de billijkheid tot een andere verdeling te komen. Het hof acht 1.000 smartengeld redelijk.

Billijke vergoeding na structureel overwerk.
Arbeidsrecht. Werkgever PVV heeft geen adequate maatregelen getroffen om werkdruk in verband met structureel overwerk van een senior persvoorlichter te verlichten. Met de billijke vergoeding dient appellante te worden gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van de PVV in verband met haar overbelasting met de dubbele piketdiensten, waarmee het hele geschil is begonnen en verder is gescaleerd. De billijke vergoeding strekt mede tot genoegdoening voor het ernstig verwijtbaar handelen en dient ook als middel om de PVV te wijzen op de noodzaak dat gedrag in eventuele volgende gevallen aan te passen. Zo oordeelt de rechtbank (PS 2019-0757).


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Janou Kempkes
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

AG over prejudicile vragen over de Groninger aardbevingsschade, NJB 2019/1126.
Naar aanleiding van prejudicile vragen die de Rechtbank Noord-Nederland aan de Hoge Raad heeft gesteld in een zaak over Groninger aardbevingsschade, heeft advocaat-generaal Wattel op 10 mei een omvangrijk advies uitgebracht. De prejudicile vragen gaan over het bestaan en omvang van aansprakelijkheid voor materile en immaterile schade als gevolg van gaswinning in het Groningerveld. Dit artikel geeft een overzicht van een aantal vragen en antwoorden.

P. Broere, De Claimcode 2019, Ondernemingsrecht 2019/71.
Op 4 maart 2019 presenteerde de Commissie Claimcode de nieuwe Claimcode. De Claimcode 2019 bevat regels voor belangenorganisaties in massaschadezaken en vervangt de oorspronkelijke Claimcode, die uit 2011 stamt. Herziening en aanvulling van de Claimcode bleek nodig na belangrijke ontwikkelingen op het gebied van collectieve procedures in de afgelopen jaren. De nieuwe Claimcode dient de bevordering van kwaliteit en transparantie van belangenorganisaties via zelfregulering, en kwam tot stand na evaluatieonderzoek, aan de hand van een reeks consultaties. In deze bijdrage bespreekt de auteur de meest in het oog springende veranderingen in de Claimcode.

C.J. Frikkee, De billijke vergoeding na de Hoge Raad inzake New Hairstyle; een Pyrrusoverwinning, annotatie bij Hof s-Hertogenbosch 14-02-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:516, Tijdschrift Recht en Arbeid 2019/48.
De beschikking van de Hoge Raad inzake New Hairstyle heeft destijds veel stof doen opwaaien en is door meerdere auteurs becommentarieerd. Menig arbeidsrechtjurist was dan ook benieuwd naar de uiteindelijke ontknoping bij het Hof s-Hertogenbosch. Tot welke billijke vergoeding zou het verwijzingshof komen, na de aanwijzingen van de Hoge Raad over de wijze waarop de hoogte van de billijke vergoeding moet worden bepaald? Het antwoord op deze vraag liet een kleine twee jaar op zich wachten en moet voor de betrokken kapster zeer teleurstellend zijn.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank