Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
RIVM: Elk jaar verliezen circa 280 mensen lichaamsdelen tijdens werkzaamheden met machines; een verdiepend onderzoek.
Openbaar Ministerie start rechtszaak tegen MH17-verdachten?
EU-landen en autofabrikanten delen informatie voor meer verkeersveiligheid.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Automobilist doet geslaagd beroep op overmacht.
Een automobilist heeft een fietser aangereden die op de autorijbaan tegen het verkeer in fietste. De fietser liep hierbij ernstig letsel op. Vivat (WAM-verzekeraar van de automobilist) heeft hierna de bonus-maluskorting van de automobilist verlaagd, schadevrije jaren verminderd en de premie verhoogd. De automobilist beroept zich op overmacht en vordert dat Vivat de opgebouwde schadevrije jaren herstelt en te veel betaalde premie terugbetaald. Gelet op de verkeerssituatie en de omstandigheden ter plaatse concludeert de kantonrechter (PS 2019-0825) dat het zo onwaarschijnlijk was dat een fietser zich op die plek zou bevinden, dat de automobilist met deze gedraging (fout) geen rekening hoefde te houden. Voorts maakt de omstandigheid dat hij (nog) bezig was met het maken van de bocht, dan wel deze net had afgerond, dat de automobilist onmogelijk tijdig heeft kunnen anticiperen op de plots tegemoetkomende fietser. Van de automobilist kon redelijkerwijs ook niet verwacht worden dat hij langer naar rechts was blijven kijken om te controleren of daar vandaan verkeer kwam, zoals Vivat aanvoert. De automobilist diende immers rekening te houden met de veel plausibelere mogelijkheid dat van links verkeer kwam. Bovendien is voldoende gesteld dat hij in ieder geval vr het maken van de bocht zowel naar links als naar rechts heeft gekeken, omdat vanwege het tijdelijk omgelegde fietspad van beide richtingen verkeer kon komen. Tot slot kan in de snelheid waarmee hij reed evenmin een verwijt aan zijn zijde worden gevonden. De kantonrechter wijst de vordering toe.
Ouders vermoorde studente krijgen vergoeding shockschade.
Strafrecht. Ex-vriend steekt Utrechtse studente dood in haar woning. Veroordeling voor moord en belaging. De vader, moeder en broer van het slachtoffer voegen zich als benadeelde partij. De vordering zowel de vader als moeder wegens immaterile schade wordt door de rechtbank (PS 2019-0833) begroot voor ieder een bedrag van 30.000. Uit de slachtofferverklaring van de moeder blijkt dat zij het ontzettend moeilijk heeft gevonden dat zij het lichaam van haar dochter al die tijd niet heeft mogen zien of aanraken. Toen haar ouders eindelijk bij hun dochter mochten, werden zij ook al waren haar vele verwondingen afgedekt met huidkleurige tape geconfronteerd met haar zwaargehavende lichaam. Zowel bij de vader als de moeder is als gevolg van de directe confrontatie met de ernstige gevolgen van de moord op hun dochter PTSS gediagnostiseerd. Zij zijn daarvoor onder behandeling van (onder meer) een psycholoog. De rechtbank gaat ervan uit dat de ouders als gevolg van deze confrontatie langdurig ernstige klachten zullen ondervinden, en voor de verwerking van de traumatische gebeurtenissen langdurig zullen worden behandeld. De rechtbank is ervan overtuigd dat de dood van het slachtoffer ook op het leven van haar broer een desastreuze invloed heeft gehad, maar bij zijn vordering ontbreekt een nadere schriftelijke onderbouwing van een psychisch erkend ziektebeeld. Dit vraagt om nader en aanvullend onderzoek, maar omdat dit een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren wordt zijn vordering niet-ontvankelijk verklaard.
Dochter doodgestoken vader krijgt vergoeding shockschade.
Strafrecht. Conclusie advocaat-generaal over beroep op noodweer(exces) naar aanleiding van een doodslag en vordering benadeelde partij wegens shockschade. Verdachte heeft het slachtoffer met een mes meerdere malen gestoken als gevolg waarvan het slachtoffer is komen te overlijden. De dochter van het slachtoffer heeft zich gevoegd als benadeelde partij en heeft 35.000 toegewezen gekregen wegens shockschade. Zij was ten tijde van het misdrijf 13 jaar en heeft moeten zien hoe haar vader, met wie zij een goede band had, met een mes werd aangevallen. Vervolgens heeft zij naast haar bloedende/stervende vader op straat gezeten. Ten gevolge hiervan is zij gediagnosticeerd met het posttraumatisch stresssyndroom. In cassatie wordt de omvang van de toegewezen vergoeding voor shockschade bestreden. De advocaat-generaal (PS 2019-0835) concludeert tot verwerping van het beroep. De raadsman van de verdachte heeft slechts aangevoerd dat de stijgende tendens in de toegekende bedragen zoals die volgens hem naar voren komt uit een tweetal uitspraken, echt moet worden bekeken in een civiele procedure. Enige inhoudelijke onderbouwing waarom dit niet zou kunnen plaatsvinden in een strafvorderlijke procedure, vindt de advocaat-generaal daarin niet terug. Ook ontbreekt enig verweer waarom het gevorderde bedrag van 35.000, gelet op de duur en de intensiteit van het letsel en de verwachting ten aanzien van het herstel, te hoog zou zijn. De motivering van het hof komt de advocaat-generaal niet onbegrijpelijk voor.
Officier van dienst schiet soldaat dood, vader verzoekt schadevergoeding (Mirzoyan/Armenia).
Mensenrechten. De officier van dienst verweet een soldaat dat hij zonder toestemming was binnengekomen en op slippers liep in plaats van legerschoeisel. Hoewel de soldaat zijn fout toegaf en probeerde de ruimte te verlaten, schold de officier hem uit en duwde hem tegen de muur. Vervolgens richtte hij zijn geweer op het hoofd van de soldaat en schoot waarna deze in het ziekenhuis overleed. De vader stelt dat Armeni gefaald heeft het recht op leven van zijn zoon te beschermen en klaagt over de onmogelijkheid zijn immaterile schade (verzoekt 300.000) vergoed te krijgen. Het EHRM (PS 2019-0836) is bereid te aanvaarden dat, in de bijzondere omstandigheden van de onderhavige zaak, de tuchtprocedure tegen de bevelhebbers van de militaire eenheid een erkenning door de binnenlandse autoriteiten betekende van de schending van de positieve verplichting om het recht op leven van de zoon van de verzoeker te beschermen. Ten aanzien van de immaterile schade oordeelt het EHRM dat er geen effectief rechtsmiddel openstond voor de verzoeker nu de Armeense wet geen mogelijk bood om immaterile schade vergoed te krijgen. Naar het oordeel van het EHRM is de mogelijkheid voor nabestaanden om schadevergoeding te krijgen voor geleden immaterile schade als gevolg van het verzuim van de autoriteiten om het recht op leven van een kind te beschermen, een essentieel onderdeel van een effectief rechtsmiddel (art. 13 EVRM). Het EHRM wijst een vergoeding van 15.000 toe.
Hoge Raad: forfaitair rendement box 3 niet meer haalbaar voor de jaren 2013 en 2014.
De regeling van de vermogensrendementsheffing in de Wet inkomstenbelasting 2001 (box 3, inkomen uit sparen en beleggen) bevat een forfaitair rendementspercentage van vier procent. Bij de totstandkoming van dat percentage heeft de wetgever zich op het standpunt gesteld dat die vier procent voor een lange reeks van jaren haalbaar mag worden geacht zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen. De Hoge Raad (PS 2019-0853 van ECLI:NL:HR:2019:816) heeft geoordeeld dat die vier procent voor de jaren 2013 en 2014 niet meer haalbaar was zonder dat belastingplichtigen daar (veel) risico voor hoeven te nemen. Het persbericht hierover is hier te vinden.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Moana Mellaard
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
I. Tillema, Commercile actoren in massaschadezaken pionieren tussen toegang tot het recht en claimcultuur, Ars Aequi 2019/06, p. 506 t/m 515.
Onlangs werd de Wet afwikkeling massaschade in een collectieve actie vastgesteld. Dat betekent dat het in de toekomst mogelijk wordt om in een collectieve actie ex artikel 3:305a BW ook een vordering tot schadevergoeding in geld in te stellen. De auteur blikt in deze Rode Draad terug op de ervaringen die in vijfentwintig jaar zijn opgedaan met collectieve afwikkeling van massaschade, in het bijzonder op de bijdrage van commercile belangenbehartigers aan de toegang tot het recht en de keerzijde daarvan, een claimcultuur. De auteur geeft naar aanleiding van deze ervaringen eveneens een vooruitblik.
Qian Wang, In a Cage of Law: Liability Imputation System in the Tort Law on Kept Animals A Chinese-German Comparitive Study, European Review of Private Law 2019, jrg. 27, nr. 3, p. 617-645.
This Article references the German tort law on animal keepers liability for an historical and comparative legal analysis, bringing more light to the Chinese system of liability. The imputation of liability for damages caused by kept animals found in Chinas Tort Law is a unique, synthetic, and multidimensional dual system. On the one hand, hazard-based liability is the dominant factor, and on the other is fault-based liability the auxiliary factor. The Tort Law on kept animals is oriented towards the types of liability for damages caused by kept animals, rather than towards categories of animal types, and it categorizes liability degrees under both normal and special circumstances. While underlining the merits achieved by this liability imputation system in terms of its structure (on the macro-level), this Article also probes into the problems and difficulties arising out of some key junctures (on the micro-level), especially as the system is put into practice and its operational complexity is revealed. Because of the strong affinity of the Chinese civil law, and especially tort law, with its German counterpart, this Article references the German tort law on animal keepers liability for an historical and comparative legal analysis, bringing more light to the Chinese system of liability.
Hoge Raad
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM). Artikel 2.13, 5.2 en 5.3 Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013 en 2014). Vermogensrendementsheffing box 3 in strijd met artikel 1 EP EVRM? Massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2013 en 2014. Rechtstekort waarin de rechter kan voorzien? 14-06-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Conclusie advocaat-generaal over beroep op noodweer(exces) naar aanleiding van een doodslag en vordering benadeelde partij wegens shockschade. De dochter van het slachtoffer heeft als gevolg van haar aanwezigheid bij de gewelddadige dood van haar vader shockschade (posttraumatisch stresssyndroom) geleden. In cassatie wordt de omvang van de toegewezen vergoeding voor shockschade (€ 35.000) bestreden. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep, omdat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is. 04-06-2019
- Hoge Raad Conclusie procureur-generaal. Onrechtmatige daad van politiekorps dat wapenverlof aan de schutter heeft verleend, waarna schietincident in winkelcentrum Alphen aan den Rijn plaatsvond. Het gaat om de vraag of de politie aansprakelijk is voor andere schade dan letsel- en overlijdensschade. De procureur-generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep, omdat het oordeel van het hof niet onbegrijpelijk is. 26-04-2019
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Arbeidsrecht. Werkneemster valt op trap tijdens een re-integratietraject op locatie. Werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW dan wel artikel 7:611 BW afgewezen, nu niet vast is komen te staan dat sprake is van een (voldoende nauwe) band met het werk 28-05-2019
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag. Het slachtoffer vordert onder meer vergoeding van immateriële schade ter hoogte van € 6.000. Het hof wijst de vordering toe wegens de psychische (langzaam herstel, tinnitus, moeite met concentreren en aangetast gevoel van veiligheid) en fysieke gevolgen voor het slachtoffer (hersenschudding, een bloeding in zijn oog, een gebroken pols en bloeduitstortingen in/op het hoofd). 23-11-2018
- Gerechtshof Den Haag Appellant is strafrechtelijk vervolgd wegens overtreding van de Opiumwet. In eerste instantie is hij veroordeeld, maar in hoger beroep is hij vrijgesproken. Appellant vordert een verklaring voor recht dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens hem en schadevergoeding nader op te maken bij staat. Het hof is van oordeel dat appellant niet ten onrechte is vervolgd. De stelling dat een redelijk vermoeden van schuld ontbrak is onvoldoende onderbouwd en uit het strafvorderlijk onderzoek blijkt niet dat appellant onschuldig was aan hetgeen waarvan hij werd verdacht. 11-11-2004
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Gedaagde is veroordeeld voor moord op slachtoffer en poging tot doodslag op eiseres. De rechtbank benoemt een deskundige en stelt diverse vragen vast. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. 12-06-2019
- Rechtbank Den Haag Rectificatie. Ex-deelnemers van de Miss India Holland-verkiezing (MIH-verkiezing) hebben zich negatief uitgelaten over eiser en de verkiezing op verschillende fora nadat zij hebben gehoord dat eiser verschillende meisjes seksueel heeft misbruikt. Eiser vordert het plaatsen van een rectificatie op de Facebookpagina’s van gedaagden, in het AD en op de verschillende fora. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat gelet op de ernst van deze vermeende misstanden, de keuze van gedaagden om toekomstige deelnemers hiervoor op een zakelijke wijze via de pers te waarschuwen, ondanks de verstrekkende gevolgen die dit voor eiser en zijn onderneming heeft, voorshands verdedigbaar is. 12-06-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Ex-vriend steekt Utrechtse studente dood in haar woning. Veroordeling voor moord en belaging. De vader, moeder en broer van het slachtoffer voegen zich als benadeelde partij. De vader (€ 48.664,21) en moeder (€ 45.772,88) vorderen zowel materiële als immateriële schade. De broer vordert € 20.329,86 wegens shockschade. De rechtbank wijst de vorderingen van de vader en moeder tot vergoeding van materiële en immateriële schade (€ 30.000 per ouder) toe. De vordering van de broer wordt niet-ontvankelijk verklaard. 04-06-2019
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag. Het slachtoffer vordert vergoeding van materiële (€ 124,62) en immateriële schade (€ 6.000). De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de materiële schade geheel toe. De immateriële schade stelt de rechtbank naar billijkheid vast op € 5.000 wegens pijn en letsel als gevolg van het bewezen verklaarde feit. Verder is met een brief van de behandelend psycholoog onderbouwd dat er ook psychische schade is veroorzaakt. 04-06-2019
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor bezit en vervaardigen kinderporno en het plegen van ontuchtige handelingen met eigen kind onder de 16 jaar. Slachtoffer vordert materiële (€ 134,02) en immateriële schade (€ 5.000). De materiële schade wordt geheel toegewezen, de immateriële schade gedeeltelijk. De rechtbank is van oordeel dat de immateriële schade tot een bedrag van € 3.000 een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit en acht verdachte daarvoor aansprakelijk. Het overige deel is onvoldoende onderbouwd. 03-06-2019
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag op slachtoffer 1. Slachtoffer 1 en slachtoffer 3 voegen zich als benadeelde partij. Slachtoffer 1 vordert vergoeding van onder meer immateriële schade ter hoogte van € 25.000. De rechtbank acht een vergoeding van € 8.000 billijk. Slachtoffer 3 vordert reparatiekosten aan zijn auto, maar wordt niet-ontvankelijk verklaard. 03-06-2019
- Rechtbank Rotterdam Tussenvonnis. Door twee achteropaanrijdingen liep eiser chronische pijnklachten op. Eiser stelt dat aan het rapport van de aangewezen verzekeringsarts gebreken kleven en dat het daarom niet ten grondslag kan worden gelegd aan een arbeidsdeskundig onderzoek. De rechtbank oordeelt dat het rapport op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en de conclusies logisch voortvloeien uit de stukken/bevindingen. De rechtbank heeft op bepaalde punten wel behoefte aan nadere toelichting en houdt iedere beslissing aan. 29-05-2019
- Rechtbank Noord-Holland Gezondheidsklachten en wegvallen opdrachten wegens stelselmatig publiceren negatieve berichten. Verbod gevorderd dat gedaagden zich tegenover derden over eisers uitlaten of contact met hun zoeken. Ook vorderen eisers alle berichtgeving over eisers te verwijderen. Vorderingen toegewezen. 28-05-2019
- Rechtbank Amsterdam Automobilist heeft een fietser aangereden die op de autorijbaan tegen het verkeer in fietste. De automobilist beroept zich op overmacht en vordert dat Vivat (WAM-verzekeraar van automobilist) de opgebouwde schadevrije jaren herstelt en te veel betaalde premie terugbetaald. De kantonrechter wijst de vordering toe. Het was zo onwaarschijnlijk dat een fietser zich op die plek zou bevinden dat de automobilist hier geen rekening mee behoefde te houden. 27-05-2019
- Rechtbank Rotterdam Gezondheidsrecht.Een patiënte stelt zich op het standpunt dat haar psychiater onzorgvuldig heeft gehandeld door geen onderzoek te doen naar schildklierafwijkingen. Onderzoek was noodzakelijk omdat haar antipsychotica zijn verstrekt. De Rechtbank Rotterdam volgt haar daarin niet; er waren ten tijde van de behandeling geen afwijkingen die duidden op een schildklierprobleem. Onderzoek kon dan ook niet worden verwacht. 22-05-2019
- Rechtbank Rotterdam Arbeidsrecht. Deelgeschil. Werkgever aansprakelijk geacht voor bedrijfsongeval werknemer bij inlener. Dat werkgever geen informatie heeft van inlener over de toedracht van het ongeval komt voor zijn rekening en risico. 08-05-2019
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Ziektewet (ZW). ZW-uitkering terecht beëindigd. Uitleg beperking 1.9.9 FML. Appellante is geschikt voor de functie van koekjesverpakker. 29-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Afwijzing verzoek om toekenning van onder meer een periodieke uitkering en voorzieningen voor huishoudelijke hulp. Niet voldoende aannemelijk dat het door appellante ervaren oorlogsgeweld valt onder het toepassingsbereik van de Wubo. Ook staan de psychische en lichamelijke klachten van appellante niet in verband met het door haar meegemaakte oorlogsgeweld. 23-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Algemene nabestaandenwet (ANW). Verzoek toekenning nabestaandenuitkering is afgewezen, omdat appellante minder dan 45 procent arbeidsongeschikt is. Voldoende medische en arbeidskundige grondslag. Juiste FML. 23-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet buitengewoon pensioen 1940-1945. Afwijzing toekenning op grond van de Wet buitengewoon pensioen. Geen aanknopingspunten in de beschikbare medische gegevens tot heden voor een ‘rode draad’ van disfunctioneren als gevolg van een verstoring van levensomstandigheden door het oorlogsverzet van de vader van appellante. 23-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). WIA-uitkering terecht beëindigd. Zorgvuldig medisch onderzoek en juist vastgestelde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak. Toekenning immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. 23-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Hartinfarct. Dekundigenbericht geeft aanleiding tot herziening percentage arbeidsongeschiktheid. Appellante is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt en maakt aanspraak op een Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA)-uitkering. Immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. 17-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Algemene nabestaandenwet (ANW). Verzoek toekenning nabestaandenuitkering is afgewezen. Ten tijde van overlijden was de echtgenote van appellant niet verzekerd voor de ANW. 17-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR). Afwijzing verzoek om toekenning. Aanvraag valt buiten het temporele toepassingsbereik van de AOR. 16-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Arbeidsomstandighedenwet (AW). Onterecht ontslag op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 98 Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR). Niet gebleken dat duurzame re-integratie binnen redelijke termijn niet mogelijk is. Er had nader onderzocht moeten worden of sprake was van een tijdelijke terugval. 02-05-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het UWV heeft de gebreken na de tussenuitspraak hersteld. Geconcludeerd wordt dat voor appellant op 4 april 2007 geen recht op een WIA-uitkering is ontstaan, omdat hij op dat moment minder dan 35 procent arbeidsongeschikt was in de zin van die wet. De aanvraag van appellant is terecht afgewezen. Hierin wordt aanleiding gezien de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. 25-04-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Hoofdpijnklachten. Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering. Overtuigende motivering onafhankelijke deskundige. Afwijzing verzoek appellante. Toewijzing immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. 24-04-2019
- Centrale Raad van Beroep Ziektewet (ZW). Beëidiging ZW-uitkering. Onvoldoende zorgvuldig medisch onderzoek. Van voldoende beheersing Nederlandse taal om appellant zonder tolk te kunnen onderzoeken is niet gebleken. Terugverwijzing. 18-04-2019
- Centrale Raad van Beroep Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De aanvraag voor een WIA-uitkering is terecht afgewezen. De klachten van appellant bestonden al voor aanvang van de verzekering. Toen appellant in 2008 ging werken was hij al volledig arbeidsongeschikt. Het uitsluitingsartikel is per 1 januari 2011 komen te vervallen, maar aan deze wijziging is geen terugwerkende kracht toegekend. 03-04-2019
Antillen
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Het enkele bezit van een originele polis biedt geen voldoende grondslag voor een aanspraak van nabestaanden tot uitkering van een levensverzekering. Een en ander mede gezien het tijdverloop. Klacht ongegrond. 2019-05-28
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Mensenrechten. Soldaat wordt neergeschoten door officier van dienst en overlijdt in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Vader claimt dat Armenië gefaald heeft het recht op leven van zijn zoon te beschermen en klaagt over de onmogelijkheid om vergoeding van immateriële schade te claimen (verzoekt € 300.000). Het EHRM oordeelt dat erkenning van schending van het recht op leven blijkt uit de tuchtprocedure tegen de militaire bevelhebbers. Het EHRM wijst immateriële schadevergoeding toe tot een bedrag van € 15.000. 2019-05-23