Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Verbond van Verzekeraars: 'Een directe verzekering is de oplossing voor veranderende vormen van mobiliteit.'
Geen duidelijk beeld langetermijneffecten van elektromagnetische velden op het werk.
OM start vervolging in rechtszaak MH17.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Gezin loopt koolstofmonoxidevergiftiging op door slecht onderhouden cv-ketel. Aansprakelijkheid verhuurder van het pand voor koolstofmonoxidevergiftiging van een gezin door slecht onderhouden en overjarige cv-ketel. De kantonrechter (PS 2019-0870) neemt, met verwijzing naar het tussenvonnis, als vaststaand aan dat koolmonoxide de woonruimte is ingetrokken als gevolg van de slecht functionerende cv-ketel. De verhuurder is dan ook aansprakelijk voor de door de huurders geleden schade. De kantonrechter kent een voorschot op de immaterile schadevergoeding toe van 500 per persoon, omdat de verhuurder heeft nagelaten de cv-ketel te vervangen en daarmee bewust de huurders aan grote risicos heeft blootgesteld. Voor vaststelling van de definitieve schade verwijst de kantonrechter de zaak naar de schadestaatprocedure. Tevens wordt een bedrag van 2.204,60 voor het te veel betaald hebben aan gas en een bedrag van 231,45 voor de onkostenberekening toegewezen aan de huurders.
Aldi is aansprakelijk voor uitglijden werkneemster na werktijd.
Hoger beroep deelgeschil. Werkneemster is in de Aldi (werkgever) gevallen na het doen van boodschappen na werktijd. De kantonrechter (PS 2019-0872) heeft aansprakelijkheid van de supermarkt afgewezen, omdat het ongeval niet heeft plaatsgevonden tijdens uitoefening van haar werkzaamheden. In hoger beroep verzoekt werkneemster Aldi aansprakelijk te stellen voor de door haar geleden materile schade ( 2.500), immaterile schade ( 2.500) en buitengerechtelijke kosten ( 2.500). Het hof is van oordeel dat deze handelingen (boodschappen doen na afronden van haar werkzaamheden) zo nauw in relatie staan tot haar dienstverband bij Aldi en de uitoefening van haar werkzaamheden op de werkplek, welke werkplek zij die dag nog niet had verlaten, dat het ongeval dat haar is overkomen heeft te gelden als een ongeval in de uitoefening van haar werkzaamheden. Het hof concludeert dat Aldi niet aan haar zorgplicht van artikel 7:658 lid 1 BW heeft voldaan. Het hof verklaart voor recht dat Aldi aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade van werkneemster. Het hof heeft in deze procedure slechts in beperkte mate de schade kunnen vaststellen (gekneusde heup), de nadere vaststelling van de schade en de causaliteit zal in de procedure ten principale moeten plaatsvinden. Gelet hierop wijst het hof thans toe een beperkt voorschot onder algemene titel van 3.000.
HR stelt prejudicile vragen aan HvJ EU over Erfolgsort.
Collectieve actie ten behoeve van aandeelhouders met Nederlandse beleggingsrekening op de grond dat BP hen onjuist, onvolledig of misleidend heeft genformeerd over de olieramp uit 2010 in de Golf van Mexico. De rechtbank en het hof hebben zich onbevoegd verklaard. Biedt schade op een beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als Erfolgsort te kwalificeren? De Hoge Raad (PS 2019-0864) is voornemens prejudicile vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot bijzondere of bijkomende omstandigheden voor de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en de betekenis van de omstandigheid dat sprake is van een collectieve actie op de voet van artikel 3:305a BW.
Toewijzing schadevergoeding aan slachtoffers van mensenhandel.
Veroordeling voor mensenhandel over een periode van zeven jaar. De twee slachtoffers voegen zich als benadeelde partij. Slachtoffer 1 vordert materile ( 403.996,80) en immaterile schadevergoeding ( 15.000). Slachtoffer 2 vordert materile schadevergoeding ( 217.698,91) en immaterile schadevergoeding ( 10.000). De rechtbank (PS 2019-0866) wijst de vorderingen van beide slachtoffers geheel toe. Ten aanzien van beide slachtoffers overweegt de rechtbank dat zij hun inkomsten uit prostitutiewerkzaamheden hebben moeten afstaan. Daarnaast overweegt de rechtbank dat zij als gevolg van de bewezen verklaarde feiten psychische schade hebben geleden en daar nog lange tijd mee zullen kampen (slachtoffers voelden zich waardeloos, vernederd en ongelukkig). De rechtbank houdt verder rekening met de ernst van het feit en de periode waarin de mensenhandel heeft plaatsgevonden.
Slachtoffer gewelddadige overval krijgt 35.000 aan immaterile schadevergoeding.
Een minderjarige jongen is veroordeeld voor het plegen van een gewelddadige overval op een caf met zwaar letsel tot gevolg. Vier personen voegen zich als benadeelde partij. Benadeelde partij 1 heeft zwaar letsel opgelopen en vordert 78.331,10 aan materile en 35.000 aan immaterile schadevergoeding. De rechtbank (PS 2019-0867) wijst de materile schadevergoeding deels toe tot een bedrag van 7.721,09 (bestaande uit inkomensverlies t/m 5 mei, reiskosten, zorgkosten, ziektekosten, hulpmiddelen en buitengerechtelijke kosten). Het overige deel, bestaande uit loonderving na 5 mei 2019 en verbouwingskosten, is niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst de immaterile schadevergoeding ter hoogte van 35.000 geheel toe, omdat het slachtoffer ten gevolge van de overval permanente lichamelijke en psychische klachten heeft. De vorderingen van benadeelde partij 2 ( 824,58), benadeelde partij 3 ( 195,29) en benadeelde partij 4 ( 859,84), alle bestaande uit materile schade, worden door de rechtbank geheel toegewezen.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Moana Mellaard
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
I. Felix A. Schild, Rechtstreekse schade en causaal verband bij de vordering van de benadeelde partij in het strafproces, Nederlands Juristenblad 2019/1317, afl. 23.
In de strafrechtelijke praktijk worstelt men dagelijks met de vraag welke schade nog als rechtstreeks geleden door het bewezenverklaarde handelen van verdachte kan worden aangemerkt. De term rechtstreeks lijkt een nauwe relatie te vereisen tussen de schade en hetgeen bewezen is verklaard. Het begrip rechtstreekse schade dient evenwel niet op die wijze te worden verstaan, zo bevestigt een op 28 mei jl. gegeven overzichtsarrest van de Hoge Raad over deze materie. Hoe verhouden het strafvorderlijke vereiste van rechtstreekse schade en het toerekeningsvereiste naar burgerlijk recht zich tot elkaar? In het overzichtsarrest geeft de Hoge Raad een interessante beschouwing over het begrip rechtstreekse schade. Daarnaast plaatst de Hoge Raad het civielrechtelijke toerekeningsvereiste duidelijker dan voorheen naast het strafvorderlijke vereiste dat de schade een rechtstreeks gevolg dient te zijn van het bewezenverklaarde feit. Dat lijkt de auteurs een goede ontwikkeling. De auteurs denken dat dit voor meer helderheid kan zorgen in de discussie over de vraag hoe het begrip rechtstreekse schade dient te worden verstaan.
L. Goossens et. al., Op zoek naar genoegdoening. Uitvoering van de financile regelingen voor slachtoffers van seksueel misbruik in de jeugdzorg, Nederlands Juristenblad 2019/1319, afl. 23.
De ministers van Jeugd en Gezin en van Justitie stelde een onderzoek in naar mogelijke signalen van seksueel misbruik van minderjarigen die sinds 1945 op gezag van de overheid in de jeugdzorg waren geplaatst. Een commissie onder leiding van Rieke Samson rapporteerde in 2012 over haar bevindingen. De uitkomsten van het onderzoek waren schokkend. Onder meer bleek dat kinderen die waren opgenomen in een residentile voorziening veel vaker slachtoffer waren van seksueel misbruik dan thuiswonende kinderen. Ook bleek er een doofpottencultuur te hebben bestaan en werden ernstige gevallen van misbruik onder de pet gehouden om de goede naam van de instelling te beschermen. Naar aanleiding van dat onderzoek zijn twee regelingen getroffen om te voorzien in erkenning van en financile genoegdoening aan slachtoffers van misbruik in residentile jeugdzorginstellingen en pleeggezinnen. Hoewel men zich realiseerde dat geld het leed niet ongedaan kan maken, werd aangenomen dat een financile tegemoetkoming kon bijdragen aan genoegdoening. Het Schadefonds Geweldsmisdrijven (het Schadefonds) werd belast met de uitvoering van de twee regelingen. In dit artikel bieden de auteurs inzicht in de keuzes die daarbij zijn gemaakt, de achtergronden van die keuzes en lessen die daaruit voor de toekomst zijn te leren.
D.F.H. Stein, Verjaring van schadevergoedingsvorderingen bij voortdurende onrechtmatige daden, Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2019/11, afl. 4.
In dit artikel betoogt de auteur dat de objectieve verjaringstermijn in gevallen die zich uitstrekken over een langere periode pas een aanvang neemt indien de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt een einde heeft genomen. Hij zoekt daarvoor aansluiting bij het recente arrest van de Hoge Raad inzake Parkeergarage Zandvoort, waarin het ging om risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen (art. 6:174 BW). Het ging daar om schade aan gebouw doordat een naburige opstal die reeds sinds veertig jaar gebrekkig was. In de ogen van de auteur komt aan de oplossing van de Hoge Raad een brede(re) strekking toe en moet zij ook worden aanvaard voor andere voortdurende onrechtmatige daden.
Hoge Raad
- Hoge Raad Zuiver financiële schade. Artikel 7 aanhef en punt 2 Verordening Brussel I-bis (nr. 1215/2012). Collectieve actie ten behoeve van aandeelhouders met Nederlandse beleggingsrekening op de grond dat BP hen onjuist, onvolledig of misleidend heeft geïnformeerd. Rechtbank en hof hebben zich onbevoegd verklaard. Biedt schade op beleggingsrekening voldoende aanknopingspunten om Nederland als ‘Erfolgsort’ te kwalificeren? De Hoge Raad legt vier prejudiciële vragen voor aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. 14-06-2019
- Hoge Raad Conclusie advocaat-generaal. Deelgeschil over de afwikkeling van na een verkeersongeval opgelopen letselschade. De vraag is of eiser ontvankelijk is in zijn cassatieberoep, nu het hof geen verlof heeft verleend om tussentijds cassatieberoep in te stellen. De advocaat-generaal concludeert tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep, omdat de uitspraak van het hof een tussenuitspraak betreft en eiser geen verlof is verleend. 24-05-2019
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Kop-staartbotsing tussen twee vrachtwagens. In geschil is of de achteropkomende bestuurder genoeg afstand heeft behouden tot zijn voorganger (art. 19 RVV). Het hof bekrachtigt het tussenvonnis. Appellante is er niet in geslaagd te bewijzen dat de botsing het gevolg was van de verkeersfout van de achteropkomende bestuurder. 11-06-2019
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag en zware mishandeling. In eerste aanleg is alleen vergoeding van immateriëIe schade deels toegewezen (€ 5.000). In hoger beroep vordert het slachtoffer materiële (€ 14.380) schade en immateriële schade (€ 18.000). Het hof wijst vergoeding van materiële schade (€ 700) en immateriële schade (€ 10.000) toe. 07-06-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Omvang restverdiencapaciteit na verkeersongeval. In geschil is het hypothetisch inkomen dat appellant had kunnen verwerven na faillissementen van zijn ondernemingen. Het hof oordeelt dat zij geen aanknopingspunten ziet in het cv of LinkedIn-profiel van appellant om het hypothetisch verdienvermogen naar boven of beneden bij te stellen. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd. 21-05-2019
- Gerechtshof Den Haag Hoger beroep deelgeschil. Werkneemster valt na werktijd. Zij vordert € 7.500 bestaande uit materiële en immateriële schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten. Het hof oordeelt dat de werkgever (Aldi) aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. Het hof wijst een beperkt voorschot onder algemene titel toe van € 3.000, omdat de nadere vaststelling van de schade en causaliteit ten principale moet plaatsvinden. 21-05-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Omvang restverdiencapaciteit na verkeersongeval. Geïntimeerde heeft bezwaren tegen de totstandkoming en inhoud van de deskundigenrapporten. Het hof volgt geïntimeerde hierin niet. Ter discussie staat nog het hypothethisch inkomen van geïntimeerde na faillissementen van zijn ondernemingen. Het hof gelast een comparitie van partijen, iedere verdere beslissing wordt aangehouden. 12-12-2017
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Aansprakelijkheid verhuurder voor koolstofmonoxidevergiftiging door slecht onderhouden cv-ketel. De kantonrechter oordeelt dat de verhuurder aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade. Hij kent een voorschot van € 500 per persoon toe, voor vaststelling van de definitieve schade verwijst de kantonrechter de zaak naar de schadestaatprocedure. 18-06-2019
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. Slachtoffer vordert € 10.000 ter zake van immateriële schade. De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 2.000. 06-06-2019
- Rechtbank Noord-Holland Strafrecht. Veroordeling voor seksueel misbruik. Het slachtoffer vordert € 15.885 wegens materiële en immateriële schade. De rechtbank wijst de vordering tot materiële schade af. De rechtbank wijst vergoeding van de immateriële schade toe tot een bedrag van € 15.000. 06-06-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht. Werkgeversaansprakelijkheid. Psychiater wijzigt diagnose tijdens een comparitie. Klachten en beperkingen staan in een voldoende oorzakelijk verband met het incident. Toewijzing schadevergoeding van € 203.182,48. 05-06-2019
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Werkneemster van een stichting voor hulpbehoevenden heeft schouderklachten, nadat haar schouder door het verplaatsen van een zorgvrager uit de kom is geschoten. Werkneemster vordert een verklaring voor recht dat de stichting aansprakelijk is voor de door haar geleden en nog te lijden schade. De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat nadere bewijslevering nodig is om de aansprakelijkheidsvraag te kunnen beantwoorden. Daarnaast oordeelt de kantonrechter dat de procedure prematuur is ingezet, omdat ASR (verzekeraar van de stichting) nog geen inhoudelijk standpunt kenbaar heeft gemaakt ten aanzien van de aansprakelijkheidsvraag in de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst. 29-05-2019
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling minderjarige voor gewelddadige gewapende overval met zwaar letsel tot gevolg. Het slachtoffer (benadeelde partij 1) vordert materiële (€ 78.331,10) en immateriële schadevergoeding (€ 35.000). De rechtbank wijst de materiële schadevergoeding deels (€ 7.721,09) en de immateriële schadevergoeding geheel toe. 27-05-2019
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Verkeersongeval. Verzoeker verzoekt de rechtbank te oordelen dat zijn klachten in causaal verband staan tot het ongeval en verzoekt een nieuw geneeskundig onderzoek door een verzekeringsarts. De rechtbank wijst de verzoeken af, omdat het bezwaar tegen het deskundigenrapport onvoldoende onderbouwd is en het vaststellen van het casuaal verband niet de taakstelling is van een verzekeringsgeneeskundige. 09-05-2019
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor mensenhandel. Slachtoffer 1 vordert materiële (€ 403.996,80) en immateriële schadevergoeding (€ 15.000). Slachtoffer 2 vordert materiële schadevergoeding (€ 217.698,91) en immateriële schadevergoeding (€ 10.000). De rechtbank wijst de vorderingen van beide slachtoffers geheel toe. 02-05-2019