Naar boven ↑

Update

Nummer 30, 2019
Uitspraken van 13-08-2019 tot 26-08-2019
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Annotatie
Annotatie van I. (Ineke) van Velzen bij Gerechtshof Den Haag 7 mei 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:948: Verhoogde aansprakelijkheidsdrempel sport- en spelsituaties toegepast bij een vaartocht.
Het Gerechtshof Den Haag (PS 2019-0708) heeft zich recentelijk gebogen over de vraag of een vervoerder aansprakelijk is voor de schade die een passagier heeft geleden tijdens een vaartocht met een rigid inflatable boat (hierna: RIB), een rubberboot met een stevige romp. Het gerechtshof acht deze situatie vergelijkbaar met een sport- en spelsituatie en overweegt dat voor aansprakelijkheid meer nodig is dan de aanwezigheid en het zich realiseren van de aan de vaartocht verbonden risicos. Deze annotatie bevat een uiteenzetting van de casus en een analyse van de uitspraak van de rechtbank en het gerechtshof.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

ASP vindt vrijstelling vermogensrendementsheffing ook wenselijk voor letselslachtoffers.

Volgens Slachtofferhulp verschilt hoogte van schadevergoeding in vergelijkbare zaken.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Zorgplicht onderwijsinstelling: geen aansprakelijkheid wegens tekortschieten wegens niet-geldige ingebrekestelling.
Leerlinge met progressieve myopie en dyslexie volgde een vwo-opleiding bij Lentiz. Zij stelt dat Lentiz ondanks haar bekendheid met haar beperkingen tekortgeschoten is in haar verplichting om de benodigde hulpmiddelen ter beschikking te stellen (o.a. geen vergrote tekst en dyslexiesoftware), resulterend in een forse achterstand. Eisers vorderen vergoeding van de daardoor ontstane materile en immaterile schade. Om in deze situatie Lentiz met succes tot schadevergoeding te kunnen aanspreken, wegens, naar de rechtbank (PS 2019-1019) begrijpt, het niet verstrekken van een adequaat inhaalrooster en het zich deswege genoodzaakt zien de leerlinge het schooljaar op een andere school te laten afmaken, is in een geval als hier, waarin nakoming niet reeds blijvend onmogelijk is, overeenkomstig artikel 6:74 BW vereist dat Lentiz jegens hen in verzuim is komen te verkeren. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de e-mail van de advocaat van eisers niet aan de eisen die dit artikellid stelt aan een geldige ingebrekestelling, nu Lentiz daarin geen redelijke termijn is gesteld alsnog deugdelijk te presteren. De jegens Lentiz ingestelde vordering tot schadevergoeding stuit af op het feit dat Lentiz niet in verzuim is geraakt.

Verkeersongeval met opgevoerde snorfiets en auto die geen voorrang heeft verleend.
Het letsel van de snorfietser bestaat onder meer uit een instabiele nekwervelfractuur, compressiefracturen van nekwervels, een verbrijzeling met open botbreuk van de linkerelleboog, twee scheurtjes in de schedel van het voorhoofd, een zware hersenschudding en diverse wonden en kneuzingen. Beroep op eigen schuld door auto leidt tot causaliteitsverdeling van snorfiets vijftig procent en auto vijftig procent, aldus de rechtbank (PS 2019-1021). Vast staat dat de autobestuurder en de snorfietser beiden verkeersfouten hebben gemaakt: de autobestuurder heeft ten onrechte geen voorrang verleend, de snorfietser reed zonder helm harder dan toegestaan. Beide fouten hebben in vergelijkbare mate aan de schade bijgedragen. Na billijkheidscorrectie is de verdeling snorfiets veertig procent en auto zestig procent, wegens de onoplettendheid van de autobestuurder.

Zorgplicht ROC bij schaatsactiviteit.
Docent (werkzaam bij ROC) heeft bij het begeleiden van een schaatsactiviteit letsel opgelopen door een val op het hoofd op het ijs en stelt ROC aansprakelijk voor de schade. Hij is voor 79 procent arbeidsongeschikt verklaard. Schaatsen is een duidelijk van het dagelijks leven afgebakende activiteit waarbij een duidelijk risico op vallen en/of letsel bestaat. Doordat ijs glad en hard is, schaatsen niet voor iedereen gemakkelijk is en valpartijen op het ijs met grote regelmaat tot letsel leiden, is van een beperkt risico bij schaatsen dus geen sprake. Het voorgaande leidt er toe, dat op ROC jegens de docenten die zij de schaatsactiviteit liet begeleiden, een zorgplicht rustte. ROC kon en mocht er niet van uitgaan dat iedere begeleidende docent zich op het ijs zou kunnen redden, ook niet indien er (al dan niet beperkte) ervaring met schaatsen was. Nu ROC de docenten uitsluitend heeft genstrueerd over handschoenen en schaatsen, heeft ROC naar het oordeel van het hof (PS 2019-1025) niet voldaan aan haar zorgplicht en is zij aansprakelijk voor de schade.

Vallen pensioenpremies onder het verhaalsrecht werkgever?
Arbeidsrecht. Conclusie advocaat-generaal. Prejudicile zaak. Een werknemer is betrokken geraakt bij een verkeersongeval en arbeidsongeschikt geraakt. De werkgever stelt de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval aansprakelijk voor loonschade en de afgedragen pensioenpremies gedurende het ziekteverzuim van de werknemer. De vraag is of het verhaalsrecht van de werkgever (art. 6:107a lid 2 BW) doorbetaalde pensioenpremies omvat. De advocaat-generaal (PS 2019-1031) concludeert als volgt. Het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie die de werkgever verplicht heeft doorbetaald/afgedragen tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid van een werknemer valt niet onder het loonbegrip als bedoeld in artikel 6:107a BW. Het werknemersgedeelte van de pensioenpremie valt wl onder genoemd loonbegrip. Het werkgeversgedeelte en het werknemersgedeelte van de pensioenpremie maken geen van beide onderdeel uit van het aan de werknemer tijdens diens ziekte of arbeidsongeschiktheid doorbetaalde nettoloon. Zij vallen daarom niet onder het verhaalsrecht van de werkgever op grond van artikel 6:107a lid 2 BW.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm, Janou Kempkes Moana Mellaard
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

M.A. de Hek, Over secundaire victimisatie en onrechtmatige schadeafwikkeling, Letsel Schade 2019, afl. 2, p. 30-34.
Immaterile schadevergoeding omdat het slachtoffer schade heeft geleden door een onzorgvuldige behandeling van de verzekeraar: de auteur bespreekt een bijzonder arrest. Hij licht het begrip secundaire victimisatie toe en heeft vragen over de relatie tussen onzorgvuldigheid en onrechtmatige daad. Er is nog veel ruimte voor verbetering van de behandeling van letselschadedossiers, waarbij advocaten bij vorderingen wegens secundaire victimisatie een activerende rol kunnen spelen.

J.P.M. Simons, Geen omkeringsregel, wel zorgplicht en proportionele aansprakelijkheid, Letsel Schade 2019 afl. 2, p. 47-50.
In de zaak over aansprakelijkheid wegens blootstelling aan schadelijke stoffen oordeelde het Hof Den Bosch onlangs dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden, dat proportionele aansprakelijkheid moet worden toegepast en dat de kans 25 procent is dat de schade is veroorzaakt door de normschending van de werkgever. De auteur bespreekt het arrest en concludeert dat het procesverloop weer laat zien dat bewijslastverdeling en proportionele aansprakelijkheid ook voor rechters moeilijke kwesties zijn.

A.H. Sas, Aansluiting door strafrechter bij Compensatieregeling Seksueel Misbruik RK Kerk?, Letsel Schade 2019 afl. 2, p. 58-63.
In een strafzaak over seksueel misbruik lijkt het erop dat de rechter voor de hoogte van de smartengeldbedragen zich heeft laten inspireren door de Compensatieregeling van de RK Kerk. De auteur maakt in zijn annotatie duidelijk dat seksueel misbruik als in deze zaak zich goed leent voor een zekere normering en dat de Compensatieregeling daarvoor een goede basis geeft.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank