Naar boven ↑

Update

Nummer 45, 2019
Uitspraken van 03-12-2019 tot 09-12-2019
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Graag lichten wij de volgende nieuwsitems hier voor u uit.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Erfgenaam vordert vergoeding van shockschade namens zijn overleden moeder.
Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Inmiddels overleden moeder werd direct geconfronteerd met het levenloze en bebloede lichaam van haar zoon, nadat hij was neergestoken en in het water geduwd. Zij werd hierdoor ernstig geraakt en ontwikkelde PTSS. Na haar overlijden voegt haar andere zoon zich als benadeelde partij. Als wettelijke erfgenaam van de nalatenschap van zijn moeder dient hij een vordering tot schadevergoeding van 17.000 in tegen verdachte wegens immaterile schade. De rechtbank (PS 2019-1343) oordeelt dat de vordering van de zoon ziet op het vergoeden van de shockschade die zijn moeder heeft geleden. Voor de overgang van een dergelijk vergoedingsrecht is vereist dat de gerechtigde aan de wederpartij heeft medegedeeld op de vergoeding van deze schade aanspraak te maken (art. 6:95 lid 2 BW). Volgens de rechtbank is hieraan voldaan, omdat zij tegenover de verbalisanten meerdere keren heeft geuit dat zij de dader aansprakelijk wilde stellen. Vergoeding van de schade tot een bedrag van 17.000 komt de rechtbank billijk voor.

7-jarige jongen treft lichaam overleden moeder aan.
Shockschade. 7-jarige jongen is rechtstreeks geconfronteerd met de omstandigheden waaronder hij zijn moeder dood heeft aangetroffen. In de nacht van het misdrijf lag hij te slapen en de volgende ochtend heeft hij het gekneusde en gebroken dode lichaam van zijn moeder gevonden, liggend naast haar bed in een plas bloed. De jongen lijdt hierdoor aan stressklachten, vermijding, verhoogde prikkelbaarheid en waakzaamheid. Het hof (PS 2019-1333) oordeelt dat het feit dat hij een aangeboren ontwikkelingsstoornis heeft, namelijk een autismespectrumstoornis, hem extra kwetsbaar heeft gemaakt voor de blijvende, gecompliceerde rouwverwerking. Algemeen beginsel van het schadevergoedingsrecht in letselschadezaken is onder meer dat de dader het slachtoffer heeft te nemen zoals hij dit aantreft bij zijn onrechtmatig handelen en dit beginsel geldt ook voor de vergoeding van shockschade. De deskundigen concluderen verder dat de posttraumatische stressstoornis de klachten van de jongen heeft veroorzaakt; dat deze klachten ernstiger zijn dan wanneer hij geen autismespectrumstoornis zou hebben gehad ligt voor de hand, aldus de deskundigen. De deskundigen kunnen niet aangeven in welke mate deze klachten daardoor erger zijn geworden, maar dat is naar het oordeel van het hof ook niet nodig en in feite ook onmogelijk: het betreft hier immers geen exacte wetenschap. In hoeverre een verdere traumabehandeling met de kennis van nu, namelijk dat de jongen ook behept is met een autismespectrumstoornis, eraan zou (hebben) kunnen bijdragen dat zijn huidige klachten verminderen is verder niet relevant; niet onaannemelijk is dat hij door deze zeer ongebruikelijke, traumatische ervaring voor het leven getekend is. Het toegewezen bedrag door de rechtbank ( 40.000 aan immaterile schadevergoeding) onderschrijft het hof dan ook.

Aanrijding A12 door stilstaan op puntstuk.
Aanrijding tussen personenauto en vrachtwagen op de A12, omdat de personenauto stilstond op het puntstuk (waar de A12 en de afrit worden gesplitst). Het uiteinde van de auto van appellant stak nog enigszins uit en vervolgens heeft de vrachtwagen de auto van appellant van achteren aangereden. Appellant vordert een verklaring voor recht dat TVM (WAM-verzekeraar vrachtwagen) gehouden is tot vergoeding van de door hem geleden en nog te lijden schade. Het hof (PS 2019-1335) is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat voorshands voldoende aannemelijk is dat de vrachtwagenbestuurder te hard heeft gereden en onvoldoende afstand heeft gehouden tot zijn voorganger, en daarmee artikel 19 RVV heeft overtreden. Het hof komt tot dit oordeel, omdat sprake is van een aanrijding van achteren, de vrachtwagenbestuurder voor het moment van de aanrijding zich niet aan de maximumsnelheid hield en de conclusies uit het deskundigenrapport. TVM wordt in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. Voor het geval TVM daarvan afziet of niet in slaagt, overweegt het hof het volgende met betrekking tot eigen schuld. Het hof acht de causale bijdrage van beide partijen aan het ongeval vijftig procent. Immers, als appellant niet was gaan stilstaan op het puntstuk had het ongeval niet kunnen plaatsvinden. Hetzelfde geldt als de vrachtwagenbestuurder zich aan de maximumsnelheid had gehouden en (vervolgens) voldoende afstand had gehouden van appellant.

Zoon doodt zijn moeder tijdens psychose.
Strafrecht. Veroordeling voor doodslag door zoon 1 van zijn moeder tijdens psychose. Zoon 2, dochter, schoondochter, kleinzoon en kleindochter van het slachtoffer vorderen onder meer affectieschade en/of shockschade. De rechtbank (PS 2019-1340) oordeelt dat het overlijden van het slachtoffer het gevolg is van het handelen van verdachte. Hiermee is de grond voor vergoeding van affectieschade gegeven. De gevorderde bedragen door zoon 2 en dochter worden toegewezen (beiden 17.500). Voor zoon 2, dochter en schoondochter is de rechtbank van oordeel dat in deze gevallen sprake is geweest van een hevige emotionele schok door directe confrontatie met de ernstige gevolgen van het feit. Door het zien van de bloedsporen, gecombineerd met de overige omstandigheden n de wetenschap van wat er is gebeurd, hebben zij zich een voorstelling kunnen maken van de gruwelijkheden die hun (schoon)moeder zijn overkomen, met wie zij een nauwe affectieve relatie hadden. De rechtbank wijst aan zoon 2 en dochter een bedrag van 15.000 toe wegens shockschade. Aan de schoondochter wordt een bedrag van 7.500 toegekend. De kleinkinderen worden niet-ontvankelijk verklaard, omdat om te kunnen beoordelen of sprake is van geestelijk letsel dat het gevolg is van een directe confrontatie met de ernstige gevolgen van het ten laste gelegde feit, nader onderzoek nodig is.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Moana Mellaard
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

P.C. Jansen A.S. Bloo-Kroes, De jurisprudentile ontwikkeling van immaterile schadevergoeding bij een bijzondere normschending, Maandblad voor Vermogensrecht 2019/10, p. 364-370. [Rechtsorde*] [LegalIntelligence*]
Onder welke voorwaarden bestaat er een aanspraak op immaterile schadevergoeding in het geval van het uitblijven van hulp van de politie, een ontneming van een zelfbeschikkingsrecht of een onrechtmatige detentie? Deze vraag betreft het recht op immaterile schadevergoeding vanwege een bijzondere normschending met nadelige gevolgen anders dan lichamelijk en geestelijk letsel. Dit onderwerp is dit jaar in de jurisprudentie in rap tempo verder uitgekristalliseerd. Aan de hand van het recente EBI-arrest en het kort daarop volgende Groningse aardbevingsschade-arrest wordt in deze bijdrage de stand van zaken in kaart gebracht en pogen de auteurs handvatten te bieden voor de praktijk.

J. Laumen-de Valk, annotatie bij rechtbank Midden-Nederland 25 september 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4559 [Verlies van arbeidsvermogen. Kapitalisatiefactoren. Rente. Inflatie.], Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/174, afl. 10. [Rechtsorde*] [LegalIntelligence*]
De hypothetische situatie zonder ongeval dient altijd in kaart gebracht te worden. Lindenbergh spreekt hier treffend van professioneel koffiedik kijken, waarbij ook nog eens de belangen van de kijkers sterk uiteenlopen. Er zal steeds gekeken moeten worden naar de omstandigheden van het geval, waarbij goede en kwade kansen meegenomen dienen te worden. Een arbeidsdeskundige is de aangewezen persoon om dit, onderbouwd, uit te werken. Hierna kan een rekenkundige een schadeberekening, desnoods met diverse varianten, vervaardigen.

E.W. Bosch, annotatie bij HR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1407 [Deelgeschil. Hoger beroep. Cassatie.], Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/176, afl. 10. [Rechtsorde*] [LegalIntelligence*]
De Hoge Raad heeft in dit arrest een nadere toelichting gegeven op de procedure rond het hoger beroep na een deelgeschil. Gelet op de door de auteur gesignaleerde tegenstrijdigheid in r.o. 3.5 en 3.6 van het arrest is het de vraag of het veld met voetangels er voor de rechtspraktijk met dit arrest duidelijker op is geworden. Het is aan de rechtbank in het vervolg van deze procedure om chocolade te maken van dit arrest.

P.J. Gunnewiek, annotatie bij rechtbank Den Haag 25 september 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:9987 [Shockschade. Directe confrontatie. Hevige emotionele schok. Geestelijk letsel.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/173, afl. 10. [Rechtsorde*] [LegalIntelligence*]
Hoewel de bedragen uiteenlopen lijkt volgens de auteur toch wel geconcludeerd te kunnen worden dat de smartengeldbedragen voor nabestaanden hoger liggen dan tien jaar geleden. Deels vermoedelijk veroorzaakt door de discussie in algemene zin over het ophogen van de bedragen voor immaterile schade, maar waarschijnlijk ook deels omdat er meer referentiekader is. De auteur kan zich zo voorstellen dat het blijvende of tijdelijke karakter van het geestelijk letsel een rol kan spelen in de bepaling van de omvang van de vergoeding van de immaterile schade, immers de gevolgen voor de benadeelde zijn van belang, maar heel uitdrukkelijk vinden we een dergelijke overweging nog niet terug in de rechtspraak.

N.A. Schipper, De Hoge Raad over de vordering benadeelde partij: op welke punten is er ruimte over voor verduidelijking en/of heroverweging?, Tijdschrift Praktijkwijzer Strafrecht 2019/101, afl. 37. [Rechtsorde*] [LegalIntelligence*]
Op 28 mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij. Daarin neemt de Hoge Raad de civielrechtelijke grondslag voor de beoordeling van de vordering benadeelde partij als uitgangspunt. De begroting van de schade en de beoordeling van de vordering vinden plaats overeenkomstig het materile burgerlijk recht. Ook is het civielrechtelijke bewijsrecht van toepassing in de voegingsprocedure en wordt voor de begroting van de proceskosten ex artikel 592a Sv dezelfde maatstaf gehanteerd als in civiele procedures. In dit artikel bespreekt de auteur een aantal onderwerpen uit het overzichtsarrest die nog onvoldoende duidelijkheid hebben gekregen en mogelijk heroverweging behoeven

* Let op: toegang tot de volledige tekst van deze publicatie bestaat alleen bij een abonnement op het tijdschrift in (n van) deze databank(en).

Hof

Rechtbank

Antillen