Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Hof: 20.000 shockschadevergoeding voor vrouw die getuige was van doodslag op haar vriend door haar ex-echtgenoot.
Gentimeerde is getuige geweest van de doodslag op haar nieuwe vriend door haar ex-echtgenoot. In eerste aanleg heeft gentimeerde een shockschadevordering ingesteld, welke door de kantonrechter slechts tot een bedrag van 10.000 aan haar werd toegewezen. Het hof (PS 2019-0106) overweegt dat voor shockschade niet vereist is dat de gelaedeerde in een bepaalde familierechtelijke relatie staat tot de overledene, al dient de kring van gerechtigden niet al te ruim te worden getrokken. Vast staat dat sprake was van een affectieve relatie en dat gentimeerde de steekpartij heeft waargenomen. Ook is sprake van geestelijk letsel bestaande uit een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, nu gentimeerde lijdt aan PTSS en een ernstige depressieve stoornis als gevolg van het gebeuren. Gentimeerde kan dan ook aanspraak maken op vergoeding van shockschade. Het hof acht een vergoeding van 20.000 billijk.
Manege aansprakelijk voor (letsel)schade ruiter als gevolg van weigering pony vr laatste aspect dubbelsprong: eigen energie van het dier.
Appellante is tijdens een groepsles op de manege waar zij paardrijdt een ongeval overkomen, doordat de pony waar zij op reed vr de laatste hindernis van de zogenaamde dubbelsprong die zij wilde uitvoeren, plotseling stopte. Appellante viel voorover van de pony af en heeft hierdoor (hersen)letsel opgelopen. In deze procedure stelt zij de manege aansprakelijk. In eerste aanleg heeft de rechtbank bij deelgeschil geoordeeld dat deze situatie niet onder het bereik valt van de risicoaansprakelijkheid van artikel 6:179 BW. Tegen deze deelbeschikking heeft appellante hoger beroep ingesteld. Het hof (PS 2019-0107) oordeelt dat deze situatie wel degelijk onder het bereik van artikel 6:179 BW valt. Appellante heeft de pony geen instructie gegeven om abrupt te stoppen voor de tweede hindernis. Zij heeft hooguit geen enkele instructie gegeven. Nu de weigering door de pony niet, en zeker niet alleen, is ingegeven door een (foutieve) instructie van appellante, concludeert het hof dat de weigering door de pony een uiting is van de eigen energie van het dier.
Deelgeschil. Geen voldoende belang, nu in kader van vaststellingsovereenkomst hoogst haalbare resultaat (100% schadevergoeding) reeds is bereikt; emotioneel belang is geen voldoende belang.
Verzoeker is op de fiets aangereden door een scooter en is hierdoor ten val gekomen. De WAM-verzekeraar van de scooterbestuurder heeft aan verzoeker te kennen gegeven dat zij de aansprakelijkheid voor het ongeval voor vijftig procent erkent, maar dat zij desondanks bereid is de volledige schade van verzoeker te vergoeden. In dit deelgeschil (PS 2019-0112) verzoekt verzoeker een verklaring voor recht dat de WAM-verzekeraar gehouden is honderd procent aansprakelijkheid te erkennen. De rechtbank wijst het verzoek af en overweegt hiertoe als volgt. Een beslissing in dit deelgeschil kan niet bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Het hoogst haalbare in het kader van een te sluiten vaststellingsovereenkomst is dat de volledige schade wordt vergoed en dat is in casu toegezegd door de verzekeraar. Het hoogst haalbare is dus al bereikt. Verzoeker stelt dat erkenning door de verzekeraar dat verzoeker geen schuld heeft aan het ongeval, hem in staat zal stellen het ongeval te verwerken. Nu een dergelijke erkenning echter niet van invloed is op de hoogte van de door verzoeker te verkrijgen schadevergoeding, levert dit belang geen voldoende belang op bij het voeren van deze deelgeschilprocedure. Een zuiver emotioneel belang, hoe zwaarwegend ook, kan niet worden aangemerkt als een voldoende belang in de zin van artikel 3:303 BW.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
P.C. van Es, Honderd jaar Lindebaum/Cohen; een bron van gerechtigheid, maar ook een bron van dogmatische verwarring, Weekblad Privaatrecht, Notariaat en Registratie 2019, afl. 7223, p. 41-43.
Op 31 januari 2019 zal juridisch Nederland stilstaan bij het feit dat het honderd jaar geleden is dat de Hoge Raad het baanbrekende arrest Lindenbaum/Cohen wees. In Asser/Hartkamp Sieburgh 6-IV 2015/153 wordt een en ander verwoord: Voorts kan men aan de rechter vragen te verbieden dat de gedaagde zich in de toekomst aan een bepaalde onrechtmatige daad schuldig zal maken. Deze bevoegdheid vloeit voort uit art. 3:296 BW (in combinatie met de regel waarop het materile recht van de eiser berust, bijv. art. 6.162 BW), welke bepaling niet alleen op verbintenissen maar ook op andere rechtsplichten van toepassing is.
Met deze bijdrage hoopt de auteur een nadere duiding te hebben kunnen geven aan de in dit citaat vermelde zinsnede bijv. art. 6:162 BW. Achter deze paar woorden gaat een wereld schuil die slechts begrepen kan worden tegen de achtergrond van het jarige Lindenbaum/Cohen-arrest.
R.P. Wijne, J.T. Hiemstra, De aansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 2019, afl. 1, p. 99-101.
Op 4 oktober 2018 promoveerde Jantina Hiemstra aan de Rijksuniversiteit Groningen op het onderwerp De aansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken. Wijne schrijft hierover dat Hiemstra het toch wel vaak beschreven onderwerp op een andere en uitvoerige wijze belicht, wat haar proefschrift zeer waardevol maakt. Haar werk is des te belangrijker omdat een uitspraak van de Hoge Raad jammer genoeg niet in het verschiet lijkt te liggen, aldus Wijne. In deze korte bijdrage zet Wijne het proefschrift van Hiemstra kort uiteen en licht hij de waarde ervan verder toe.
Hoge Raad
- Hoge Raad Strafrecht. Cassatie. Hof mocht het door de benadeelde partij voor de aanvang van de terechtzitting in eerste aanleg ingediende verzoek tot schadevergoeding gebruiken voor het bewijs van de ten laste gelegde feiten. 22-01-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Cassatie. Hof heeft terecht geoordeeld dat proceskosten van benadeelde partij kunnen worden vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief indien de advocaat optreedt op basis van toevoeging, zoals in casu het geval. Artikel 592a Sv. 22-01-2019
- Hoge Raad Strafrecht. Een redelijke uitleg van artikel 592a Sv brengt mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten van rechtsbijstand dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. 29-05-2001
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak na terugverwijzing door Hoge Raad (zie PS 2018-0708) in procedure tussen Box Consultants en de Staat. Hof is van oordeel dat bij summier onderzoek onvoldoende aannemelijk is geworden dat het voorlopig getuigenverhoor uitsluitend is verzocht voor het verkrijgen van bewijs voor de strafrechtelijke procedure. Voorts kan het hof bij de huidige stand van zaken niet vaststellen dat sprake zal zijn van een daadwerkelijke verstoring van het onderzoek dat plaatsvindt in de strafrechtelijke procedure door het horen van de door Box Consultants genoemde getuigen. Staat wordt in het ongelijk gesteld. 30-01-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch In mishandelingszaak wordt een geluidsopname die zonder toestemming is gemaakt van een gesprek met een getuige waarvan bekend was dat die zich in verband met het geschil wilde beroepen op het familiaal verschoningsrecht van artikel 165 lid 2 sub a Rv, als onrechtmatig verkregen bewijs uitgesloten. Op grond van een bewijswaardering van het overige bewijs (met name andere getuigenverklaringen) komt het hof, evenals de rechtbank, tot de conclusie dat appellant er niet in is geslaagd om de door hem gestelde toedracht van de fysieke aanvaring tussen hem en geïntimeerde te bewijzen. Het door hem aangedragen bewijs is onvoldoende overtuigend, terwijl er belangrijke contra-indicaties (waaronder verklaring huisarts en verklaring verbalisant in proces-verbaal) zijn tegen de door hem gegeven versie van het voorval. 29-01-2019
- Gerechtshof Den Haag Het hof acht voldoende aannemelijk dat fraude is gepleegd bij het declareren van tandartsbehandelingen onder zorgverzekering, mede door de onterechte weigering van appellante nadere gegevens te verstrekken en de verlangde machtiging tot het opvragen van medische gegevens te tekenen, terwijl de verzekeraar voldoende aanleiding had om naar deze gegevens en de machtiging te vragen. 29-01-2019
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Strafrecht. Moordzaak. Hof oordeelt dat voormalig partner van slachtoffer kan worden aangemerkt als slachtoffer in de zin van artikel 51b Sv en verleent hem toestemming om kennis te kunnen nemen van de processtukken die voor hem van belang zijn ter onderbouwing van een mogelijke vordering bij de burgerlijke rechter. 25-01-2019
- Gerechtshof Den Haag Shockschade. Toekenning € 20.000 shockschadevergoeding aan vrouw die getuige was van de doodslag op haar huidige vriend door haar ex-echtgenoot. 22-01-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Hoger beroep tegen beschikking in deelgeschil. Ruiterongeval. Pony stopt plotseling vóór laatste hindernis van de dubbelsprong. Ruiter valt voorover, loopt letsel op en stelt de manege aansprakelijk. Naar het oordeel van het hof valt deze situatie, anders dan de rechtbank oordeelde, onder het bereik van de risicoaansprakelijkheid van artikel 6:179 BW. De weigering is een uiting van de eigen energie van de pony en is niet, en zeker niet alleen, ingegeven door een (foutieve) instructie van de ruiter. Volgt terugverwijzing naar de rechtbank. 22-01-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Lid van ‘Culemborgse jeugdbende’ veroordeeld voor betrokkenheid bij in totaal dertien strafbare feiten, waaronder tien woninginbraken. Benadeelde partij (slachtoffer van een van de woninginbraken) niet-ontvankelijk in vordering immateriële schadevergoeding: hoezeer ook invoelbaar is dat de woninginbraak voor de benadeelde partij (mede) een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer vormt en voor gevoelens van angst en onveiligheid heeft gezorgd, kan niet worden gezegd dat sprake is van enige vorm van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’, als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. 27-11-2018
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer anderhalf jaar steeds verdergaande seksuele handelingen, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam, gepleegd bij een minderjarig meisje dat aan zijn zorg was toevertrouwd (verdachte was beheerder van de zorgboerderij waar slachtoffer haar eigen paard had gestald). Toewijzing € 10.000 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. 22-06-2018
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Poging tot moord op echtgenote door met een vuurwapen herhaaldelijk te schieten op haar bovenlichaam. Slachtoffer is in levensgevaar geweest en had als gevolg van het misdrijf meerdere letsels, te weten vier huiddeffecten, ribbreuken, een breuk van het rechterschouderblad, een klaplong, beschadigingen in beide longen en bloedingen in de borstholte en linkeroksel. Toewijzing € 20.000 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. 23-01-2019
- Rechtbank Noord-Nederland Deelgeschil. Verweerder tilt verzoekster op na avondje stappen en komt ten val, waardoor verzoekster haar enkel breekt. Onrechtmatige daad. Feit van algemene bekendheid dat alcoholgebruik negatieve gevolgen heeft voor de motoriek, coördinatie en evenwicht, en dat het reactievermogen afneemt. Geen ongelukkige samenloop van omstandigheden. 23-01-2019
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door met een mes in de onderbuik van het slachtoffer (te weten de (inmiddels ex-)vriend van verdachte) te steken tijdens het spelen van een seksspel. Toewijzing € 7.500 immateriële schadevergoeding aan slachtoffer. Eigenschuldverweer verworpen. 23-01-2019
- Rechtbank Rotterdam Machinist met vordering op NS doet beroep op collectieve ongevallenverzekering. Vordering is verjaard ex artikel 7:942 BW. Omstandigheid dat de NS wist dat er nog geen kenbare medische eindsituatie was, brengt niet mee dat beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. 16-01-2019
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Ondanks relatief gering belang, volledige toewijzing vordering buitengerechtelijke kosten en proceskosten, omdat niet is gebleken dat deze kosten onredelijk zijn. Verzoeker heeft met voorstel tot gedeeltelijke vergoeding van deze kosten, dat hij deed tijdens onderhandelingen, niet een vergoeding voor de volledige buitengerechtelijke kosten prijsgegeven. 16-01-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Verzekeringsrecht. Claims made-verzekering. Eiser heeft een laserbehandeling ondergaan, waarbij mogelijk een fout is gemaakt aangezien een tijd later is gebleken dat het netvlies van eiser loslaat. Centrum is inmiddels failliet. Eiser heeft geen directie actie op verzekeraar waarbij het centrum een beroepsaansprakelijkheidsverzekering had afgesloten: centrum zou geen beroep meer kunnen doen op deze claims made-verzekering, omdat melding van de claim van eiser niet tijdens looptijd van de verzekering is gedaan. In dat geval heeft eiser ook geen daarvan afgeleid rechtstreeks vorderingsrecht op de verzekeraar. 11-01-2019
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Geen voldoende belang. Verkeersongeval tussen scooter en drie fietsers. WAM-verzekeraar van scooterbestuurder heeft aan gevallen fietser te kennen gegeven dat de aansprakelijkheid voor het ongeval voor vijftig procent wordt erkend, maar dat zij desondanks bereid is de volledige schade van fietser te vergoeden. Een beslissing in dit deelgeschil kan dan ook niet bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Het hoogst haalbare in het kader van een te sluiten vaststellingsovereenkomst is dat de volledige schade wordt vergoed en dat is in casu toegezegd door de verzekeraar, dus het hoogst haalbare is al bereikt. Een ‘zuiver emotioneel belang’, hoe zwaarwegend ook, kan niet worden aangemerkt als een voldoende belang in de zin van artikel 3:303 BW. 03-01-2019
- Rechtbank Overijssel Eiser (arbo-adviseur) vordert bij wijze van voorlopige voorziening voortzetting van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering vanwege psychische (burn-out) klachten. Voorzieningenrechter oordeelt dat eiser niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verzekeraar haar verplichting om de mate van arbeidsongeschiktheid deugdelijk te onderzoeken, heeft verzaakt. De interpretatie en de kritiek van eiser op de rapportages die op verzoek van de verzekeraar zijn uitgebracht, brengen niet mede dat de verzekeraar zich in redelijkheid niet op deze medisch adviezen mocht baseren. 21-12-2018
- Rechtbank Rotterdam Ongeval met locomotieven waarbij een locomotief op vier stilstaande locomotieven is gebotst, met schade aan alle locomotieven als gevolg. Artikel 6 WAM is van overeenkomstige toepassing (art. 55 Spoorwegwet). Het eigen recht als bedoeld in artikel 6 WAM kan echter wel genuanceerd worden; in het kader van het eigen recht jegens de verzekeraars kan alsnog rekening worden gehouden met exoneraties. De exoneratie in kwestie strekt ertoe de omvang van de aansprakelijkheid van spoorwegondernemingen jegens elkaar te beperken en er bestaat geen reden om een spoorwegonderneming toe te staan om om die regeling heen op de verzekeraar van haar wederpartij haar volledige schade te verhalen. 19-12-2018
- Rechtbank Rotterdam Onzeker causaal verband tussen de verrichte laswerkzaamheden en longemfyseem. De kantonrechter benoemt bij tussenvonnis een deskundige. 02-03-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Isayeva v. Oekraïne. Geen schending van artikel 3 EVRM: verzoekster stelt door een andere patiënte te zijn aangevallen terwijl zij in het ziekenhuis lagen. 2018-12-06
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Hakim Aka v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek naar het overlijden van de zoons van verzoeker. 2018-11-06
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Milicevic v. Montenegro. Schending van artikel 8 EVRM. Politie heeft een op Milicevic gerichte aanval niet kunnen voorkomen, terwijl Milicevic wel voorafgaand aan de aanval had gemeld dat hij was bedreigd en dat X al anderen had aangevallen. 2018-11-06
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Samesov v. Rusland. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling door de politie en het onderzoek naar die mishandeling. 2018-11-20
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Lakatosova v. Slowakije. Schending van artikel 2 EVRM: niet onderzocht of racistisch motief aan schietpartij ten grondslag heeft gelegen. 2018-12-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Kilici v. Turkije. Schending van artikel 3 EVRM: geweldgebruik door politie tijdens arrestatie en onderzoek. 2018-11-27
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Jurasz v. Polen. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling door de politie. 2018-11-22
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens B.I. v. Turkije. Schending van artikel 8 EVRM: verzoeker stelt dat sprake is van medische fouten en te laat gestelde diagnoses in militaire ziekenhuizen. 2018-12-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Tülay Yildiz v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM ten aanzien van het onderzoek naar de omstandigheden rondom het overlijden van de moeder van verzoeker als gevolg van een infectie die zij in het ziekenhuis heeft opgelopen. 2018-12-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Asma v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: onvoldoende effectief onderzoek naar het overlijden van de dochter van verzoeker als gevolg van een brand. 2018-11-20
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens V.D. v. Kroatië. Geen schending van artikel 3 EVRM: gestelde mishandeling door politie tijdens arrestatie. 2018-11-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Pulfer v. Albanië. Schending van artikel 3 EVRM: verzoekster is onvoldoende beschermd door de autoriteiten, terwijl zij kenbaar had gemaakt dat zij werd mishandeld door de man van wie zij haar huis had gekocht en dat hij illegale pogingen had ondernomen om haar haar huis uit te zetten. 2018-11-20
- Hof van Justitie van de Europese Unie BTA Baltic Insurance Company. Prejudiciële vraag. 2018-11-15
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Nihat Soylu v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM ten aanzien van het onderzoek naar de omstandigheden rondom het overlijden van de zoon van verzoeker als gevolg van een incident op school. 2018-12-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Hasan Köse v. Turkije. Schending van artikel 2 EVRM: te lage straf opgelegd na schietpartij door politieagent. 2018-12-18