Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Mishandelde pakketbezorger van DHL stelt dader en werkgever aansprakelijk voor het geleden letsel.
Pakketbezorger van DHL werd mishandeld door een klant die in eerste instantie de deur niet opendeed voor de bezorger, maar vervolgens naar buiten achter de bezorger aanrende om het pakket uit diens handen te trekken. De bezorger stelt dat de klant haar heeft geschopt, geslagen, haar hoofd tegen haar bestelbus heeft geslagen en plukken haar uit haar hoofd heeft getrokken. De pakketbezorger heeft letsel opgelopen bij het incident en stelt zowel de klant (gedaagde) als werkgever DHL aansprakelijk. De rechtbank (PS 2019-0141) draagt aan de bezorger op te bewijzen dat sprake is van een onrechtmatige daad van gedaagde. Met betrekking tot de werkgeversaansprakelijkheid oordeelt de rechtbank dat in ieder geval vast is komen te staan dat de pakketbezorger tijdens haar werkzaamheden letsel heeft opgelopen. Het verweer van DHL dat het incident zich voordeed in een openbare ruimte wordt gepasseerd; het begrip werkplek dient ruim te worden genterpreteerd. De rechtbank verzoekt DHL nadere stukken in het geding te brengen ter beoordeling van het antwoord op de vraag of DHL aan haar zorgverplichting heeft voldaan. De rechtbank houdt verdere iedere beslissing aan.
Misbruik van deelgeschilprocedure door met regelmaat zaken aanhangig te maken waarbij het vooral te doen is om vergoeding buitengerechtelijke kosten.
Verzoeker heeft als bestuurder van een auto letsel opgelopen bij een botsing met een andere auto. Verzekeraar Bovemij heeft een voorstel gedaan om de schadekwestie tegen finale kwijting te regelen door middel van een all-inbetaling van 5.000. De advocaat tot wie verzoeker zich heeft gewend, wees het voorstel af en heeft een tegenvoorstel gedaan van 7.000 op voorwaarde dat Bovemij de buitengerechtelijke kosten separaat en volledig vergoedt. Bovemij heeft de advocaat uitgenodigd om de schade te onderbouwen. Het contact tussen Bovemij en de advocaat is hierna gestopt. Verzoeker verzoekt een verklaring voor recht dat Bovemij de letselschadezaak adequaat afhandelt, een voorschot van 2.000 en diverse verzoeken over voldoening van de buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter (PS 2019-0148) oordeelt dat deze deelgeschilprocedure voorbarig is. Door niet de schade te onderbouwen, maar onmiddellijk te besluiten een deelgeschilprocedure aanhangig te maken is misbruik van procesrecht gemaakt, zeker nu verzoeker daardoor Bovemij op kosten jaagt, temeer aangezien hij tevens aanspraak maakt op vergoeding van de buitengerechtelijke kosten in verband met het aanhangig maken van de onderhavige deelgeschilprocedure. Geheel ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat hij zich met Bovemij niet aan de indruk kan onttrekken dat de onderhavige procedure met name ten doel lijkt te hebben de door de advocaat van verzoeker gemaakte buitengerechtelijke kosten te incasseren. Veelzeggend in dit verband is dat van de ruim elf paginas die het verzoekschrift telt er ruim zes gaan over de buitengerechtelijke kosten en er geen enkele alinea gewijd wordt aan de inhoudelijke onderbouwing van de gestelde personenschade. De kantonrechter is ambtshalve ermee bekend dat het advocatenkantoor van de advocaat met enige regelmaat zaken als de onderhavige aanhangig maakt, waarbij het met name te doen is om vergoeding van de gestelde buitengerechtelijke kosten. Dit leidt tot het oordeel dat sprake is van misbruik van procesrecht.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm Merel van den Heuvel
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
T. Hartlief, Vooruitgang in het recht, Rechtsgeleerdheid Magazijn Themis 2019, afl. 1, p. 18-25.
Wij herdenken in 2019 dat 100 jaar geleden bij ons wat tegenwoordig een prachtig staaltje rechtsvorming zou heten het licht zag, het arrest Lindenbaum/Cohen, en staan stil bij de consequenties van deze beslissing voorrecht en samenleving. Heeft het gebracht wat destijds, misschien in iets andere woorden maar toch, in eerste juichende commentaren werd aangekondigd? Is vooruitgang ons ten deel gevallen?
T.F.E. Tjong Tjin Tai, Van zorgvuldigheid naar zorgplicht: een eeuw maatschappelijke zorgvuldigheid, Rechtsgeleerdheid Magazijn Themis 2019, afl. 1, p. 26-32.
Honderd jaar geleden vernietigde de Hoge Raad het arrest van het Hof in het door Lindenbaum ingestelde cassatieberoep. De uitspraak werd door Molengraaff begroet met de woorden: Er is door ons hoogste rechtscollege zelden een arrest gewezen, waarvan zoo heilzame invloed op ons rechtsleven mag worden verwacht. Een eeuwfeest is een mooie gelegenheid om te zien of deze voorspelling is uitgekomen. Wat is er met de zorgvuldigheid gebeurd in de afgelopen honderd jaar? De auteur zal met enkele grove penseelstreken de ontwikkelingen schetsen, waarbij ik voornamelijk enkele tendensen wil aangeven.
J.W. Hoekzema F.T. Oldenhuis, Aansprakelijkheid voor zaken en opstallen: van risicoaansprakelijkheid naar een gewone toetsing aan de onrechtmatige daad, of toch niet?, Rechtsgeleerdheid Magazijn Themis 2019, afl. 1, p. 33-38.
Inmiddels laat de rechtspraak zien dat kwalitatieve aansprakelijkheden en de aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad in belangrijke mate op parallelle wijze worden ingevuld. De Hoge Raad heeft in de Wilnis-uitspraak overwogen dat de kelderluikfactoren, die een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of in een concreet geval onrechtmatig is gehandeld, ook bij de afbakening van de aansprakelijkheid op grond van afdeling 6.3.2 BW een rol van betekenis vervullen. Het lijkt er serieus op, en dat is in de literatuur ook gesuggereerd, dat het risico-element dat de kwalitatieve aansprakelijkheid kenmerkt nog maar gering van omvang is. Dat roept de vraag op of we langzamerhand weer terug bij af zijn. Het kan echter ook zijn dat het onderscheid tussen schuld en risico in het verleden te scherp is aangezet. Is het eigenlijk wel mogelijk een duidelijke scheidslijn aan te brengen tussen kwalitatieve aansprakelijkheid en de aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad?
T. Barkhuysen M.L. Van Emmerik, Zorgplichten volgens de Hoge Raad en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: van Lindenbaum/Cohen Via Kelderluik en neryildiz naar Urgenda?, Rechtsgeleerdheid Magazijn Themis 2019, afl. 1, p. 43-54.
De zogenoemde positieve verplichtingen die het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) sinds ruim twintig jaar inleest in diverse (klassieke) grondrechten uit het EVRM raken steeds verder uitgekristalliseerd. Ten aanzien van de nodige EVRM-rechten, zoals het recht op leven (artikel 2 EVRM) en het recht op privleven (artikel 8 EVRM) mag de burger inmiddels van zijn eigen overheid een actief optreden verlangen ter bescherming van het belang dat dat grondrecht waarborgt. Dergelijke positieve verplichtingen zijn vanzelfsprekend niet onbegrensd; zij gelden eenvoudig gezegd binnen de grenzen van het redelijke. Er zijn de nodige arresten waarin het EHRM een afwegingskader geeft voor het bepalen van de precieze omvang van dergelijke zorgplichten. In deze bijdrage gaan de auteurs op zoek naar de eventuele verwantschap tussen de zorgplichten en de door de Hoge Raad de afgelopen eeuw (sinds Lindenbaum/Cohen) ontwikkelde (ongeschreven) zorgvuldigheidsnormen.
E. Blauw e.a., Herziening gesubsidieerde rechtsbijstand, ADR en rechtsstatelijkheid. Een wegingskader, Nederlands Juristenblad 2019/200, afl. 4.
De beleidsbrief van minister Dekker heeft de vraag naar de rechtsstatelijke waarborgen die de diverse vormen en aanbieders van ADR bieden nog relevanter gemaakt dan deze al was. In dit artikel wordt niet geconcludeerd dat er al grote misstanden plaatsvinden. Ook wordt niet gepleit voor een intensieve overheidsbemoeienis met de zich in de komende jaren verder ontwikkelende markt voor geschiloplossing. Wel wordt verwacht dat er een duidelijke visie wordt ontwikkeld over de rol die de overheid zou moeten hebben en dat de overheid de vinger aan de pols houdt. In deze bijdrage geven de auteurs een aanzet voor deze visie en doen een oproep tot discussie.
Hoge Raad
- Hoge Raad Verzekeringsrecht. De in artikel 7:954 lid 2 BW opgenomen uitzondering op het meldingsvereiste geldt ook in het geval waarin de aansprakelijke partij heeft opgehouden te bestaan nadat de schade is opgetreden. 01-02-2019
- Hoge Raad Conclusie A-G betreffende de vraag of de Staat onrechtmatig heeft gehandeld jegens de Stichting Mothers of Srebrenica bij de evacuatie van meer dan driehonderd moslimmannen die na de val van de enclave Srebrenica in 1995 hun toevlucht hadden gezocht tot een ‘mini safe area’. 01-02-2019
- Hoge Raad Conclusie A-G over de meldingsplicht zoals opgenomen in artikel 7:954 lid 2 BW. Hoge Raad volgt de conclusie (zie ook PS 2019-0149). 16-11-2018
- Hoge Raad Publicatie oude belangrijke arresten van de Hoge Raad. Lindenbaum/Cohen over de onrechtmatige daad. 31-01-1919
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bekrachtiging in hoger beroep. Gemeente niet aansprakelijk voor gestelde psychische schade ontstaan door het omvallen van een boom op een woonwagen. 22-01-2019
- Gerechtshof Den Haag Boetebeding in samenlevingscontract tussen Chinees echtpaar is nietig wegens strijd met de goede zeden en maakt inbreuk op het recht van de man op eerbiediging van zijn privéleven zoals bedoeld in artikel 8 EVRM. 22-01-2019
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verzekeringsrecht. Beroep op verzwijging. Verzekeraar dient nader te onderbouwen dat en waarom een redelijk handelend verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken geen verzekeringsovereenkomst zou hebben afgesloten. 18-12-2018
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. De verdachte heeft in de nacht geprobeerd haar toenmalige echtgenoot in brand te steken, door het bed waar slachtoffer in sliep te besprenkelen met terpentine, een brandende zakdoek naar binnen te gooien en de deur op slot te draaien. Het slachtoffer is in staat geweest het vuur te doven, anders was hij mogelijk op een gruwelijke wijze om het leven gekomen. Veroordeling voor poging tot doodslag en vordering benadeelde partij toegewezen tot € 1.000 immateriële schadevergoeding. 03-10-2018
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Rectificatie. Uitlatingen over belangenverstrengeling worden niet ondersteund door feiten en zijn onrechtmatig jegens wethouder, zeker gezien de beschadigende werking voor een functionaris als wethouder. Toewijzing vordering tot rectificatie. 01-02-2019
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Verdachte heeft ontucht gepleegd met minderjarige meisjes die hij als (waarnemend) huisarts behandelde door intieme lichaamsdelen te betasten terwijl dit medisch onnodig was. Ook heeft hij stiekem tientallen video-opnames gemaakt van meisjes en jonge vrouwen die bij hem in de huisartsenpraktijk kwamen. Tevens heeft hij zijn 7-jarige dochtertje en twee vriendinnetjes seksueel misbruikt. Aan zeventien slachtoffer wordt een schadevergoedingsbedrag van tussen de € 500 en € 2.230 toegekend. 30-01-2019
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht. Verdachte is veroordeeld voor poging tot doodslag op zijn vader, bedreiging van diverse medewerkers van verzorgingstehuis ‘De Hazelaar’ en vernieling. Verdachte is met een mes naar het verzorgingstehuis waar zijn vader verblijft gegaan en heeft daarbij een bedreigende situatie veroorzaakt voor de medewerkers. Aan betrokken medewerkers wordt € 550 ter zake van immateriële schade toegewezen. Aan het tehuis worden de volgende vergoedingen toegekend: kosten zieke medewerkers (€ 47.644), inzet behandelaar (€ 1.575), inzet bedrijfsarts/groepsgesprekken (€ 3.400), extra psychische ondersteuning bewoners (€ 1.950) en materiële kosten in verband met vernielingen (€ 1.295). 29-01-2019
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag door overbuurman met een hark twaalf steekwonden te bezorgen, die de man ternauwernood heeft overleefd. Toewijzing vordering van benadeelde partij tot € 4.638. De rechtbank heeft niet het volledige gevorderde bedrag toegekend, omdat het ontstaan van de schade ook gedeeltelijk (voor 25%) aan het slachtoffer zelf kan worden toegerekend. 29-01-2019
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Toewijzing € 3.000 voor immateriële schade aan benadeelde. Veroordeling van 87-jarige man voor seksueel binnendringen van lichaam meisje van 12 jaar oud. 28-01-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Medische aansprakelijkheid. Arts, ziekenhuis en producent niet aansprakelijk voor ernstige klachten na plaatsing transvaginaal mesh-implantaat, omdat niet is gebleken dat het implantaat gebrekkig is, dat de arts een fout heeft gemaakt of dat een causaal verband bestaat tussen de schade en het handelen. 23-01-2019
- Rechtbank Rotterdam Pakketbezorger DHL stelt na mishandeling door klant zowel de klant als DHL als werkgever aansprakelijk. Bewijsopdrachten. 16-01-2019
- Rechtbank Rotterdam Misbruik van de deelgeschilprocedure door advocaat van verzoeker, die met regelmaat procedures aanhangig maakt rondom personenschade, waarbij het met name te doen is om vergoeding van de gestelde buitengerechtelijke kosten. 15-01-2019
- Rechtbank Midden-Nederland Verzekeraar ASR heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens eiser door tot tweemaal toe de arbeidsongeschiktheidsuitkering af te bouwen en stop te zetten. De gevorderde verklaring voor recht dat de normschending door ASR een zelfstandige rechtsgrond is voor schadevergoeding ex artikel 6:106 BW jo. artikel 6:95 BW wordt afgewezen. 21-03-2018
Antillen
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Overheidsaansprakelijkheid. Eiser heeft letsel aan zijn been en voet opgelopen toen hij met dat been door een missende putdeksel in het gat stapte. Het Gerecht verklaart dat het Land een onrechtmatige daad jegens eiser heeft gepleegd en houdt over de smartengeldvordering van € 50.000 iedere beslissing aan. 04-02-2019
- Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba Het noemen van de seksuele oriëntatie door de ex-werkgever bij het geven van een referentie is niet onrechtmatig gezien de bijzondere omstandigheid dat het koppel had gesolliciteerd bij hetzelfde bedrijf, dat informatie wilde over een eventuele relatie tussen de twee sollicitanten. Daarnaast was de mededeling zonder waardeoordeel. 22-01-2019