Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2019
Uitspraken van 28-02-2019 tot 04-03-2019
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Het loslopen van een hond in een gebied waar een aanlijnplicht geldt is niet onrechtmatig.
De aangelijnde hond van eiser rent achter de loslopende hond van verweerder aan. Eiser wordt omver getrokken en loopt een dubbele beenbreuk op. Eiser vordert een verklaring voor recht dat verweerder jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door zijn hond los te laten lopen en niet onder controle te houden in een gebied waar een aanlijnplicht gold. De rechtbank (PS 2019-0293) oordeelt dat het los lopen van de hond van verweerder geen dusdanig concreet en groot gevaar meebracht dat dit onaanvaardbaar was. De rechtbank betrekt hierbij dat in beginsel van iemand die een hond uitlaat mag worden verwacht dat deze zichzelf staande kan houden en de hond in bedwang weet te houden, ook bij een plotselinge prikkel. Dat er ter plaatse een aanlijnverbod gold maakt dit niet anders, omdat ook hier onverwachte prikkels kunnen optreden. De rechtbank wijst de vorderingen af.
Met dank aan KBS Advocaten voor het insturen van deze uitspraak.

Per ongeluk afgaan vuurwapen leidt tot incomplete dwarslaesie.
In het kader van het kopen van een vuurwapen bevond eiser zich met twee personen in een auto. Het vuurwapen is per ongeluk afgegaan, waardoor eiser een dwarslaesie heeft opgelopen. Hij vordert 68.000 aan smartengeld. De rechtbank (PS 2019-0275) oordeelt dat eiser recht heeft op immaterile schadevergoeding. Hierbij moet rekening worden gehouden met veertig procent eigen schuld. De rechtbank verwijst verder naar de schadestaatprocedure.

Schilderbedrijf niet aansprakelijk voor letselschade kind dat is gestruikeld over hun steigers.
Deelgeschil. Painting Holland heeft wegens schilderwerkzaamheden steigers geplaatst. Een kind struikelt hierover en breekt zijn arm. De ouders verzoeken namens het kind om Painting Holland aansprakelijk te stellen voor de geleden en nog te lijden schade. De rechtbank (PS 2019-0278) oordeelt dat op basis van de thans beschikbare, beperkte gegevens, niet kan worden geoordeeld dat Hollandia een gevaarlijke situatie in het leven heeft geroepen, waarvoor Painting Holland aansprakelijk zou zijn. Daarbij betrekt de rechtbank fotos die niet zonder meer een gevaarlijke situatie laten zien. De rechtbank verklaart (de ouders van) het kind niet-ontvankelijk.

Geen immaterile schadevergoeding voor lerares na bedreiging.
Arbeidsrecht. Een lerares heeft een angststoornis ontwikkeld na te zijn bedreigd door een personeelsfunctionaris. De lerares is op staande voet ontslagen, als dringende reden wordt opgegeven dat haar echtgenoot de personeelsfunctionaris heeft bedreigd en zij de eer en goede naam van de personeelsfunctionaris heeft geschaad. De lerares verzoekt onder meer om een billijke vergoeding van 100.000 bruto en een immaterile schadevergoeding van 20.000 netto. De kantonrechter (PS 2019-0283) oordeelt dat er geen sprake is van een dringende reden. De kantonrechter kent de lerares een billijke vergoeding van 40.000 bruto toe, de rest van het verzoek wordt afgewezen.

Publiceren van een krantenbericht zonder toepassen wederhoor is niet onrechtmatig.
Conclusie advocaat-generaal (A-G) over het leerstuk onrechtmatige publicatie. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep. De A-G (PS 2019-0290) gooit nog een vraag op over hoor en wederhoor. Het is in het belang van degene over wie een kritische publicatie is voorgenomen, hem te vragen om een reactie voorafgaand. De vraag is evenwel of dit als een afzonderlijk belang kan worden aangemerkt, nu het niet toepassen van hoor en wederhoor automatisch meebrengt dat niet de gelegenheid wordt geboden om argumenten aan te dragen waarom niet tot publicatie moet worden overgegaan.


Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.


Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Ilona van der Zalm, Janou Kempkes Moana Mellaard
PS Updates



Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.

J.P.M. Simons, annotatie bij Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 27 november 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:10336 [Medische hulpmiddelen. Aansprakelijkheid voor hulpzaken. Miragelplombe.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/4, afl. 1.
Het hier besproken arrest betreft inmiddels de zoveelste uitspraak over het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken bij de uitvoering van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Hoofdregel op grond van art. 6:77 BW is, dat de daaruit voortvloeiende tekortkoming aan de schuldenaar in dit geval de behandelend arts of het ziekenhuis wordt toegerekend. Indien de schuldenaar echter stelt en kan bewijzen dat dit onredelijk zou zijn gelet op de inhoud en de strekking van de rechtshandeling waaruit de verbintenis voortspruit, de in het verkeer geldende opvattingen en de overige omstandigheden van het geval, blijft toerekening achterwege. In geval van het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken wordt in de jurisprudentie, met verwijzing naar de parlementaire geschiedenis en in afwijking van de hoofdregel, veelal aangenomen dat toerekening aan artsen of ziekenhuizen in beginsel onredelijk is.

C.C. Wijburg en S.C. van Dijke, annotatie bij Gerechtshof Den Haag 7 augustus 2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1838 [Overlijdensschade. Vaststellen schadevergoeding. Derving levensonderhoud. Shockschade.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/7, afl. 1.
Deze zaak gaat over het vaststellen van de overlijdensschade van een jonge vrouw wiens vader is omgekomen door een ernstig misdrijf. In deze noot zullen wij eerst ingaan op het juridisch kader. Daarna schetsen wij de feiten, waarna wij ingaan op het rechterlijk oordeel. Aangezien de overwegingen ten aanzien van de vaststelling van de schadeposten wegens derving levensonderhoud, immaterile schade en studievertraging in het oog springen, zullen de auteurs bij die overwegingen stilstaan.

V. Oskam, annotatie bij Rechtbank Overijssel 24 oktober 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:4460 [Fietsongeval. Bindende beslissing in deelgeschil. Wijziging van eis. Causaal verband.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/8, afl. 1.
In dit vonnis komt een aantal interessante onderwerpen aan bod die de auteur zal bespreken. Dit betreft in de eerste plaats de vraag of, en zo ja onder welke omstandigheden, de rechter terug mag komen op een eerdere beslissing in deelgeschil. In de tweede plaats komt aan bod wanneer nog ruimte is voor een eiswijziging en wanneer plaats is voor een verwijzing naar een schadestaatprocedure, dan wel de schade in de betreffende procedure zelf kan (of moet) worden vastgesteld. Tot slot zijn de overwegingen van de rechtbank interessant waar het de vaststelling van causaal verband betreft tussen de gestelde klachten en beperkingen en het betreffende fietsongeval.

J.L.R. Kenens, annotatie bij Gerechtshof s-Hertogenbosch 13 november 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4662 [Burn-out. Aansprakelijkheid van werkgever. Periodiek medisch onderzoek.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/12, afl. 1.
Deze uitspraak borduurt voort op de huidige rechtspraak over de aansprakelijkheid van de werkgever voor een burn-out. Stilgestaan wordt bij de stelplicht van de werknemer en het kenbaarheidsvereiste als voorwaarden voor aansprakelijkheid voor schade wegens psychische klachten van de werknemer.

E.W. Bosch, annotatie bij Rechtbank Rotterdam 21 november 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:9588 [Deelgeschil. Letselschade. Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Verrekening van voordeel.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/16, afl. 1.
Opnieuw wordt de vraag aan een rechtbank voorgelegd of de uitkering(en) uit een door betrokkene zelf gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering mogen worden verrekend met het gevorderde verlies van arbeidsvermogen. Ook in de onderhavige zaak wordt deze vraag getoetst aan HR 1 oktober 2010, JA 2010/155 (Verhaeg/Jenniskens). Niet alleen wijkt de rechtbank in de onderhavige beschikking af van het alles-of-niets principe, door 50% van de uitkeringen uit de arbeidsongeschiktheidsverzekering te verrekenen, maar ook het oordeel van de rechtbank dat de argumenten voor wel of geen verrekening in zeker evenwicht zijn met elkaar verrast, zoals blijkt uit de analyse van de auteur van de toepasselijke gezichtspunten.

P.J. klein Gunnewiek, annotatie bij Rechtbank Rotterdam 24 oktober 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:8874 [Deelgeschil. Inzage expertiserapport. Equality of arms, Privacy. Onvoldoende waarborgen.] Jurisprudentie Aansprakelijkheid 2019/15, afl. 1.
In deze deelgeschilprocedure heeft de Rechtbank Rotterdam het privacybelang van een benadeelde groter geacht dan het belang van de aansprakelijke verzekeraar (Allianz) om inzage te krijgen in het expertiserapport. Een expertiserapport op te maken door een deskundige die door beide partijen samen zou worden gevraagd om een onderzoek te verrichten. De rechtbank heeft gemeend dat er in het minnelijk schaderegelingstraject onvoldoende waarborgen zijn om het privacybelang te borgen. Volgens de rechtbank is voldoende dat de medisch adviseur van Allianz de beschikking krijgt over het rapport. Op deze wijze krijgt Allianz voldoende gelegenheid om kennis te nemen van het rapport, aldus de rechtbank. Een bijzondere uitspraak, die de (buitengerechtelijke) schaderegeling niet makkelijker zal gaan maken.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank