Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Mededeling: PS Updates nieuwe stijl
Op dinsdag 31 maart wordt PS Updates gerestyled! Een nieuw design voor de website met verbeterde zoek- en filtermogelijkheden.
Klik op de volgende linkjes voor instructies voor het navigeren en zoeken op de nieuwe site:
PS Updates: Navigeren
PS Updates: Zoeken & filteren
In lijn met de vernieuwde website wordt ook deze nieuwsbrief in een nieuw jasje gestoken. Vanaf 6 april ontvangt u de nieuwsbrief nieuwe stijl. Dit is dus de laatste nieuwsbrief in dit format.
Nieuws
De afgelopen week verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke zijn opgenomen onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Schadevergoeding voor slachtoffers en nabestaanden na aanslag Utrechtse tramschutter.
Strafrecht. Aanslag Utrechtse tramschutter. De schutter is veroordeeld tot levenslang. De slachtoffers en nabestaanden voegen zich als benadeelde partij in het strafproces en vorderen onder andere vergoeding van immateriële schade, affectieschade en shockschade. De rechtbank (PS 2020-0214) overweegt ten aanzien van het smartengeld dat deze wordt vastgesteld naar billijkheid zodat rekening kan worden gehouden met de omstandigheden van het geval. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat elk van de benadeelde partijen die affectieschade heeft gevorderd tot de kring van gerechtigden behoort en wijst de gevorderde bedragen toe. Ten aanzien van de shockschade onderkent de rechtbank dat – als het gaat om de beoordeling van vorderingen die zijn gegrond op feiten begaan voor 1 januari 2019, de datum van inwerkingtreding van de Wet affectieschade – in de feitenrechtspraak in een beperkt aantal gevallen, met name bij ernstige incidenten, het confrontatievereiste ruimer is uitgelegd dan de Hoge Raad beoogde. De rechtbank ziet echter geen mogelijkheden de strikte eisen die de Hoge Raad heeft gesteld aan het confrontatievereiste in deze zaak af te zwakken. Voorts kent de rechtbank betekenis toe aan het volgende. Het wezen van shockschade is, dat het schade betreft, waarvan de gerechtigde vergoeding kan vorderen wanneer aan een ander dan degene die de vordering instelt – het slachtoffer – iets ernstigs is overkomen. De relatie tussen degene die de vordering instelt en het slachtoffer is daarmee van groot gewicht. Indien een persoon zichzelf bedreigd acht omdat willekeurige anderen iets wordt aangedaan, een situatie die zich in deze zaak bij herhaling heeft voorgedaan, dan zal dit primair leiden tot een smartengeldaanspraak vanwege bedreiging van de vorderingsgerechtigde zélf. De rechtbank zal bij de individuele vorderingen, als een nauwe, affectieve relatie tussen de vorderingsgerechtigde en het slachtoffer onvoldoende duidelijk is, de vordering ter zake van shockschade niet-ontvankelijk verklaren, omdat wat is gesteld omtrent de causaliteit tussen het handelen van verdachte en de geleden schade in die gevallen nadere onderbouwing behoeft, die evenwel is uitgebleven.
Provincie aansprakelijk voor val fietser?
Toedracht ongeval, schending veiligheidsnorm en bewijslastverdeling. Appellant stelt dat hij, toen hij moest uitwijken voor voetgangers, met zijn fiets in aanraking is gekomen met een van de door de Provincie daar geplaatste RWS-banden (stoepbanden), waardoor hij ten val kwam. Als gevolg van de val liep hij diverse verwondingen en breuken op. Appellant houdt de Provincie als wegbeheerder aansprakelijk, zowel op grond van artikel 6:174 BW als op grond van artikel 6:162 BW (gevaarzetting). De Provincie meent dat de val van appellant niet is veroorzaakt door de inrichting van de weg, maar doordat hij een van de voetgangers aanreed. Het hof (PS 2020-0200) is van oordeel dat de Provincie door het plaatsen van de RWS-banden de CROW-richtlijnen (veiligheidsrichtlijn voor infrastructuur), en daarmee een veiligheidsnorm, heeft geschonden. Hierdoor komt de omkeringsregel (van de bewijslast) in beeld. Voor toepassing van de omkeringsregel moet wel vaststaan dat het gevaar waarvoor de geschonden veiligheidsnorm beoogt te beschermen, zich heeft verwezenlijkt. Appellant moet aannemelijk te maken dat hij de RWS-banden heeft geraakt.
Werknemer valt door gipsplafond.
Arbeidsrecht. Deelgeschil. Verzoeker is tijdens zijn werkzaamheden door een gipsplafond circa drie meter naar beneden gevallen. Verzoeker verzoekt om te beslissen dat zijn werkgeefster aansprakelijk is voor zijn geleden schade. De werkgeefster stelt aan haar zorgplicht te hebben voldaan, doordat zij vlak voor het ongeval deugdelijke, op het valgevaar toegesneden, instructies heeft gegeven. Zij stelt dat verzoeker van de instructie heeft afgeweken. Verzoeker betwist deze stellingen. Hij zou geen instructie hebben ontvangen en meerdere medewerkers zouden zich op het gipsplafond hebben begeven zonder dat er werd ingegrepen. De rechtbank (PS 2020-0205) oordeelt dat verzoeker de stellingen van werkgeefster voldoende gemotiveerd heeft betwist. Werkgeefster dient haar stelling te bewijzen. Een bewijsopdracht staat volgens de rechtbank in dit geval niet in de weg aan de ratio van een deelgeschilprocedure, omdat het een overzichtelijke bewijskwestie betreft.
Met dank aan Letselschademagazine voor het publiceren van deze uitspraak.
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn verschillende signaleringen onder literatuur geplaatst. Zie ook het overzicht onderaan deze nieuwsbrief.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.
Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart, Janou Kempkes, Moana Mellaard & Barbara Rozema
PS Updates
Literatuur
Sinds het verschijnen van de vorige nieuwsbrief zijn de volgende signaleringen onder literatuur geplaatst.
P.W.J. Verbruggen & B.J. van Leeuwen, ‘Het PIP-schandaal tien jaar verder: Een analyse van de geboekte resultaten en nog onbeantwoorde vragen’, Tijdschrift voor Consumentenrecht en handelspraktijken 2020/1. [Rechtsorde*]
In 2010 kwam aan het licht dat de Franse producent van siliconen borstimplantaten Poly Implant Prothese (PIP) jarenlang op grote schaal fraude had gepleegd met de samenstelling van materiaal gebruikt voor de productie van zijn borstimplantaten. Tien jaar na het PIP-schandaal analyseren Verbruggen en Van Leeuwen in deze bijdrage welke veranderingen dit schandaal heeft bewerkstelligd in de Europese regulering van medische hulpmiddelen. Zij bezien de resultaten van de civielrechtelijke procedures die werden gevoerd tegen de diverse actoren die betrokken waren bij de productie, distributie en plaatsing van PIP-implantaten.
N.M. Brouwer, M.J. Hulshof, M. Jansen & E.L. Traag, ‘Kroniek privacyrecht: anderhalf jaar AVG in vogelvlucht’, Privacy & Informatie 2020/1. [Rechtsorde*]
In deze kroniek privacyrecht zetten Brouwer, Hulshof, Jansen en Traag de ontwikkelingen in wetgeving, rechtspraak, opinies en beleidsstukken op een rij. De kroniek begint met het wetgevend kader en vervolgens wordt ingegaan op de materiële toepassing van de AVG en de gevolgen daarvan, de rol van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker en bespreken de auteurs de jurisprudentie met betrekking tot de grondslagen voor gegevensverwerking. Ook komen onderwerpen als beveiliging en datalekken en schadevergoeding en boetes aan bod.
E.R. de Jong, ‘Rechterlijke risicoregulering: over de veranderende publieke rol van de civiele rechter bij gezondheids- en milieurisico’s’, Rechtsgeleerd Magazijn Themis 2020/1. [Rechtsorde*]
In dit artikel beoogt De Jong het belang van het concept rechterlijke risicoregulering aan te tonen. Door de auteur wordt een nadere omschrijving gegeven van het concept rechterlijke risicoregulering en worden de verschillende verschijningsvormen van rechterlijke risicoregulering in het aansprakelijkheidsrecht behandeld. Ook worden de verschillende manieren hoe de rechter macro-argumenten kan beoordelen, besproken. Daarbij komt ook de vraag aan de orde hoe de rechter om kan gaan met macro-argumenten die omgeven zijn met kennisgebreken.
A. Verheij, ‘EBI-arrest: een nieuwe koers? Hoge Raad zet in EBI-arrest nieuwe koers in met betrekking tot vergoeding van immateriële schade buiten fysiek en geestelijk letsel – maar waarom?’, Nederlands Juristenblad 2020/763. [Rechtsorde*] [Legal Intelligence*]
In deze bijdrage bespreekt Verheij het EBI-arrest.
Het EBI-arrest is belangrijk omdat de Hoge Raad daarin tot een synthese komt van al zijn tot dusverre gewezen arresten waarin hij smartengeld toekende los van fysiek of geestelijk letsel. Dat er wat betreft vergoeding van immateriële schade ergens een drempel wordt gelegd is begrijpelijk en noodzakelijk. Deze uitspraak van de Hoge Raad is echter onwenselijk. De daaruit volgende EBI-formule is niet zozeer qua inhoud problematisch, maar vooral vanwege het exclusieve karakter daarvan. Zij zou prima functioneren als ventiel, dus naast lichamelijk of geestelijk letsel en de schending van een (geschreven of ongeschreven) fundamenteel recht. Doordat de EBI-formule echter een veel bredere strekking heeft, namelijk geldt voor alle gevallen los van lichamelijk of geestelijk letsel, ontstaat onduidelijkheid en wordt te veel ruim baan gegeven aan menselijke (en dus ook rechterlijke) onderbuikgevoelens, hetgeen onwenselijke gevolgen heeft voor de voorspelbaarheid en rechtsgelijkheid. Bovendien lijkt de EBI-formule een hogere drempel voor vergoeding van immateriële schade op te werpen dan tot nu toe uit de rechtspraak leek te volgen en dan in het bestuursrecht de norm is.
I. Felix & A. Schild, ‘De vergoeding van immateriële schade in het strafproces’, Nederlands Juristenblad 2020/762. [Rechtsorde*] [Legal Intelligence*]
Strafrechters voelen de maatschappelijke druk om slachtoffers van strafbare feiten enigszins te compenseren voor geleden immateriële schade. De wettelijke mogelijkheden daartoe zijn evenwel nog niet altijd even helder. In dit artikel wordt stilgestaan bij de knelpunten en nagedacht over mogelijke oplossingen.
E.W. Bosch, ‘Voordeeltoerekening van AOV-uitkeringen in letselzaken’, Verkeersrecht 2020/43. [Rechtsorde*] [Legal Intelligence*]
In deze bijdrage bespreekt Bosch de voordeeltoerekening van uitkeringen in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Hij gaat in op de totstandkoming van artikel 6:110 BW, bespreekt de relevante jurisprudentie en geeft zijn mening over de voordeeltoerekening van AOV-uitkeringen.
N.E. Vellinga, ‘Juridische aspecten van het gebruik van autonome auto’s’, Verkeersrecht 2020/42. [Rechtsorde*] [Legal Intelligence*]
Van de komst van autonome voertuigen worden veel voordelen verwacht. Zo zou een autonoom voertuig veel veiliger rijden dan de mens. Bovendien zouden autonome voertuigen, omdat ze dichter op elkaar kunnen rijden, minder brandstof verbruiken dan conventionele auto’s. De ontwikkeling van autonome voertuigen doet juridische vragen rijzen. In het proefschrift van Vellinga ( ‘Legal Aspects of Automated Driving. On Drivers, Producers, and Public Authorities’) wordt een aantal van deze vragen besproken.
G.M. Veldt, ‘De betekenis van Europese productnormen voor privaatrechtelijke normstelling’, Rechtsgeleerd Magazijn Themis 2020/1. [Rechtsorde*]
Allereerst bespreekt Veldt wat Europese productnormen zijn, welke soorten er zijn en hoe zij in Europese wetgeving zijn ingebed. Vervolgens wordt ingegaan op het theoretische uitgangspunt dat de verhouding tussen geschreven normen en privaatrechtelijke normstelling binnen open normen als de betamelijkheid en de gebrekkigheid op hoofdlijnen weergeeft. In deze bijdrage ligt de nadruk op de meest controversiële categorie productnormen, die momenteel in het academisch debat en de jurisprudentie bijzondere aandacht krijgen, de geharmoniseerde normen.
J.E. van Oers, ‘Positie van het slachtoffer in de praktijk van ongeschikte medische hulpzaken’, Letsel & Schade 2020/1. [Letsel & Schade*]
Op het gebied van medische hulpmiddelen is erg veel mogelijk, maar het gebruik ervan pakt regelmatig anders uit dan verwacht, met verregaande gevolgen voor het dagelijks leven van de patiënt. Vanwege actuele discussies over deze hulpmiddelen en ontwikkelingen in de rechtspraak schetst June van Oers, die als advocaat slachtoffers bijstaat, de praktische gevolgen evenals het juridisch speelveld. Wat gebeurt er wanneer blijkt dat een hulpmiddel ongeschikt was? En welke discussie ontvouwt zich wanneer de patiënt schadevergoeding vraagt?
L.T. Visscher, ‘Rechtseconomische visie op regulering en aansprakelijkheid’, Letsel & Schade 2020/1. [Letsel & Schade*]
Niet alleen aansprakelijkheid, ook regulering kan mensen prikkelen tot wenselijk gedrag. Wat is de beste manier om de schade van ongeschikte medische hulpzaken te beperken? Rechtseconoom Louis Visscher vergelijkt regulering en civiele aansprakelijkheid en zet de voor- en nadelen van beide op een rij. Hij concludeert dat het primaat bij regulering moet liggen, maar dat aansprakelijkheid een belangrijke aanvullende rol kan vervullen. Daarbij is risicoaansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken te verkiezen boven schuldaansprakelijkheid.
A.J. Buijs & C.E. van der Heijden, ‘Hulpmiddelenregistraties bieden nieuwe mogelijkheden voor bewijsvergaring over falende medische hulpmiddelen’, Letsel & Schade 2020/1. [Letsel & Schade*]
In hoeverre kunnen advocaten van benadeelde patiënten uit hulpmiddelenregisters informatie halen om aan te tonen dat er sprake is van een falende medische hulpzaak? Jasmin Buijs en Cécile van der Heijden bekijken de nieuwe medische hulpmiddelenwetgeving, per 26 mei a.s., en het toezicht op medische hulpmiddelen. Zij analyseren de nieuwe Europese databank EUDAMED, die in 2022 volledig operationeel wordt, evenals bestaande databanken. Steeds beschrijven de auteurs hoe daaruit data te verkrijgen zijn, waarbij persoonsgegevensbescherming, exhibitieplicht, Wob-verzoeken en Eurowob de revue passeren. Buijs en Van der Heijden concluderen dat de nieuwe medische hulpmiddelenwetgeving de bewijsrechtelijke positie van de benadeelde in letselschadezaken kan versterken, al moet de rechtspraktijk uitwijzen of die mogelijkheid wordt gerealiseerd.
E. Wies, ‘Zoek de verschillen! Werkgeversaansprakelijkheid na normalisering rechtspositie ambtenaren’, Letsel & Schade 2020/1. [Letsel & Schade*]
Toen op 1 januari jl. de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking trad, is op het overgrote deel van de ambtenaren het civiele arbeidsrecht van toepassing geworden, al zijn onder andere politieambtenaren en militairen uitgezonderd. Erika Wies bekijkt de gevolgen van de normalisering voor werkgeversaansprakelijkheid. Ze concludeert dat er op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid ook vóór de normalisering al veel gelijkheid bestond, en dat de ambtenaar ook na 1-1-2020 nog een streepje voor heeft, bij de vergoeding van (fysieke) schade geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden.
* Let op: toegang tot de volledige tekst van deze publicatie bestaat alleen bij een abonnement op het tijdschrift in (één van) deze databank(en).
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Den Haag Val na te harde duw op een cursus Rots en Water-training. Geen sprake van een sport- en spelsituatie. Deelnemers waren allen professionals en van hen mocht worden verwacht dat zij de oefeningen op een rustige en serieuze wijze zouden uitvoeren. Het dragen van sokken levert geen eigen schuld op. 24-03-2020
- Gerechtshof Amsterdam Twee fietsers komen in botsing waardoor verzoeker letsel oploopt. Verzoeker verzoekt een voorlopig getuigenverhoor met betrekking tot de toedracht van het ongeval. Het verzoek is niet weersproken. Het hof wijst het verzoek toe. 17-03-2020
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Appellant moest uitwijken voor voetgangers en is ten val gekomen toen hij een van de door de Provincie daar geplaatste RWS-banden (stoepbanden) raakte. De Provincie betwist dat appellant een RWS-band heeft geraakt. Het hof oordeelt dat de Provincie een veiligheidsnorm heeft geschonden door de RWS-banden daar te plaatsen. Het is aan appellant om aannemelijk te maken dat hij de RWS-banden heeft geraakt. 17-03-2020
- Gerechtshof Amsterdam Arbeidsrecht. Arbeidsongeval. Eiser verzoekt een voorlopig getuigenverhoor en deskundigenonderzoek. Het hof wijst het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor toe, omdat appellant er belang bij heeft inzicht te krijgen in de feitelijke toedracht om zo zijn procespositie te kunnen bepalen. Het verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek wordt afgewezen, omdat het hof dit prematuur acht. 30-10-2018
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Onrechtmatige overheidsdaad. Executies door Nederlandse militairen in Zuid-Sulawesi in 1947. Rechtbank wijst materiële schadevergoeding (gederfd levensonderhoud) toe aan kinderen en weduwen van de overleden mannen. Aan een van de kinderen wordt shockschade toegekend (€ 10.000), omdat hij de executie van zijn vader heeft gezien. 25-03-2020
- Rechtbank Den Haag Onrechtmatige overheidsdaad. Executies door Nederlandse militairen in Zuid-Sulawesi in 1947. Rechtbank laat eisers toe bewijs te leveren middels getuigenverhoren. Het bewijs ziet op het vaststellen of hun vaders zijn geëxecuteerd door de Nederlandse militairen. 25-03-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Aanslag Utrechtse tramschutter. Rechtbank wijst onder andere immateriële schadevergoeding, affectieschade en shockschade toe aan slachtoffers en nabestaanden. 20-03-2020
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor medeplegen van moord. De dochter en vrouw van het slachtoffer krijgen € 25.000 toegewezen wegens shockschade. Zij zijn beiden geconfronteerd met het levenloze lichaam van hun vader/man op straat. Zij hebben hier PTSS aan overgehouden. 21-02-2020
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor seksueel misbruik van dochter en twee zoons. De rechtbank wijst immateriële schadevergoeding toe. De dochter krijgt € 15.000 toegewezen. De zoons krijgen € 7.500 toegewezen. Verdachte heeft op ernstige wijze misbruik gemaakt van het aanzien en vertrouwen dat hij als vader had. De kinderen kampen met gevoelens van grote angst en onveiligheid. 20-02-2020
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor onder andere mensenhandel. Slachtoffer wordt € 15.000 aan immateriële schade toegewezen wegens de ongewenste seksuele handelingen die vernederend en traumatisch voor het slachtoffer moeten zijn geweest. Ook wordt € 14.284 ter vergoeding van materiële schade toegewezen, bestaande uit gemiste inkomsten en geplaatste bestellingen op haar naam (identiteitsfraude). 20-02-2020
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling voor doodslag op ex-vrouw. Kinderen en kleinkinderen voegen zich als benadeelde partij. Aan allen wordt affectieschade toegewezen. Daarnaast wordt shockschade toegewezen aan benadeelde 1 (€ 30.000) en benadeelde 4 (€ 25.000). Bij beiden is PTSS vastgesteld. Dit is ontstaan door de waarneming van de steekpartij en het aantreffen van het bebloede slachtoffer met talrijke steek- en snijwonden. 19-02-2020
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Veroordeling voor poging tot liquidatie en openlijke geweldpleging. De rechtbank wijst € 25.000 aan immateriële schadevergoeding toe aan het slachtoffer. Het slachtoffer heeft een ernstige depressieve stoornis en PTSS. Daarnaast is hij veertien à vijftien keer geopereerd en zitten er nog kogels in zijn lever die wellicht moeten worden verwijderd. Ook heeft hij een infectie opgelopen, kon hij niet liggen door de wonden en kon hij zijn arm beperkt bewegen. 19-02-2020
- Rechtbank Gelderland Kort geding. Eiser is vrijwilligster voor de Molukse mensenrechtenorganisatie PAK. Zij vordert een verbod tot openbaarmaking en het plaatsen van een rectificatie wegens een artikel waarin zij bij naam wordt genoemd en haar foto is geplaatst. De rechtbank wijst de vordering toe, omdat het artikel geen steun vindt in de feiten en eiser niet de gelegenheid is gegeven haar lezing te geven. 19-02-2020
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor poging tot doodslag, mishandeling en vernieling. De rechtbank wijst slachtoffer 1 € 20.000 aan immateriële schade toe, omdat zij dagenlang in coma heeft gelegen en lang heeft moeten revalideren. Zij zal waarschijnlijk nooit volledig herstellen. De rechtbank wijst slachtoffer 3 € 100 toe ter vergoeding van immateriële schade, omdat hij pijn en letsel heeft overgehouden aan de mishandeling. 18-02-2020
Centrale Raad van Beroep
- Centrale Raad van Beroep Beëindiging ZW-uitkering. In navolging van de rechtbank wordt geoordeeld dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de artsen van het UWV de medische situatie, waarbij met name de nadruk ligt op de linkerknieklachten en psychische klachten van appellante, op de datum in geding onjuist is ingeschat. 12-03-2020
- Centrale Raad van Beroep Ambtenarenrecht. Appellant was vanwege PTSS niet meer geschikt voor politiewerkzaamheden. De korpschef kan een beroep doen op verjaring. Appellant heeft ter zitting van de Raad bevestigd dat hij in 1994 kennis heeft genomen van het rapport. Geen bijzondere omstandigheid. De omstandigheden dat, zoals appellant heeft aangevoerd, rond 1994 de inzichten over PTSS nog niet zo ver waren ontwikkeld als nu het geval is en dat ook de rechtspositionele aanspraken bij PTSS nog niet in de huidige vorm bestonden, maken dat niet anders. 28-02-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Verzoek om schadevergoeding vanwege onrechtmatige besluiten. Zelfstandig schadebesluit. Appellant vordert een hogere immateriële schadevergoeding (€ 10.000). Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij met de door het college toegekende vergoeding van € 1.500 wegens onrust, spanning en frustratie, tekort is gedaan. 25-02-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Weigering WIA-uitkering. Bij besluit van 5 januari 2017 heeft het UWV geweigerd aan appellant met ingang van 30 januari 2017 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellant wordt niet gevolgd in zijn standpunt dat zijn beperkingen zijn onderschat en dat ten onrechte geen urenbeperking is aangenomen. 20-02-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Beëindiging ZW-uitkering. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak terecht geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest en dat er geen aanleiding bestaat voor twijfel aan de juistheid van het oordeel van de verzekeringsarts. 20-02-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Aanvraag ZW-uitkering is afgewezen. De Raad sluit zich aan bij de rechtbank. Een nieuw neuropsychologisch onderzoek is de enige manier om een verslechtering van de cognitieve klachten en beperkingen te objectiveren. Voor het onderpresteren zijn geen duidelijke aanwijzingen naar voren gekomen wat dit onderpresteren heeft veroorzaakt waardoor geen objectivering van de gestelde cognitieve verslechtering. Geen nieuwe medische feiten ingediend in hoger beroep. 13-02-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Afwijzing aanvraag om zorg op grond van de Wlz. Betrokkene is op 10 april 2019 overleden. De gemachtigde van betrokkene heeft kenbaar gemaakt dat de echtgenote en de kinderen van betrokkene de procedure als erfgenamen van betrokkene willen voortzetten. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang. 29-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Herziening WAO-uitkering. Zorgvuldig medisch onderzoek. De geselecteerde functies zijn in medisch opzicht geschikt voor appellante. De redelijke termijn is met bijna zeven maanden overschreden in de rechterlijke fase. 16-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Verzoek toekenningen AOR afgewezen. Appellant heeft zelf geen concrete herinneringen aan die tijd. Tweedegeneratieproblematiek kan niet onder de werking van oorlogswetten worden gebracht. 16-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Verzoek toekenningen AOR afgewezen op de grond dat in onvoldoende mate is aangetoond of aannemelijk is gemaakt dat appellant in omstandigheden heeft verkeerd in de zin van de AOR. 16-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Ambtenarenrecht. Appellant was werkzaam bij het Ministerie van Defensie. Hij stelt dat er onrechtmatig is gehandeld door de staatssecretaris. De gevraagde immateriële schade bedraagt € 85.000. Staatssecretaris heeft voldoende aangetoond dat hij niet in zijn zorgplicht jegens appellant is tekortgeschoten. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraken en wijst het verzoek tot schadevergoeding af. 09-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Aanvraag ZW-uitkering is afgewezen. Het UWV heeft haar besluit op basis van zorgvuldig medisch onderzoek, voldoende en inzichtelijk gemotiveerd. De klacht bij het Tuchtcollege (tegen de ingeschakelde psychiater) is gedeeltelijk gegrond verklaard op formele gronden, de psychiater is niet buiten zijn deskundigheid getreden. Bevestiging van de aangevallen uitspraak. 08-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Verzoek om schadevergoeding als gevolg van onrechtmatige huisbezoeken in het kader van aanvraag bijstand. Bevestiging aangevallen uitspraak. 07-01-2020
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Voetklachten na bedrijfsongeval, ZW-uitkering beëindigd, minder dan 35% arbeidsongeschikt. Geen nieuwe medische informatie overgelegd in hoger beroep waaruit blijkt dat de artsen van het UWV een verkeerd beeld hadden van de medische situatie van appellant op de datum in geding of zijn beperkingen hebben onderschat. 30-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Verzoek herziening boetebesluit. CAK heeft hangende hoger beroep te kennen gegeven dat het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd. Appellant wil een vergoeding voor zijn juridische kosten en immateriële schade. De Raad acht het voorstelbaar dat bij appellant psychisch onbehagen is ontstaan door de besluitvorming, maar acht het niet aannemelijk dat appellant zodanig heeft geleden dat sprake is van geestelijk letsel dat kan worden beschouwd als een aantasting in de persoon ex artikel 6:106 BW. Geen overschrijding van de redelijke termijn. 19-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Diverse klachten na auto-ongeval, WIA-uitkering geweigerd, minder dan 35% arbeidsongeschikt. Geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling van de verzekeringsartsen. 19-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Weigering WIA-uitkering. Het rapport van de deskundige geeft blijk van een zorgvuldig onderzoek. De deskundige heeft de bevindingen van zijn onderzoek nauwkeurig weergegeven en het rapport is inzichtelijk en consistent. Het UWV heeft voldoende gemotiveerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies in medisch opzicht voor appellant geschikt zijn. 18-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. WGA-vervolguitkering. Melding van verslechterde gezondheid. UWV heeft besloten dat appellant onveranderd blijft ingedeeld in de arbeidsongeschiktheidsklasse 65 tot 80%. Zorgvuldig medisch onderzoek. Geen sprake van schending van het beginsel van equality of arms. De geselecteerde functies zijn, gelet op de aan deze functies verbonden belastende factoren, in medisch opzicht passend voor appellant. 18-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Geen recht op Wajong-uitkering, appellante kan meer dan 75% van het maatmaninkomen verdienen. Het UWV heeft zich terecht en op goede gronden op het standpunt gesteld dat uit de door appellante overgelegde medische gegevens niet blijkt dat bij haar sprake was van ernstiger beperkingen dan waarvan bij de totstandkoming van het besluit is uitgegaan. 18-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. WIA-uitkering. In geschil is de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op twee momenten. De WIA-uitkering is terecht ingetrokken in 2016. 18-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. Beëindiging ZW-uitkering. Uit de door appellante in hoger beroep ingediende medische informatie, voor zover betrekking hebbend op de psychische toestand van appellante, blijkt niet dat de artsen van het UWV de psychische belastbaarheid op de datum in geding onjuist hebben vastgesteld en dat appellante door haar psychische klachten meer beperkingen had voor het verrichten van arbeid. 18-12-2019
- Centrale Raad van Beroep Socialezekerheidsrecht. WGA-vervolguitkering. Zorgvuldig medisch onderzoek en geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het medisch oordeel. Bevestiging aangevallen uitspraak. 18-12-2019
Uitspraken zonder ECLI
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Nicolaou v. Cyprus. Schending van artikel 2 EVRM: onderzoek naar overlijden tijdens militaire dienst. Veroordeling tot betaling van € 32.000 aan verzoekers gezamenlijk. 2020-01-28
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Zinatullin v. Rusland. Schending van artikel 2 EVRM. Veroordeling tot betaling van € 7.000 aan immateriële schadevergoeding. 2020-01-28
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens A.P. v. Slowakije. Schending van artikel 3 EVRM. Mishandeling door politie en onderzoek naar die gestelde mishandeling. Veroordeling tot betaling van € 5.000 aan immateriële schadevergoeding en € 4.500 aan proceskosten. 2020-01-28
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Saribekyan en Balyan v. Azerbeidzjan. Schending van artikel 2 en 3 EVRM: onderzoek naar omstandigheden rondom overlijden van de zoon van verzoekers tijdens detentie en mishandeling voorafgaand aan het overlijden. 2020-01-30
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Sakvarelidze v. Georgië. Schending van artikel 2 EVRM: onderzoek naar omstandigheden rondom het overlijden van de zoon en zus van verzoekster bij een verkeersongeval. Veroordeling tot betaling van € 25.000 aan immateriële schadevergoeding. 2020-02-06
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Vovk en Bogdanov v. Rusland. Schending van artikel 2 EVRM. Veroordeling tot betaling van € 40.000 aan immateriële schadevergoeding en € 1.400 aan proceskosten. 2020-02-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Buturugă v. Roemenië. Schending van artikel 3 EVRM: onderzoek naar huiselijk geweld en cyberpesten. Veroordeling tot betaling van € 10.000 aan immateriële schadevergoeding en € 457 aan proceskosten. 2020-02-11
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Ibrahimov en Mammadov v. Azerbeidzjan. Schending van artikel 3 EVRM: mishandeling tijdens arrestatie en detentie en onderzoek naar die gestelde mishandeling. Veroordeling tot betaling van € 30.000 aan immateriële schadevergoeding per verzoeker en € 6.000 aan proceskosten per verzoeker. 2020-02-13
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens Y. v. Bulgarije. Schending van artikel 3 en 8 EVRM ten aanzien van onderzoek naar verkrachting. Veroordeling tot betaling van € 7.000 aan immateriële schadevergoeding. 2020-02-20
- Rechtbank Overijssel Arbeidsrecht. Deelgeschil. Val door gipsplafond. Heeft werkgeefster instructies gegeven? De rechtbank oordeelt dat werkgeefster haar stelling dient te bewijzen dat er instructies zijn gegeven. De ratio van de deelgeschilprocedure staat niet aan een bewijsopdracht in de weg. 2020-03-13