Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2020
Uitspraken van 19-05-2020 tot 25-05-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.


Nieuws
Rapport Commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten (Heerts) beroepsziekteclaims: ‘Stof tot nadenken’
Werknemers die ziek worden als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen hebben belang bij een snelle tegemoetkoming, zonder ingewikkelde rechterlijke procedures. Dat concludeert de onderzoekscommissie onder leiding van Ton Heerts, die in opdracht van het kabinet onderzocht hoe de afhandeling beroepsziekteclaims kan worden vereenvoudigd. De commissie onderstreept daarnaast het belang van goede preventie.

Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd zijn onder andere:
Bijna 9 duizend meer mensen overleden in eerste 9 weken corona-epidemie
Ondanks gedeeltelijke lockdown nauwelijks minder verkeersdoden
Slachtoffermonitor mensenhandel 2014-2018


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

R. Rijnhout, ‘Het EBI-arrest, historisch onrecht, effectieve remedie en de AVG’, TVP 2020/1. [Rechtsorde]*
Op 15 maart 2019 oordeelde de Hoge Raad in het EBI-arrest dat van een persoonsaantasting op andere wijze (art. 6:106 lid 1 aanhef onder b BW) nog niet reeds sprake is in geval van de enkele schending van een fundamenteel recht.1 Volgens de Hoge Raad moet de vergoeding voor immateriële schade wegens een persoonsaantasting op andere wijze – buiten gevallen van objectiveerbaar geestelijk letsel – worden gerechtvaardigd door de ernst van de normschending én de ernst van de gevolgen daarvan. De auteur betoogt in deze opinie dat het nodig is dat meer in de geest van de werking van mensenrechtenverdragen wordt beslist.

A.A.L. Oving, ‘De WAMCA onder de loep genomen’, TVP 2020/1. [Rechtsorde]*
In deze bijdrage gaat de auteur in op de vraag of de WAMCA de in de praktijk meest voorkomende knelpunten bij het afwikkelen van massaschade ondervangt. De focus hierbij ligt op nationale massaschadeprocedures en benadeelden die woonachtig zijn in Nederland.

M.R. Hebly & S.D. Lindenbergh, ‘Compensatie van misdrijfschade: veel beweging, voldoende inzicht en visie? Verslag van het symposium van 24 september 2019’, TVP 2020/1. [Rechtsorde]*
In de afgelopen decennia is in toenemende mate ingezet op ‘emancipatie’ van slachtoffers van misdrijven. De aanleiding daarvoor moet niet worden gezocht in toenemende criminaliteit – daarvan lijkt immers geen sprake –, maar in het groeiende besef dat slachtoffers van misdrijven bijzondere aandacht verdienen. Op het punt van compensatie van hun schade zijn uiteenlopende maatregelen genomen vanuit de gedachte dat de dader moet vergoeden wat hij heeft veroorzaakt. Naar verschillende van die maatregelen is inmiddels ook (empirisch) onderzoek gedaan. De resultaten daarvan laten niet alleen verschillende vragen open, maar roepen ook nieuwe vragen op. Wie draagt uiteindelijk welke schade? Wat komt er daadwerkelijk van verhaal terecht? Wordt misdrijfschade met de daartoe beschikbare middelen efficiënt gecompenseerd? Kan het ook anders? Bestaan op deze punten voldoende inzicht en visie? Deze vragen stonden centraal tijdens het op 24 september 2019 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam gehouden symposium ‘Compensatie van misdrijfschade – solidariteit, verzekering, verhaal’.

B.A. Kuiper-Slendebroek, ‘Opwarming van het klimaat als onrechtmatige daad? – HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2006’, TVP 2020/1. [Rechtsorde]*
De veelbesproken klimaatzaak tussen Urgenda en de Nederlandse Staat bereikt haar eindpunt. In zijn arrest van 20 december 2019 zet de Hoge Raad het gevaar van klimaatverandering uiteen aan de hand van de vastgestelde feiten. De Hoge Raad bevestigt het arrest van het gerechtshof Den Haag, dat de Staat de uitstoot van broeikasgassen met minimaal 25% in 2020 dient te hebben verminderd. Een lagere reductie levert schending op van de artikelen 2 en 8 EVRM. De auteur geeft een commentaar op de uitspraak.

J.W. Bockwinkel & Chr. H. van Dijk, ‘Ten afscheid: terugblikken en ver kijken. Interview met Theo Kremer’, TVP 2020/1. [Rechtsorde]*
‘Dat Theo dit voorjaar heeft laten weten te willen stoppen met zijn redacteurschap vindt de redactie spijtig. Een zeer markant, humorvol, inhoudelijk sterk en prettig mens stapt op.’ Vanwege zijn belang en lange staat van dienst vond de redactie het een leuk idee om hem te eren met een interview waarin deze ‘grand (nog steeds) young man’ zijn visie over de ontwikkelingen in de letselschade kan geven.

* Let op: toegang tot de volledige tekst van deze publicatie bestaat alleen bij een abonnement op het tijdschrift in (één van) deze databank(en).


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Uitgangspunten verlies verdienvermogen en rekenrente bij kapitalisatie in letselschadezaak na tramaanrijding.
Aanrijding tussen gedaagde als fietser en een tram. Gedaagde loopt ernstig letsel op met blijvende invaliditeit tot gevolg. WAM-verzekeraar Allianz heeft aansprakelijkheid erkend voor het ongeval. Allianz heeft € 600.000 aan voorschotbetalingen gedaan, na dagvaarding aanvullend € 28.000. Allianz vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat de schade die gedaagde heeft geleden en eventueel nog zal lijden ten gevolge van het ongeval volledig is vergoed door de voorschotbetalingen en de slotbetalingen en dat haar verzekerde niets meer aan gedaagde verschuldigd is. Partijen verschillen van inzicht over vijftien verschillende schadeposten. Rechtbank (PS 2020-0367) geeft onder meer uitgangspunten voor bepaling verlies aan verdienvermogen (r.o. 4.10-4.27) en voor kapitalisatie van schadevergoeding (‘rekenrente’) (r.o. 4.28-4.38), gedifferentieerd naar korte, middellange en lange termijn.

Werkgever niet (proportioneel) aansprakelijk voor rugklachten.
In deze procedure vordert werknemer onder meer een verklaring voor recht dat werkgever jegens hem (geheel dan wel gedeeltelijk) aansprakelijk is voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van de bij hem bestaande en in het deskundigenrapport beschreven klachten. Uit het deskundigenrapport blijkt niet dat sprake is van het vereiste causale verband tussen de uitvoering van de werkzaamheden en de schade die werknemer stelt te hebben geleden, aldus het hof (PS 2020-0363). Zo rapporteert de deskundige dat het bij werknemer gaat om degeneratieve afwijkingen passend bij de leeftijd van werknemer en waarvoor geen andere oorzaken zijn gevonden. Er is sprake geweest van langdurig zittend werk en niet-rugbelastend werk. Het had op de weg van werknemer gelegen om meer duidelijkheid te verschaffen over welke overbelasting tot welke klachten heeft geleid. Geen toepassing omkeringsregel.


Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de personenschadepraktijk en rechtsontwikkeling, stuur dan de geanonimiseerde uitspraak per mail naar de redactie van PS Updates: ps.updates@law.eur.nl. Wij stellen dat erg op prijs.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Janou Kempkes
PS Updates

Hof

Rechtbank

Antillen