Naar boven ↑

Update

Nummer 29, 2020
Uitspraken van 14-07-2020 tot 20-07-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.


Zomervakantie
Graag attenderen wij u erop dat de PS Updates-nieuwsbrief in verband met de zomervakantie vanaf heden tweewekelijks wordt verstuurd. Met ingang van 31 augustus a.s. ontvangt u de nieuwsbrief weer wekelijks.


Annotatie
Noodzakelijke verhuizing als gevolg van verkeersongeval: voordeelstoerekening en de verhouding tussen civiele aansprakelijkheid en de Wmo.
Een ongeval met letsel tot gevolg kan meebrengen dat het slachtoffer dient te verhuizen naar een passende, aangepaste woning. In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 18 december 2019 staat de vraag centraal of de aansprakelijke verzekeraar de kosten van die noodzakelijke verhuizing dient te vergoeden. Ook gaat de rechtbank in deze uitspraak in op de vraag of de verzekeraar een succesvol beroep kan doen op voordeeltoerekening wanneer het slachtoffer vanwege het letsel naar een duurdere woning dient te verhuizen. Annotatie van Yoni Bosschaart bij Rechtbank Midden-Nederland 18 december 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:6436, PS 2020-0109.


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

M.S.E. van Beurden & M.L. de Jong, annotatie bij rechtbank Amsterdam 18 maart 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2200 [Deskundigenrapport, Zwaarwegende bezwaren, Gerechtvaardigd belang verwerken persoonsgegevens], JA 2020/88. [Rechtsorde] [Legalintelligence]
In deze annotatie gaan de auteurs in op de bewijswaardering door de rechtbank van meerdere door partijen ingebrachte deskundigenrapporten. Daarnaast besteden zij kort aandacht aan de door eiser gestelde schending van de AVG.

J.P. Quist, annotatie bij rechtbank Rotterdam 27 maart 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:2905 [Werkgeversaansprakelijkheid, Reikwijdte art. 7:658 lid 4 BW, Onrechtmatige daad], JA 2020/96. [Rechtsorde] [Legalintelligence]
Art. 7:658 lid 4 BW bepaalt dat hij die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 van dat artikel aansprakelijk is voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. Het gaat hier om de aansprakelijkheid voor schade als gevolg van bedrijfsongevallen en beroepsziekten. De reikwijdte van het vierde lid van art. 7:658 BW is met regelmaat inzet van procedures. Ook in de onderhavige zaak, waarin een gedetineerde tijdens in de penitentiaire inrichting (PI) verrichte werkzaamheden door een ongeval met een schuurmachine letsel had opgelopen, is de reikwijdte van art. 7:658 lid 4 BW aan de orde. In deze annotatie zal de auteur zich in het bijzonder daarop richten.

P.J. Klein Gunnewiek, annotatie bij rechtbank Rotterdam 10 april 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:3430 [Deelgeschil, Medisch handelen, Beoordeling aansprakelijkheid buiten rechte, Privacy benadeelde versus keuzevrijheid zorginstelling bij beoordeling], JA 2020/89. [Rechtsorde] [Legalintelligence]
Is openheid nog wel de norm? De GOMA (Gedragscode Openheid Medische Aansprakelijkheid) heeft in 2010 zijn intrede gedaan. Doel van de aanbevelingen in deze code is het bewerkstelligen van open en transparante communicatie met goed inzicht in het traject voor alle betrokken partijen. De GOMA is echter voor de Rechtbank Rotterdam in deze uitspraak allesbehalve richtinggevend geweest.

J.R. Wildeboer, ‘Schaderegeling zonder erkenning van aansprakelijkheid. Een problematisch fenomeen’, L&S 2020, afl. 2, p. 5-12. [L&S]
Waarom kiezen aansprakelijkheidsverzekeraars voor een schaderegeling zonder erkenning van aansprakelijkheid? Hoe verhoudt die zich tot de gebruikelijke schaderegeling na erkenning? En wat zijn de risico’s voor de derde-benadeelde? Joran Wildeboer schetst de achtergronden, de praktijk en de risico’s, en komt met aanbevelingen voor de praktijk. Door de schaderegeling zonder erkenning ‘kunnen onduidelijkheden ontstaan die de rechtspositie van de derde-benadeelde nadelig beïnvloeden en die deze tot diep in de schaderegeling blijven achtervolgen’. Een dergelijke regeling gaat ook voorbij ‘aan de emotionele behoefte van de derde-benadeelde aan erkenning’.

A.H. Sas, ‘Smartengeld voor aantasting in de persoon zonder geestelijk letsel – in het strafrecht’, L&S 2020, afl. 2, p. 13-26. [L&S]
Wanneer heeft een benadeelde recht op smartengeld op grond van aantasting in de persoon op andere wijze zonder aangetoond geestelijk letsel? Die vraag houdt veel juristen bezig. Het gaat dan ook om een belangrijk deel van de 18.000 smartengeldvorderingen waarover de strafrechter jaarlijks oordeelt. De Hoge Raad heeft zich nog maar weinig over de vraag gebogen, maar in enkele arresten zei deze rechter er toch iets over. Alex Sas bespreekt in zijn overzichtsartikel deze arresten, evenals het EBI-arrest en de beantwoording van de Hoge Raad van prejudiciële vragen over aardbevingsschade. ‘Het recht op smartengeld wordt voornamelijk afgemeten aan de aard en ernst van de normschending en de voor de hand liggende nadelige gevolgen ervan’, is de conclusie van Sas. Vandaar dat de Hoge Raad bij misdrijven tegen de persoon ‘over het algemeen het (impliciete) oordeel van de feitenrechter in stand laat dat sprake is van aantasting in de persoon.’

N. Wouters, ‘Drempels tegen hoger beroep en cassatie tegen een deelgeschilbeschikking’, L&S 2020, afl. 2, p. 27-32. [L&S]
Met de deelgeschilprocedure kan een letselschadezaak snel en relatief eenvoudig buitengerechtelijk worden afgewikkeld, maar hoger beroep of cassatie tegen een deelgeschilbeschikking compliceert en vertraagt de zaak. Daarom stelde de wetgever appelverboden in. Ninette Wouters beschrijft de appelverboden, schetst de voorwaarden waaronder ze kunnen worden doorbroken en laat zien hoe dat hoger beroep of cassatieberoep moet worden ingesteld.


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Schadevergoeding voor doodslag op (ex-)vriendin en mishandeling van een ambtenaar.
Strafrecht. Veroordeling voor doodslag op (ex-)vriendin en veroordeling voor mishandeling van een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening. De moeder van de vrouw krijgt € 20.000 voor shockschade en € 17.500 voor affectieschade toegewezen, en haar vader € 17.500 voor affectieschade. Haar zoon krijgt een vergoeding van € 10.000 voor immateriële schade (persoonsaantasting) en € 20.000 voor affectieschade. De affectieschadevordering van de stiefvader van de vrouw wordt afgewezen. De arrestantenverzorger krijgt een vergoeding van € 400 voor (immateriële) schade (PS 2020-0489).

Toewijzing affectieschade en shockschade. Broertje is geen ‘naaste’ in de zin van artikel 6:108 lid 4 aanhef en onder g BW.
Strafrecht. Veroordeling van minderjarige verdachte voor doodslag, poging tot afpersing in vereniging en voorbereidingshandelingen daartoe. De door de ouders van het slachtoffer gevorderde affectieschade van € 20.000 per persoon wordt toegewezen. De moeder krijgt een deel van de gevorderde shockschade (€ 10.000), omdat zij het slachtoffer heeft aangetroffen, getuige was van diverse reanimatiepogingen en als gevolg daarvan aan PTSS lijdt. De vorderingen van het broertje en de vordering van de vader tot vergoeding van shockschade worden niet-ontvankelijk verklaard. Het broertje is geen ‘naaste’ in de zin van artikel 6:108 lid 4 aanhef en onder g BW (PS 2020-0492).

Trouwstoetzaak 30 augustus 2019 Rotterdam.
Strafrecht. Trouwstoetzaak 30 augustus 2019 Rotterdam. De rechtbank oordeelt dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een politieagent. Verdachte heeft het slachtoffer van achteren benaderd en met een harde vuistslag op het hoofd en de nek geslagen. Het slachtoffer is op de grond gevallen en is enige tijd buiten bewustzijn geweest. Hierdoor heeft het slachtoffer een whiplash opgelopen. Het incident heeft door de media-aandacht maatschappelijke verontwaardiging opgeroepen. De rechtbank (PS 2020-0497) stelt de immateriële schade vast naar maatstaven van billijkheid op € 1.500.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Emily Husta
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen