Naar boven ↑

Update

Nummer 40, 2020
Uitspraken van 20-10-2020 tot 26-10-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. 


Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd is o.a.:
Schiet een aannemer tekort wanneer hij zijn opdrachtgever niet adviseert om een asbestinventarisatie te laten uitvoeren?
Kamerbrief over onderzoek langlopende letselschadezaken en vervolgstappen
Kort verslag van webinar over langlopende letselschadezaken


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Medische aansprakelijkheid na niertransplantatie.
Medische aansprakelijkheid. Niertransplantatie waarna kind overlijdt. EMC medisch onzorgvuldig gehandeld? Informed consent? Deskundigenbewijs (PS 2020-0753).

Terugvordering bijstandsuitkering na ontvangst schadevergoeding in verband met ongeval.
Socialezekerheidsrecht. Terugvordering bijstandsuitkering na ontvangst schadevergoeding in verband met ongeval. In redelijkheid slechts materiële vergoeding en € 20.000 van de immateriële vergoeding vrijgelaten. Bevestiging aangevallen uitspraak. Geen proceskostenveroordeling (PS 2020-0764).

Aanrijding door wegwerkzaamheden in opdracht gemeente.
Letselschade. Wegwerkzaamheden uitgevoerd in opdracht gemeente. Aanrijding fietser en snorfietser. Verzekeraar spreekt gemeente en aannemer aan uit hoofde van artikel 6:162 BW. Gemeente is aansprakelijk omdat plaatsen bebording een overheidstaak is die zich niet aan particulieren laat overdragen. Aannemer is opgetreden ter uitoefening overheidstaak en is zelf ook aansprakelijk. Kelderluik-criteria (PS 2020-0769).


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

N. Verhoeks, ‘Ongelukkige samenloop van omstandigheden en een ongeval zit in een klein hoekje’, PIV Bulletin 2020, afl. 3, p. 5-10 [Stichting PIV]
Het Burgerlijk Wetboek bevat geen risicoaansprakelijkheidsregel voor de zogenoemde huis-tuin-en-keukenongevallen. Gevoelsmatig wordt in de praktijk steeds vaker de schuld en daarmee de financiële verantwoordelijkheid voor ongevallen gezocht bij een ander, ondanks dat er geen contractuele relatie bestaat. Belangrijke beoordelingsfactoren voor onrechtmatig gedrag zijn de welbekende Kelderluikcriteria. Al ‘Kelderluikend’ lijkt men in de praktijk elke situatie onder de genoemde factoren te kunnen schuiven. Waar liggen de grenzen van aansprakelijkheid? Hoe gaan we om met gevaren? En hoe ver reikt de eigen verantwoordelijkheid van mensen?

B. Fluit, ‘Zwart geld vergoeden in letselschadezaken: tijd voor een nieuw geluid?’, PIV Bulletin 2020, afl. 3, p. 16-19. [Stichting PIV]
Lisette de Haan en Veneta Oskam stelden zich in het PIV Bulletin van maart 2020 de vraag hoe logisch het is dat binnen het aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht gemist zwart werk door aansprakelijkheidsverzekeraars wordt gecompenseerd. Zwart werken kan naar hun mening, zodra de benadeelde een beroep doet op het aansprakelijkheidsrecht, (in beginsel) niet als uitgangspunt gelden. Simpelweg omdat dit maatschappelijk niet aanvaardbaar is. De Haan en Oskam roepen op tot verdere discussie over dit onderwerp, aan welke oproep de auteur van dit artikel graag gehoor geeft. Ook naar haar mening is het tijd voor een nieuw geluid.

P. klein Gunnewiek & L. Homan, ‘Het belang van de delta V. Terugblik op de relevantie bij de beoordeling van juridische causaliteit’, PIV Bulletin 2020, afl. 3, p. 24-27. [Stichting PIV]
In 2015 verschenen er drie artikelen in het PIV-Bulletin waarin vanuit verschillende invalshoeken – juridisch, medisch en biomedisch – de betekenis van de zwaarte van de botsing bij achterop-aanrijdingen voor de toepassing van de juridische causaliteit werd besproken. Er werd onder meer gesproken over de betekenis van de snelheidsverandering ('delta v') voor het risico op (langdurige) klachten en of het mogelijk is een absolute ondergrens aan te nemen voor het ontstaan van klachten. De auteurs waren niet eensgezind in hun conclusies en ook de rechtspraak liet destijds geen eenduidig beeld zien. We zijn inmiddels vijf jaar verder en de verdeeldheid is er nog altijd. Vrij recent heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich opnieuw uitgelaten over de relevantie van de delta v bij de beoordeling van juridische causaliteit. Aanleiding voor de auteurs van dit artikel om eens terug te blikken op de materie en te onderzoeken welke betekenis het arrest van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft voor de praktijk.

M. van de Braak, ‘Schade veroorzaakt door paarden in een bedrijfsmatige context’, PIV Bulletin 2020, afl. 3, p. 28-32. [Stichting PIV]
In deze bijdrage wordt gefocust op de aansprakelijkheid van de bedrijfsmatig gebruiker van paarden naar aanleiding van een recente uitspraak van Rechtbank Gelderland. De casus die ten grondslag lag aan deze uitspraak wordt weergegeven, waarna het juridisch kader wordt geschetst. Daarbij zal voornamelijk aandacht worden besteed aan jurisprudentie. Vervolgens bekijkt de auteur of de beslissing van de rechtbank past in het besproken kader.

J. Roth, ‘Breng rust in het langlopend dossier’, L&S 2020, afl. 3, p. 3-5. [L&S]
In de meeste langlopende letselschadezaken is er niet sprake van één maar van meer redenen waarom ze nog niet zijn afgewikkeld. En: er kan niet één meest voorkomende reden of omstandigheid worden aangewezen die zich in het merendeel van de zaken voordoet. Dit zijn de twee belangrijkste conclusies uit het onderzoek naar langlopende letselschadezaken van de Universiteit Utrecht, onder leiding van dr. Rianka Rijnhout. De resultaten van dat onderzoek, verricht in opdracht van De Letselschade Raad, zijn begin september gepubliceerd. De centrale vraag was: wat zijn kenmerken van letselschadezaken die niet binnen twee jaar zijn afgesloten? De auteur van dit artikel onderschrijft haar conclusie: een langlopende letselschadezaak is belastend, maar een zo harmonieus mogelijk verlopende letselschadezaak is dat veel minder.

R.P. Wijne, ‘Aansprakelijkheid voor gebruik ongeschikte medische hulpzaken. Hoge Raad schept duidelijkheid maar beslist is het nog niet’, L&S 2020, afl. 3, p. 6-22. [L&S]
Scheppen de uitspraken van de Hoge Raad van 19 juni jl. duidelijkheid over de aspecten van en de dragende overwegingen voor aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken? Rolinka Wijne beantwoordt die vraag nadat ze de geschiedenis en het systeem van de wet uiteen heeft gezet (§ 1), evenals de oordelen van de hoven die hebben geleid tot de arresten (§ 2) en de oordelen van de Hoge Raad (§ 3 en 4). Zij geeft haar visie op de interpretatie van de uitspraken over een tekortkoming (§ 4.1), inclusief een alternatieve lezing (§ 4.2), en over de toerekening (§ 4.2), en concludeert (§ 5) dat de uitspraken die duidelijkheid slechts met enige moeite geven. 
De geschiktheid van de zaak moet worden beoordeeld naar de medische inzichten ten tijde van die toepassing, wat betekent dat een belangrijke beoordelingsfactor is of de zaak op het moment van het gebruik ‘state of the art’ was. Omdat naast objectieve onbekendheid van het gebrek ook subjectieve aanknopingspunten van belang zijn en omdat er bij de toerekening nog steeds twee uitkomsten mogelijk zijn, is de zaak nog onbeslist – ‘zeker als de praktijk aan de slag gaat met verschillende lezingen van de uitspraken.’

M.R. Lauxtermann, ‘Schaderegeling zonder erkenning van aansprakelijkheid – een reactie. Nuttige mogelijkheid op het palet’, L&S 2020, afl. 3, p. 23-27. [L&S]
In zijn reactie beargumenteert Martijn Lauxtermann dat Joran Wildeboer terecht heeft gewezen op een aantal valkuilen, maar dat die geen onoverkomelijk bezwaar hoeven te vormen. ‘In zaken waarin meerdere mogelijke aansprakelijke partijen en verzekeraars betrokken zijn, valt heel vaak maar moeilijk uit te maken wie uiteindelijk de schade dient te dragen.’ Dan kan de besproken regeling een uitweg bieden als de regrespositie van de dader of diens verzekeraar de erkenning van aansprakelijkheid blokkeert.

H. Knape, H. Van Marle & A. Verrips, ‘Wetenschappelijke vereniging dient medisch specialist te ondersteunen bij deskundigenonderzoek’, L&S 2020, afl. 3, p. 28-30. [L&S]
Medische deskundigenrapporten zijn vaak ook tuchtrechtelijk gezien onder de maat. Door bijvoorbeeld fouten als een opinie geven buiten het eigen vakgebied, het gespreksverslag of een onderzoeksverslag niet ter correctie aanbieden of het niet informeren van de wederpartij. Daarom dienen wetenschappelijke verenigingen beleid te maken ter bevordering van voldoende gekwalificeerde medische specialisten die goede deskundigenonderzoeken kunnen uitvoeren. 

O.L. Nunes, ‘Welke eisen stelt de tuchtrechter aan een deskundigenrapport?’, L&S 2020, afl. 3, p. 31. [L&S]
Regelmatig moet een BIG-geregistreerd hulpverlener die een medisch advies, een buitengerechtelijke expertise of een deskundigenrapport uitbrengt, zich bij de tuchtrechter verantwoorden. Op verzoek van de redactie zet Oswald Nunes de tuchtrechtelijke eisen op een rij.
 
L.E.M. Charlier, ‘Mediation kan bij vroegtijdige interventie re-integratie bevorderen en schade beperken’, L&S 2020, afl. 3, p. 32-36. [L&S]
Niet alleen bij vastgelopen verhoudingen tussen werknemer, werkgever en verzekeraar maar ook al bij oplopende spanningen en schuring in de vroege fase van de behandeling, kan mediation in letselschadezaken zijn vruchten afwerpen. Dit bepleit Lydia Charlier, aan de hand van het profiel van de mediator, de emotionele behoeften van de benadeelde en een verkenning van diverse kansrijke momenten in het letselschadeproces. Ze laat ook zien hoe rechters gevolgen zouden kunnen verbinden aan het niet-aanbieden van of niet-deelnemen aan mediation.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Emily Husta
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep