Naar boven ↑

Update

Nummer 41, 2020
Uitspraken van 27-10-2020 tot 02-11-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. 


Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd is o.a.:
Asbeststelsel moet op de schop
Wereldwijd 219.000 kankerdoden door asbest in werk


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Ongelukkige val bij ijsbaan.
Deelgeschil. Ongelukkige val bij ijsbaan De Meent in Alkmaar. Uitgangspunt is dat ieder zijn eigen schade draagt. Gemeente aansprakelijk voor de schade van verzoekster? Beroep op artikel 6:174 BW verworpen. Geen schending algemene zorgplicht gemeente. Val is te wijten aan onvoorzichtigheid van verzoekster zelf. Schade blijft voor haar rekening (PS 2020-0779).

Einduitspraak rechtbank gaswinning Groningen.
Einduitspraak rechtbank. Vervolg op prejudiciële vragen aan Hoge Raad omtrent schade door gaswinning in Groningen. Vorderingen tegen maatschap niet-ontvankelijk. Vorderingen tegen Staat stranden voor groot deel op gezag van gewijsde. NAM en EBN aansprakelijk voor deel fysieke schade, immateriële schade en gederfd woongenot. Overige vorderingen over treffen van versterkende maatregelen, waardedaling, schade- en klachtafhandelingstraject door NAM, CBS en Staat, schending van privacy, laagfrequent geluid en inkomensderving worden afgewezen (PS 2020-0780).


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

N. van Tiggele-van der Velde, ‘De directe verzekering heeft nu vooral behoefte aan directie’, AV&S 2020/29, afl. 5, p. 177-179. [Rechtsorde]
Vanuit de gedachte dat het prettig is om bij schade zaken te doen met de eigen verzekeraar, alsook omwille van proceseconomie en vanwege de nieuwe risico’s op het terrein van de verkeersaansprakelijkheid, blaast het Verbond van Verzekeraars een eerder voornemen om de directe verzekering in te voeren nieuw leven in. Een experiment voor bepaalde schades, bepaalde verzekerden en met een bepaald aantal verzekeraars. Auteur stelt zich de vraag of het mogelijk is om een plukje weggebruikers in een ander regime te plaatsen als aan dat experiment en de verhouding tussen de daarop betrokkenen en de rest van de wereld niet een groot masterplan ten grondslag ligt. Zij concludeert dat het tijd is voor een heldere uiteenzetting door het Verbond, waarbij het eerder door hemzelf geschetst ingewikkeld en complex proces nader benoemd en uitgewerkt wordt.

M. van Asch & S. Tanouyat, ‘Aansprakelijkheid hulpverleners voor medische hulpzaken: ‘State of the art’?’, AV&S 2020/30, afl. 5, p. 180-184. [Rechtsorde]
Recent heeft de Hoge Raad twee langverwachte arresten gewezen over de aansprakelijkheid van hulpverleners voor het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken bij de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. De arresten hebben betrekking op de hulpzaken PIP en Miragelplombe. Verrassend genoeg oordeelt de Hoge Raad dat indien de gebruikte hulpzaak ten tijde van het gebruik daarvan 'state of the art' was, dit geen tekortkoming oplevert, in plaats van deze factor mee te laten wegen bij de toerekeningsvraag, zoals in eerdere (lagere) rechtspraak is geoordeeld. De auteurs bespreken in dit artikel de twee arresten, waarna zij ingaan op het begrip ‘state of the art’.

L.L.M.A.A. de Vor & G. van Dijck, ‘Zwarte dozen in (deels) zelfrijdende auto’s: kan de techniek voorzien in het vaststellen van de aansprakelijkheid?’, AV&S 2020/32, afl. 5, p. 192-199. [Rechtsorde]
In dit artikel wordt vanuit technisch oogpunt bezien in hoeverre data uit Event Data Recorders (EDRs) kunnen bijdragen aan het vaststellen van aansprakelijkheid bij ongevallen waarbij geautomatiseerde rijsystemen zijn betrokken. Daartoe wordt bezien welke data nodig zijn, hoe deze data worden uitgelezen en wie deze data kan gebruiken in een civielrechtelijke procedure. Er wordt geanalyseerd of EDRs de benodigde data verzamelen, waarbij de grenzen van de techniek en de (verdere) mogelijkheden worden uitgelicht. De conclusie is dat de EDRs die momenteel worden gebruikt c.q. verplicht worden gesteld nog onvoldoende inzicht geven in zowel de externe omstandigheden van een ongeval als in het functioneren van het geautomatiseerde rijsysteem. De stand van de techniek is nog niet zo ver dat EDRs voldoende gegevens verzamelen om daarmee de civielrechtelijke aansprakelijkheid te bepalen.

L.T. Visscher, ‘Over vaccins en immuniteit tegen aansprakelijkheid’, AV&S 2020/34, afl. 5, p. 211-213. [Rechtsorde]
Op zaterdag 10 oktober 2020 kopte de NOS-app, in de berichtgeving over Covid-19, het volgende: ‘Nederland betaalt mee aan schadeclaims bij bijwerkingen vaccin.’ In het bericht werd gerefereerd aan een artikel uit het AD over afspraken die EU-lidstaten zouden hebben gemaakt met farmaceuten over ‘claims die bijvoorbeeld te maken hebben met een verborgen gebrek van een vaccin dat niet bekend was op het moment van toelating.’ Zowel NOS als AD vermeldden dat GroenLinks kritisch reageert: “De farmaceuten komen hiermee te makkelijk weg. Hun bedrijfsmodellen zijn volledig ingericht op winst. Waarom moeten overheden dan bijdragen aan eventuele schadeclaims?” Waar de auteur normaal op zaterdagochtenden rustig wakker wordt met een kopje koffie, de NOS-app en de krant, kon hij na lezing van het bovenstaande zijn gedachtestroom niet meer stoppen. Wat een mooi voorbeeld van de factoren die allemaal een rol spelen bij de vraag of een schadeveroorzaker aansprakelijk moet kunnen worden gesteld voor, kort samengevat, ‘onbekende gevaren’!

E.R. de Jong, ‘Gebrekkige coronavaccins. Gedachten over immuniteit, maatschappelijke solidariteit en een schadefonds’, NJB 2020/2507, afl. 37, p. 2838-2845. [Rechtsorde] [LegalIntelligence]
In rap tempo wordt wereldwijd gezocht naar een goed werkend coronavaccin. Vanuit de industrie komen de signalen dat de mogelijkheid bestaat dat men niet alle bijwerkingen van een vaccin (nu al) kan voorzien. Dat roept de vraag op of hun immuniteit dient toe te komen voor eventuele productaansprakelijkheid. Deze bijdrage beoogt een aanzet te geven tot gedachtevorming over dit thema. Besproken wordt dat terughoudendheid moet worden betracht bij het accepteren van immuniteit voor productaansprakelijkheid voor een gebrekkig coronavaccin. Zo bestaan er, in ieder geval naar Nederlands recht, voldoende mogelijkheden om vaccinaansprakelijkheid beheersbaar te houden. Bovendien is de vraag welke effecten het verlenen van immuniteit heeft op de (toch al relatief lage) vaccinatiebereidheid. Dit alles betekent evenwel niet dat het wenselijk is om slachtoffers het pad van de productaansprakelijkheid te laten bewandelen. Dat pad is voor hen immers bezaaid met de nodige hindernissen. Een schadefonds voor slachtoffers van de bijwerkingen van een coronavaccin is het overwegen waard. De rechtvaardiging voor zo’n schadefonds is gelegen in de maatschappelijke solidariteit en het publieke belang van de volksgezondheid.

M.A.E. Planken & M.K.G. Tjepkema, ‘Schadevergoeding bij de bestuursrechter: een overzicht van rechtspraak over onrechtmatig overheidshandelen sinds 2013’, O&A 2020/45, afl. 3, p. 99-117. [Rechtsorde] [LegalIntelligence]
Dit overzichtsartikel gaat in op jurisprudentie van de bestuursrechter over schadevergoeding bij onrechtmatig overheidshandelen. Vertrekpunt is de medio 2013 ingevoerde bestuursrechtelijke verzoekschriftprocedure, waarbij de auteurs naast procedurele aspecten (bewijslast, duiding van een proceshandeling als verzoekschrift, bevoegdheid bestuursrechter) ook tal van materiële vraagstukken (schade, causaal verband, relativiteit) bespreken. Zij zijn optimistisch over de wijze waarop de in titel 8.4 Awb geregelde procedure burgers in staat stelt een snel oordeel van de bestuursrechter te verkrijgen. Wel stellen zij dat dit (v)oordeel ten onrechte wettelijk beperkt is tot verzochte schades onder de € 25.000. Ook menen zij dat de jurisprudentiële aanvullingen op de bevoegdheidsregeling in titel 8.4 op zichzelf te waarderen zijn (zoals besproken aan de hand van een aantal ‘leading cases’), maar het stelsel als geheel nog steeds complex maken.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,
Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Emily Husta
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen