Naar boven ↑

Update

Nummer 48, 2020
Uitspraken van 15-12-2020 tot 21-12-2020
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,


Bijgaand treft u de laatste PS Update van 2020 aan. Op maandag 28 december a.s. zal er i.v.m. de kerstvakantie geen nieuwsbrief verschijnen. De eerste nieuwsbrief van 2021 verschijnt op maandag 4 januari. Via deze weg wensen wij u graag fijne feestdagen en een mooie jaarwisseling toe!


Nieuws
Regelmatig wordt op PS Updates een aantal interessante nieuwsberichten geplaatst. Nieuw toegevoegd is o.a.:
Directe Schadeafhandeling voor particuliere personenauto’s een feit
144000 pond voor Britse asbestslachtoffers
Letselschade belangrijk onderdeel in beleidsplan 2021 van Verbond


Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, welke te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Kan naast de uitkering door het Waarborgfonds de verzekeraar nog worden aangesproken?
Deelgeschil. Verkeersongeval. Hoofdelijke verbondenheid Waarborgfonds en verzekeraar. Niet is gebleken dat de totale schade van verzoeker hoger is dan het door het Waarborgfonds uitgekeerde bedrag (PS 2020-0947).

Gemeente aansprakelijk voor dodelijk ongeval velomobilist.
Deelgeschil. Wegbeheerdersaansprakelijkheid. Op het onverlichte bospad waar de velomobilist op fietste bevond zich een afgezaagde lantaarnpaal, die het bospad versperde. De velomobilist is tegen de lantaarnpaal aangereden en als gevolg van het daardoor opgelopen letsel komen te overlijden (PS 2020-0951).


Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
N.B. Wekelijks verzorgt de redactie de literatuur-signaleringen in deze nieuwsbrief. We werken er hard aan om deze signaleringen ook in de vernieuwde databank op te nemen!

M.A.J.M. Buijsen, ‘Intensive care in tijden van corona. De rechtvaardige verdeling van een schaars goed’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Wie krijgt er een plek op de intensive care als in de coronapandemie tekorten ontstaan? Martin Buijsen gaat na of het gebruik van niet-medische criteria voor toewijzing van IC-zorg, in het draaiboek dat artsenorganisaties in juni jl. publiceerden, verenigbaar is met het recht. Ook in de noodzakelijke gezondheidszorg wordt er altijd gerantsoeneerd. Het fundamentele recht op gezondheidszorg vereist dat dit expliciet geschiedt: ‘zichtbaar, kenbaar, toetsbaar en idealiter uiteindelijk ook democratisch gelegitimeerd’. Maar wie, hoe en waarom rantsoeneert, is in het Nederlandse stelsel met zijn grote aantal betrokken partijen ‘helaas bijna volledig aan het zicht onttrokken.’

R.P. Wijne, ‘Hoe nood wet breekt. Aansprakelijkheid van de hulpverlener voor COVID-19-gerelateerde schade’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Ook tijdens de SARS-CoV-2-pandemie moet een patiënt de gebruikelijke goede zorg krijgen en is de hulpverlener die die zorg niet biedt in beginsel schadeplichtig als de patiënt daardoor schade lijdt. Maar wat het adagium ‘nood breekt wet’ dan kan betekenen voor de aansprakelijkheid van een hulpverlener in individuele zaken, laat Rolinka Wijne zien aan de hand van vier fictieve casus waarin achtereenvolgens drie vragen centraal staan: Hoe moet de zorgvuldigheidsnorm in een SARS-CoV-2 situatie worden ingevuld? Wanneer en hoe spelen dan rechtvaardigings- en of schulduitsluitingsgronden een rol? En wat als de hulpverlener gebruik maakt van minder gekwalificeerd personeel dat fouten maakt of als hij ongeschikte hulpzaken gebruikt? Uiteindelijk concludeert Rolinka Wijne dat verhaal van COVID-19 gerelateerde schade op de hulpverlener naar verwachting niet snel succesvol zal zijn.

Y.R.K. Waterman, ‘Corona bewijst dat het bewijsrecht inzake beroepsziekten uit balans is. Opinie’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Het beroepsziekterecht is niet soepel genoeg, wellicht zelfs niet fair genoeg, om met een nieuwe (beroeps) ziekte als Corona om te gaan. Yvonne Waterman onderbouwt deze stelling met een analyse van twee cases: de IC-verpleegkundige en de ingehuurde medewerker van een slachterij, allebei erg ziek en gediagnosticeerd met Corona.

M.J.J. Ridder, ‘Wat als het coronavaccin niet “state of the art” blijkt te zijn?’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Wat zijn de risico’s van de vaccins op een termijn van langer dan enkele maanden? Kan het product dat met ‘lichtsnelheid’ is ontwikkeld, onderzocht en op de mark is gebracht, wel als ‘state of the art’ worden beschouwd? Wat zijn in deze de aansprakelijkheidsrisico’s voor de producent en de hulpverlener? Michel de Ridder zet de wetgeving, de leerstukken en de jurisprudentie op een rij, en concludeert dat in ieder geval begin 2021 producent noch hulpverlener zich veel zorgen hoeven te maken.

I. Haazen, ‘Schade door het coronavirus. Een pleidooi voor aansprakelijkheid voor micro-organismen als gevaarlijke stof’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Nieuwe pathogene micro-organismen zoals SARS-CoV-2 ontstaan door intensief contact tussen dier en mens. Steeds vaker gaat het daarbij ook om een mutatie die voor de mens gevaarlijk is. Ingeborg Haazen bepleit een risicoaansprakelijkheid voor schade door micro-organismen die ontstaan door bedrijfsactiviteiten waarvan bekend is dat zij een verhoogd risico vormen voor het ontstaan of de verspreiding van dergelijke schadelijke pathogenen. Daarom moet volgens haar de bestaande risicoaansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen ruim worden uitgelegd. Zij onderzoekt de mogelijkheden en grenzen van deze aansprakelijkheid en past ze toe op het coronavirus. Haar conclusie is dat risicoaansprakelijkheid kan bijdragen aan de preventie van een groeiend gevaar.

A. Hammerstein, ‘Sneller procederen door de pandemie’, Letsel & Schade 2020, afl. 4. [Letsel & Schade]
Letselschadeprocedures moeten adequaat en voortvarend worden afgewikkeld. Daarbij kunnen digitale middelen volgens Fred Hammerstein een belangrijke rol spelen. Die worden tijdens de coronacrisis vaker uitgeprobeerd. Zogezien heeft Covid-19 de trage machine van het recht opgepept: ‘waar innovatie vrijwel onmogelijk leek, is die er nu wonderlijk snel gekomen.’

M.L. Goudswaard e.a., ‘Hoe wordt forensisch medische expertise bij letsel ingezet in de regio Amsterdam?’, EeR 2020, afl. 6. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
In dit artikel geven Goudswaard e.a., op basis van bevindingen uit een recent uitgevoerd onderzoek, uitleg over forensisch medische expertise bij letsel, hoe dit is vormgegeven in de regio Amsterdam en welke beperkingen er bestaan. Concluderend worden letselrapportages door forensisch artsen belangrijk gevonden, maar wordt er bij aangiftes weinig gebruik van gemaakt en zijn ze bij strafzaken slechts sporadisch aanwezig. Hierbij lijkt het ontbreken van een uniforme richtlijn voor de aanvraag door politie en justitie een belangrijke rol te spelen. De noodzaak van vertaling van medische informatie van behandelend artsen komt naar voren, aangezien deze informatie moeilijk te interpreteren is. Verder worden aanbevelingen voor de inhoud van letsel- en deskundigenrapportages gedaan, zoals de aanwezigheid van kwalitatief goede foto’s. Meer samenwerking tussen justitie, politie en forensisch artsen zal in de toekomst noodzakelijk zijn, zodat in iedere individuele zaak de juiste forensisch medische expertise ingezet kan worden.

S. Kulk, ‘Platformaansprakelijkheid – van “notice and takedown” naar algoritmisch toezicht’, NTER 2020, afl. 5-6. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

E. Pans, ‘Een regeling voor actieve levensbeëindiging bij kinderen 1-12 jaar: het kabinet is “om”, na jaren’, TvGR 2020, afl. 6. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

A.E. Harteveld, ‘Bis of Idem? Over dubbele vervolging van (verkeers)delicten’, Verkeersrecht 2020/192, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

A. Kolder, ‘Personenschade en zaakwaarneming’, Verkeersrecht 2020/193, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

C.F. Manders, ‘De aansprakelijkheid voor ongevallen met gehackte deelscooters’, Verkeersrecht 2020/194, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

R. Robroek, ‘Wennen aan artikel 5a WVW1994’, Verkeersrecht 2020/195, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

N.E. Vellinga, ‘Op de autopiloot de toekomst tegemoet?’, Verkeersrecht 2020/197, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

A.J. Verheij, ‘Bescherming van zwakke partijen door beperkte uitleg van het finaal kwijtingsbeding?’, Verkeersrecht 2020/199, afl. 12. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]

A.J. Verheij, ‘Waarom de Hoge Raad in 1958 de correctie Langemeijer niet heeft erkend. Een correctie van de correctie Langemeijer’, NJB 2020/3049, afl. 44. [Rechtsorde] [Legal Intelligence]
Het doel van de correctie Langemeijer was aansprakelijkheid te vestigen wanneer een wettelijk voorschrift de belangen van de benadeelde niet beoogt te beschermen en er geen onzorgvuldigheidsnormen zijn om op terug te vallen. Bij gevaarzetting speelt de correctie Langemeijer dan ook geen rol, zij is daarvoor niet bedoeld. Toepassing van de correctie in dergelijke zaken draait de Kelderluikfactoren ten onrechte uit beeld. Dat is de eerste correctie op de correctie. Een tweede correctie is dat toepassing van de correctie Langemeijer voortvloeit uit een rechtspolitieke keuze gebaseerd op de wens tot rechtshandhaving nu deze aansprakelijkheid vestigt zonder dat aan het relativiteitsvereiste is voldaan. Er is dan namelijk niet per se sprake van maatschappelijk onzorgvuldig gedrag.


Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps.updates@law.eur.nl.


Met vriendelijke groet,

Siewert Lindenbergh, Femke Ruitenbeek-Bart & Barbara Rozema
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Uitspraken zonder ECLI