Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Vervoerder niet aansprakelijk voor val tussen perron en metro.
Een man komt tussen het perron en een vertrekkende metro terecht. Hierdoor loopt hij letsel op. De metrobestuurder kan geen verwijt gemaakt worden dat hij het rijsignaal heeft gegeven. Daarnaast had de metrobestuurder niet kunnen voorkomen dat de man werd meegesleurd door eerder te stoppen. De metrobestuurder en zijn werkgever (GVB) kunnen niet aansprakelijk worden gehouden voor de geleden schade. Er is ook geen sprake van gevaarzetting. De kans op een dergelijk ongeval is zeer klein. Er bestaan geen reële, redelijkerwijs betaalbare, mogelijkheden om zo’n ongeval te voorkomen. GVB heeft haar zorgplicht niet geschonden door na te laten voor de onveilige situatie te waarschuwen. Er is sprake van een duidelijk kenbaar gevaar. Artikel 8:105 BW (vervoersovereenkomst) is niet van toepassing nu deze eng moet worden uitgelegd. Het verblijven op het perron kan niet onder in- of uitstappen worden verstaan. Ook artikel 185 WVW mist toepassing (PS 2022-0200).
Geen aansprakelijkheid van school voor val van kind in trappengat.
Een minderjarige leerling uit groep 3 valt in een trappengat naar beneden wanneer zij over de leuning klimt om hiervan af te kunnen glijden. Het enkel aanwezig zijn van een trap met trapleuning en trappengat brengt geen gevaarzetting met zich mee. Van kinderen van 6/7 jaar mag worden verwacht dat zij weten waarvoor een trapleuning bedoeld is en dat het gevaarlijk is om hierop te klimmen. Niet concreet weersproken is dat de door de school uitgedragen regels leerlingen aansporen tot voorzichtigheid. Dat een leerling op de trapleuning zou klimmen was niet voorzienbaar. Het enkele feit dat het risico bestaat, leidt niet tot onrechtmatigheid. Er is niet gebleken dat er eerder signalen zijn ontvangen van het gevaarlijke gedrag. Er was voor de school geen aanleiding om maatregelen te nemen. Er is geen sprake van gevaarzetting. De school is niet aansprakelijk (PS 2022-0201).
Minderjarige fietser rijdt niet geheel rechts van de weg. Scooter haalt rechts in en komt ten val. De minderjarige fietser is niet aansprakelijk.
Deelgeschil. Scooter en (jonge) fietser komen in aanrijding met elkaar. De fietser fietste niet geheel rechts en slaat zonder richting aan te geven en zonder over haar schouder te kijken rechtsaf. De scooter haalt op dat moment net de fietser rechts in. Het is een feit van algemene bekendheid dat fietsers tijdens het fietsen kunnen slingeren en zich niet steeds zoveel mogelijk recht van het fietspad bevinden. Het had voor de scooterbestuurder duidelijk moeten zijn dat de fietser minderjarig was en hij had reden om extra voorzichtig te zijn alvorens rechts in te halen. Dit geldt te meer nu hij een gemotoriseerde verkeersdeelnemer was. De scooterbestuurder heeft de nodige voorzichtigheid niet in acht genomen door de fietser met (te) hoge snelheid in te halen (PS 2022-0214).
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Ontucht met twee minderjarige dochters. Een van de dochters krijgt een schadevergoeding van € 10.000 toegewezen voor immateriële schade. De andere dochter krijgt € 2.500 immateriële schadevergoeding toegewezen. Er is een zeer ernstige schending van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. Bovendien is het algemeen bekend dat personen die op jonge leeftijd te maken krijgen met seksueel misbruik daarvan langdurig dan wel psychische leed (kunnen) ondervinden. 02-03-2022
- Gerechtshof Amsterdam Werknemer valt bij het afdalen van een ladder op zijn linkerknie. Vast is komen te staan dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. De werkgever heeft gesteld aan zijn zorgplicht te hebben voldaan. Werknemer betwist dit door te stellen dat hij met beide handen vol de ladder is afgedaald. Volgens werkgever is dit niet/nauwelijks mogelijk. De werknemer heeft geen getuigen voorgebracht. De film- en foto-opnamen die zijn overgelegd zijn niet voldoende, omdat niet is gesteld of gebleken dat dezelfde feitelijke situatie als ten tijde van de valpartij is nagebootst. De stelling van werknemer is ongeloofwaardig, werknemer is daarom niet in de levering van tegenbewijs geslaagd. De werkgever heeft aan zijn zorgplicht voldaan. 22-02-2022
Rechtbank
- Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht. Seksueel misbruik van minderjarige. Slachtoffer krijgt € 10.000 immateriële schadevergoeding. Het is voldoende aannemelijk dat het slachtoffer schade heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde. 08-03-2022
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Doodslag op de schoonvader van de verdachte. Dochter van het slachtoffer krijgt een schadevergoeding van € 17.500 aan affectieschade. 08-03-2022
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Seksuele uitbuiting van vriendin en bedreiging andere vrouw. De vriendin van verdachte krijgt een immateriële schadevergoeding van € 10.000 toegewezen. Ze is als gevolg van het handelen van de verdachte in haar persoon aangetast. 08-03-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Bodemprocedure na deelgeschil. Verzoek verlof voor tussentijds hoger beroep van deelgeschilbeschikking. Uitgaande van artikel 1019cc lid 3 Rv is dit verzoek te laat maar met toepassing van HR 17 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:192 is het wel tijdig gedaan. 02-03-2022
- Rechtbank Noord-Holland De zaak speelt tussen twee buren en gaat om de vraag of de ene buurman de andere buurman onterecht heeft beschuldigd een veroordeeld pedofiel en verzamelaar van kinderporno te zijn. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende grond bestaat voor een schadevergoeding wegens beschadiging in eer en goede naam of persoonsaantasting op andere wijze, dwangsom en rectificatie, omdat de eisende buurman daarvoor onvoldoende heeft gesteld en het dossier onvoldoende concreet bewijs bevat. De vorderingen worden daarom afgewezen. Wel ziet de kantonrechter in met name de relatie tussen partijen aanleiding om de proceskosten te compenseren. 02-03-2022
- Rechtbank Noord-Holland De zaak speelt tussen twee buren en gaat om de vraag of de ene buurman de andere buurman onterecht heeft beschuldigd een veroordeeld pedofiel en verzamelaar van kinderporno te zijn. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende grond bestaat voor een schadevergoeding wegens beschadiging in eer en goede naam of persoonsaantasting op andere wijze, dwangsom en rectificatie, omdat de eisende buurman daarvoor onvoldoende heeft gesteld en het dossier onvoldoende concreet bewijs bevat. De vorderingen worden daarom afgewezen. Wel ziet de kantonrechter in met name de relatie tussen partijen aanleiding om de proceskosten te compenseren. 02-03-2022
- Rechtbank Noord-Holland De zaak speelt tussen twee buren en gaat om de vraag of de ene buurman de andere buurman onterecht heeft beschuldigd een veroordeeld pedofiel en verzamelaar van kinderporno te zijn. De kantonrechter is van oordeel dat er onvoldoende grond bestaat voor een schadevergoeding wegens beschadiging in eer en goede naam of persoonsaantasting op andere wijze, dwangsom en rectificatie, omdat de eisende buurman daarvoor onvoldoende heeft gesteld en het dossier onvoldoende concreet bewijs bevat. De vorderingen worden daarom afgewezen. Wel ziet de kantonrechter in met name de relatie tussen partijen aanleiding om de proceskosten te compenseren. 02-03-2022
- Rechtbank Oost-Brabant Deelgeschil. Werknemer valt tijdens het omlaag klimmen van een ladder met rugletsel ten gevolge. In het verzoek tegen zijn formele werkgever wordt de werknemer niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij de formele werkgever voor de procedure niet aansprakelijk had gesteld. In het verzoek tegen de materiële werkgever is werknemer wel ontvankelijk. Vast staat dat de werknemer de schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Werkgever heeft aan haar zorglicht voldaan nu de ladder in goede staat van onderhoud verkeerde, de vloer niet glad was en werknemer duidelijk geïnstrueerd was over het gebruik van ladders. Niet valt in te zien hoe nadere instructies het ongeval hadden kunnen voorkomen. 01-03-2022
- Rechtbank Rotterdam Terugkomen van een bindende eindbeslissing in geval van subjectieve cumulatie van zaken, zonder dat sprake is van een ondeelbare rechtsverhouding. Na eerder tussenvonnis, waarin kort gezegd is bepaald dat sprake is (geweest) van onrechtmatig handelen en causaal verband tussen dat handelen en de gestelde schade, volgt nu vaststelling van de omvang van die (hoofdzakelijk immateriële) schade aan de hand van de leer van de kansschade. Kosten van een klacht- of tuchtrechtelijke procedure kunnen in beginsel niet worden aangemerkt als vergoedbare schade. Eindvonnis na tussenvonnis. 23-02-2022
- Rechtbank Amsterdam Een minderjarige leerling uit groep 3 valt in een trappengat naar beneden wanneer zij over de leuning klimt om hiervan af te kunnen glijden. Het enkel aanwezig zijn van een trap met trapleuning en trappengat brengt geen gevaarzetting met zich mee. Van kinderen van 6/7 jaar mag worden verwacht dat zij weten waarvoor een trapleuning bedoeld is en dat het gevaarlijk is om hierop te klimmen. Niet concreet weersproken is dat de door de school uitgedragen regels leerlingen aansporen tot voorzichtigheid. Dat een leerling op de trapleuning zou klimmen was niet voorzienbaar. Het enkele feit dat het risico bestaat, leidt niet tot onrechtmatigheid. Er is niet gebleken dat er eerder signalen zijn ontvangen van het gevaarlijke gedrag. Er was voor de school geen aanleiding om maatregelen te nemen. Er is geen sprake van gevaarzetting. De school is niet aansprakelijk. 26-01-2022
- Rechtbank Amsterdam Een man komt tussen het perron en een vertrekkende metro terecht. Hierdoor loopt hij letsel op. De metrobestuurder kan geen verwijt gemaakt worden dat hij het rijsignaal heeft gegeven. Daarnaast had de metrobestuurder niet kunnen voorkomen dat de man werd meegesleurd door eerder te stoppen. De metrobestuurder en zijn werkgever (GVB) kunnen niet aansprakelijk worden gehouden voor de geleden schade. Er is ook geen sprake van gevaarzetting. De kans op een dergelijk ongeval is zeer klein. Er bestaan geen reële, redelijkerwijs betaalbare, mogelijkheden om zo’n ongeval te voorkomen. GVB heeft haar zorgplicht niet geschonden door na te laten voor de onveilige situatie te waarschuwen. Er is sprake van een duidelijk kenbaar gevaar. Artikel 8:105 BW (vervoersovereenkomst) is niet van toepassing nu deze eng moet worden uitgelegd. Het verblijven op het perron kan niet onder in- of uitstappen worden verstaan. Ook artikel 185 WVW mist toepassing. 08-12-2021
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Scooter en (jonge) fietser komen in aanrijding met elkaar. De fietser fietste niet geheel rechts en slaat zonder richting aan te geven en zonder over haar schouder te kijken rechtsaf. De scooter haalt op dat moment net de fietser rechts in. Het is een feit van algemene bekendheid dat fietsers tijdens het fietsen kunnen slingeren en zich niet steeds zoveel mogelijk recht van het fietspad bevinden. Het had voor de scooterbestuurder duidelijk moeten zijn dat de fietser minderjarig was en hij had reden om extra voorzichtig te zijn alvorens rechts in te halen. Dit geldt te meer nu hij een gemotoriseerde verkeersdeelnemer was. De scooterbestuurder heeft de nodige voorzichtigheid niet in acht genomen door de fietser met (te) hoge snelheid in te halen. 07-12-2021
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Deskundigenbericht voor wat betreft oordeel over handletsel bindend bij afwikkeling schade. Niet voor wat betreft psychisch letsel. Bij de schadebegroting dient voorts rekening te worden gehouden met de mogelijkheid dat ook zonder ongeval bepaald letsel en daarmee bepaalde beperkingen zouden kunnen zijn ontstaan. 29-09-2021