Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Geen functioneel verband artikel 6:170 BW: mishandeling op het werk.
Tussen werknemer en leidinggevende is een (privé)geschil ontstaan over de aankoop van een auto. De auto wordt op het bedrijfsterrein van de werkgever op een heftruck gezet. De werknemer stelt dat hij vervolgens na een woordenwisseling is mishandeld door de leidinggevende en een andere collega. De werknemer spreekt de werkgever aan op grond van artikel 6:170 BW. De kantonrechter oordeelt dat het incident zijn oorzaak had in een discussie over een privékwestie en niets te maken had met de uitvoering van het werk. Er is volgens de kantonrechter geen sprake van een functioneel verband tussen de gestelde fout van de ondergeschikten en de aan hen opgedragen taak. De omstandigheid dat het incident op het bedrijfsterrein van de werkgever – ook ervan uitgaande dat het onder werktijd was – heeft plaatsgevonden is onvoldoende om een functioneel verband aan te nemen. De werkgever is niet aansprakelijk (PS 2022-0329).
Geen functioneel verband artikel 6:171 BW: worsteling met door Media Markt ingeschakelde beveiliger.
Een klant van de Media Markt loopt letsel op door toedoen van een door de Media Markt ingeschakelde beveiliger. Media Markt niet ex artikel 6:171 BW aansprakelijk. De aard van de werkzaamheden van Media Markt (het verkopen van elektronische apparatuur) en de beveiliger (het beveiligen van een winkel) verschillen zodanig, dat zij niet als een zekere eenheid van onderneming zijn te beschouwen. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat de beveiliger een ander uniform draagt dan de medewerkers van de Media Markt, hetgeen voldoende kenbaar is voor buitenstaanders (PS 2022-0330).
Geen aansprakelijkheid vanwege ‘risicoaanvaarding’: veter strikken op schoolplein door ‘overblijfmoeder’ tijdens voetbalspel.
Een ‘overblijfmoeder’ houdt toezicht op het schoolplein van een basisschool. Ze krijgt een (voet)bal tegen haar neus tijdens het schoenveter strikken van een kind, terwijl het spel stil lag. Het had op de weg van de vrouw gelegen gedurende het veter strikken de bal vast te pakken en daarmee het voetbalspel daadwerkelijk stil te leggen. Door dit na te laten en desondanks te bukken om de veter te strikken, heeft de vrouw feitelijk het risico aanvaard dat de bal tegen haar aan zou komen. Geen sprake van een sport- en spelsituatie, nu niet is gebleken dat de vrouw deelnam aan het voetballen op het schoolplein. Geen aansprakelijkheid ex artikel 6:169 lid 1 BW en artikel 6:162 BW (PS 2022-0333).
Bepalen hypothetische situatie zonder ongeval. Verboden onderscheid op basis van geslacht door arbeidsdeskundige.
Ernstig en blijvend letsel bij 16-jarige vrouw. Ter inschatting van de situatie zónder ongeval winnen partijen gezamenlijk een expertise in door een arbeidsdeskundige. Mede op basis van statistiek van het CBS concludeert deze tot een arbeidsparticipatie van 26 uren per week (terwijl voor mannen 36 uren per week geldt). Er is gebruikgemaakt van statistische gegevens waarin ten nadele van vrouwen wordt gedifferentieerd naar geslacht; er is sprake van een direct onderscheid op basis van geslacht door de arbeidsdeskundige, hetgeen verboden is (behoudens een wettelijke uitzondering). Het College beveelt aan om beschikbare statistische gegevens te ‘neutraliseren’ in die zin dat differentiatie naar geslacht wordt genegeerd en uit wordt gegaan van sekseneutrale gegevens (PS 2022-0335).
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Doodslag. Verdachte en het slachtoffer waren lid van rivaliserende drillrapgroepen. Omdat het slachtoffer met een mes in zijn hand de confrontatie is aangegaan met de verdachte had het slachtoffer met een zekere mate van (tegen)geweld rekening kunnen houden. Mede wegens eigen schuld slachtoffer, krijgen moeder en de stiefmoeder (toepassing hardheidsclausule) € 14.000 vergoeding inzake affectieschade en de vader € 16.000. De broer krijgt geen vergoeding inzake affectieschade. Geen van de nabestaanden heeft recht op vergoeding van de shockschade, nu het bestaan van geestelijk letsel ontbreekt. 10-05-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Na een brand in een naburig huisje op een volkstuinencomplex is er een ernstig vermoeden dat er asbest is verspreid en op het perceel van appellant terecht is gekomen. De gemeente legt de eigenaar van appellant een last onder bestuursdwang op. Appellant stelt zowel materiële (waaronder de kosten als gevolg van de last onder bestuursdwang) als immateriële schade te hebben geleden en spreekt de eigenaar van het perceel waar brand is ontstaan aan. Onderdeel van debat in hoger beroep is de vraag of de verzekeraar van de eigenaar van het naburige huisje rechtstreeks kan worden aangesproken via artikel 7:954 BW. Het hof oordeelt dat dat niet het geval is nu de stelling dat appellant geestelijk letsel heeft vanwege het verlies van bezittingen door brand gemotiveerd is betwist. Nadere onderbouwing ontbreekt terwijl dat wel nodig was geweest. Er is volgens het hof geen sprake van een rechtstreekse vordering op de verzekeraar. 26-04-2022
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Tussen werknemer en leidinggevende is een (privé)geschil ontstaan over de aankoop van een auto. De auto wordt op het bedrijfsterrein van de werkgever op een heftruck gezet. De werknemer stelt dat hij vervolgens na een woordenwisseling is mishandeld door de leidinggevende en een andere collega. De werknemer spreekt de werkgever aan op grond van artikel 6:170 BW. De kantonrechter oordeelt dat het incident zijn oorzaak had in een discussie over een privékwestie en niets te maken had met de uitvoering van het werk. Er is volgens de kantonrechter geen sprake van een functioneel verband tussen de gestelde fout van de ondergeschikten en de aan hen opgedragen taak. De omstandigheid dat het incident op het bedrijfsterrein van de werkgever – ook ervan uitgaande dat het onder werktijd was – heeft plaatsgevonden is onvoldoende om een functioneel verband aan te nemen. De werkgever is niet aansprakelijk. 04-05-2022
- Rechtbank Den Haag Schadestaatprocedure na ongeval uit 2009 met whiplashklachten. 04-05-2022
- Rechtbank Gelderland Tussen partijen zijn diverse procedures gevoerd. In deze procedure is tussen partijen in geschil of met het oordeel in een eerder vonnis dat bij het slachtoffer sprake was van 3,6% beroepsongeschiktheid de rechtsverhouding tussen partijen definitief is vastgesteld voor zover het de mate van arbeidsongeschiktheid van het slachtoffer als gevolg van het ongeval betreft, ook voor de toekomst. De rechtbank verklaart dat het eerdere vonnis gezag van gewijsde bezit met betrekking tot het oordeel c.q. de beslissing dat voor het slachtoffer op de datum van dat vonnis sprake is van een arbeidsongeschiktheid voor zijn beroep van 3,6%. 04-05-2022
- Rechtbank Gelderland Het slachtoffer is door zijn achterneef seksueel misbruikt. Er is sprake van een ernstige en rechtstreekse inbreuk op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. Er wordt een immateriële schadevergoeding van € 5.000 toegekend. Het slachtoffer heeft ten aanzien van het gevorderde verlies van verdienvermogen te weinig gesteld over het causaal verband (csqn-verband) tussen het gestelde verlies van verdienvermogen en het seksueel misbruik. Bewijsaanbod op dit punt wordt (dus) gepasseerd. 04-05-2022
- Rechtbank Rotterdam Artikel 6:174 BW. Vrouw stelt gemeente aansprakelijk voor de door haar geleden schade na een val van haar fiets ter hoogte van een zogenoemde punaisedrempel. De drempel bevindt zich sinds 2014 op de plek van het ongeval, en sindsdien zijn bij de gemeente daarover geen meldingen gedaan. Ook is de punaisedrempel omcirkeld met een witte streep. Tevens was de vrouw bekend met de situatie ter plaatse. Geen gebrekkigheid. 22-04-2022
- Rechtbank Den Haag Tijdens het optreden van de zangeres kreeg zij een niet goed bevestigde stalen balk van bovenaf op haar nek en schouders. Als gevolg hiervan had de vrouw aanhoudende klachten aan haar nek en rechterschouder, -arm en -hand. Daarnaast had de vrouw last van hoofdpijn, vermoeidheid, concentratieproblemen en psychische klachten. De vrouw heeft bij wijze van deelgeschil onder andere verzocht voor recht te verklaren dat het medisch causaal verband tussen het ongeval en de in de verzoekschrift omschreven gezondheidsklachten en beperkingen is komen vast te staan. De rechtbank merkt op dat de vrouw de verzekerde bij dit deelgeschil had moeten betrekken. Omdat niet alle schadeposten zijn voorgelegd, is strikt genomen niet de gehele afwikkeling van de letselschadezaak in deze procedure voorgelegd. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een deelgeschil: het gaat er hier niet om dat een knoop wordt doorgehakt in de onderhandelingen tussen partijen, maar dat een oordeel wordt gegeven over het gehele geschil tussen partijen: er is oneigenlijk gebruik van de deelgeschilprocedure gemaakt. Er is geen sprake van een deelgeschil waarvan de beslechting kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en voor verdere bewijslevering met betrekking tot de causaliteit en de omvang van de schade wegens verminderd arbeidsvermogen is een deelgeschilprocedure niet de geëigende procedure. 21-04-2022
- Rechtbank Rotterdam Een klant van de Media Markt loopt letsel op door toedoen van een door de Media Markt ingeschakelde beveiliger. Media Markt niet ex artikel 6:171 BW aansprakelijk. De aard van de werkzaamheden van Media Markt (het verkopen van elektronische apparatuur) en de beveiliger (het beveiligen van een winkel) verschillen zodanig, dat zij niet als een zekere eenheid van onderneming zijn te beschouwen. Daarnaast acht de rechtbank van belang dat de beveiliger een ander uniform draagt dan de medewerkers van de Media Markt, hetgeen voldoende kenbaar is voor buitenstaanders. 08-04-2022
- Rechtbank Rotterdam Een ‘overblijfmoeder’ houdt toezicht op het schoolplein van een basisschool. Ze krijgt een (voet)bal tegen haar neus tijdens het schoenveter strikken van een kind, terwijl het spel stil lag. Het had op de weg van de vrouw gelegen gedurende het veter strikken de bal vast te pakken en daarmee het voetbalspel daadwerkelijk stil te leggen. Door dit na te laten en desondanks te bukken om de veter te strikken, heeft de vrouw feitelijk het risico aanvaard dat de bal tegen haar aan zou komen. Geen sprake van een sport- en spelsituatie, nu niet is gebleken dat de vrouw deelnam aan het voetballen op het schoolplein. Geen aansprakelijkheid ex artikel 6:169 lid 1 BW en artikel 6:162 BW. 08-04-2022
- Rechtbank Rotterdam Kantonrechter wijst verzoek tot het benoemen van een psychiater in het kader van een voorlopig deskundigenonderzoek toe. Verzoeker was werkzaam op een sleepboot toen hij tussen de sleepboot en een ponton is geraakt. Door de zuigende werking van de schroef en een tweede sleepboot die langszij de sleepboot lag is verzoeker meermalen onder water gezogen. Verzoeker stelt dat hij dacht dat hij zou verdrinken en een PTSS heeft opgelopen. De werkgever is bij een eerdere deelgeschilbeschikking tussen partijen aansprakelijk geacht jegens verzoeker en het verzoek dient ter bepaling van de (medische) gevolgen van het arbeidsongeval. 04-03-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Voorlopig deskundigenbericht. De ouders van het minderjarige slachtoffer doen een beroep op het blokkeringsrecht, waardoor aan de werkzaamheden van de deskundige een einde komt. De rechtbank vernietigt op verzoek van de ouders het deskundigenrapport. In dit geval zijn de ouders dan ‘de meest gerede partij om de kosten van de deskundige te betalen. 02-03-2022
- Rechtbank Den Haag Twee verschillende bedrijven nemen loonregres op de verzekeraar van schadeveroorzakende partijen. Het Verbond van Verzekeraars heeft met AON Nederland CV een convenant gesloten met betrekking tot loonregreszaken als bedoeld in artikel 6:107a BW. In het AON-convenant zijn afspraken gemaakt om loonvorderingen op een praktische manier af te wikkelen. De verzekeraar heeft het beleid buitengerechtelijke kosten in loonschadezaken gebaseerd op het AON-convenant. Vast staat dat de werkgevers noch BMA partij zijn bij het AON-convenant en zij daaraan dan ook niet gebonden zijn. Het convenant is niet in lijn met de gedachte die schuilgaat achter artikel 6:96 lid 2 sub 2 BW. Dat maakt dat het convenant ook niet als richtlijn kan worden gebruikt bij loonregresvorderingen en er dus per geval beoordeeld moet worden of aan de dubbele redelijkheidstoets ex artikel 6:96 BW wordt voldaan. 01-03-2022