Update
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de links onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Vordering vergoeding shockschade wegens geweldsmisdrijf in 1992 niet verjaard: beroep op verjaring door dader onaanvaardbaar.
De man die strafrechtelijk is veroordeeld voor het verkrachten en doden van een jonge vrouw in 1992 moet smartengeld betalen aan de vader en de zus van die vrouw. Het beroep van de man op verjaring (20-jarige termijn van art. 3:310 lid 1 BW) is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Toegewezen wordt de vergoeding van de begrafeniskosten (ruim € 3.000) en van shockschade van de vader en de zus (elk € 10.000). Rechtstreeks verband tussen het onrechtmatig handelen bestaande uit doodslag na verkrachting en het geestelijk letsel dat de vader en de zus door de confrontatie met de gevolgen van dit handelen hebben opgelopen. Voor vergoeding van reiskosten en juridische kosten die ten behoeve van de strafzaak zijn gemaakt, is geen plaats (PS 2022-0380).
Aansprakelijkheid voor dieren. Dierenkliniek is als bedrijfsmatige gebruiker aansprakelijk voor schadeveroorzakend paard van een ander. Invulling artikel 6:181 BW aan de hand van ‘zeggenschap’.
Bezitter van een paard brengt zijn dier onder bij een dierenkliniek voor een keuring. Tijdens de keuring richt het paard schade aan de apparatuur in de dierenkliniek aan. De kliniek spreekt de bezitter van het paard vergeefs ex artikel 6:179 BW aan, nu de kliniek zelf aansprakelijk is als bedrijfsmatig gebruiker van het paard ex artikel 6:181 BW. Het hof acht daartoe beslissend dat de kliniek, en niet langer de bezitter, zeggenschap had over het paard en het beste in staat was invloed op de risico’s van het paard uit te oefenen (PS 2022-0395).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
Y. Bosschaart annotatie bij ‘Rechtbank Noord-Holland zp Alkmaar, 16-03-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:2486, nr. C/15/319707 / HA ZA 21-469’, JA 2022/75 [Legal intelligence] [Rechtsorde]
Eiseres loopt bij een bezoek aan een indoor trampolinepark een onderbeenfractuur op, omdat zij verkeerd terecht komt na een sprong. Eiseres heeft het trampolinepark aansprakelijk gesteld en heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat het trampolinepark een gevaarzettende situatie heeft gecreëerd door onvoldoende veiligheidsmaatregelen te treffen bij het springtoestel. Nu uit de verklaring van eiseres volgt dat het haar bedoeling was op haar billen te landen, ontbreekt naar het oordeel van de rechtbank het causaal verband tussen het ongeval en het ontbreken van een instructie of waarschuwingsbord.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Strafrecht. Mensenhandel (seksuele uitbuiting) ten aanzien van meerdere slachtoffers en medeplegen van witwassen van prostitutieverdiensten. Toekenning immateriële schadevergoedingen van respectievelijk € 25.000 en € 10.000. 01-06-2022
- Gerechtshof Amsterdam De man die strafrechtelijk is veroordeeld voor het verkrachten en doden van een jonge vrouw in 1992 moet smartengeld betalen aan de vader en de zus van die vrouw. Het beroep van de man op verjaring (20-jarige termijn van art. 3:310 lid 1 BW) is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Toegewezen wordt de vergoeding van de begrafeniskosten (ruim € 3.000) en van shockschade van de vader en de zus (elk € 10.000). Rechtstreeks verband tussen het onrechtmatig handelen bestaande uit doodslag na verkrachting en het geestelijk letsel dat de vader en de zus door de confrontatie met de gevolgen van dit handelen hebben opgelopen. Voor vergoeding van reiskosten en juridische kosten die ten behoeve van de strafzaak zijn gemaakt, is geen plaats. 31-05-2022
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Beschieting van twee personen. Eén persoon wordt dodelijk getroffen. De broer raakt zwaargewond. Broer heeft recht op € 20.000 immateriële schadevergoeding. Broer heeft geen recht op affectieschade. Het feit dat de broers ook beste vrienden waren en overal samen naartoe gingen is niet genoeg om te voldoen aan de hardheidsclausule. Ook aan de vereisten voor shockschade is niet voldaan. 31-05-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Werknemer van onderaannemer krijgt arbeidsongeval tijdens graafwerkzaamheden. De hoofdaannemer is niet aansprakelijk ex artikel 7:658 lid 4 BW, omdat de werkzaamheden niet door de eigen aannemers van de hoofdaannemer werden verricht en zij deze werkzaamheden ook niet hadden kunnen verrichten vanwege het gebrek aan noodzakelijke kennis, kunde, ervaring en materiaal. Mogelijk wel aansprakelijkheid ex artikel 6:171 BW; partijen worden in de gelegenheid gesteld hun stellingen bij akte te verduidelijken. 24-05-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Man is door een uitwijkmanoeuvre met zijn fiets in aanraking gekomen met een RWS-band in de wegberm. Nu niet is voldaan aan de CROW-richtlijnen, is de weginrichting gebrekkig. Geen sprake van eigen schuld: de man mocht ervan uitgaan dat hij de berm als uitwijkmogelijkheid kon gebruiken. 17-05-2022
- Gerechtshof Den Haag 7-jarig kind heeft brandwonden opgelopen als gevolg van een ongeval met een barbecue. Aansprakelijkheidsverzekeraar van de vader hoeft niet uit te keren, nu de toedracht van het ongeval onvoldoende is bewezen. De vader wordt niet aansprakelijk geacht, nu diens verklaring inconsistent is en tegenstrijdig met de overige getuigenverklaringen. Ook spelen de eerdere tegenstrijdige verklaringen over de toedracht van het ongeval een rol. 17-05-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bezitter van een paard brengt zijn dier onder bij een dierenkliniek voor een keuring. Tijdens de keuring richt het paard schade aan de apparatuur in de dierenkliniek aan. De kliniek spreekt de bezitter van het paard vergeefs ex artikel 6:179 BW aan, nu de kliniek zelf aansprakelijk is als bedrijfsmatig gebruiker van het paard ex artikel 6:181 BW. Het hof acht daartoe beslissend dat de kliniek, en niet langer de bezitter, zeggenschap had over het paard en het beste in staat was invloed op de risico’s van het paard uit te oefenen. 26-04-2022
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Poging tot doodslag. Slachtoffer krijgt € 25.000 aan immateriële schadevergoeding wegens ernstig en blijvend letsel. Partner van het slachtoffer heeft geen recht op een vergoeding van shockschade. Niet voldoende gebleken van een directe confrontatie. 27-05-2022
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Seksueel misbruik van dochters (1 en 3 jaar). De dochters hebben beiden recht op een immateriële schadevergoeding van € 10.000 voor persoonsaantasting ‘op andere wijze’. Moeder krijgt een vergoeding van shockschade van € 5.000. Zij is bij het zien van foto’s geconfronteerd met het misbruik van haar dochters. Deze confrontatie heeft geleid tot PTSS. 27-05-2022
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Doodslag door 42 messteken. Vader krijgt affectieschadevergoeding van € 17.500. Moeder krijgt affectieschadevergoeding van € 20.000. Moeder heeft geen recht op shockschade wegens het ontbreken van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. De broer van het slachtoffer doet met succes beroep op de hardheidsclausule. Hij scheelde weinig in leeftijd met zijn broer en heeft onafscheidelijk in gezinsverband samengewoond. Broer krijgt affectieschadevergoeding van € 17.500. 25-05-2022
- Rechtbank Gelderland Man heeft ten gevolge van een ongeval letsel opgelopen waardoor hij zijn werkzaamheden als zelfstandig ondernemer niet meer volledig kan uitvoeren. De verzekeraar beschuldigt de man van verzekeringsfraude. De man heeft het recht om van de in de anonieme tips geuite informatie/beschuldigingen kennis te nemen, hoeveel tipgevers het betreft en of hun verklaringen met elkaar overeenstemmen. 23-05-2022
- Rechtbank Rotterdam Vrouw is betrokken geraakt bij een eenzijdig fietsongeval op weg vanaf huis naar het werk. Werkgever erkent aansprakelijkheid wegens ontbreken behoorlijke verzekering. Partijen dienen meer informatie te geven over de vraag wat een behoorlijke verzekering zou hebben gedekt, indien deze zou zijn afgesloten. Directe actie ex artikel 7:954 BW jegens verzekeraar van de werkgever niet mogelijk, nu geen sprake is van schade door dood of letsel maar van zuivere vermogensschade. 13-05-2022
- Rechtbank Rotterdam Uitzendkracht is tijdens werkzaamheden op een fietspad aangereden door een bromscooter. Het uitzendbureau is aansprakelijk ex artikel 7:658 BW, tenzij zij aantoont de zorgplicht te hebben nageleefd dan wel dat sprake is van opzettelijk of bewust roekeloos handelen door de uitzendkracht. Als artikel 7:658 BW niet tot aansprakelijkheid leidt, moet nog getoetst worden aan artikel 7:611 BW. 06-05-2022
- Rechtbank Den Haag Ex-politieagente is stelselmatig door collega’s gepest, ten gevolge waarvan ze energetisch beperkt is door moeheidsklachten en lijdt aan depressieklachten met kenmerken van PTSS, waardoor zij haar werkzaamheden niet kan uitvoeren. De psychische aandoening is aangemerkt als beroepsziekte. Werkgever heeft adequaat gereageerd op meldingen over pestgedrag van collega’s door met de vrouw in gesprek te gaan. Verder heeft er een mediationtraject plaatsgevonden. Werkgever is niet aansprakelijk voor de door de vrouw gestelde restschade. Wel sprake van schending van de redelijke termijn (art. 6 EVRM) in zowel de bestuurlijke als rechterlijke fase. 04-05-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Vrouw is in de uitoefening van haar werkzaamheden slachtoffer geworden van mishandeling, als gevolg waarvan zij letsel heeft opgelopen. Er is sprake van secundaire victimisatie in verband met onrechtmatige schadeafwikkeling door de verzekeraar waarvoor de verzekerde werkgever aansprakelijk is. 20-04-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Zijn registraties die de verzekeraar heeft laten opnemen in het IVR en EVR rechtmatig? Verzoeker heeft de verzekeraar opzettelijk misleid teneinde haar te bewegen tot een hogere schade-uitkering. Dit vormt een gedraging die een bedreiging kon vormen voor de (financiële) belangen van de verzekeraar en rechtvaardigt de registratie in het EVR. Het proportionaliteitsbeginsel is niet geschonden. De registratie in het IVR is in overeenstemming met het doel waarvoor dit register is ingesteld, namelijk de veiligheid en integriteit van de financiële sector. 20-04-2022
- Rechtbank Den Haag Uitzendkracht heeft tijdens zijn werkzaamheden zijn linkerelleboog verwond. Formele en materiële werkgever aansprakelijk ex artikel 7:658 BW voor het ontstaan van het ongeval. De schade is uiteindelijk het gevolg van de omstandigheid dat de uitzendkracht te lang is doorgelopen met zijn verwondingen, hetgeen te wijten is aan het feit dat hij geen zorgverzekering had. De uitzendonderneming (formele werkgever) heeft niet, althans te laat, voldaan aan haar verplichting om een zorgverzekering voor de uitzendkracht af te sluiten. Deze plicht rustte niet op de materiële werkgever. Alleen de formele werkgever is aansprakelijk voor de schade. 13-04-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Werknemer is bekneld geraakt tijdens het bewerken van hout in een houtbewerkingsmachine, en ten gevolge daarvan overleden. AVB-verzekeraar van de werkgever zoekt verhaal op de verkoper van de machine. De rechtbank acht de vordering verjaard. 16-03-2022