Naar boven ↑

Update

Nummer 25, 2022
Uitspraken van 14-06-2022 tot 20-06-2022
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Bewijsverdeling toedracht en eigenschuldverweer aanrijding.
Aanrijding tussen twee personenauto’s. Discussie bestaat over de toedracht van de aanrijding. De bewijsopdracht ligt bij de eiser. Het gevoerde eigenschuldverweer zal door de gedaagde moeten worden bewezen (PS 2022-0406).

Vordering is door strafrechtelijke einduitspraak verjaard.
Bij een aanvaring heeft een man met zijn boot een andere boot geraakt. Als gevolg daarvan zijn twee opvarenden van de andere boot overleden. De man is strafrechtelijk veroordeeld voor de aanvaring. De verzekeraar vordert de vergoede schade aan nabestaanden nu terug van de man. Artikel 3:310 BW doorkruist de korte verjaring van artikel 8:1793 BW, maar door de uitspraak van de Hoge Raad in de strafzaak is de vordering verjaard op grond van artikel 3:310 lid 4 BW; door de onherroepelijke uitspraak van de Hoge Raad bestaat geen recht tot strafvervolging meer (PS 2022-0411).
 
Fietser wordt gebeten door hond. Tenzij-formule gaat niet op.
Fietser wordt achterna gerend door honden en stapt af. De fietser wordt gebeten door een van de honden. Eigenaar van de honden doet een beroep op de tenzij-formule omdat de fietser geschopt zou hebben naar de honden. Beroep slaagt niet, het eventuele schoppen is het gevolg van het feit dat de honden in het donker blaffend op hem afkwamen. Bezitter aansprakelijk. Geen eigen schuld (PS 2022-0416).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

N. van Tiggele-van der Velde, ‘Als verplichten zekerheid biedt’, AV&S 2022/17 [Legal Intelligence
De zzp’er die voor de zorg van zijn veiligheid afhankelijk is van degene voor wie hij werkzaamheden verricht, valt onder het beschermingsbereik van art. 7:658 lid 4 BW. Onder het beschermingsbereik van art. 7:611 BW valt de zzp’er vooralsnog niet, leert het arrest van de Hoge Raad van 17 september 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1267). Aan de orde is daarmee de vraag naar de reikwijdte van de laatstgenoemde bepaling. En daarmee de algemene bescherming tegen het risico van ongevallen in verband met verrichte werkzaamheden. De auteur benadrukt dat de vingerwijzing die de Hoge Raad in het TNT/Wijenberg-arrest uit 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BR5215) gaf, nog steeds actueel is: er zijn goede argumenten voor de wetgever om een verdergaande, algemene bescherming tegen het risico van ongevallen in het leven te roepen. Volgens de auteur geldt dat niet alleen voor werknemers, maar ook voor zzp’ers. In dat licht bepleit zij dat de wetgever ook het dossier van de verplichte aov voor zzp’ers vlot trekt.

L. Bartels e.a., ‘Obliegenheit Verzekeringsrecht: als leerstuk (h)erkend?’, AV&S 2022/18 [Legal Intelligence]
Met de invoering van de leden 3 in de artikelen 7:941 en 7:957 BW heeft de wetgever een schadevergoedingsgrondslag gecreëerd voor de situatie waarin “de tot uitkering gerechtigde” of “de verzekerde” zijn medewerkingsplicht niet nakomt. Aan de orde is daarmee de zogenoemde Obliegenheit: de gehoudenheid van de tot uitkering gerechtigde of de verzekerde om wettelijke verplichtingen na te komen op het moment dat die derde nog geen partij is bij de overeenkomst. Maar vooral is aan de orde de mogelijkheid om die niet-nakomende partij daarvoor te sanctioneren. Bestudering van rechtspraak leert dat deze bepalingen in de praktijk niet juist worden toegepast. In deze bijdrage bespreken auteurs (de toepassing van) voornoemde verzekeringsrechtelijke Obliegenheiten.

D.J.B. Op Heij, ‘De eigen verantwoordelijkheid van de weggebruiker – een rechtspraakonderzoek naar de verwachtingen van de wegbeheerder’, AV&S 2022/19 [Legal Intelligence]
De weggebruiker kan de wegbeheerder aansprakelijk stellen voor een gebrekkige weg of het onvoldoende waarschuwen voor gevaren op de weg wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt. In dit artikel wordt onderzocht welke verwachtingen de wegbeheerder van de weggebruiker mag hebben. Aan de hand van een uitgebreid rechtspraakonderzoek worden diverse factoren in kaart gebracht op basis waarvan de verwachtingen van de wegbeheerder worden omschreven. Handelt de weggebruiker niet conform deze verwachtingen, dan kan hij de wegbeheerder, afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, naar verwachting niet dan wel niet volledig aansprakelijk stellen voor de door hem geleden schade.

S. de Zwart, ‘Privacy in het verzekeringsrecht’, AV&S 2022/20 [Legal Intelligence]
Dit artikel beschouwt privacy in het verzekeringsrecht. Aandacht wordt besteed aan vier onderwerpen. De verwerking van gezondheidsgegevens, de mogelijkheid voor verwerking in het kader van vorderingen, informatie-inwinning en rechtsmiddelen van betrokkenen. Afgesloten wordt met een aantal aanbevelingen. De eerste aanbeveling is gericht aan een ieder die met het verzekeringsrecht werkt. De overige aanbevelingen zijn specifiek gericht aan het Verbond, de wetgever en de rechter.

W.J. van Driel, ‘Kwaliteitseisen en conta-expertise’, AV&S 2022/21 [Legal Intelligence]
Sommige verzekeraars stellen in hun polisvoorwaarden deskundigheids- en andere geschiktheidseisen aan de door hun verzekerde ingeschakelde (en door de verzekeraar betaalde) contra-expert. In een recent arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat dergelijke beperkingen in strijd zijn met artikel 7:959 lid 1 BW voor zover zij verder gaan dan uit de dubbele redelijkheidstoets volgt. Deze bijdrage bespreekt het arrest en de ruimte voor het stellen van kwaliteitseisen aan contra-experts.

M.R. Lauxtermann, ‘Verzekeringsplicht opdrachtgever voor verkeersschade zzp’er?’, AV&S 2022/22 [Legal Intelligence]
Schade in arbeidsverhoudingen leidt tot telkens nieuwe vragen in de rechtspraak. Soms leidt dat tot uitdrukkelijke antwoorden, vaak ook niet. De vraag of opdrachtgevers van zzp’ers een gelijke verzekeringsplicht hebben als werkgevers voor verkeersschade, heeft de Hoge Raad recent onbeantwoord gelaten. In dit artikel wordt betoogd dat en waarom dit een gemiste kans is.

J.G. Keizer, ‘Affectieschade bij blijvend en ernstig letsel: annotatie bij Hoge Raad 30 november 2021’, AV&S 2022/23 [Legal Intelligence]
Wanneer kan een naaste aanspraak maken op vergoeding van affectieschade wegens ernstig en blijvend letsel van de direct gekwetste? In zijn arrest van 30 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1750) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het antwoord op die vraag in belangrijke mate afhangt van de mate van de blijvende functiestoornis van de gekwetste, waarbij bij een stoornis van 70% in ieder geval gesproken kan worden van ernstig en blijvend letsel. In situaties waarbij dat percentage niet wordt gehaald, kan niettemin vergoeding van affectieschade aangewezen zijn als het letsel en de gevolgen daarvan tot een blijvende ingrijpende ommezwaai in het leven van de gekwetste en naaste nopen. De rechter zal dat oordeel dan wel begrijpelijk moeten motiveren.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep

Antillen