Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Affectieschade: warme en waardevolle familieband tussen broers en zussen is onvoldoende voor geslaagd beroep op hardheidsclausule.
Nabestaanden van slachtoffer van een eenzijdig ongeval hebben een beroep op de SVI gedaan, die mede dekking biedt voor affectieschade. SVI-verzekeraar wil geen affectieschadevergoeding uitkeren aan de broer en zus van het slachtoffer. De rechtbank acht dat terecht; een warme en waardevolle familieband is onvoldoende voor een beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW (PS 2022-0526).
Terugverwijzing na oordeel Hoge Raad over affectieschade leidt tot niet-ontvankelijkheid benadeelde partij.
Strafrecht. Verdachte heeft met een golfstick op het hoofd van het slachtoffer geslagen met het doel hem van het leven te beroven. De levenspartner van het slachtoffer vordert een vergoeding wegens affectieschade (€ 17.500). Het hof wees aanvankelijk de affectieschadevordering toe, waarna de Hoge Raad die toewijzing heeft vernietigd (ECLI:NL:HR:2021:1750). Na verwijzing verklaart het hof de levenspartner van het slachtoffer niet-ontvankelijk, omdat gelet op het strenge oordeel van de Hoge Raad onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van ernstig en blijvend letsel bij het slachtoffer. Ook is onvoldoende onderbouwd wat het precieze toestandsbeeld qua gezondheid is zijdens de levenspartner, en eveneens in hoeverre haar psychische klachten het gevolg zijn van het strafbare feit. Deskundigenonderzoek naar de huidige toestand van de levenspartner zou een onevenredige belasting van het strafproces meebrengen, aldus het hof (PS 2022-0529).
Geen aansprakelijkheid voor laten vallen van handheiblok op hand van zzp-hovenier.
Deelgeschilprocedure. Twee zzp’ers slaan een paal de grond in ter ondersteuning van een boom. Hierbij werd een handheiblok gebruikt. Na ‘ho-maar’ landt het heiblok toch nog een keer op de paal, en op de hand die een van de mannen daarop had gelegd. De man met het heiblok boven zijn hoofd op het moment van ‘ho maar’ had na het aan hem gegeven stopteken te weinig tijd om een passend alternatief voor het heiblok te zoeken. Er is geen sprake geweest van een onrechtmatige handeling; geen aansprakelijkheid (PS 2022-0530).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
F.T. Oldenhuis, annotatie JA bij: ‘Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem, 26-04-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:3241, nr. 200.278.610’, JA 2022/102 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Een paardenpension geeft opdracht aan een dierenkliniek om een paard te keuren. Een dag vóór de keuring wordt het paard in de dierenkliniek gestald. Tijdens de fotosessie trapt het paard tegen het röntgenapparaat. Nationale-Nederlanden, de inboedelverzekeraar van de dierenkliniek vergoedt de schade aan de kliniek en wenst zich op EVO – in de hoedanigheid van bezitter van het paard – te verhalen. EVO verweert zich daartegen en meent dat de dierenkliniek als bedrijfsmatige gebruiker van het dier heeft te gelden. De rechtbank verwerpt dat verweer. De kliniek heeft, aldus de rechtbank, niet mét maar áán het paard verdiend en kan mitsdien niet als bedrijfsmatige gebruiker van het paard worden aangemerkt. Het hof is van oordeel dat de kliniek wél als bedrijfsmatige gebruiker van het paard heeft te gelden. Het ging, aldus het hof, niet ‘zo maar om een vorm van bewaargeving’. Het paard werd met het oog op de door de kliniek te verrichten keuring uit handen gegeven aan de kliniek. Het is dan ook de kliniek die de risico’s die verbonden waren aan de keuring, het beste kon inschatten c.q. kon inperken. De keuring is voorts, aldus het hof, een onderdeel van het bedrijf van de kliniek en gericht op het verkrijgen van profijt. Aldus werd het dier in de uitoefening van het bedrijf dierenkliniek gebruikt.
J.H. van der Woude, annotatie JA bij: ‘Gerechtshof Amsterdam, 31-05-2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1607, nrs. 200.277.199/01 en 200.278.664/01’, JA 2022/108 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Cold case uit 1992. Slachtoffer verkracht en op gruwelijke wijze omgebracht. De dader is pas in 2017 bekend geworden, waarna vader en zus een schadevordering instellen. Het hof acht het door de dader gedane beroep op de twintigjarige verjaringstermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De gevorderde shockschade na confrontatie met het lichaam in het mortuarium wordt (gedeeltelijk) toegewezen na een soepele hantering van het confrontatievereiste. Voor een uitgebreidere bespreking van het oordeel van het hof wordt verwezen naar de annotatie.
L. Schuurs & T. Riyazi, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Zeeland-West-Brabant zp Breda, 04-05-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2392, nr. 9450139 CV EXPL 21-3263’, JA 2022/112 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Eiser vordert in deze procedure van zijn werkgever schadevergoeding op grond van art. 6:170 BW. Partijen twisten over de feiten. Eiser stelt dat hij op zijn werkplek, tijdens de pauze, een woordenwisseling heeft gekregen met zijn leidinggevende, hetgeen tot een zware mishandeling van eiser heeft geleid. Bij deze ruzie waren naast eiser in totaal vier collega’s aanwezig. Eiser is door zijn leidinggevende vastgehouden en is door een andere collega in zijn longen geschopt met een werkschoen. Daarna is hij met een mes gestoken. De woordenwisseling ging over een ondeugdelijke auto die de leidinggevende aan eiser had verkocht. De werkgever betwist (de toedracht van) het voorval en stelt dat niet aan het vereiste van functioneel verband van art. 6:170 BW is voldaan. De kantonrechter overweegt dat nog niet vaststaat dat er sprake is van een toerekenbare onrechtmatige daad zijdens de werkgever, aangezien de mishandeling wordt betwist en er geen vervolg op de aangifte heeft plaatsgevonden. Veronderstellenderwijs uitgaand van een toerekenbare onrechtmatige daad, komt de kantonrechter tot het oordeel dat de vordering afgewezen dient te worden. Volgens de kantonrechter houdt de aard van de onrechtmatige gedraging geen verband met de opgedragen werkzaamheden. Evenmin hebben deze werkzaamheden de kans op de mishandeling vergroot. De rechtbank acht het doorslaggevend dat het incident zijn oorzaak had in een discussie over een privékwestie die niets met de werkzaamheden te maken had.
Attendering: 15e Gronings Letselschadecongres – De prijs van letselschade
Graag maken wij u attent op het 15e Gronings Letselschadecongres dat plaatsvindt op 3 oktober 2022 in het Academiegebouw van de RUG. Het thema luidt: ‘De prijs van letselschade’ (4 PO-punten). Klik hier voor meer informatie en aanmelden.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Poging tot doodslag. In strafzaak is schadevergoeding aan de benadeelde partij toegewezen. Vordering bij de burgerlijke rechter tot verkrijging van een hoger bedrag. Strafrechter heeft de vordering tot vergoeding van immateriële schade geheel behandeld en beoordeeld. Beroep op gezag van gewijsde van die beslissing slaagt. 09-08-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Na verwijzing. Verdachte heeft met een golfstick op het hoofd van het slachtoffer geslagen met het doel hem van het leven te beroven. De levenspartner van het slachtoffer vordert een vergoeding wegens affectieschade (€ 17.500). Het hof wees aanvankelijk de affectieschadevordering toe, waarna de Hoge Raad die toewijzing heeft vernietigd (ECLI:NL:HR:2021:1750). Na verwijzing verklaart het hof de levenspartner van het slachtoffer niet-ontvankelijk, omdat gelet op het strenge oordeel van de Hoge Raad onvoldoende is onderbouwd dat sprake is van ernstig en blijvend letsel bij het slachtoffer. Ook is onvoldoende onderbouwd wat het precieze toestandsbeeld qua gezondheid is zijdens de levenspartner, en eveneens in hoeverre haar psychische klachten het gevolg zijn van het strafbare feit. Deskundigenonderzoek naar de huidige toestand van de levenspartner zou een onevenredige belasting van het strafproces meebrengen, aldus het hof. 03-08-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Moeder van dochter die is overleden als gevolg van zelfdoding, vordert vergoeding van de schade die zij lijdt door het overlijden van haar dochter en vordert inzage in het medisch dossier. Wie ten onrechte geen mededeling van een incident heeft ontvangen, maar wel het vermoeden aannemelijk maakt dat sprake is van een medische fout, heeft een zwaarwegend belang bij inzage van het medisch dossier. Onwil bij dochter om moeder informatie over actuele situatie te verstrekken, maar geen vastgelegde wil van dochter om inzage te allen tijde te ontzeggen. Ambtshalve beperking van inzage tot gegevens die verband houden met de zelfdoding. 02-08-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verzekeringsrecht. Afwikkeling van een verzekering die is afgesloten met een man die is overleden nadat hij met een auto tegen een boom is gereden. De schade is het voorspelbare gevolg geweest van het handelen van het slachtoffer: het is aan de verzekeraar aan te tonen dat sprake is geweest van zelfdoding. Gelet op de onderbouwing van de verzekeraar van dit standpunt, wordt zelfdoding voorshands bewezen geacht. De bepaling/uitsluiting in de verzekeringsovereenkomst is geen onredelijk bezwarend beding. Het door Achmea via persoonlijk onderzoek verkregen bewijs is onrechtmatig, nu zij de gedragscode heeft geschonden. Ambulanceverpleegkundige komt beroep toe op verschoningsrecht. Terugverwijzing naar de rechtbank voor onder andere bewijslevering. 26-07-2022
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Letselschade door slaan tegen hoofd. ‘Substraatloze’ klachten tot zes maanden na ongeval worden reëel geacht. Geen verrekening met uitkering Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eigen schuld slachtoffer door uitblijven adequate behandeling tegen slaapproblemen als oorzaak van de klachten, waardoor ex artikel 6:101 BW de vergoedingsplicht van de dader wordt verminderd. 27-07-2022
- Rechtbank Rotterdam Kort geding. Werkneemster valt in vriescel door bevroren vloer. Voorschotbedrag voor de schade als gevolg van het ongeval afgewezen. Niet aannemelijk dat klachten uitsluitend zijn te herleiden tot het ongeval. 27-07-2022
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Directeur van drankengroothandel mocht deelnemen aan een georganiseerde groepsreis naar Rome. Tijdens deze reis is de man tijdens een scootertocht ten val gekomen, als gevolg waarvan hij letsel heeft opgelopen. Hij spreekt de reisorganisator tot schadevergoeding aan. Titel 7A van Boek 7 BW (pakketreis) is van toepassing. Er kan niet worden vastgesteld of de organisator van de reis aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval vanwege onduidelijkheid over de toedracht van het ongeval. Nader onderzoek naar de feiten past niet in dit deelgeschil. 21-07-2022
- Rechtbank Rotterdam Werknemer vordert vergoeding van schade die hij stelt te hebben geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Volgens werknemer was sprake van dagelijks normoverschrijdende tilbelasting in ongunstige houdingen, als gevolg waarvan hij chronische klachten heeft ontwikkeld. De werknemer dient een specificatie van zijn werkzaamheden te geven – wanneer heeft hij welke werkzaamheden verricht –, omdat dat volgens de rechter allereerst vast moet komen te staan. 15-07-2022
- Rechtbank Rotterdam Zorgmedewerker stelt schade te hebben geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Niet is vast komen te staan dat agressie van twee vechtende ouderen zich tegen de werknemer heeft gericht. Zelfs als dat wel vast zou komen te staan, kan geen causaal verband aangenomen worden tussen de gestelde psychische schade en het voorval vanwege onvoldoende onderbouwing (o.a. pre-existente klachten). 15-07-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Nabestaanden van slachtoffer van een eenzijdig ongeval hebben een beroep op de SVI gedaan, die mede dekking biedt voor affectieschade. SVI-verzekeraar wil geen affectieschadevergoeding uitkeren aan de broer en zus van het slachtoffer. De rechtbank acht dat terecht; een warme en waardevolle familieband is onvoldoende voor een beroep op de hardheidsclausule ex artikel 6:108 lid 4 sub g BW. 13-07-2022
- Rechtbank Noord-Nederland Deelgeschilprocedure. Twee zzp’ers slaan een paal de grond in ter ondersteuning van een boom. Hierbij werd een handheiblok gebruikt. Na ‘ho-maar’ landt het heiblok toch nog een keer op de paal, en op de hand die een van de mannen daarop had gelegd. De man met het heiblok boven zijn hoofd op het moment van ‘ho maar’ had na het aan hem gegeven stopteken te weinig tijd om een passend alternatief voor het heiblok te zoeken. Er is geen sprake geweest van een onrechtmatige handeling; geen aansprakelijkheid. 05-07-2022