Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Prejudiciële vragen Hoge Raad over toestemming van patiënt in inzage medisch dossier.
Buitengerechtelijke schadeafwikkeling medische aansprakelijkheid onmogelijk nu jurist van een aansprakelijk gestelde medisch hulpverlener geen toestemming krijgt van patiënt tot inzage in het medisch dossier. Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over (uitdrukkelijke) toestemming van patiënt in inzage medisch dossier (PS 2022-0619).
Medische fout na operatie baby met aangeboren afwijking.
Deelgeschil. Medische fout bij operatie van baby met aangeboren afwijking. Op basis van deskundigenrapport wordt aangenomen dat sprake is van causaal verband (csqn) tussen de erkende fout en een verlies van een kans op een betere uitkomst van de operatie. Nog onzeker is of er in de hypothetische situatie dat de erkende fout niet was begaan er geen hersenschade zou zijn opgetreden. Het deskundigenrapport bevat hierover ook geen duidelijkheid. De rechtbank wijst een bedrag van € 100.000 toe als nader voorschot op de te verschenen schade (PS 2022-0623).
Tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat sprake is van overmacht niet geleverd.
Man glijdt uit en komt met zijn voet onder net vertrekkende bus. Op grond van getuigenverklaring is het niet aannemelijk geworden dat de buschauffeur de man heeft zien vallen. Het ongeval is te wijten aan overmacht. Geen hoofdelijke aansprakelijkheid van werkgever buschauffeur en diens verzekeraar (PS 2022-0624).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
E.A.L. van Emden, annotatie JA bij ‘Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 23 augustus 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2909, nr. 200.278.579_01’, JA 2022/116 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Aanleiding voor deze procedure is een klassieke beroepsfout: een rechtsmiddel wordt niet tijdig ingesteld. Daarmee rijst de vraag wie er jegens de cliënt aansprakelijk is voor de gevolgen van de fout: het deurwaarderskantoor, het advocatenkantoor of beide? Het arrest bevat overwegingen over het uitsluiten van aansprakelijkheid via algemene voorwaarden, de reikwijdte van de zorgplicht van de advocaat, de reikwijdte van de risicoaansprakelijkheidsbepalingen en het leerstuk toerekening van interne kennis.
D.M. van Broeckhuijsen, annotatie JA bij ‘Kantonrechter Rechtbank Amsterdam, 23 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:2727, nr. 9516219’, JA 2022/117 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Alhoewel de KLM doorgaans de zaken- of vakantiereiziger probleemloos naar een (verre) eindbestemming brengt, illustreert het thans geannoteerde vonnis van de rechtbank Amsterdam tegelijkertijd dat het inladen van reiskoffers in het laadruim allerminst zonder gevaar is.
Y. Bosschaart, annotatie JA bij ‘Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 19 juli 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:2433, nr. 200.274.974_01’, JA 2022/121 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
De vraag staat centraal of de wegbeheerder aansprakelijk is voor schade aan een woning die gelegen is aan de weg die de wegbeheerder in beheer heeft. De eigenaren van de woning stellen dat de gemeente op grond van art. 6:174 BW dan wel art. 6:162 BW aansprakelijk is voor de scheurvorming in de woning omdat de weg niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De gemeente betwist dat de scheurvorming is ontstaan als gevolg van gebreken in de weg.
V. Oskam, annotatie JA bij ‘Rechtbank Rotterdam, 13 juli 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:5698, nr. 624867’, JA 2022/127 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
De uitspraak ziet op een whiplashdiscussie zoals die veelvuldig wordt gevoerd in de praktijk. In deze noot schetst de auteur de juridische hoofdlijnen waarlangs een dergelijke beoordeling doorgaans – en ook hier – plaatsvindt met daarbij aandacht voor de valkuilen die zich in de praktijk voordoen.
J.P.M. Simons, annotatie JA bij ‘Rechtbank Rotterdam, 17 maart 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:3114, nr. 8423044 CV EXPL 20-1302’, JA 2022/129 [Legalintelligence] [Rechtsorde]
Deze kwestie betreft de vraag in hoeverre het ontstaan en/of verergeren van de bij eiser vastgestelde COPD het gevolg was van blootstelling aan sigaretten- en rooklucht op het werk en of de werkgever daarvoor aansprakelijk is.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Artikel 185 WVW. Tegenbewijs tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat sprake is van overmacht niet geleverd. Man glijdt uit en komt met zijn voet onder net vertrekkende bus. Op grond van getuigenverklaring is het niet aannemelijk geworden dat de buschauffeur de man heeft zien vallen. Het ongeval is te wijten aan overmacht. Geen hoofdelijke aansprakelijkheid van werkgever buschauffeur en diens verzekeraar. 04-10-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verschillende woningeigenaren/bewoners stellen de NAM aansprakelijk voor de geleden vermogensschade vanwege het gemis aan een ongestoord woongenot en de geleden immateriële schade, onder meer vanwege de inbreuk op hun woongenot. In het tussenarrest van 17 december 2019 heeft het hof bepaald dat de woningeigenaren/bewoners hun vordering tot vergoeding van immateriële schade nog verder dienen te onderbouwen. Het hof heeft in een tussenarrest van 4 augustus 2020 de procedure gesplitst, zodat de vorderingen van ieder van de eisers verder zouden worden behandeld in een afzonderlijke procedure. In het tussenarrest had het hof al bepaald dat de vordering van geïntimeerden tot vergoeding van vermogensschade wegens gederfd woongenot toewijsbaar is. Het hof komt tevens tot de conclusie dat eigenaren/bewoners hebben aangetoond dat zij immateriële schade hebben geleden. NAM is aansprakelijk ex artikel 6:162 en 6:177 BW. 27-09-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Immateriële schade na gaswinning. Vervolg op ECLI:NL:GHARL:2019:10717. De NAM en een bewoner verschillen over de vraag of in deze zin of anderszins sprake is van een persoonsaantasting als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. Overwegingen over stelplicht en bewijslast (het hof vindt dat het bewijsvermoeden van art. 6:177a BW hier niet van toepassing is) en de ingangsdatum van de wettelijke rente (het hof kiest voor de datum van het tussenarrest). 27-09-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Immateriële schade na gaswinning. Vervolg op ECLI:NL:GHARL:2019:10717. De NAM en een bewoner verschillen over de vraag of in deze zin of anderszins sprake is van een persoonsaantasting als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. Overwegingen over stelplicht en bewijslast (het hof vindt dat het bewijsvermoeden van art. 6:177a BW hier niet van toepassing is) en de ingangsdatum van de wettelijke rente (het hof kiest voor de datum van het tussenarrest). 27-09-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Immateriële schade na gaswinning. Vervolg op ECLI:NL:GHARL:2019:10717. De NAM en een bewoner verschillen over de vraag of in deze zin of anderszins sprake is van een persoonsaantasting als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. Overwegingen over stelplicht en bewijslast (het hof vindt dat het bewijsvermoeden van art. 6:177a BW hier niet van toepassing is) en de ingangsdatum van de wettelijke rente (het hof kiest voor de datum van het tussenarrest). 27-09-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Immateriële schade na gaswinning. Vervolg op ECLI:NL:GHARL:2019:10717. De NAM en een bewoner verschillen over de vraag of in deze zin of anderszins sprake is van een persoonsaantasting als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 aanhef en onder b BW. Overwegingen over stelplicht en bewijslast (het hof vindt dat het bewijsvermoeden van art. 6:177a BW hier niet van toepassing is) en de ingangsdatum van de wettelijke rente (het hof kiest voor de datum van het tussenarrest). 27-09-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verzoekschriftprocedure in het kader van de afwikkeling van een arbeidsrelatie tussen een zorginstelling en een verzorgende. Vordering ex artikel 7:658 BW ontvankelijk want het betreft een samenhangende vordering ex artikel 7:686a lid 3 BW. Werkgever heeft niet aan haar zorgplicht voor een voldoende veilige werkomgeving voldaan wat in overwegende mate heeft geleid tot het uitvallen van de werknemer vanwege een burn-out. De vordering tot vergoeding van immateriële schadevergoeding is onvoldoende onderbouwd. Wel vergoeding van de ‘inkomensschade’ van drie jaar. Hof wijst een brutoschadevergoeding toe. 08-09-2022
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Moord. Kinderen van slachtoffer hebben het levenloze lichaam van hun moeder gezien. Dit is zeer traumatisch geweest. Aan de kinderen wordt € 60.000 shockschadevergoeding toegekend. Aan de moeder, vader en kinderen van het slachtoffer wordt een affectieschadevergoeding toegekend. Beroep op hardheidsclausule stiefmoeder en broer slaagt niet. 05-10-2022
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Werknemer krijgt stroomstoot tijdens werkzaamheden. Werknemer niet-ontvankelijk. Hij heeft voorafgaand aan de procedure niet gereageerd op het aanbod van werkgever. Anders verzoek ook afgewezen, vrijwel het hele geschil voorgelegd. Deelgeschil volstrekt onnodig of onterecht ingesteld. 30-09-2022
- Rechtbank Rotterdam Kort geding. Toewijzing aanvullend voorschot op schadevergoeding zzp’er vanwege financiële problemen en ondanks dat het causaal verband nog niet vaststaat. Het onvoldoende voortvarend handelen door verzekeraar wordt daarin meegewogen. Zzp’er heeft als gevolg van een verkeersongeval fysieke klachten en beperkingen, waardoor hij niet meer kan werken en geen inkomsten meer heeft. Een aanvullend voorschot op schadevergoeding van € 25.000 wordt door de rechtbank toegewezen. Het spoedeisende belang van voldoening van dit voorschot weegt zwaarder dan het door de verzekeraar gestelde restitutierisico. 27-09-2022
- Rechtbank Rotterdam Buitengerechtelijke schadeafwikkeling medische aansprakelijkheid onmogelijk nu jurist van een aansprakelijk gestelde medisch hulpverlener geen toestemming krijgt van patiënt tot inzage in het medisch dossier. Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over (uitdrukkelijke) toestemming van patiënt in inzage medisch dossier. 21-09-2022
- Rechtbank Rotterdam Werknemer vordert onder meer immateriële schadevergoeding, nu het college van B&W volgens haar de zorgplicht heeft geschonden. Werknemer niet-ontvankelijk in vorderingen die zijn ingesteld tegen college van B&W, omdat zij niet de gemeente maar het college heeft gedagvaard. 09-09-2022
- Rechtbank Gelderland Deelgeschil. Bevel tot medewerking aan arbeidsdeskundig onderzoek ter vaststelling van de omvang van de schade na verkeersongeval met rug- en nekklachten tot gevolg toegewezen. 31-08-2022
- Rechtbank Limburg Deelgeschil. Aanrijding tussen twee auto’s. Verzekeraar erkent aansprakelijkheid op basis van een getuigenverklaring. Getuige blijkt wederpartij al jaren te kennen. Het is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om verzekeraar aan haar erkenning van aansprakelijkheid te houden. Het subsidiaire beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid slaagt. Het primaire beroep op vernietiging van de erkenning behoeft geen bespreking meer, mede omdat de rechtbank oordeelt dat het tegenverzoek dat voortbouwt op de gevolgen van de vernietiging, zich niet voor behandeling in dit deelgeschil leent. 11-03-2022
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Medische fout bij operatie van baby met aangeboren afwijking. Op basis van deskundigenrapport wordt aangenomen dat sprake is van causaal verband (csqn) tussen de erkende fout en een verlies van een kans op een betere uitkomst van de operatie. Nog onzeker is of er in de hypothetische situatie dat de erkende fout niet was begaan er geen hersenschade zou zijn opgetreden. Het deskundigenrapport bevat hierover ook geen duidelijkheid. De rechtbank wijst een bedrag van € 100.000 toe als nader voorschot op de te verschenen schade. 14-12-2018