Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Artikel 4 lid 1 WAM en daarop gebaseerde polisvoorwaarde, die aansprakelijkheid uitsluit voor schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
De persoon die in de auto achter het stuur zit verliest niet zijn hoedanigheid van bestuurder vanaf het moment van het aantrekken van de handrem door een passagier, waardoor hij niet meer als bestuurder aangemerkt zou kunnen worden ten tijde van het ongeval (PS 2023-0005).
Hoge Raad: artikel 81 RO. Whiplash advocaat-stagiaire na verkeersongeval.
In deze zaak speelden onder andere aspecten van csqn-verband, rol van persoonskenmerken, toerekening ex artikel 6:98 BW, bepaling situatie zonder ongeval en de rechtmatigheid van persoonlijk onderzoek (PS 2023-0023).
Eigen schuld na aanrijding tijdens dodenherdenking terwijl wordt stilgestaan op vluchtstrook.
Door regenboog afgeleide automobilist raakt uit koers en botst op een op de vluchtstrook stilstaande bedrijfsbus (i.v.m. dodenherdenking). Door stil te staan op de vluchtstrook heeft de benadeelde gehandeld in strijd met artikel 43 lid 3 RVV. De onoplettendheid in combinatie met de hoge snelheid van de bestuurder van de achteroprijdende auto weegt in dit geval zwaarder; de benadeelde heeft recht op vergoeding van 80% van zijn schade (20% eigen schuld). Geen vermindering kosten deelgeschil wegens eigen schuld (PS 2023-0025).
Werkgever aansprakelijk voor COVID-19-besmetting verpleegkundige.
Werkneemster (verpleegkundige in zorginstelling) stelt een COVID-19-besmetting op te hebben gelopen tijdens haar werk, met blijvende klachten tot gevolg. De rechtbank acht het voldoende aannemelijk dat de besmetting tijdens het werk is opgelopen. Verder oordeelt de rechtbank dat de werkgever niet aan haar zorgplicht ex artikel 7:658 BW heeft voldaan, doordat de werkgever binnen de grenzen van hetgeen van haar kon worden verlangd (op het punt van instructies en het toestaan van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen) onvoldoende heeft gedaan om besmetting te voorkomen. De werkgever is aansprakelijk (PS 2023-0032).
Opofferen (extra) vrije tijd om huishoudelijke taken te verrichten leidt tot schadepost.
Dat het slachtoffer geen schade ten titel van huishoudelijke hulpbehoefte lijdt als ze niet fulltime werkt doordat zij in dat geval dergelijke werkzaamheden over een langere tijd kan uitsmeren, volgt de rechtbank niet. Ook als het slachtoffer niet fulltime werkt moet zij meer vrije tijd opofferen om huishoudelijke taken te verrichten en de daarmee gemoeide extra tijd is op geld waardeerbaar (PS 2023-0033).
Ongeval auto en scootmobiel: ondanks niet-toepasselijkheid artikel 185 WVW van belang of automobilist ‘rechtens geen enkel verwijt’ treft.
Verkeersongeval tussen auto en scootmobiel. Artikel 185 WVW niet van toepassing. De rechtbank toetst aan artikel 6:162 BW en beoordeelt (niettemin) of de automobilist ‘rechtens geen enkel verwijt’ treft. De automobilist heeft door zijn snelheid van 50 naar 30 aan te passen goed geanticipeerd op het naderende kruispunt. De scootmobiel was niet zichtbaar voor de automobilist. De automobilist kan rechtens geen enkel verwijt worden gemaakt inzake zijn verkeersdeelname. Geen aansprakelijkheid (PS 2023-0034).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
J. Roth en M. de Ridder, ‘Nieuwe richtlijn productaansprakelijkheid belangrijk voor letselschadepraktijk’. L&S 2022/18, nr. 4.
Op 28 september 2022 heeft de Europese Commissie het voorstel goedgekeurd om ‘de bestaande regels voor de risicoaansprakelijkheid van fabrikanten voor producten met gebreken (…) te moderniseren’. De herziene regels lijken de mogelijkheden voor benadeelden om met succes hun schade te verhalen, aanzienlijk te verbeteren. De nieuwe richtlijn kan voor de letselschadepraktijk van invloed zijn. Het is nog niet duidelijk wanneer de richtlijn in werking treedt. Zodra daartoe aanleiding is zullen de auteurs in Letsel&Schade nadere aandacht besteden aan dit onderwerp.
M. de Hek, ‘Wat speelt een rol bij werkgeversaansprakelijkheid voor coronabesmetting?’. L&S 2022/11, nr. 4.
Wat zijn de (on)mogelijkheden voor werknemers die hun werkgever ex art. 7:658 BW aansprakelijk houden voor de gevolgen van een coronabesmetting? In dit artikel komen aan de orde de laatste onderzoeken en inzichten over mogelijke besmettingswijzen, incubatietijd en het ziekteverloop, evenals het causaal verband tussen werkzaamheden en klachten en de zorgplicht van de werkgever.
W. van Veen, ‘Discussie over causaliteit bij beroepsziekten’. L&S 2022/20, nr. 4.
Causaliteitskwesties belemmeren de afhandeling van letselschadezaken over beroepsziekten. In deze bijdrage geeft de auteur een overzicht van wetgeving en jurisprudentie en analyseert hij de spelende discussies. De auteur gaat in het bijzonder in op de arbeidsrechtelijke omkeringsregel en meent dat deze zeker niet is bedoeld om ‘het laatste restje causale onzekerheid’ te overbruggen.
F. Elemans en S. Stapert, ‘De rollen van neuroloog en neuropsycholoog’. L&S 2022/21, nr. 4.
In de standaardvraagstelling aan de expertiserend neuroloog is het neuropsychologisch onderzoek een hulponderzoek van de neuroloog, en beslist de neuroloog of de inzet van de neuropsycholoog opportuun is. De auteurs beargumenteren dat neuropsychologisch onderzoek geen hulponderzoek is, markeren de grenzen tussen neurologie en neuropsychologie en formuleren een vraagstelling voor expertiserend neuropsychologen.
H. Knape, ‘Kan ik een goede onafhankelijke medisch deskundige vinden voor medische aansprakelijkheidszaken?’. L&S 2022/22, nr. 4.
Goede onafhankelijke medische experts voor deskundigenonderzoeken in medische aansprakelijkheidszaken zijn moeilijk te vinden. In deze opiniebijdrage schetsen de auteurs hoe de keuze voor een deskundige in de praktijk vaak wordt gemaakt. Ze maken duidelijk hoe de kwaliteit kan worden verbeterd, door opleiding en een deskundigenregister.
M.R. Hebly, ‘Schadevergoeding en inflatie’, AV&S 2022/37
De maatschappelijke ontwikkelingen laten zien dat hoge inflatie een ingrijpend verschijnsel is. Ons schadevergoedingsrecht gaat uit van het goedmaken van schade door betaling van een geldsom (art. 6:103 BW) en wordt daardoor, zoals veel vermogensrechtelijke onderwerpen die zijn verwikkeld met het geldsysteem, geraakt door inflatie en geldontwaarding. In deze bijdrage gaat de auteur hierop in.
R.C. Meurkens, ‘Een eerlijk proces in het punitive damages-debat’, AV&S 2022/38
Deze bijdrage betreft de vraag of oplegging door de civiele rechter van de sanctie punitive damages moet worden aangemerkt als criminal charge in de zin van artikel 6 EVRM. In dat geval zijn niet alleen de algemene waarborgen van lid 1, maar ook de strafrechtelijke waarborgen van lid 2 en 3 van het EVRM toepassing. Dit heeft gevolgen voor het civiele proces en voor de toekomst van punitive damages in continentaal Europa.
H.P. Verdam, ‘Kroniek opzetclausule: de stand van zaken sinds ‘Shaken Baby’, AV&S 2022/39
In het ‘Shaken Baby’-arrest van 13 april 2018 oordeelde de Hoge Raad over de uitleg en reikwijdte van de opzetclausule van het standaardmodel AVP 2000. Hoe staat het sindsdien met de opzetclausule? In deze kroniek worden de ontwikkelingen sinds april 2018 in kaart gebracht. Over de nieuwste modeltekst voor de AVP, die in 2020 verscheen, is nog geen jurisprudentie beschikbaar. Over de toepassing van de clausule uit 2000 is echter wel een aantal uitspraken verschenen, dat een beeld geeft van de wijze waarop in de praktijk met de door de Hoge Raad gegeven uitgangspunten wordt omgegaan.
R.P. Wijne, ‘Inzagerechten en verdedigingsbelangen in het kader van medische aansprakelijkheid’, AV&S 2022/40
In dit artikel staat ten eerste (het missen van) toepassing van Boek 7, titel 7, afdeling 5, BW op de relatie medisch adviseur/medisch deskundige vs. (ex-)patiënt centraal, evenals het op die afdeling gebaseerde inzagerecht. Daarna gaat de auteur in op de op het EVRM en de AVG gebaseerde inzagerechten en uitzonderingen. De auteur betrekt daarbij o.a. een recent tussenvonnis van de rechtbank Rotterdam betreffende prejudiciële vragen over een aanverwant onderwerp: een gesteld inzagerecht van juristen van de aansprakelijkheidsverzekeraar in medische gegevens van een (ex-)patiënt vs. het privacybelang van die (ex-)patiënt.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Veroordeling poging doodslag op collega met wie hij enkele jaren een buitenechtelijke relatie heeft gehad. Daarnaast heeft verdachte brand gesticht in haar woning, waardoor levensgevaar is ontstaan voor het slachtoffer, haar driejarige dochtertje dat boven sliep en voor het gezin in de naastgelegen woning. Aan het slachtoffer wordt een bedrag van € 47.500 immateriële schadevergoeding toegekend wegens blijvend letsel. 30-12-2022
- Gerechtshof Den Haag Strafrecht. Moord gepleegd in een straat midden in een woonwijk. Het hof merkt de moord aan als een liquidatie. De moeder van het slachtoffer wordt in haar vordering tot vergoeding van immateriële schade niet-ontvankelijk verklaard. Zij bevond zich op het moment van het misdrijf niet in Nederland. Hoewel niet vereist is dat zij fysiek aanwezig is geweest, is het feit dat zij door de brede media-aandacht werd geconfronteerd met de gewelddadige dood van haar zoon niet zonder meer voldoende om te concluderen dat zij direct is geconfronteerd met (de ernstige gevolgen van) het misdrijf. Aan de vader van het slachtoffer wordt een bedrag van € 10.000 aan shockschadevergoeding toegekend, nu hij zijn zoon kort na de moord op straat heeft zien liggen. 21-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Letselschade-uitkering en echtscheiding. Aanspraak op letselschade-uitkering voor huwelijk ontstaan. Letselschadezaak is nog niet afgewikkeld. Voorschotten op letselschade-uitkering vallen niet onder gemeenschap. Dat man huishoudelijk werk heeft verricht tijdens huwelijk maakt dat niet anders. Hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, valt op grond van artikel 1:94 lid 6 BW ook buiten de (beperkte) gemeenschap. 20-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Werkgeversaansprakelijkheid. Val van vliegtuigtrap door medewerker is ongelukkig voorval, maar niet gevolg van tekortschieten in zorgplicht of strijd met goed werkgeverschap van werkgever. 20-12-2022
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Schadevergoeding na schietincident. De schadepost ‘kleding’ wordt in beroep alsnog afgewezen. In eerste aanleg is € 12.385 als toekomstige schade toegewezen. Het hof acht aannemelijk dat sprake zal zijn van toekomstschade, maar kan nog niet tot begroting van (inkomens)schade komen. Omdat de mogelijkheid van toekomstschade aannemelijk is gemaakt en er voldoende aanknopingspunten voorhanden zijn om de schade zelf te begroten verwijst het hof de zaak naar de schadestaatprocedure. 13-12-2022
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Artikel 4 lid 1 WAM en daarop gebaseerde polisvoorwaarde, die aansprakelijkheid uitsluit voor schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt. De persoon die in de auto achter het stuur zit verliest niet zijn hoedanigheid van bestuurder vanaf het moment van het aantrekken van de handrem door een passagier, waardoor hij niet meer als bestuurder aangemerkt zou kunnen worden ten tijde van het ongeval. 13-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Beslagzaak. Op grond van een in kracht van gewijsde gegaan civiel bodemvonnis is appellant veroordeeld schadevergoeding aan slachtoffer te betalen vanwege onrechtmatige seksuele handelingen. Appellant is in hoger beroep vrijgesproken in een strafzaak waarin ongeoorloofde seksuele handelingen ten laste waren gelegd. Civiel bodemvonnis berust niet op (kennelijke) misslag of schending artikel 6 EVRM. Dat slachtoffer zich verhaalt op schadevergoeding vanwege onrechtmatige detentie is niet in strijd met redelijkheid en billijkheid. Geen noodtoestand. 06-12-2022
- Gerechtshof Amsterdam Werknemersverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever toegewezen. Ondanks het feit dat er nauwelijks relevant inkomensverlies is als gevolg van de aan de werkgever verwijtbare ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ziet het hof aanleiding een beperkte billijke vergoeding aan de werknemer toe te kennen. Van belang is dat het arbeidsconflict en de procedures het herstel van de werknemer hebben bemoeilijkt en zij als gevolg van haar langdurige ziekte moeite zal hebben om op gelijkwaardig niveau terug te keren op de arbeidsmarkt en zij psychische schade heeft opgelopen als gevolg van het handelen van haar werkgever. Aan de werknemer wordt een bedrag van € 15.000 aan immateriële schade vergoed. Daarnaast wordt de vordering tot vergoeding van de werkelijke advocaatkosten welke geen verband houden met de ontbindingsprocedure toegewezen ex artikel 7:611 jo artikel 6:95 en 6:96 lid 2 BW. 06-12-2022
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Voetganger loopt onder een terrasparasol door en struikelt over de betonnen voet van de parasol. De exploitant van de horecagelegenheid is niet aansprakelijk. Een parasol kan niet gezien worden als opstal in de zin van artikel 6:174 BW. Er is ook geen sprake van onrechtmatig handelen door gevaarzetting ex artikel 6:162 BW. Van een voetganger die in de zomer te voet het centrum van de stad (Rotterdam) doorkruist, mag worden verwacht dat hij er rekening mee houdt dat hij obstakels op zijn pad kan treffen. De parasol vormt tevens geen gebrekkige zaak in de zin van artikel 6:173 BW. 28-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Verzoekschrift gelasten voorlopig getuigenverhoor. Toewijzing. Verzoek verweerders om standpunt schriftelijk toe te lichten vóór het voorlopig getuigenverhoor echter afgewezen. 23-12-2022
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling 30-jarige man (kruisboogschutter) die zich schuldig heeft gemaakt aan de doodslag van twee vrouwen, poging doodslag van een verpleegkundige, poging doodslag van een politieagent en de bedreiging van een lid van de Dienst Speciale Interventies. De rechtbank legt de man geen straf op maar wel de maatregel tbs met dwangverpleging, omdat hij volledig ontoerekeningsvatbaar was tijdens het plegen van de feiten. Ook moet de man de slachtoffers en nabestaanden in totaal een schadevergoeding betalen van bijna € 150.000 ten titel van onder andere materiële schade, affectie- en shockschade. 23-12-2022
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling doodslag. Aan de moeder van het slachtoffer wordt een bedrag van € 30.000 aan shockschadevergoeding toegekend, en ook aan de halfzus van het slachtoffer wordt een shockschadevergoeding toegekend, te weten € 25.000. Daarnaast wordt aan de moeder en stiefvader elk een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding toegekend. 23-12-2022
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling poging doodslag op glazenwasser door aan een 4-6 meter hoge ladder te schudden, als gevolg waarvan de man viel. Aan het slachtoffer wordt een bedrag van € 40.000 immateriële schadevergoeding toegekend. Het slachtoffer heeft blijvend letsel in de vorm van verlies van zicht aan een oog en een functiebeperking van de pols. 22-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Twee scooters rijden achter elkaar op rechtdoor gaande weg. Achteroprijdende scooter botst op de voorste, nadat deze (om onopgehelderde redenen) afremde. Voorste scooterbestuurder is aansprakelijk vanwege onzorgvuldige rijmanoeuvre. Achteroprijdende scooter heeft echter eigen schuld. Billijkheidscorrectie leidt tot verdeling 50-50. 21-12-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Artikel 382 Rv. Benadeelde partij dagvaardt de Staat wegens het plegen van bedrog en/of het achterhouden van stukken van beslissende aard door het openbaar ministerie in zaak van de ‘Utrechtse Tramschutter’. De kantonrechter is van oordeel dat eiser voor deze herroepingsprocedure door het dagvaarden van de Staat niet de juiste partij heeft gedagvaard omdat openbaar ministerie geen ‘wederpartij’ is in zin van artikel 382 sub a en sub c Rv. 21-12-2022
- Rechtbank Gelderland Werkgeversaansprakelijkheid. Ongeval door miscommunicatie tussen werknemer bouwmarkt en klant over het verplaatsen van doos met tegels. Ongelukkige samenloop van omstandigheden. Geen zorgplichtschending ex artikel 7:658 BW. 21-12-2022
- Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht. Veroordeling voor (zware) mishandeling van levensgezel en baby. Aan de levensgezel wordt een bedrag van € 10.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend. Ook de baby heeft recht op vergoeding van de immateriële schade (€ 2.500). Dit bedrag wordt gestort op een rekening met een BEM-clausule. 20-12-2022
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Vergismoord klusjesman. Diverse overwegingen ten aanzien van onder andere shockschade. Weduwe heeft rustgevende medicatie voorgeschreven gekregen en is verwezen naar psychiater. Niet voldoende voor aannemen geestelijk letsel dat in voldoende causaal verband met misdrijf staat. Oudste zoon onder psychologische behandeling; shockschade toegewezen maar niet geheel vanwege eerdere psychische klachten. Shockschadevorderingen dochter en jongste zoon afgewezen. Aan de ouders wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding toegekend. Dit bedrag kan niet worden verhoogd wegens mate aangedaan leed of omstandigheid dat sprake is van meerdere daders. 20-12-2022
- Rechtbank Gelderland Door regenboog afgeleide automobilist raakt uit koers en botst op een op de vluchtstrook stilstaande bedrijfsbus (i.v.m. dodenherdenking). Door stil te staan op de vluchtstrook heeft de benadeelde gehandeld in strijd met artikel 43 lid 3 RVV. De onoplettendheid in combinatie met de hoge snelheid van de bestuurder van de achteroprijdende auto weegt in dit geval zwaarder; de benadeelde heeft recht op vergoeding van 80% van zijn schade (20% eigen schuld). Geen vermindering kosten deelgeschil wegens eigen schuld. 20-12-2022
- Rechtbank Den Haag Strafrecht. Veroordeling voor verkrachting, meermalen gepleegd. Het slachtoffer is een jonge vrouw die vanwege haar verstandelijke beperking op het niveau van een vierjarige functioneert. Aan het slachtoffer wordt een bedrag van € 20.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend, gelet op geraffineerde werkwijze van de verdachte en de ernstige gevolgen voor het slachtoffer. 19-12-2022
- Rechtbank Amsterdam Snorfietser rijdt van een stenen trap bestemd voor voetgangers en loopt daarbij letsel op. Geen waarschuwingsplicht, gemeente niet ex artikel 6:174 BW aansprakelijk. 16-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Beoordeling bewijsopdracht. Automobiliste is er niet in geslaagd te bewijzen dat haar schade is ontstaan bij een authentiek ongeval. Vordering op verzekeraar wordt afgewezen. 16-12-2022
- Rechtbank Amsterdam Werkneemster (verpleegkundige in zorginstelling) stelt een COVID-19-besmetting op te hebben gelopen tijdens haar werk, met blijvende klachten tot gevolg. De rechtbank acht het voldoende aannemelijk dat de besmetting tijdens het werk is opgelopen. Verder oordeelt de rechtbank dat de werkgever niet aan haar zorgplicht ex artikel 7:658 BW heeft voldaan, doordat de werkgever binnen de grenzen van hetgeen van haar kon worden verlangd (op het punt van instructies en het toestaan van het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen) onvoldoende heeft gedaan om besmetting te voorkomen. De werkgever is aansprakelijk. 16-12-2022
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Overtreding van artikel 6 WVW, zeer onvoorzichtig rijgedrag waardoor fietser is overleden. De ouders van het slachtoffer zijn na de aanrijding onder meer geconfronteerd met de ernstige verwondingen. Haar letsel was zichtbaar levensbedreigend. Aan de ouders van het slachtoffer wordt elk een bedrag van € 15.000 aan shockschadevergoeding toegekend. Het beroep van de grootouders op de hardheidsclausule (art. 6:108 lid 4 sub g BW) slaagt niet. 15-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Werkgeversaansprakelijkheid. Heftruckongeval. Er bestaat te veel onduidelijkheid over de toedracht van het ongeval. Geen bewijslevering. Verzoek afgewezen. Wel begroting kosten. Uren gematigd. Uurtarief € 290 excl. btw redelijk. Kantoorkosten afgewezen. 14-12-2022
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Beoordeling na deskundigenrapport. Werkgever is aansprakelijk voor de schade die de werknemer heeft geleden door blootstelling aan fijnstof vanwege meer dan 250 prints per dag vlakbij werkplek. 14-12-2022
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Uitzendbureau en inlener aansprakelijk voor schade als gevolg van arbeidsongeval. Werknemer van steiger gevallen nadat een deel van plafond naar beneden is gekomen en de steiger waarop werknemer aan het werk was is gaan wankelen. Geen verwijzing naar de schadestaatprocedure omdat er geen veroordeling tot schadevergoeding wordt uitgesproken zoals artikel 613 Rv vereist. 14-12-2022
- Rechtbank Amsterdam Een Uber-koerier is geslaagd in zijn opdracht te bewijzen dat een taxichauffeur een U-bocht maakte op een plek in het centrum van Amsterdam waar dat niet mocht. De taxichauffeur heeft een bijzondere verkeersmanoeuvre gemaakt en gevaarzettend gehandeld, waardoor de Uber-koerier met zijn scooter tegen de taxichauffeur is gereden en lichamelijk letsel heeft opgelopen. Sprake van een onrechtmatige handeling. Voor wat betreft de schade moet de Uber-koerier deze onderbouwen met bewijsstukken. 14-12-2022
- Rechtbank Limburg Bestuurder quad rijdt tegen verkeersbord aan. Vordering ingesteld tegen Stichting Waarborgfonds Motorverkeer, waarbij gesteld wordt dat ongeval veroorzaakt is door hard remmen door de voor hem rijdende bestelbus met aanhangwagen. Niet aannemelijk gemaakt dat ongeval veroorzaakt is door onrechtmatig handelen bestuurder bestelbus. Afwijzing. 14-12-2022
- Rechtbank Limburg Werknemer (verkoopmedewerkster) vordert schadevergoeding omdat zij psychische schade zou hebben opgelopen bij de uitvoering van haar werkzaamheden. Niet voldoende is komen vast te staan dat de werknemer schade heeft geleden door onnodig veel druk en/of structurele overbelasting. Vordering ex artikel 7:658 BW afgewezen. 14-12-2022
- Rechtbank Gelderland Verkeersongeval tussen auto en scootmobiel. Artikel 185 WVW niet van toepassing. De rechtbank toetst aan artikel 6:162 BW en beoordeelt (niettemin) of de automobilist ‘rechtens geen enkel verwijt’ treft. De automobilist heeft door zijn snelheid van 50 naar 30 aan te passen goed geanticipeerd op het naderende kruispunt. De scootmobiel was niet zichtbaar voor de automobilist. De automobilist kan rechtens geen enkel verwijt worden gemaakt inzake zijn verkeersdeelname. Geen aansprakelijkheid. 14-12-2022
- Rechtbank Rotterdam Kort geding. Verzekeraar heeft bevoorschotting na twee jaar stopgezet. Terughoudendheid betaling geldsom in kort geding. Omdat neuroloog geen objectiveerbare beperkingen heeft kunnen vaststellen is nog onduidelijk welke gevolgen de ervaren klachten hebben. Tevens nog niet aannemelijk dat alle klachten aan het ongeval kunnen worden toegeschreven. Nu sprake is van delta-v verweer en neuroloog is uitgegaan van hoogenergetisch trauma is de vraag of neuroloog van juiste veronderstelling is uitgegaan. Ook onduidelijkheid over pre-existente schouderklachten en nekhernia. Vordering afgewezen. 09-12-2022
- Rechtbank Amsterdam Strafrecht. Steekincident. Veroordeling voor onder andere gekwalificeerde poging tot doodslag door het slachtoffer in zijn oog en hals te steken met een mes. Aan het slachtoffer wordt een bedrag van € 60.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend, rekening houdend met de vergoedingen in soortgelijke zaken. 29-11-2022
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Verkeersongeval tussen personenauto en vrachtwagen. Uit het feitenonderzoek blijkt onder andere dat de bestuurder van de personenauto, ondanks zijn gestelde klachten, zijn motorrijbewijs heeft behaald. Daarna volgt een persoonlijk onderzoek. Naar aanleiding van dit onderzoek ontstaat twijfel over de expertiseresultaten. Het persoonlijk onderzoek naar de verzekerde is niet op onrechtmatige gronden uitgevoerd. Ten aanzien van klachten en beperkingen is nader onderzoek nodig waarin resultaten feitenonderzoek en persoonlijk onderzoek worden meegenomen, maar deelgeschil leent zich daar niet voor. 25-11-2022
- Rechtbank Limburg Partijen zijn volgens de rechtbank niet gebonden aan de inhoud van een deskundigenbericht (arbeidsdeskundige), indien dat is gebaseerd op wezenlijke feitelijke veronderstellingen waarover partijen twisten. Dat het slachtoffer geen schade ten titel van huishoudelijke hulpbehoefte lijdt als ze niet fulltime werkt doordat zij in dat geval dergelijke werkzaamheden over een langere tijd kan uitsmeren, volgt de rechtbank niet. Ook als het slachtoffer niet fulltime werkt moet zij meer vrije tijd opofferen om huishoudelijke taken te verrichten en de daarmee gemoeide extra tijd is op geld waardeerbaar. 29-07-2021