Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Hoge Raad en biggenruggen: het gebrekscriterium van artikel 6:174 BW.
Aansprakelijkheid na val over biggenrug op parkeerterrein. Het hof heeft bij zijn beoordeling van de gebrekkigheid van het parkeerterrein ofwel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door na de maatstaven voor gebrekkigheid vooropgesteld te hebben niet kenbaar af te wegen hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar was, wat in dat geval de ernst zou zijn van het letsel, wat de te verwachten mate van (on)oplettendheid van een gebruiker van het parkeerterrein was en wat de bezwaarlijkheid was van het anders inrichten van het parkeerterrein, dan wel heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang door een aantal stellingen van ABN AMRO niet voldoende kenbaar in zijn overwegingen te betrekken. Het slagen van de behandelde klachten brengt mee dat na verwijzing opnieuw moet worden beoordeeld of het parkeerterrein gebrekkig was. Voor uitleg van het begrip ‘openbare weg’ in artikel 6:174 lid 2 BW moet aansluiting worden gezocht bij de Wegenwet. Vernietiging en verwijzing (PS 2023-0570).
Hoge Raad: beantwoording van prejudiciële vragen over verstrekking van medische gegevens in de buitengerechtelijke fase van medische aansprakelijkheidsclaims.
Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Patiënte stelt ziekenhuis aansprakelijk voor medische fout. Aan de orde is of er bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims op grond van medische aansprakelijkheid toestemming van de patiënt nodig is om medische gegevens te verstrekken aan de behandelend jurist of aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis. De Hoge Raad oordeelt dat bij de buitengerechtelijke afhandeling van een claim de medische hulpverlener niet zonder toestemming medische gegevens van de patiënt mag delen met een jurist. Maar als de patiënt die toestemming niet geeft, hoeft het ziekenhuis niet een inhoudelijk standpunt over de claim in te nemen omdat het dan niet in de gelegenheid is geweest om dit standpunt te bepalen. Daarnaast geeft de Hoge Raad criteria waaraan de toestemming van de patiënt (in het algemeen) moet voldoen (PS 2023-0571).
Geen recht op inzage in het advies van een medisch adviseur van de verzekeraar van een aansprakelijk gestelde arts.
Cassatie in belang der wet over inzagerecht van patiënte in een door een ziekenhuis of de aansprakelijkheidsverzekeraar van een ziekenhuis gevraagd medisch advies over de vraag of de behandeling volgens de regelen der kunst is verlopen. Anders dan het Centraal Tuchtcollege (CTG) heeft geoordeeld, is volgens de Hoge Raad het geven van een advies, aan de hand van een medisch dossier zonder een patiënt te zien, over de vraag of een geneeskundige behandeling volgens de regels van de geneeskunst is verlopen, geen handeling op het gebied van de geneeskunst. Dit valt daarom niet onder de regels van het Burgerlijk Wetboek. De juridische motivering van het CTG was onjuist, al was op zichzelf niet onjuist de conclusie van het CTG dat de patiënte tegenover de arts die de beoordeling had gemaakt, geen rechten kon ontlenen aan de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek die gaan over de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Verwerping cassatieberoep (PS 2023-0572).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
F.M. Ruitenbeek-Bart, ‘“Ik was blij dat ik die man een hand heb kunnen geven” – Over veroorzakers van letsel en hun relationele belangen in de civiele letselschadepraktijk’, TVP 2023, afl. 4
I. Haazen, ‘“Landmark, don’t eyeball”: aansprakelijkheid voor schouderletsel door onjuiste toediening van een vaccin (SIRVA)’, TVP 2023, afl. 4
H.P. Verdam, ‘Verlies van vrije tijd: “tijd is geld” of onstoffelijk nadeel?’, TVP 2023, afl. 4
E.C. Gijselaar, ‘Dubbele kwetsbaarheid & seksueel misbruik: alle pijlen op jeugdbeschermingsautoriteiten – EHRM 3 november 2023, ECLI:CE:ECHR:2022:1103JUD005922712 (Loste/Frankrijk)’, TVP 2023, afl. 4
M.F. Vermaat, ‘Middelen en bijstand, een nieuwe koers – CRvB 25 april 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:909’, TVP 2023, afl. 4
L.A.J. Kock, ‘De hardheidsclausule van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven – ABRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1845’, TVP 2023, afl. 4
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hoge Raad
- Hoge Raad Aansprakelijkheid na val over biggenrug op parkeerterrein. Het hof heeft bij zijn beoordeling van de gebrekkigheid van het parkeerterrein ofwel blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door na de maatstaven voor gebrekkigheid vooropgesteld te hebben niet kenbaar af te wegen hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar was, wat in dat geval de ernst zou zijn van het letsel, wat de te verwachten mate van (on)oplettendheid van een gebruiker van het parkeerterrein was en wat de bezwaarlijkheid was van het anders inrichten van het parkeerterrein, dan wel heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang door een aantal stellingen van ABN AMRO niet voldoende kenbaar in zijn overwegingen te betrekken. Het slagen van de behandelde klachten brengt mee dat na verwijzing opnieuw moet worden beoordeeld of het parkeerterrein gebrekkig was. Voor uitleg van het begrip ‘openbare weg’ in artikel 6:174 lid 2 BW moet aansluiting worden gezocht bij de Wegenwet. Vernietiging en verwijzing arrest. 01-12-2023
- Hoge Raad Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Patiënte stelt ziekenhuis aansprakelijk voor medische fout. Aan de orde is of er bij de buitengerechtelijke afhandeling van claims op grond van medische aansprakelijkheid toestemming van de patiënt nodig is om medische gegevens te verstrekken aan de behandelend jurist of aansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis. De Hoge Raad oordeelt dat bij de buitengerechtelijke afhandeling van een claim de medische hulpverlener niet zonder toestemming medische gegevens van de patiënt mag delen met een jurist. Maar als de patiënt die toestemming niet geeft, hoeft het ziekenhuis niet een inhoudelijk standpunt over de claim in te nemen omdat het dan niet in de gelegenheid is geweest om dit standpunt te bepalen. Daarnaast geeft de Hoge Raad criteria waaraan de toestemming van de patiënt (in het algemeen) moet voldoen. 01-12-2023
- Hoge Raad Cassatie in belang der wet over inzagerecht van patiënte in een door een ziekenhuis of de aansprakelijkheidsverzekeraar van een ziekenhuis gevraagd medisch advies over de vraag of de behandeling volgens de regelen der kunst is verlopen. Anders dan het Centraal Tuchtcollege (CTG) heeft geoordeeld, is volgens de Hoge Raad het geven van een advies, aan de hand van een medisch dossier zonder een patiënt te zien, over de vraag of een geneeskundige behandeling volgens de regels van de geneeskunst is verlopen, geen handeling op het gebied van de geneeskunst. Dit valt daarom niet onder de regels van het Burgerlijk Wetboek. De juridische motivering van het CTG was onjuist, al was op zichzelf niet onjuist de conclusie van het CTG dat de patiënte tegenover de arts die de beoordeling had gemaakt, geen rechten kon ontlenen aan de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek die gaan over de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Verwerping cassatieberoep. 01-12-2023
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor doodslag op partner. Aan de broer van het slachtoffer wordt een bedrag van € 20.000 aan shockschadevergoeding toegekend. Hij is met het levenloze en beschadigde lichaam van zijn zus geconfronteerd. 28-11-2023
- Rechtbank Oost-Brabant Tussenvonnis. Man loopt ernstig oogletsel op bij een caféruzie. In de strafrechtelijke procedure is een deel van de schade toegekend aan de man als benadeelde partij. In deze civiele procedure vordert de man vergoeding voor het restant van zijn schade. Het beroep op eigen schuld slaagt, nu de man zich provocerend heeft gedragen. De rechtbank verminderd de vergoedingsplicht tot 40% wegens eigen schuld. Hoewel het incident voor beide partijen ingrijpende gevolgen heeft gehad, is er geen grond voor toepassing van de billijkheidscorrectie. Voor het eerst tijdens de mondelinge behandeling is het verweer gevoerd dat de man in deze civiele procedure niet meer of anders kan vorderen dan hij als benadeelde partij in het strafproces (zonder enig voorbehoud) had gevorderd. De rechtbank stelt hem in de gelegenheid in een akte op dit verweer te reageren en houdt de zaak met het oog daarop aan. 15-11-2023
- Rechtbank Limburg Verkeersongeval tussen fietser en voetganger. Als gevolg van dit ongeval heeft de voetganger orthopedisch letsel opgelopen aan haar schouder. Nu niets specifieks is gesteld over de snelheid waarmee de fietser reed en geen voldoende gespecificeerd bewijsaanbod is gedaan omtrent de snelheid, kan de rechtbank niet vaststellen of de fietser te hard heeft gefietst. Daarnaast heeft de voetganger tijdens het oversteken niet zijwaarts gekeken, waardoor het niet mogelijk was om tegemoetkomend verkeer te kunnen zien. De rechtbank komt tot het oordeel dat de fietser geen gevaarlijk rijgedrag heeft vertoond en dus niet onrechtmatig heeft gehandeld. Geen aansprakelijkheid. 15-11-2023
- Rechtbank Rotterdam Overeenkomst van opdracht en no cure no pay. Misterclaim treedt voor een slachtoffer als gemachtigde op in letselschadezaak. Het slachtoffer is gehouden om de kosten voor de deurwaarder en het griffierecht van de bodemprocedure te betalen. Het slachtoffer is uiteindelijk degene geweest die de rechtbank heeft laten weten dat Misterclaim niet meer zijn gemachtigde in de bodemprocedure tegen KPN is. Met deze mededeling is de overeenkomst opgezegd en dient het slachtoffer zelf de factuur te betalen. 10-11-2023
- Rechtbank Rotterdam 7-jarig meisje valt van pony en stelt acht jaar later de manege aansprakelijk. De rechtbank heeft bepaald dat de manege voor 60% aansprakelijk is voor alle schade als gevolg van het ongeval. Nadat de manege aansprakelijk is bevonden, stelt zij AON (verzekeringstussenpersoon) aansprakelijk voor de beroepsfout die Meeus (haar voorganger) dan wel de assurantietussenpersoon heeft gemaakt. De AON doet een geslaagd beroep op schending van de klachtplicht ex artikel 6:89 BW. Twee maanden na de aansprakelijkstelling, bleek sprake te zijn van een dekkingshiaat. Dat is volgens de rechtbank het moment waarop de manege de beweerdelijke gebreken in de advisering door Meeus ontdekte of had behoren te ontdekken. Dat dit gebrek haar niet kenbaar was, komt voor haar eigen rekening en risico. 08-11-2023
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Werkneemster valt tijdens het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden op de vloer van de toiletruimte op een basisschool. De werknemer stelt zowel de werkgever als de bassischool (de locatie waar de werkzaamheden werden verricht) aansprakelijk. In deze procedure komt volgens de rechtbank niet in voldoende mate vast te staan dat de vrouw als gevolg van het ongeval letsel heeft opgelopen en daardoor schade heeft geleden en dat de werkgever aan haar zorgplicht heeft voldaan. Overgelegde medische informatie waarin de enkele mededeling ‘pijnlijke onderrug na val, geen acute pathologie’ is opgenomen is onvoldoende. Verdere noodzakelijke bewijslevering leent zich niet voor deelgeschil. De vordering tegen de basisschool leent zich wel voor deelgeschil, maar ten aanzien van die vordering is niet voldaan aan het vereiste dat de werknemer voor de zorg voor haar veiligheid (mede) afhankelijk was van de basisschool. Op die grond is de basisschool niet aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. 25-10-2023
- Rechtbank Noord-Holland Vorderingen tegen een leerkracht en de school tot vergoeding van immateriële schade van een voormalig leerling worden afgewezen. De vordering is volstrekt onvoldoende onderbouwd. De moeder van de voormalig leerling had op voorhand moeten begrijpen dat de vorderingen geen kans van slagen hadden en wordt veroordeeld in de volledige advocaatkosten van de school. De reconventionele vordering van de leerkracht op grond van de aantasting van haar eer en goede naam, wordt toegewezen, gelet op de grievende aard van de beschuldigingen, die zonder enige onderbouwing worden herhaald. 18-10-2023