Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Update aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Treinmachinist loopt PTSS op als gevolg van traumatiserende gebeurtenissen: de werkgever heeft (na)zorgplicht geschonden.
Treinmachinist is na een aantal incidenten op het spoor arbeidsongeschikt geraakt wegens PTSS. Hij spreekt zijn voormalige werkgever aan wegens schending van de zorgplicht. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die de machinist lijdt ten gevolge van de PTSS. De werkgever heeft na twee kort op elkaar volgende traumatiserende gebeurtenissen onvoldoende onderbouwd dat zij aan haar verplichting tot het verzorgen van adequate nazorg heeft voldaan. Het gevorderde voorschot van € 50.000 en de buitengerechtelijke kosten wijst het hof toe (PS 2023-0573).
Geen dekking voor slachtoffer, passagier tijdens een eenzijdig ongeval, die een verzekering voor de auto had afgesloten op naam van een derde.
Eenzijdig verkeersongeval, als gevolg waarvan een passagier, de zus van bestuurder, ernstig letsel heeft opgelopen. In de door de passagier aanhangig gemaakte deelprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat Allianz gehouden is tot vergoeding van de schade. In hoger beroep wijst het hof de door de passagier gevorderde verklaring voor recht dat Allianz gehouden is tot vergoeding van de door de passagier geleden en nog te lijden schade af. De passagier bleek de verzekeringsaanvraag te hebben gedaan namens een derde omdat zij wist dat Allianz haar zelf een verzekering zou weigeren vanwege het feit dat zij in de schuldsanering zat. Nu de passagier op naam van een ander een WAM-verzekering afsloot voor een auto waarvan zij feitelijk eigenaar is, althans bestuurder, de verzekeringspremies voldeed en aldus direct belanghebbende is bij die verzekering, moet zij worden aangemerkt als ‘bekende derde’ ex artikel 7:928 BW. De bestuurder heeft niet alleen een WAM-verzekering op naam van een ander gedaan, maar ook namens die andere persoon opzettelijk de vragenlijst onjuist ingevuld. Deze omstandigheden hebben de zware sanctie van verval van het recht op uitkering tot gevolg. Artikel 11 WAM staat niet in de weg aan het inroepen van de verzekeringsrechtelijke sancties jegens de bestuurder, omdat de passagier in deze zaak niet als derde-benadeelde kan worden aangemerkt. Indien de passagier niet als ‘bekende derde’ zou hebben te gelden dan is een uitkering op grond van artikel 6 WAM volgens het hof ex artikel 6:2 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De veroordeling in een deelgeschilbeschikking valt onder artikel 1019bb Rv en niet onder artikel 1019cc lid 1 Rv en blijft derhalve buiten het hoger beroep. Niettemin is de materiële eindbeslissing waarop die veroordeling berust wel voor appel vatbaar en kunnen daartegen grieven worden gericht (PS 2023-0575).
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm, Armin Vorsselman & Arvin Kolder
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Treinmachinist is na een aantal incidenten op het spoor arbeidsongeschikt geraakt wegens PTSS. Hij spreekt zijn voormalige werkgever aan wegens schending van de zorgplicht. Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die de machinist lijdt ten gevolge van de PTSS. De werkgever heeft na twee kort op elkaar volgende traumatiserende gebeurtenissen onvoldoende onderbouwd dat zij aan haar verplichting tot het verzorgen van adequate nazorg heeft voldaan. Het gevorderde voorschot van € 50.000 en de buitengerechtelijke kosten wijst het hof toe. 28-11-2023
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eenzijdig verkeersongeval, als gevolg waarvan een passagier, de zus van bestuurder, ernstig letsel heeft opgelopen. In de door de passagier aanhangig gemaakte deelprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat Allianz gehouden is tot vergoeding van de schade. In hoger beroep wijst het hof de door de passagier gevorderde verklaring voor recht dat Allianz gehouden is tot vergoeding van de door de passagier geleden en nog te lijden schade af. De passagier bleek de verzekeringsaanvraag te hebben gedaan namens een derde omdat zij wist dat Allianz haar zelf een verzekering zou weigeren vanwege het feit dat zij in de schuldsanering zat. Nu de passagier op naam van een ander een WAM-verzekering afsloot voor een auto waarvan zij feitelijk eigenaar is, althans bestuurder, de verzekeringspremies voldeed en aldus direct belanghebbende is bij die verzekering, moet zij worden aangemerkt als ‘bekende derde’ ex artikel 7:928 BW. De bestuurder heeft niet alleen een WAM-verzekering op naam van een ander gedaan, maar ook namens die andere persoon opzettelijk de vragenlijst onjuist ingevuld. Deze omstandigheden hebben de zware sanctie van verval van het recht op uitkering tot gevolg. Artikel 11 WAM staat niet in de weg aan het inroepen van de verzekeringsrechtelijke sancties jegens de bestuurder, omdat de passagier in deze zaak niet als derde-benadeelde kan worden aangemerkt. Indien de passagier niet als ‘bekende derde’ zou hebben te gelden dan is een uitkering op grond van artikel 6 WAM volgens het hof ex artikel 6:2 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De veroordeling in een deelgeschilbeschikking valt onder artikel 1019bb Rv en niet onder artikel 1019cc lid 1 Rv en blijft derhalve buiten het hoger beroep. Niettemin is de materiële eindbeslissing waarop die veroordeling berust wel voor appel vatbaar en kunnen daartegen grieven worden gericht. 21-11-2023
- Gerechtshof Den Haag Ongeval tijdens waterpolowedstrijd met ernstig letsel tot gevolg. Het hof oordeelt dat het gedrag van de waterpolospeler tijdens het incident abnormaal gevaarlijk is geweest, welke schuld aan hem te wijten is en waarop het slachtoffer niet bedacht hoefde te zijn. Er is sprake van een onrechtmatige daad. Het hof oordeelt dat het slachtoffer geen eigen schuld heeft aan het incident, nu uit de getuigenverklaringen niet voldoende overtuigend blijkt dat het slachtoffer de andere waterpolospeler vasthield. 14-11-2023
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Aan de zus van het slachtoffer wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding en € 25.000 aan shockschadevergoeding toegekend. De zus heeft het slachtoffer in het mortuarium geïdentificeerd, zij is in de woning van het slachtoffer geweest, waar hij om het leven is gebracht, en heeft die woning die vol bloedsporen zat schoongemaakt. Aan de vader van het slachtoffer wordt een bedrag van € 17.500 aan affectieschadevergoeding en € 40.000 aan shockschadevergoeding toegekend. De vader is ook in de woning van het slachtoffer geweest, waar het silhouet van het slachtoffer herkenbaar was. 05-12-2023
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor moord en moord in vereniging. Aan de nabestaanden van de twee slachtoffers wijst de rechtbank de gevorderde vergoedingen wat betreft de affectieschade en shockschade deels toe. 05-12-2023
- Rechtbank Oost-Brabant Strafrecht. Veroordeling voor moord en moord in vereniging. Aan de nabestaanden van de twee slachtoffers wijst de rechtbank de gevorderde vergoedingen wat betreft de affectieschade en shockschade deels toe. 05-12-2023
- Rechtbank Overijssel Geschil over afwikkeling van schade van een verkeersongeval uit 2008 in Polen. De oplegger van een trekker-opleggercombinatie is op een automobilist terechtgekomen waardoor hij tegen een andere auto is gebotst. De bestuurder van de trekker-opleggercombinatie heeft het ongeval veroorzaakt en was verzekerd bij Allianz, die de aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval heeft erkend. Tussen partijen is in discussie of sprake is van ongevalsgerelateerde klachten en beperkingen bij de automobilist en in hoeverre dit tot schade heeft geleid. De rechtbank acht zich bevoegd om kennis te nemen van het geschil tussen de automobilist en Allianz en is van oordeel dat de vorderingen van de automobilist zijn verjaard op grond van het toepasselijke Poolse recht. 29-11-2023
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Verkeersongeval tussen automobilist en een losgeschoten aanhanger met daarop een jetski, als gevolg waarvan de automobilist zowel fysieke als mentale klachten heeft opgelopen. De aansprakelijkheid is erkend. Zelfstandigenschade. De discussie in deze zaak is gelegen in het feit dat partijen bij de financiële afwikkeling zijn vastgelopen. Verzoek verklaring voor recht dat de overgelegde berekening en daarin gehanteerde uitgangspunten met betrekking tot het verlies van arbeidsvermogen tussen partijen als uitgangspunt dienen. De rechtbank wijst de verklaring voor recht af, omdat tussen partijen geen overeenstemming is bereikt over wat er berekend moest worden. De verzekeraar moet wel een aanvullend voorschot van € 10.000 en een deel van de BGK betalen. 29-11-2023
- Rechtbank Rotterdam Vrachtwagenchauffeur raakt volledig arbeidsongeschikt. Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Op grond van de conclusies van de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige weigert de Maandlastenbeschermingsverzekeraar (TAF) dekking onder de verzekering te verlenen. De man wil door middel van de verzochte deskundigenberichten bewijs vergaren over zijn mate van arbeidsongeschiktheid en kunnen bepalen of hij TAF in rechte moet dagvaarden. Hij stelt dat de conclusies van de door TAF ingeschakelde deskundigen onjuist zijn en dat TAF ten onrechte weigert om dekking onder de verzekering te verlenen, mede omdat zij daarbij uitgaat van een onjuiste uitleg van de taakverschuivingsclausule. De rechtbank beveelt een onderzoek door de verzekeringsarts en een vraagstelling. 28-11-2023
- Rechtbank Noord-Holland Deelgeschil. Verkeersongeval tussen bromfietser en automobilist. De bromfietser stelt de automobilist aansprakelijk voor zijn schade. De rechtbank oordeelt dat de zaak niet geschikt is voor een deelgeschilprocedure. Er is nader (getuigen)onderzoek nodig naar de feitelijke toedracht van het ongeval voordat de aansprakelijkheidsvraag kan worden beantwoord. 02-11-2023
- Rechtbank Noord-Holland Ongeval op een kartbaan, met ernstig letsel tot gevolg. Het verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor wijst de rechtbank deels toe. In het verzoekschrift is verzocht veertien getuigen te horen, de rechtbank staat toe zes getuigen te horen. De afwijzing van het verzoek met betrekking tot de overige getuigen (op dit moment) heeft te maken met het zwaarwegend belang om thans niet (nog een keer) te worden gehoord, om proceseconomische redenen, onvoldoende belang en kans op doorkruising van het strafdossier. De rechtbank compenseert de proceskosten. 02-11-2023
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. Verkeersongeval tussen een motorrijder en een fietser. Nu de motorrijder schade vordert van de fietser wordt de zaak beoordeeld ex artikel 6:162 BW en de reflexwerking van artikel 185 WVW. De fietser is op basis van de causaliteitsverdeling gehouden om 80% van de schade van de motorrijder te vergoeden. Vast is komen te staan dat de fietser door het rode licht reed en de haaientanden heeft genegeerd. De motorrijder had een oranje knipperend licht. Er is niet vast komen te staan dat de motorrijder voldoende afstand had om nog tijdig te kunnen stoppen. Geen toepassing van de billijkheidscorrectie. Een (aanvullend) voorschot van €20.000 wordt door de rechtbank toegewezen, op basis van onder andere de blijvende invaliditeit en het feit dat sinds het ongeval bijna vijf jaren zijn verstreken. Het tegenverzoek wordt afgewezen. 12-10-2023