Naar boven ↑

Update

Nummer 10, 2024
Uitspraken van 05-03-2024 tot 11-03-2024
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Luchtvaartmaatschappij doet geslaagd beroep op vervalbeding Verdrag van Warschau na ongeluk aan boord.
Passagier raakt aan boord betrokken bij een ongeval, waarbij hij stelt (knie)letsel te hebben geleden. In deze procedure stelt hij de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade. Op de rechtsverhouding tussen partijen is het Verdrag van Warschau van toepassing. De luchtvaartmaatschappij beroept zich op de in het verdrag vervatte vervalbeding, dat inhoudt dat een rechtsvordering binnen twee jaar na aankomst van de vlucht moet worden ingesteld. Het gerecht oordeelt dat het beroep naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is en slaagt, ook wat betreft de immateriële schade (PS 2024-0140). 

Voldaan aan confrontatievereiste door onder meer confrontatie in mortuarium? 
Vergoeding wegens shockschade in strafrechtelijke procedure afgewezen. In de civiele procedure beantwoordt het hof de vraag of een van de daders gehouden is om aan zowel de ouders als het broertje shockschade te vergoeden. Het hof oordeelt, na bespreking van de arresten Hoogeveen en Buterwei, dat is voldaan aan het confrontatievereiste. Alle feiten en omstandigheden in hun onderlinge samenhang bezien, vanaf de aanloop tot de zoektocht naar het slachtoffer en de groeiende ongerustheid over haar lot, het lange wachten in het politiebureau en daarna de confrontatie met het dode lichaam van het slachtoffer in het mortuarium (de ouders) en in het Uitvaarthuis (het broertje), leiden ertoe dat voldaan is aan het confrontatievereiste zoals dat door de Hoge Raad nu is geformuleerd. Ook al was de confrontatie niet onverhoeds en waren zij voorbereid op het zien van hun (ge)dode dochter en zus, uit hun verklaringen over wat zij gezien en ervaren hebben blijkt dat zij zich niet op de schok van confrontatie hebben voorbereid of kunnen voorbereiden, nog los van de vraag of dat voor hen tot een andere reactie zou hebben geleid. Daarbij telt het hof mee dat het slachtoffer met de opzet om haar geweld aan te doen door de daders is meegenomen naar een afgelegen plek en daar door geweld (stompen, slaan, wurgen) is gedood waarna ze is weggesleept naar het water om haar te verbergen. Wat betreft de samenloop van shockschade en affectieschade stelt het hof schattenderwijs en naar billijkheid de schadevergoeding voor geestelijk letsel als gevolg van de confrontatie vast voor vader, moeder en broertje op €20.000 (PS 2024-0145).

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl

Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates

Hof

Rechtbank

Antillen