Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Ongeval bij onbewaakte spoorwegovergang: WAM-verzekeraar aansprakelijk, Prorail en gemeente niet.
Hoofdzaak en vrijwaring. Aanrijding tussen een trein van Arriva en een personenauto op een onbewaakte spoorwegovergang, met overlijden van de automobilist tot gevolg. De rechtbank veroordeelt de verzekeraar van het overstekende voertuig op grond van artikel 15a lid 2 RVV en artikel 185 WVW tot vergoeding van de schade. In de vrijwaringszaak vordert Achmea Prorail en de gemeente te veroordelen tot betaling van al hetgeen waartoe Achmea in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld. Volgens de verzekeraar van het overstekende voertuig heeft de gemeente na eerdere (dodelijke) incidenten niet tijdig maatregelen getroffen om de veiligheid te verbeteren. Daarnaast is aangevoerd dat Prorail aansprakelijk is omdat de situatie bij de onbewaakte spoorwegovergang ten tijde van het ongeval onveilig was in verband met begroeiing en de aanwezigheid van schakelkasten en dat de onbeveiligde spoorwegovergangen in de huidige tijd van stillere en snellere treinen gevaarzettend zijn vanwege het ontbreken van een fysieke barrière. Die vorderingen worden afgewezen. Een vordering in vrijwaring in reconventie van Prorail, die ertoe strekt Achmea te veroordelen tot een vergoeding van schade aan de spoorweg, wordt toegewezen (PS 2024-0156).
Reflexwerking artikel 185 WVW.
Verkeersongeval tussen fietser en automobilist op fietsoversteekplaats. Dit geschil gaat over de zaakschade die de automobilist heeft opgelopen aan zijn auto. Er is geen sprake van overmacht bij de automobilist. Beide partijen hebben een aandeel gehad aan het ontstaan van het ongeval. De fietser heeft, terwijl bij de oversteekplaats haaientanden op het fietspad stonden, niet goed genoeg gekeken voordat hij de weg op fietste en de automobilist heeft zich onvoldoende tijd gegund om goed te kunnen kijken of er een fietser achter de bestelbus vandaan zou komen. Zij heeft tevens haar snelheid niet (voldoende) aangepast. De kantonrechter komt tot de verdeling dat de fietser 40% moet bijdragen aan de schade die de automobilist heeft geleden en de automobilist dient 60% van zijn eigen schade te dragen (PS 2024-0157).
Aansprakelijkheid vanwege blootstelling aan chroom-6 na werkzaamheden bij Nedtrain door dertig eisers? Niet voldaan aan stelplicht.
Dertig voormalig re-integratiemedewerkers stellen Nedtrain aansprakelijk voor gezondheidsschade wegens blootstelling aan chroom-6 tijdens werkzaamheden aan treinen in het kader van het project tROM. De vorderingen worden in hoger beroep integraal afgewezen omdat niet is voldaan aan de stelplicht. De vorderingen zijn uitdrukkelijk niet ingesteld als collectieve actie in de zin van artikel 3:305a BW. De medewerkers hebben slechts gesteld dat zij allen in een bepaalde periode op het tROM-project hebben gewerkt. Per individuele medewerker is niet gespecificeerd hoe lang en in welke periode(n) zij op het tROM-project hebben gewerkt en welke werkzaamheden ieder heeft verricht. De medewerkers hebben daarnaast slechts opgesomd aan welke klachten zij gezamenlijk lijden. Niet is gespecificeerd aan welke gezondheidsklachten elke individuele medewerker lijdt en er zijn geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing. Gelet op het gemotiveerde verweer volstaat dit niet, zodat de vorderingen worden afgewezen (PS 2024-0160).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
R.S.M. Bosch, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Rotterdam 22 december 2023, nr. 10390999, ECLI:NL:RBROT:2023:12236’, JA 2024/53 (Immateriële schade. Oogmerk)
Y. Bosschaart, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Amsterdam 17 januari 2024, nr. C/13/734206 / HA ZA 23-499, ECLI:NL:RBAMS:2024:154’, JA 2024/57 (Wettelijk regresrecht. Subrogatie. Billijkheidscorrectie)
D.M. van Broeckhuijsen, annotatie JA bij: ‘Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 6 december 2023, nr. AUA202201911, ECLI:NL:OGEAA:2023:303’, JA 2024/59 (Verjaring. Redelijkheid en billijkheid. Persoonsaantasting op andere wijze. Shockschade)
F.M. Ruitenbeek-Bart, ‘Slachtoffer-veroorzakercontact en de (mogelijke) rol van de verzekeringsprofessional daarin’, VR 2024/28
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Dertig voormalig re-integratiemedewerkers stellen Nedtrain aansprakelijk voor gezondheidsschade wegens blootstelling aan chroom-6 tijdens werkzaamheden aan treinen in het kader van het project tROM. De vorderingen worden in hoger beroep integraal afgewezen omdat niet is voldaan aan de stelplicht. De vorderingen zijn uitdrukkelijk niet ingesteld als collectieve actie in de zin van artikel 3:305a BW. De medewerkers hebben slechts gesteld dat zij allen in een bepaalde periode op het tROM-project hebben gewerkt. Per individuele medewerker is niet gespecificeerd hoe lang en in welke periode(n) zij op het tROM-project hebben gewerkt en welke werkzaamheden ieder heeft verricht. De medewerkers hebben daarnaast slechts opgesomd aan welke klachten zij gezamenlijk lijden. Niet is gespecificeerd aan welke gezondheidsklachten elke individuele medewerker lijdt en er zijn geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing. Gelet op het gemotiveerde verweer volstaat dit niet, zodat de vorderingen worden afgewezen. 12-03-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Werknemer loopt tijdens het uitoefenen van zijn werkzaamheden letsel op. Tijdens het plaatsen van een metalen constructie met behulp van een kraan, is hij op zijn rechterarm geraakt door een ketting en/of de haak. Sinds de dag van het ongeval is de werknemer volledig arbeidsongeschikt. Partijen zijn het oneens over de toedracht van het ongeval. Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat de werkgever niet is geslaagd in haar opgedragen bewijs en dat daarom niet is komen vast te staan dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid aan de zijde van de werknemer. De werkgever heeft niet aangetoond dat het ongeval heeft plaatsgevonden op de door haar gestelde manier en dat dus niet is komen vast te staan dat de werknemer de haak bewust heeft gebruikt. 27-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Corpocon staat slachtoffers van het schietincident in Alphen aan de Rijn in 2011 bij op basis van een no cure no pay-overeenkomst. In opdracht van Corpocon heeft Beer sinds 2012 de aansprakelijkheidsprocedure gevoerd van deze slachtoffers tegen de Nationale Politie in drie instanties. Na aansprakelijkheidsvaststelling door de Hoge Raad in 2019 heeft Beer een aantal slachtoffers, waaronder overgestapte cliënten van Corpocon, bijgestaan ter verkrijging van schadevergoeding. Die cliënten hebben hun overeenkomst met Corpocon opgezegd. Het hof komt – net als de voorzieningenrechter van de rechtbank in kort geding – tot het oordeel dat Beer deze slachtoffers mag blijven bijstaan. 09-01-2024
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. De rechtbank wijst een immateriële schadevergoeding van € 100.000 toe aan de broer (en enig erfgenaam) van het overleden slachtoffer. Het overleden slachtoffer heeft ernstig lichamelijk letsel opgelopen en is na het ondergaan van twee operaties, na zeven dagen aan dit letsel te komen te overlijden. 12-03-2024
- Rechtbank Limburg Strafrecht. Veroordeling voor doodslag. Aan de zoon en dochter van het overleden slachtoffer wordt elk € 20.000 aan affectieschadevergoeding toegekend. Aan de vader en de stiefmoeder van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van € 17.500 affectieschadevergoeding toegekend. Aan de zoon wordt een bedrag van € 30.000 aan shockschadevergoeding toegekend, nu hij zijn moeder dood en ernstig toegetakeld heeft aangetroffen in een grote plas bloed in de woonkamer. De dochter wordt niet-ontvankelijk verklaard in de shockschadevergoeding, nu onvoldoende duidelijk is wat er precies met de dochter is gebeurd ten tijde van het incident en wat zij zelf nog weet van de gebeurtenis. 08-03-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Tussenvonnis voorlopig deskundigenonderzoek. Verkeersongeval tussen motorrijder en automobilist, als gevolg waarvan de motorrijder letsel heeft opgelopen. In het kader van de schadeafwikkeling is op gezamenlijk verzoek onderzoek verricht door een orthopedisch chirurg, die tot de conclusie is gekomen dat de schade als gevolg van de genoemde klachten en beperkingen aan het ongeval moeten worden toegerekend. De motorrijder wenst met de voorlopige deskundigenonderzoeken inzicht te krijgen in de aard en omvang van zijn beperkingen en verlies van verdienvermogen, om zijn geleden schade als gevolg van het ongeval te kunnen begroten. De rechtbank benoemt een neuroloog, een arbeidsdeskundige en een verzekeringsgeneeskundige. 01-03-2024
- Rechtbank Amsterdam Deelgeschil. In een strafrechtelijke procedure is een man veroordeeld voor mishandeling van een andere man. De man heeft zich in die procedure gevoegd als benadeelde partij, maar is in zijn vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard. In deze deelgeschilprocedure vordert de benadeelde een verklaring voor recht dat hij als gevolg van het geweldsincident een studievertraging heeft opgelopen van twaalf maanden. De rechtbank oordeelt dat voldoende vaststaat dat de benadeelde door de mishandeling een hersenschudding heeft opgelopen. Echter kan op dit moment het causaal verband tussen het letsel en de studievertraging van de benadeelde niet worden aangenomen. Ten eerste slaagt het beroep op de omkeringsregel niet en ten tweede staat niet vast dat het niet halen van de twee tentamens tot een jaar studievertraging heeft geleid. 29-02-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Hoofdzaak en vrijwaring. Aanrijding tussen een trein van Arriva en een personenauto op een onbewaakte spoorwegovergang, met overlijden van de automobilist tot gevolg. De rechtbank veroordeelt de verzekeraar van het overstekende voertuig op grond van artikel 15a lid 2 RVV en artikel 185 WVW tot vergoeding van de schade. In de vrijwaringszaak vordert Achmea Prorail en de gemeente te veroordelen tot betaling van al hetgeen waartoe Achmea in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld. Volgens de verzekeraar van het overstekende voertuig heeft de gemeente na eerdere (dodelijke) incidenten niet tijdig maatregelen getroffen om de veiligheid te verbeteren. Daarnaast is aangevoerd dat Prorail aansprakelijk is omdat de situatie bij de onbewaakte spoorwegovergang ten tijde van het ongeval onveilig was in verband met begroeiing en de aanwezigheid van schakelkasten en dat de onbeveiligde spoorwegovergangen in de huidige tijd van stillere en snellere treinen gevaarzettend zijn vanwege het ontbreken van een fysieke barrière. Die vorderingen worden afgewezen. Een vordering in vrijwaring in reconventie van Prorail, die ertoe strekt Achmea te veroordelen tot een vergoeding van schade aan de spoorweg, wordt toegewezen. 14-02-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Verkeersongeval tussen fietser en automobilist op fietsoversteekplaats. Dit geschil gaat over de zaakschade die de automobilist heeft opgelopen aan zijn auto. Er is geen sprake van overmacht bij de automobilist. Beide partijen hebben een aandeel gehad aan het ontstaan van het ongeval. De fietser heeft, terwijl bij de oversteekplaats haaientanden op het fietspad stonden, niet goed genoeg gekeken voordat hij de weg op fietste en de automobilist heeft zich onvoldoende tijd gegund om goed te kunnen kijken of er een fietser achter de bestelbus vandaan zou komen. Zij heeft tevens haar snelheid niet (voldoende) aangepast. De kantonrechter komt tot de verdeling dat de fietser 40% moet bijdragen aan de schade die de automobilist heeft geleden en de automobilist dient 60% van zijn eigen schade te dragen. 07-02-2024
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Deze zaak gaat over claims van een verzekerde met betrekking tot drie ongevallen (achteropaanrijdingen) waarbij hij betrokken is geweest. Bij het eerste ongeval is Allianz als zowel WAM- als SVI-verzekeraar betrokken. Bij het tweede ongeval is Univé betrokken als WAM-verzekeraar en Allianz als SVI-verzekeraar. Bij het derde ongeval is Achmea betrokken als WAM-verzekeraar. De rechtbank acht de verzoeken jegens Univé en Achmea prematuur, nu uit niets blijkt dat tussen de verzekerde en Univé of tussen verzekerde en Achmea enig relevant inhoudelijk contact is geweest over de aansprakelijkheid, omvang van de schade of de causaliteitsvraag. De verzoeken jegens Allianz voor het eerste ongeval worden ook afgewezen, nu onduidelijkheid bestaat over de feitelijke toedracht van het ongeval als gevolg waarvan Allianz niet kan worden aangewezen als ‘regelend verzekeraar’. Het is in ieders belang dat duidelijkheid komt over de (behandeling van de) claims van de verzekerde. De vorderingen worden afgewezen. 07-12-2023
- Rechtbank Den Haag Benoeming orthopedisch chirurg. Achteropaanrijding met letsel tot gevolg. De aangereden automobilist wenst dat er een neurologische expertise wordt verricht, nu de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke partij betwist dat de rug- en beenklachten gerelateerd zijn aan het ongeval. De rechtbank oordeelt dat er een orthopedische expertise moet worden verricht, omdat de klachten van de automobilist voortkomen uit de (lage) rug met uitstraling naar het linkerbeen. De beslissing op het verzoek tot het gelasten van een neurologische expertise houdt de rechtbank aan. 02-11-2023
- Rechtbank Noord-Nederland Deelgeschil. Werknemer stelt werkgever aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden en in de toekomst zal lijden als gevolg van blootstelling aan asbest. Tussen partijen is niet in geschil dat de vordering op de werkgever is verjaard volgens de wettelijke regeling. Het geschil spitst zich toe op de vraag of het verzoek van de werknemer om voor recht te verklaren dat het beroep van de werkgever op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het verzoek om in deze deelgeschilprocedure alvast een oordeel te geven op de vraag of de vordering verjaard is wordt afgewezen, nu er nog onvoldoende zicht is op de relevante feiten. Partijen zijn het zelf nog niet eens over verschillende feiten die van belang zijn om te bepalen of de werkgever aansprakelijk is voor de gevolgen van de ziekte waaraan de werknemer lijdt. 14-07-2023
Antillen
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Strafrecht. Schietincident met dodelijke afloop. Veroordeling voor medeplegen doodslag. Aan de moeder en vriendin van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van 10.000 Antilliaanse gulden (ongeveer € 5.000) aan shockschadevergoeding toegekend. De vriendin van het slachtoffer was getuige van de doodslag en maakte van dichtbij mee dat en hoe het slachtoffer werd neergeschoten. De moeder van het slachtoffer is naar het plaats delict gegaan en geconfronteerd met het levenloze lichaam van haar zoon op straat. 08-03-2024
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Strafrecht. Schietincident met dodelijke afloop. Veroordeling voor medeplegen doodslag. Aan de moeder en vriendin van het overleden slachtoffer wordt elk een bedrag van 10.000 Antilliaanse gulden (ongeveer € 5.000) aan shockschadevergoeding toegekend. De vriendin van het slachtoffer was getuige van de doodslag en maakte van dichtbij mee dat en hoe het slachtoffer werd neergeschoten. De moeder van het slachtoffer is naar het plaats delict gegaan en geconfronteerd met het levenloze lichaam van haar zoon op straat. 08-03-2024
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Beveiliger stelt werkgever aansprakelijk voor letsel opgelopen tijdens zijn werkzaamheden. De beveiliger kreeg een alarmmelding en heeft zich toegang verschaft tot het terrein door over een hek te springen, waarbij hij met zijn ring achter het hek is blijven haken. Als gevolg daarvan is zijn ringvinger geheel van zijn hand afgerukt. Het gerecht komt tot de conclusie dat de werkgever haar zorgplicht heeft geschonden. Gebleken is dat het springen over hekken niet ongebruikelijk is onder beveiligers, dat tijdens de inwerkperiode de beveiliger met zijn collega ook over hekken gesprongen is om de betreffende locatie te betreden én tot slot is niet gebleken van een veiligheidsplan of een vastgelegde constructie van de werkgever waaruit volgt dat er niet over hekken gesprongen mag worden. Daarnaast, en dat volgt ook uit het rapport van de Arbeidsinspectie, is er geen specifieke instructie dat geen sieraden of dergelijke gedragen zouden mogen worden, terwijl dat wel wordt aanbevolen. Het gerecht begroot de verschillende gevorderde schadeposten, waaronder de immateriële schade. 15-01-2024
- Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Verkeersongeval met meerdere slachtoffers. De aansprakelijkheid is door de verzekeraar van de schadeveroorzakende partij erkend. De vraag is of en zo ja, hoe hoog de schade is die als gevolg van het ongeval is geleden. De automobilist stelt dat hij als gevolg van de door het ongeval opgelopen letsels en pijnklachten is beperkt in het verrichten van activiteiten en vordert verschillende schadeposten: verlies van arbeidsvermogen, studievertraging, vervangend transport en immateriële schade. Het gerecht wijst de gevorderde schadeposten gedeeltelijk toe. 19-06-2023