Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraak hier voor u uit.
Verhaal door zorgverzekeraar op WAM-verzekeraar: heeft gesubrogeerde zorgverzekeraar recht op hetzelfde percentage schadevergoeding als minnelijk is overeengekomen met het slachtoffer?
In geschil is de vraag of Menzis als zorgverzekeraar, die de medische kosten van een verkeersslachtoffer (fietser) heeft vergoed, tegenover Achmea als WAM-verzekeraar van het bij het ongeval betrokken motorrijtuig en haar verzekerde, aanspraak heeft op hetzelfde percentage schadevergoeding als het verkeersslachtoffer. Partijen verschillen van mening over de wijze van toepassing van de causale verdeling, de billijkheidscorrectie ex artikel 6:101 BW, de 50%-regel bij verkeersongevallen en over de positie van de zorgverzekeraar ex artikel 7:962 BW. Het hof gaat ervan uit dat het verkeersgedrag van de fietser voor 75% heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval en de causale bijdrage van de automobilist bedraagt 25%. Uit de in het arrest geschetste toetsingskaders voor de vaststelling van het schadevergoedingspercentage en de door de Hoge Raad aanvaarde beperking in de omvang van de subrogatie – voor zover het vergoedingspercentage voor het slachtoffer verband houdt met de (hier) 50%-regel – volgt dat ten aanzien van de aanspraak van Menzis op grond van de door haar vergoede ziektekosten niet bepalend is welk percentage Achmea met het verkeersslachtoffer is overeengekomen wat betreft de (andere) schade. Voor de aanspraak van Menzis is bepalend tot welk vergoedingspercentage de causale verdeling en de ‘gewone’ billijkheidscorrectie leiden, waarbij deze laatste voor regresnemers tot een bijstelling kan leiden van slechts beperkte omvang. Op grond van het letsel dat het verkeersslachtoffer heeft opgelopen, de kwetsbaarheid en de als gevolg van de harde botsing geleden aanzienlijke schade, acht het hof in de context van de op subrogatie gebaseerde vordering van de zorgverzekeraar een beperkte bijstelling van het schadevergoedingspercentage van 25% naar 50% billijk. In het midden kan blijven of in de regeling die Achmea met het verkeersslachtoffer heeft getroffen een component aan billijkheidscorrectie op grond van de 50%-regel zit (PS 2024-0212).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
M. Blom & G. Weijters, ‘Bestuurders onder invloed van drugs hebben vaak meer op hun kerfstok’, VR 2024/39.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Hoge Raad
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant Voorlopig deskundigenbericht in letselschadezaak. Tussen partijen bestaat discussie over de precieze aard en ernst van het letsel van de benadeelde en het causale verband tussen het ongeval en het gestelde letsel. De benadeelde vraagt een onderzoek door een psychiater, een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige. De rechtbank wijst het verzoek om psychiatrisch onderzoek toe. Bij de beoordeling van de vraag welke medische informatie beschikbaar moet worden gesteld aan de deskundige en aan de (medisch adviseur van de) verzekeraar, sluit de rechtbank aan bij de Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling Letselschade van de Letselschaderaad. 09-04-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Voorlopig deskundigenbericht in letselschadezaak. Verkeersongeval tussen fietser en automobilist, met letsel voor de fietser tot gevolg. Partijen zijn het er niet over eens of de huidige klachten en beperkingen van de fietser het gevolg zijn van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek tot benoeming van een deskundige toe. De verzekeraar van de wederpartij voert aan dat het verzoek prematuur is en daarmee in strijd met de goede rechtsorde, omdat de fietser nog niet is onderzocht door een orthopeed en zijn medisch dossier niet compleet is. De rechtbank oordeelt dat het voorgaande geen gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. Het tegenverzoek van de verzekeraar van de wederpartij ter zake van het medische dossier ex artikel 843a Rv wijst de rechtbank af. 08-04-2024
- Rechtbank Gelderland Deelgeschil. Automobilist raakt in de slip doordat de autobanden grip op de weg verliezen als gevolg van een grote plas water op het wegdek (aquaplaning) en komt aan de andere kant van de weg tot stilstand tegen een boom. Als gevolg van het eenzijdige verkeersongeval heeft de bestuurder lichamelijk letsel opgelopen. De automobilist stelt de provincie aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade ex artikel 6:174 jo. 6:162 BW. Volgens de rechtbank kan de vraag of de weg voldeed aan de daaraan te stellen eisen en de vraag of de provincie een verwijt kan worden gemaakt nog niet worden beantwoord. Hiervoor is nadere bewijslevering nodig, waarvoor in deelgeschil geen plaats is. 03-04-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Bodemprocedure na deelgeschilprocedure. Verkeersongeval tussen twee motorrijders, waarbij een van de motorrijders ernstig beenletsel heeft opgelopen en blijvend invalide is geraakt. In deelgeschil heeft de rechter geoordeeld dat aansprakelijkheid jegens de gewonde motorrijder niet vast is komen te staan. De rechtbank wijst het verzoek voor het instellen van tussentijds hoger beroep tegen de deelbeschikking toe. 03-04-2024
- Rechtbank Gelderland Verwijzingsvonnis. Vrouw valt in douche na badkamerrenovatie. Deze val heeft zodanige impact gehad op haar echtgenoot, dat op advies van de huisarts de echtgenoot in het ziekenhuis is opgenomen. In het ziekenhuis komt haar echtgenoot ten val en overlijdt ten gevolge van de val. De vrouw stelt het bedrijf dat de badkamer heeft gerenoveerd aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van haar val onder de douche, alsmede voor het overlijden van haar echtgenoot. In reconventie vordert zij betaling van een schadevergoeding ter hoogte van € 250.000. In conventie vordert het bedrijf betaling van het resterende bedrag met betrekking tot de renovatie. De kantonrechter verwijst zowel de vordering in conventie als in reconventie naar team handel (art. 94 lid 3 en 97 lid 1 Rv) en wijst partijen erop dat zij zich in het vervolg in deze aansprakelijkheidskwestie moeten laten vertegenwoordigen door een advocaat. 03-04-2024
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Verkeersongeval tussen bromfietser en automobilist, waarbij de bromfietser ten val is gekomen en letsel heeft opgelopen. De bromfietser stelt de verzekeraar van de automobilist aansprakelijk. De rechtbank oordeelt dat de automobilist een verkeersfout heeft gemaakt door de bromfietser, als rechtdoorgaand verkeer, geen voorrang te verlenen. Het beroep op eigen schuld slaagt, nu de rechtbank oordeelt dat het voor de bromfietser mogelijk was geweest om meer rechts aan te houden. De mate van aansprakelijkheid van de automobilist wordt vastgesteld op 90%, met 10% eigen schuld aan de zijde van de bromfietser. Met toepassing van de billijkheidscorrectie komt de rechtbank tot de slotsom dat de automobilist 100% aansprakelijk is voor de schade van de bromfietser, gelet op het letsel en de impact die het ongeval heeft gehad op de bromfietser. 18-01-2024