Naar boven ↑

Update

Nummer 18, 2024
Uitspraken van 03-05-2024 tot 06-05-2024
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Regres en samenloop na uitkering overlijdensschade: na-u-clausule van de AVB-polis harder dan die in WLM-polis.
Verzekeringsrecht. Man komt te overlijden nadat een ruim 350 kilo wegende strobaal vanaf een aanhangwagen op hem is gevallen. De leverancier van de strobalen, die aansprakelijk is voor het ongeval, was ten tijde van het ongeval verzekerd onder een Werk- en Landbouwmaterieelverzekering bij Allianz (hierna: WLM-polis) en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering bij Fatum (hierna: AVB-polis). Het geschil spitst zich toe op de vraag of Allianz ex artikel 7:961 lid 3 BW een regresrecht heeft op Fatum, omdat Fatum draagplichtig is voor de door Allianz uitgekeerde schadevergoeding en de gemaakte kosten om de reden dat de aansprakelijkheid van de leverancier onder de AVB-polis is gedekt en niet (ook) onder de WLM-polis. De overlijdensschade als gevolg van een van een aanhanger vallende hooibaal is verzekerd onder zowel de WLM-polis als de AVB-polis van de leverancier. Tussen partijen is niet in geschil dat de na-u-clausule in de AVB-polis harder is dan die in de WLM-polis. Allianz heeft expliciet benoemd dat in het geval onder de WLM-polis dekking bestaat, Fatum een beroep kan doen op de na-u-clausule in de AVB-polis en dat dan niet Fatum maar Allianz dekking dient te verlenen. Allianz komt dan ook geen regresrecht toe jegens Fatum (PS 2024-0230).

Artikel 7:658 lid 4 BW niet van toepassing: transport behoort niet tot werkzaamheden timmer- en onderhoudsbedrijf.
Deelgeschil. Man loopt bij het verwijderen van wandpanelen van een trailer blijvend letsel op, te weten een lage dwarslaesie. Het transport van de wandpanelen is door een timmer- en onderhoudsbedrijf uitbesteed aan een transportbedrijf waar de man in dienst is. Primair vordert de man van het timmer- en onderhoudsbedrijf vergoeding van zijn schade ex artikel 7:658 BW, subsidiair baseert hij zijn vordering op artikel 6:170 BW. Vast staat dat tussen de man en het timmer- en onderhoudsbedrijf geen arbeidsovereenkomst bestaat en daarnaast behoort het transport van grote houten bouwonderdelen niet tot de werkzaamheden van de medewerkers van het timmer- en onderhoudsbedrijf. Het primaire verzoek wijst de kantonrechter af. Ook wordt het subsidiaire verzoek afgewezen, nu partijen verschillen over de feiten die betrekking hebben op de toedracht van het ongeval (PS 2024-0228).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

A.Ch.H. Franken, ‘Schadevergoeding bij rechtmatig handelen via art. 6:162 BW’, AV&S 2024/7

R.A. Blom & S. Rutten, ‘Optellen of aftellen? De som van de belangenafweging bij EVR-registraties’, AV&S 2024/8

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates

Hof

Rechtbank