Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Supermarkt niet aansprakelijk voor val van klant op droogloopmat.
Deelgeschil. Klant struikelt in supermarkt over een droogloopmat en komt ten val. De supermarkt is niet aansprakelijk voor de (letsel)schade als gevolg van het ongeval. Er kan niet worden geoordeeld dat de supermarkt door de droogloopmat los op de tegelvloer te leggen een risico heeft geschapen dat onder de omstandigheden redelijkerwijs niet verantwoord was. De val is niet veroorzaakt door de mat, maar door de handelswijze en het gedrag van een voorbijlopende klant die de mat met haar voet kort heeft doen omhoog krullen. Volgens de rechtbank is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden (PS 2024-0025).
Passagier van auto is zelf voor 50% aansprakelijk na eenzijdig ongeval door gebruik van lachgas bestuurder.
Deelgeschil. Passagier van een auto raakt betrokken bij een eenzijdig verkeersongeval waarbij de bestuurder de macht over het stuur is verloren waarna de auto in het water is beland. De passagier heeft hierbij ernstig letsel opgelopen. De bestuurder van de auto had lachgas gebruikt en is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. De passagier vindt dat NN als WAM-verzekeraar van de auto volledig aansprakelijk is voor de schade. Aanvankelijk was NN bereid om 75% van de schade te vergoeden vanwege het niet juist dragen van de gordel. Na de uitspraak in de strafrechtelijke procedure stelt NN zich op het standpunt dat sprake is van 50% eigen schuld aan de zijde van de passagier. In deze deelgeschilprocedure komt de rechtbank tot het oordeel dat het lachgasgebruik van de bestuurder in enige mate aan de passagier kan worden verweten en dat zij haar gordel niet op de juiste wijze heeft gedragen. De causale verdeling aan de bijdrage aan het ontstaan van het ongeval is 60% voor de bestuurder en 40% voor de passagier. Na toepassing van de billijkheidscorrectie, met inachtneming van het ernstige letsel en de blijvende lichamelijke en geestelijke klachten, stelt de rechtbank vast dat NN 70% van de schade moet dragen en de passagier zelf 30% van de schade moet dragen (PS 2024-0027).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
M.G. Bredenoord-Spoek e.a., ‘De invloed van beschuldigingen op het subjectieve kennisvereiste bij verjaring’, MvV 2023/11/1
D.J. Beenders e.a., ‘Immateriële schadevergoeding in collectieve actie’, MvV 2023/12.1
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Ongeval tussen een voetganger en een taxibus. In een eerdere deelgeschilprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat de taxibus en de WAM-verzekeraar voor 50% hoofdelijk aansprakelijk zijn ex artikel 185 WVW voor de schade van de voetganger. In hoger beroep vordert de voetganger dat zij voor 100% aansprakelijk zijn voor het ongeval. Net als de rechtbank acht het hof de ernst van de fout van de voetganger vele malen hoger dan die van de bestuurder van de taxibus. De voetganger is overgestoken op een weg waar hij geen voorrang had terwijl hij zag dat de bestuurder met hoge snelheid de oversteekplaats naderde. Anderzijds had de bestuurder van de taxibus meer moeten anticiperen dan hij had gedaan door het gas los te laten, de cruisecontrol uit te zetten en zijn voet bij de rem te zetten. Het hof komt niet uit op een hogere vergoedingsplicht dan de erkende 50%. De billijkheidscorrectie van artikel 6:101 BW kan meebrengen dat de verplichting om de in artikel 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten te vergoeden, niet of niet in gelijke mate als de primaire schadevergoedingsplicht wordt verminderd en volgens het hof geldt deze regel ook voor de kosten van het deelgeschil. De omstandigheden van deze zaak maken dat de kosten van het deelgeschil, conform het geldend uitgangspunt, in deze zaak voor 50% moeten worden gedragen door de aansprakelijke partij. 02-01-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vader treedt op als wettelijk vertegenwoordiger voor zijn minderjarige, onder curatele gestelde dochter die betrokken is geweest bij een fietsongeluk. De vader acht de andere partij die bij het ongeval betrokken was, dan wel haar curatoren aansprakelijk voor zowel haar materiële als immateriële schade. De rechtbank heeft de vader in zijn vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep wenst de vader getuigen te horen om duidelijkheid te verkrijgen over de toedracht van het ongeval. Gelegenheid tot overleggen machtiging kantonrechter voor indienen verzoek voorlopig getuigenverhoor namens dochter ex artikel 1:349 BW. 14-02-2023
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Kort geding. Eiser vordert voorschot van € 35.000. Kop-staartaanrijding met betrokkenheid van verschillende voertuigen. Een bestelbus botst achterop een automobilist, waardoor dit voertuig volgens eiser doordrukt op zijn auto (met paardenwagen). In deze procedure stelt de bestuurder van het voertuig met de paardenwagen de werkgever van de achteropaanrijder aansprakelijk. De bestuurder van de bestelbus betwist dat de auto voor hem is doorgedrukt op het voertuig met paardenwagen van eiser. Er bestaat nog veel onduidelijkheid over de toedracht van het ongeval. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is onvoldoende zeker dat de werkgever van de achteroprijder aansprakelijk moet worden gehouden voor de schade van de bestuurder van de paardenwagen. Daarvoor is nader onderzoek naar de feiten nodig, waarvoor in kort geding geen mogelijkheid bestaat. Voorlopige getuigenverhoren lijken hiervoor aangewezen. De vordering tot betaling van een voorschot wordt wegens het ontbreken van een spoedeisend belang afgewezen. 04-01-2024
- Rechtbank Noord-Holland Deelgeschil. Klant struikelt in supermarkt over een droogloopmat en komt ten val. De supermarkt is niet aansprakelijk voor de (letsel)schade als gevolg van het ongeval. Er kan niet worden geoordeeld dat de supermarkt door de droogloopmat los op de tegelvloer te leggen een risico heeft geschapen dat onder de omstandigheden redelijkerwijs niet verantwoord was. De val is niet veroorzaakt door de mat, maar door de handelswijze en het gedrag van een voorbijlopende klant die de mat met haar voet kort heeft doen omhoog krullen. Volgens de rechtbank is sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. 28-12-2023
- Rechtbank Amsterdam Tussenvonnis medische aansprakelijkheid. Deskundigenbericht traumachirurg. Partijen zijn het eens dat het nodig is dat nader deskundigenonderzoek wordt verricht naar de gezondheidsschade die is veroorzaakt door de medische fouten waarvoor het AMC aansprakelijkheid heeft erkend. Opnieuw benoeming van traumachirurg. 04-12-2023
- Rechtbank Den Haag Deelgeschil. Passagier van een auto raakt betrokken bij een eenzijdig verkeersongeval waarbij de bestuurder de macht over het stuur is verloren waarna de auto in het water is beland. De passagier heeft hierbij ernstig letsel opgelopen. De bestuurder van de auto had lachgas gebruikt en is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. De passagier vindt dat NN als WAM-verzekeraar van de auto volledig aansprakelijk is voor de schade. Aanvankelijk was NN bereid om 75% van de schade te vergoeden vanwege het niet juist dragen van de gordel. Na de uitspraak in de strafrechtelijke procedure stelt NN zich op het standpunt dat sprake is van 50% eigen schuld aan de zijde van de passagier. In deze deelgeschilprocedure komt de rechtbank tot het oordeel dat het lachgasgebruik van de bestuurder in enige mate aan de passagier kan worden verweten en dat zij haar gordel niet op de juiste wijze heeft gedragen. De causale verdeling aan de bijdrage aan het ontstaan van het ongeval is 60% voor de bestuurder en 40% voor de passagier. Na toepassing van de billijkheidscorrectie, met inachtneming van het ernstige letsel en de blijvende lichamelijke en geestelijke klachten, stelt de rechtbank vast dat NN 70% van de schade moet dragen en de passagier zelf 30% van de schade moet dragen. 26-10-2023
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een arts voor arbeid en gezondheid. Man was in 2017 betrokken bij een auto ongeval waarbij zijn auto in botsing kwam met een andere auto. De bestuurder van de andere auto was verzekerd bij de maatschappij waar de arts als medisch adviseur in dienst is. De arts heeft driemaal een medisch advies uitgebracht over de klachten die de man sinds het ongeval ondervond. In juni 2022 heeft de arts schriftelijk laten weten het dossier over te dragen, omdat de man had laten weten geen vertrouwen in de arts te hebben. De bedoeling van de adviezen was het vaststellen van medische causaliteit tussen het ongeval en de klachten. De man verwijt de arts dat zij bij de beoordeling van het door hem opgelopen letsel niet als arts handelt, maar als een tegenpartij. Uit de medische adviezen die zij heeft geschreven blijkt volgens hem dat zij niet onafhankelijk is en niet professioneel handelt. Haar adviezen stoelen niet op conclusies van behandelaren, maar op haar eigen ongefundeerde aannames. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing. 06-12-2023
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een verzekeringsarts. De verzekeringsarts heeft de opdracht gekregen om een medisch advies uit te brengen over de vraag of er causaal verband bestaat tussen de klachten en de beperkingen van de vrouw en de werkvloer. De verzekeringsarts heeft in zijn rapport geconcludeerd dat hij voor een volledige en zorgvuldige beeld- en besluitvorming meer informatie nodig heeft. Volgens de vrouw is het advies frauduleus en had de verzekeringsarts voldoende informatie. Ook verwijt zij de verzekeringsarts dat hij heeft nagelaten om het medisch advies uit te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. De vrouw is in beroep gekomen tegen deze beslissing. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. 30-10-2023
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Een verzekeringsarts van een schadeverzekeraar schrijft in zijn medisch advies dat de cognitieve klachten die de vrouw na een ongeval heeft ‘ook een zekere psychogene onderbouw kent’. De vrouw beschouwt die passage als kwetsend en meent dat de verzekeringsarts buiten zijn deskundigheidsgebied is getreden en zich vooringenomen en onvoldoende onafhankelijk heeft opgesteld. Het college is van oordeel dat in de passage niet kan worden gelezen dat de verzekeringsarts een oorzakelijke relatie met het ongeval ontkent of relativeert, nog daargelaten de vraag of het hem ruim zes maanden na het ongeval niet vrijstond op mogelijk alternatieve oorzaken te wijzen. Evenmin kan daarin gelezen worden dat hij de klachten van de vrouw niet serieus zou nemen. Het college overweegt verder dat een verzekeringsarts uit de aard van zijn vakgebied een brede oriëntatie op medisch gebied heeft. Met het onderkennen van een mogelijk psychische component van een bepaald klachtenpatroon treedt hij in beginsel niet buiten zijn deskundigheidsgebied. Klacht over vooringenomenheid en onafhankelijkheid ook ongegrond. Klacht in al haar onderdelen ongegrond. 09-05-2023
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Man heeft in 2015 met zijn scooter een aanrijding gehad met een auto. Op de naar aanleiding daarvan gemaakte röntgenfoto’s van nek, rug, ribben en knie waren geen afwijkingen te zien. De man is behandeld door een fysiotherapeut en een neuroloog. Om de mate van invaliditeit als gevolg van het ongeval vast te stellen heeft de orthopedisch chirurg op verzoek van zowel de man als de verzekeraar van de bij de aanrijding betrokken automobilist, de man onderzocht en een conceptrapport opgesteld. De man heeft gebruik gemaakt van zijn blokkeringsrecht en het rapport is niet aan de verzekeraars verzonden. De orthopedisch chirurg wordt onder andere verweten dat het onderzoek niet onafhankelijk, ondeskundig en incompleet is uitgevoerd. De had man de conceptrapportage geblokkeerd, omdat hij van oordeel was dat de conclusie hiervan was gebaseerd op ongefundeerde aannames en onvolledig onderzoek. Door deze blokkering kon de orthopedisch chirurg niet meer toekomen aan een mogelijke aanpassing van eventuele feitelijke onjuistheden. Het CTG toetst zakelijk of het rapport voldoet aan de door het CTG daarvoor aangelegde criteria. Klacht ongegrond. 05-04-2023
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een expertiserend orthopedisch chirurg. Man is in 2015 van een ladder gevallen. In 2018 verzocht een medisch adviseur aan de orthopedisch chirurg om hem te onderzoeken en zich daarbij te beperken tot het aangedane lichaamsdeel. Begin december 2018 stelde de orthopedisch chirurg een conceptrapport op. Eind december 2018 reageerde de man schriftelijk op het rapport en eind januari 2019 verstuurde de orthopedisch chirurg het definitieve rapport naar de man. Hij verwijt de orthopedisch chirurg dat hij een verkeerde conclusie heeft getrokken in de uitgebrachte rapportage. Ten onrechte is de conclusie getrokken dat de breuk in zijn nek niet door de val van eind december 2015 is ontstaan. De orthopedisch chirurg heeft volgens de man niet zorgvuldig gehandeld in de totstandkoming van de rapportage. In het conceptrapport stonden fouten en pas na het conceptrapport is medische informatie door het ziekenhuis overgelegd. De orthopedisch chirurg heeft niet alle benodigde medische informatie opgevraagd die nodig was voor een zorgvuldige rapportage. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep tegen deze beslissing. 05-04-2023