Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Belang benadeelde bij som ineens weegt zwaarder dan belang aansprakelijke partij om periodiek af te wikkelen.
Vrouw is in 2016 een arbeidsongeval overkomen waarvoor haar werkgever aansprakelijk is. Op verzoek van beide partijen is een onderzoek ingesteld door een psychiater die in zijn eindrapport tot de conclusie komt dat sprake is van een medische eindsituatie. Partijen verschillen van mening over de vraag of de schade van de vrouw afgewikkeld dient te worden met een uitkering van een som ineens, zoals de vrouw wenst, of voor een bepaalde periode waarna een nieuwe psychiatrische expertise dient te worden uitgevoerd, zoals de werkgever wenst. De kantonrechter oordeelt dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de begroting van nog niet ingetreden schade dient te worden begroot op basis van redelijke verwachtingen van toekomstige ontwikkelingen. De kantonrechter is van oordeel dat het belang van de vrouw bij de keuze om de schade af te wikkelen in de vorm van een som ineens zwaarder weegt dan het belang van de aansprakelijke partij de schade periodiek af te wikkelen op basis van periodieke psychiatrische herexpertises. Het is algemeen bekend dat een lopende letselschadezaak niet bevorderlijk is voor het herstel en dat geldt temeer indien dit gepaard gaat met periodieke psychiatrische herexpertises. Ook bij de aansprakelijke partij is bekend dat de vrouw een kwetsbaar slachtoffer is dat lijdt onder de lange duur van de schadeafwikkeling. Het enkele belang van de aansprakelijke partij, dat niet uit te sluiten is dat in de toekomst een verandering zou kunnen optreden in de psychische gezondheidssituatie van de vrouw, weegt niet op tegen de belangen van de vrouw om te kiezen voor afwikkeling van de schade in de vorm van een som ineens (PS 2024-0265).
Hof beoordeelt whiplashklachten na twee verkeersongevallen in vier stappen, met verwijzing naar schadestaatprocedure.
Vrouw is betrokken geweest bij twee verkeersongevallen: een uit 2015 en een uit 2017. Als gevolg van die ongevallen stelt zij gezondheidsklachten te hebben ontwikkeld die haar onder meer beperken in haar mogelijkheden om arbeid te verrichten, en dat zij daardoor schade lijdt. De vrouw heeft op grond van artikel 6:162 BW diverse vorderingen ingesteld tegen Univé en Allianz. Partijen zijn het erover eens dat, hoewel Allianz als verzekeraar aansprakelijkheid heeft erkend voor het eerste ongeval en Univé voor het tweede ongeval, beide ongevallen voor de beoordeling die nu aan de orde is niet van elkaar zijn te scheiden en het geheel ondeelbaar is. Het hof zet het toepasselijke toetsingskader uiteen bestaande uit vier stappen: is sprake van een plausibel klachtenpatroon, bestaat causaal verband tussen die klachten en de ongevallen, vloeien uit de gezondheidsklachten beperkingen voort en wat is de schadeomvang? Concluderend oordeelt het hof dat de vrouw kampt met gezondheidsklachten die het gevolg zijn van de haar overkomen ongevallen alsook dat deze voor haar beperkingen in haar functioneren en verdienvermogen meebrengen. Verwijzing naar schadestaatprocedure (PS 2024-0272).
Werkgever aansprakelijk voor val van ladder tijdens schilderwerkzaamheden: er bestaan voldoende kenmerken van een arbeidsovereenkomst.
Man valt tijdens het schilderen op een balkon van een ladder, met ernstige verwondingen tot gevolg. Ten tijde van het ongeval verbleef de man zonder verblijfsstatus in Nederland. De man stelt zijn ‘werkgever’ aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. De ‘werkgever’ wijst aansprakelijkheid van de hand en zegt dat hij niet de werkgever van de man was. In een strafrechtelijke procedure is de ‘werkgever’ naar aanleiding van dit ongeval vervolgd en veroordeeld voor (onder andere) het overtreden van de arbeidsomstandighedenwetgeving. In deze civiele procedure moet de kantonrechter beoordelen of sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen de man en de gestelde werkgever. De kantonrechter oordeelt dat het verhaal van de man over de afspraken juist is en deze voldoen aan de kenmerken van een arbeidsovereenkomst: hij verrichtte al langere tijd verschillende kluswerkzaamheden en hij ontving loon voor het werk dat hij verrichtte. Er staat voldoende vast dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden en dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden. In strijd met de arbeidsomstandighedenwetgeving is op relatief grote hoogte gewerkt zonder dat er maatregelen waren genomen op het balkon of aan het hekwerk om hem te beschermen. De kantonrechter berekent verschillende schadeposten, waaronder verlies aan verdienvermogen tot en met eind 2023. Daarnaast wijst de kantonrechter een voorschot van € 40.000 op het smartengeld toe. Verwijzing naar schadestaatprocedure voor wat betreft de te lijden schade (PS 2024-0270).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
Y. Bosschaart, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Amsterdam 21 februari 2024, nr. C/13/726922 / HA ZA 22-1030, ECLI:NL:RBAMS:2024:1019’, JA 2024/80 (Bindende eindbeslissing. Deelgeschil. Kelderluik-criteria. Eigen schuld)
E.W. Bosch, annotatie JA bij: ‘Hoge Raad 12 april 2024, nr. 23/00563, ECLI:NL:HR:2024:568’, JA 2024/81 (Verlies van arbeidsvermogen)
C.H. van Dijk e.a., annotatie JA bij: ‘Rechtbank Rotterdam 17 januari 2024, nr. C/10/643677 / HA ZA 22-685, ECLI:NL:RBROT:2024:481’, JA 2024/83 (Verlies van arbeidsvermogen. Minderjarig verkeersslachtoffer. Voordeelstoerekening. Smartengeld. Periodieke afwikkeling)
R.V. Montulet, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Gelderland zp Zutphen 6 maart 2024, nr. C/05/406034 HZ ZA 22-203, ECLI:NL:RBGEL:2024:1229’, JA 2024/88 (Dekkingsgeschil. Causaliteitsmaatstaf. Uitleg verzekeringsovereenkomst. Dominant cause.
E.S. van den Berg, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Amsterdam 15 maart 2024, nr. 10698027 Cv EXPL 23-12423, ECLI:NL:RBAMS:2024:1638’, JA 2024/90 (Werkgeversaansprakelijkheid. Zorgplicht. Letselschade)
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Voorlopig deskundigenbericht in medische aansprakelijkheidszaak. De patiënt verwijt enkele behandelend artsen dat zij een beroepsfout hebben gemaakt door niet te onderkennen dat hij een streptokokkeninfectie had. Het hof wijst het verzoek tot het benoemen van twee deskundigen toe en benoemt een huisarts en een longarts. 21-05-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Vrouw is betrokken geweest bij twee verkeersongevallen: een uit 2015 en een uit 2017. Als gevolg van die ongevallen stelt zij gezondheidsklachten te hebben ontwikkeld die haar onder meer beperken in haar mogelijkheden om arbeid te verrichten, en dat zij daardoor schade lijdt. De vrouw heeft op grond van artikel 6:162 BW diverse vorderingen ingesteld tegen Univé en Allianz. Partijen zijn het erover eens dat, hoewel Allianz als verzekeraar aansprakelijkheid heeft erkend voor het eerste ongeval en Univé voor het tweede ongeval, beide ongevallen voor de beoordeling die nu aan de orde is niet van elkaar zijn te scheiden en het geheel ondeelbaar is. Het hof zet het toepasselijke toetsingskader uiteen, bestaande uit vier stappen: is sprake van een plausibel klachtenpatroon, bestaat causaal verband tussen de klachten en de ongevallen, vloeien uit de gezondheidsklachten beperkingen voort en wat is de schadeomvang? Concluderend oordeelt het hof dat de vrouw kampt met gezondheidsklachten die het gevolg zijn van de haar overkomen ongevallen alsook dat deze voor haar beperkingen in haar functioneren en verdienvermogen meebrengen. Verwijzing naar schadestaatprocedure. 21-05-2024
Rechtbank
- Rechtbank Limburg In de ontbindingsprocedure (ECLI:NL:RBLIM:2024:2637) heeft de rechtbank het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met statutair bestuurder toegewezen, wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. In de daaropvolgende procedure hoeft enkel nog beslist te worden over de door de bestuurder gevraagde immateriële schadevergoeding, BGK en de proceskosten. Aan zijn vordering tot immateriële schadevergoeding wordt ten grondslag gelegd dat hij door toedoen van zijn werkgever slachtoffer is geworden van intimidatie, misleiding en aantasting van zijn eer en goede naam in de onderwijssector, door aan hem een communicatieverbod op te leggen en door zonder enige grond onderzoeken tegen hem in te stellen. Bij beschikking van heden in de (andere) tussen partijen gevoerde ontbindingsprocedure heeft de rechtbank bij het vaststellen van de billijke vergoeding de component ‘immateriële schadevergoeding’ betrokken. Deze heeft betrekking op dezelfde elementen als aan de vordering in de onderhavige procedure ten grondslag is gelegd. Er bestaat geen aanleiding om voor hetzelfde twee keer een schadevergoeding toe te wijzen zodat dit verzoek zal worden afgewezen. De kosten van juridische bijstand acht de rechtbank deels toewijsbaar. 23-05-2024
- Rechtbank Limburg In de ontbindingsprocedure (ECLI:NL:RBLIM:2024:2637) heeft de rechtbank het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met statutair bestuurder toegewezen, wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. In de daaropvolgende procedure hoeft enkel nog beslist te worden over de door de bestuurder gevraagde immateriële schadevergoeding, BGK en de proceskosten. Aan zijn vordering tot immateriële schadevergoeding wordt ten grondslag gelegd dat hij door toedoen van zijn werkgever slachtoffer is geworden van intimidatie, misleiding en aantasting van zijn eer en goede naam in de onderwijssector, door aan hem een communicatieverbod op te leggen en door zonder enige grond onderzoeken tegen hem in te stellen. Bij beschikking van heden in de (andere) tussen partijen gevoerde ontbindingsprocedure heeft de rechtbank bij het vaststellen van de billijke vergoeding de component ‘immateriële schadevergoeding’ betrokken. Deze heeft betrekking op dezelfde elementen als aan de vordering in de onderhavige procedure ten grondslag is gelegd. Er bestaat geen aanleiding om voor hetzelfde twee keer een schadevergoeding toe te wijzen zodat dit verzoek zal worden afgewezen. De kosten van juridische bijstand acht de rechtbank deels toewijsbaar. 23-05-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Schadestaatprocedure. Tijdens een bosrit valt een ruiter van haar paard, nadat de paarden plotseling op hol sloegen. De rechtbank heeft in een andere procedure voor recht verklaard dat de stalhouder voor 70% aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het ongeval. Deze (schadestaat)procedure gaat over het vaststellen van de hoogte van de schade. De stalhouder heeft het voorschot van de deskundige niet betaald, waardoor geen deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden. De rechtbank verbindt daaraan het gevolg dat wordt uitgegaan van de stellingen van de ruiter voor wat betreft de klachten en beperkingen. Verschillende schadeposten worden besproken, waaronder immateriële schade, verlies aan arbeidsvermogen en medische kosten. 22-05-2024
- Rechtbank Overijssel Vrouw is in 2016 een arbeidsongeval overkomen waarvoor haar werkgever aansprakelijk is. Op verzoek van beide partijen is een onderzoek ingesteld door een psychiater die in zijn eindrapport tot de conclusie komt dat sprake is van een medische eindsituatie. Partijen verschillen van mening over de vraag of de schade van de vrouw afgewikkeld dient te worden met een uitkering van een som ineens, zoals de vrouw wenst, of voor een bepaalde periode waarna een nieuwe psychiatrische expertise dient te worden uitgevoerd, zoals de werkgever wenst. De kantonrechter oordeelt dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de begroting van nog niet ingetreden schade dient te worden begroot op basis van redelijke verwachtingen van toekomstige ontwikkelingen. De kantonrechter is van oordeel dat het belang van de vrouw bij de keuze om de schade af te wikkelen in de vorm van een som ineens zwaarder weegt dan het belang van de aansprakelijke partij de schade periodiek af te wikkelen op basis van periodieke psychiatrische herexpertises. Het is algemeen bekend dat een lopende letselschadezaak niet bevorderlijk is voor het herstel en dat geldt temeer indien dit gepaard gaat met periodieke psychiatrische herexpertises. Ook bij de aansprakelijke partij is bekend dat de vrouw een kwetsbaar slachtoffer is dat lijdt onder de lange duur van de schadeafwikkeling. Het enkele belang van de aansprakelijke partij, dat niet uit te sluiten is dat in de toekomst een verandering zou kunnen optreden in de psychische gezondheidssituatie van de vrouw, weegt niet op tegen de belangen van de vrouw om te kiezen voor afwikkeling van de schade in de vorm van een som ineens. 21-05-2024
- Rechtbank Den Haag Man valt tijdens het schilderen op een balkon van een ladder, met ernstige verwondingen tot gevolg. Ten tijde van het ongeval verbleef de man zonder verblijfsstatus in Nederland. De man stelt zijn ‘werkgever’ aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. De ‘werkgever’ wijst aansprakelijkheid van de hand en zegt dat hij niet de werkgever van de man was. In een strafrechtelijke procedure is de werkgever’ naar aanleiding van dit ongeval vervolgd en veroordeeld voor (onder andere) het overtreden van de arbeidsomstandighedenwetgeving. In deze civiele procedure moet de kantonrechter beoordelen of sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen de man en de gestelde werkgever. De kantonrechter oordeelt dat het verhaal van de man over de afspraken juist is en deze voldoen aan de kenmerken van een arbeidsovereenkomst: hij verrichtte al langere tijd verschillende kluswerkzaamheden en hij ontving loon voor het werk dat hij verrichtte. Er staat voldoende vast dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden en dat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden. In strijd met de arbeidsomstandighedenwetgeving is op relatief grote hoogte gewerkt zonder dat er maatregelen waren genomen op het balkon of aan het hekwerk om hem te beschermen. De kantonrechter berekent verschillende schadeposten, waaronder verlies aan verdienvermogen tot en met eind 2023. Daarnaast wijst de kantonrechter een voorschot van € 40.000 op het smartengeld toe. Verwijzing naar schadestaatprocedure voor wat betreft de te lijden schade. 14-05-2024
- Rechtbank Limburg Patiënt is van mening dat GGZ-instelling Mondriaan bij zijn behandeling niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. De tekortkomingen van Mondriaan hebben volgens hem ertoe geleid dat hij in een psychose is geraakt en hij onder invloed daarvan drie levensdelicten heeft gepleegd. De rechtsvraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of Mondriaan bij de behandeling van de patiënt voldaan heeft aan haar zorgplicht. De rechtbank is voornemens een deskundigenonderzoek te gelasten zodat de rechtbank aan de hand van de uitkomst van dat onderzoek een oordeel kan geven ten aanzien van de volgende kwesties: is Mondriaan toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelovereenkomst? Heeft de patiënt bij het plegen van de delicten gehandeld onder invloed van een psychose? En is er een verband tussen de behandeling door Mondriaan en het ontstaan van de psychose? 24-04-2024