Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Zomervakantie
Vanwege de zomerperiode verschijnt de nieuwsbrief van PS Updates vanaf 15 juli minder regelmatig (na 15 juli is dit 29 juli, 19 augustus, 2 september en vervolgens weer wekelijks).
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraak hier voor u uit.
Columbus (belangenbehartiger) aansprakelijk voor tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht, als gevolg waarvan de vordering van de benadeelde is verjaard.
Beroepsaansprakelijk rechtshulpverlener in een letselschadezaak. Tijdens een playbackshow georganiseerd door de dorpsbelangen is een lamp/spot met een gewicht van 80 kg van het podium gevallen en op het hoofd van de benadeelde beland, nadat een vennoot van het bedrijf dat het licht en geluid verzorgde daartegenaan was gebotst. In deze procedure gaat het om de vraag of Columbus (als partij met wie de benadeelde een overeenkomst van opdracht tot het verrichten van diensten had gesloten) aansprakelijk is voor de schade die de benadeelde heeft geleden omdat Columbus bij de uitvoering van de overeenkomst niet de zorgvuldigheid van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen die volgens artikel 7:401 BW vereist is. Columbus heeft in totaal drie partijen aansprakelijk gesteld en op enig moment is het dossier stil komen te liggen. Volgens de benadeelde heeft Columbus de verjaring niet of niet tijdig gestuit richting de (mogelijk) aansprakelijke partijen, waardoor zij geen volledige schadevergoeding in verband met haar opgelopen letsel meer kan ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de benadeelde in verband met het incident dat haar is overkomen een kansrijke vordering, zowel qua vaststelling van de aansprakelijkheid als qua verhaalsmogelijkheid, had op het bedrijf dat het licht en geluid van de show verzorgde. Deze kans is haar ontnomen door het verwijtbare handelen van de zijde van Columbus. Door het toedoen van Columbus is de vordering immers verjaard. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot verklaring voor recht dat Columbus toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst worden toegewezen. Dat eveneens sprake is van onrechtmatig handelen door Columbus is in het licht van de gemotiveerde betwisting door Columbus onvoldoende onderbouwd door de benadeelde, zodat dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen. De vraag of sprake is van schade ten gevolge van deze tekortkoming beantwoordt de rechtbank bevestigend. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een redelijke mate van waarschijnlijkheid dat de door de benadeelde gestelde en niet gemotiveerd betwiste cognitieve beperkingen het gevolg zijn van het ongeval. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden en dat deze schade een bedrag van € 20.000 overstijgt. Verwijzing naar schadestaatprocedure (PS 2024-0336).
Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.
Chr.H. van Dijk, annotatie JA bij: ‘Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 maart 2024, nr. 200.306.211_01, ECLI:NL:GHSHE:2024:754’, JA 2024/93 (Chroom-6. Stelplicht. Waarschuwingsplicht. Aantasting in de persoon)
R.S.M. Bosch, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Overijssel zp Zwolle 15 mei 2024, nr. C/08/302526 / HA ZA 23-361, ECLI:NL:RBOVE:2024:2576’, JA 2024/96 (Fertiliteitsarts. Medische aansprakelijkheid. Verjaring)
J. van de Klashorst, annotatie JA bij: ‘Hoge Raad 23 april 2024, nr. 22/04692, ECLI:NL:HR:2024:646’, JA 2024/99 (Vordering benadeelde partij. Taak rechter)
P.J. Klein Gunnewiek, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Zeeland-West-Brabant 8 april 2024, nr. C/02/415518 / HA RK 23-239 (E), ECLI:NL:RBZWB:2024:2422’, JA 2024/101 (Voorlopig deskundigenbericht. Zelfstandig tegenverzoek. Verstrekken medische gegevens. Geen discretionaire bevoegdheid)
T. Riyazi, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Oost-Brabant zp ’s-Hertogenbosch 24 april 2024, nr. C/01/385192 / HA ZA 22-473, ECLI:NL:RBOBR:2024:1735’, JA 2024/102 (Benadeelde partij. Art. 51f Sv. Aanvullende schade. Immateriële schade)
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht. Ook in hoger beroep een veroordeling voor doodslag en een poging doodslag. De verdachte moet het slachtoffer van de poging doodslag en de nabestaanden in totaal bijna € 140.000 schadevergoeding betalen, bestaande uit zowel shockschade- als affectieschadevergoedingen. 04-07-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Verzekeringsrecht. Aanrijding tussen twee motorvoertuigen. De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de aanrijding in scène is gezet. In tussenarrest heeft het hof de verzekeraar toegelaten te bewijzen dat de aanrijding in scène is gezet en dat opzettelijk onjuist en onvolledige informatie is verstrekt over de toedracht van de aanrijding en de omvang van de schade. Het hof komt met inachtneming van de deskundigenrapporten tot het oordeel dat de verzekeraar hierin geslaagd is. Uit alle bewijsmiddelen kan immers niet even goed worden afgeleid dat sprake is geweest van een ‘gewone’ aanrijding. Met deze vaststelling is vast komen te staan dat sprake is van opzettelijk onjuist en onvolledige informatieverstrekking. 08-08-2023
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil in letselschadezaak na verkeersongeval. De verzekeraar constateert onregelmatigheden tijdens het schaderegelingstraject en start een feitenonderzoek. Volgens de rechtbank is geen sprake geweest van persoonlijk onderzoek. Er heeft dus geen (onrechtmatig) persoonlijk onderzoek plaatsgevonden, alsmede is de rechtbank van oordeel dat ook het feitenonderzoek niet onrechtmatig was. De opname in de Gebeurtenissenadministratie was wel geoorloofd, maar volgens de rechtbank is niet voldaan aan de voorwaarden voor opname van de gegevens in het Intern Verwijzingsregister (IVR). De drempel ‘een redelijk vermoeden van verzekeringsfraude’ die geldt voor opname in het IVR wordt niet gehaald. Het aantal tegenstrijdigheden of onjuistheden in de aangeleverde informatie en in de verklaringen vormen onvoldoende grond voor de conclusie dat het gaat om een vermoeden van fraude. Het verzoek tot verwijdering van de IVR-registratie wijst de rechtbank toe. Het verzoek dat sprake is van causaal verband tussen de ervaren klachten en de beperkingen als gevolg van het ongeval, leent zich niet voor behandeling in deelgeschil, nu partijen nog te verdeeld zijn over onder meer de aard en omvang van de klachten en beperkingen, de vraag of er een plausibel klachtenpatroon is, de aanwezigheid van pre-existente klachten en in het verlengde hiervan de vraag of sprake is van (juridisch) causaal verband. 10-07-2024
- Rechtbank Oost-Brabant Deelgeschil. Eenzijdig fietsongeval als gevolg van wortelopdruk. Racefietser komt ten val door een plotselinge flinke klap op de velg, als gevolg waarvan hij uit balans raakt en ten val komt op zijn rechterschouder. De hobbel in het fietspad leek te zijn ontstaan door onder het wegdek groeiende boomwortels. De racefietser stelt de Provincie aansprakelijk voor zijn schade ex artikel 6:174 jo. 6:162 BW. De rechtbank oordeelt dat de Provincie noch ex artikel 6:174 BW noch ex artikel 6:162 BW aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die de racefietser ten gevolge van het ongeval heeft geleden. Anders dan de door de racefietser ingeschakelde ongevallenexpert is de rechtbank van oordeel dat de op de foto’s waarneembare hobbel niet als uitzonderlijk scherp of steil kan worden aangemerkt, maar een geleidelijk verloop vertoont. Gelet verder op de plaats van de oneffenheid op het fietspad, aan de rechterzijde en overdwars, en de omstandigheid dat de oneffenheid met oranje spray is gemarkeerd, had deze naar het oordeel van de rechtbank voor een oplettende (race)fietser zichtbaar moeten zijn en zonder gevaar voor de verkeersveiligheid gepasseerd moeten kunnen worden. 02-07-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Beroepsaansprakelijk rechtshulpverlener in een letselschadezaak. Tijdens een playbackshow georganiseerd door de dorpsbelangen is een lamp/spot met een gewicht van 80 kg van het podium gevallen en op het hoofd van de benadeelde beland, nadat een vennoot van het bedrijf dat het licht en geluid verzorgde daartegenaan was gebotst. In deze procedure gaat het om de vraag of Columbus (als partij met wie de benadeelde een overeenkomst van opdracht tot het verrichten van diensten had gesloten) aansprakelijk is voor de schade die de benadeelde heeft geleden omdat Columbus bij de uitvoering van de overeenkomst niet de zorgvuldigheid van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen die volgens artikel 7:401 BW vereist is. Columbus heeft in totaal drie partijen aansprakelijk gesteld en op enig moment is het dossier stil komen te liggen. Volgens de benadeelde heeft Columbus de verjaring niet of niet tijdig gestuit richting de (mogelijk) aansprakelijke partijen, waardoor zij geen volledige schadevergoeding in verband met haar opgelopen letsel meer kan ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de benadeelde in verband met het incident dat haar is overkomen een kansrijke vordering, zowel qua vaststelling van de aansprakelijkheid als qua verhaalsmogelijkheid, had op het bedrijf dat het licht en geluid van de show verzorgde. Deze kans is haar ontnomen door het verwijtbare handelen van de zijde van Columbus. Door het toedoen van Columbus is de vordering immers verjaard. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot verklaring voor recht dat Columbus toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst worden toegewezen. Dat eveneens sprake is van onrechtmatig handelen door Columbus is in het licht van de gemotiveerde betwisting door Columbus onvoldoende onderbouwd door de benadeelde, zodat dit onderdeel van de vordering zal worden afgewezen. De vraag of sprake is van schade ten gevolge van deze tekortkoming beantwoordt de rechtbank bevestigend. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een redelijke mate van waarschijnlijkheid dat de door de benadeelde gestelde en niet gemotiveerd betwiste cognitieve beperkingen het gevolg zijn van het ongeval. Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat zij schade heeft geleden en dat deze schade een bedrag van € 20.000 overstijgt. Verwijzing naar schadestaatprocedure. 26-06-2024
- Rechtbank Gelderland Tussen een fietser en een voetganger heeft een ongeval plaatsgevonden, als gevolg waarvan de voetganger stelt letsel te hebben opgelopen. De voetganger stelt de fietser aansprakelijk voor de door hem geleden materiële en immateriële schade. Volgens de rechtbank is er geen duidelijke aanwijzing dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000. De voetganger heeft toegelicht dat de exact door hem geleden schade thans nog niet kan worden vastgesteld, terwijl hij in zijn voorlopige schadebegroting een schadepost van € 37.500 heeft opgenomen als schade als gevolg van verlies van verdienvermogen. Verwijzing naar team civiel recht (art. 93 Rv jo art. 71 Rv). 26-06-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Aanrijding tussen een fietser en een stadsbus. De fietser verzoekt voor recht te verklaren dat de verzekeraar van de stadsbus gehouden is de geleden en nog te lijden schade te vergoeden ex artikel 6:162 BW en artikel 185 WVW. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep op overmacht ex artikel 185 WVW slaagt. De fietser stond op de fietsoversteekplaats te wachten terwijl de voorste delen van de bus haar probleemloos waren gepasseerd. Vervolgens maakte de fietser een voorwaartse beweging, terwijl het achterste deel van de bus voor haar langs reed. Volgens de rechtbank is dat een gedraging die voor de buschauffeur zo onwaarschijnlijk was dat hij daar geen rekening mee hoefde te houden. Het verzoek wordt afgewezen. 19-06-2024
- Rechtbank Rotterdam Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in letselschadezaak. Bezoeker van een restaurant stelt restauranteigenaar aansprakelijk voor het uit elkaar vallen van een thermoskan met hete thee. Tijdens het schenken is de hete thee, als gevolg van het uit elkaar vallen van de kan, op haar bovenbenen en rechterhand terechtgekomen. Om de exacte toedracht van het ongeval te bewijzen heeft de vrouw verzocht om een voorlopig getuigenverhoor te houden. De rechtbank wijst het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe. 14-06-2024
- Rechtbank Gelderland Deelgeschil. Verkeersongeval tussen een fietser en een bestuurder van een busje. De verzekeraar van het busje heeft aansprakelijkheid voor het ontstaan en de gevolgen van het ongeval erkend. Sinds het ongeval geeft de man aan te kampen met diverse aanhoudende psych(iatr)ische klachten en lichamelijke klachten. Partijen zijn niet gezamenlijk tot een eindregeling gekomen en als gevolg daarvan hebben zij in samenspraak besloten een psychiatrisch deskundigenbericht te laten verrichten. Ten aanzien van dit rapport heeft de man zich op het blokkeringsrecht beroepen. Aan deze deelgeschilprocedure ligt het verzoek ten grondslag tot het geven van een bevel tot medewerking aan een nieuw psychiatrisch deskundigenonderzoek. De rechtbank wijst dit verzoek af, omdat het verzoek niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Een voorlopig deskundigenbericht is de aangewezen procedure voor het benoemen van een nieuwe deskundige. 08-04-2024
- Rechtbank Noord-Holland Vordering in incident tot aanhouding van procedure in afwachting van het strafvonnis afgewezen. In de hoofdzaak vordert de verzekeraar dat haar verzekerde aansprakelijk is voor het plaatsvinden van een verkeersongeval en gehouden is om de daaruit voortvloeiende schade van de verzekeraar te vergoeden. De verzekerde heeft onder invloed van alcohol deelgenomen aan het verkeer, veel te hard gereden, deelgenomen aan een straatrace en onvoldoende oplettendheid betracht. In incident vordert de verzekerde aanhouding van de onderhavige procedure nadat eindvonnis is gewezen in de strafrechtelijke procedure waarin de verzekerde wordt vervolgd voor zijn rol in het dodelijke verkeersongeluk. De rechtbank wijst deze vordering af, nu verwacht wordt dat het strafvonnis al is gewezen voordat de mondelinge behandeling plaats zal vinden. Aanhouding van de civiele procedure is derhalve niet nodig. 13-03-2024
- Rechtbank Noord-Nederland Kettingbotsing tussen meerdere vrachtwagens, als gevolg waarvan de voorste vrachtwagenchauffeur letsel heeft opgelopen. In deze procedure verzoekt hij benoeming van zowel een neuroloog als een neuropsycholoog, gelet op de conclusie van de door de verzekeraar van de wederpartij ingeschakelde arbeidsdeskundige/herstelregisseur, namelijk dat de klachten en beperkingen van dien aard zijn dat hij geen reële arbeidsmogelijkheden heeft. Het verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek wijst de rechtbank af, omdat het te prematuur is. Volgens de rechtbank is er onvoldoende (medische) informatie voorhanden en bij gebrek aan die informatie kan niet met voldoende zekerheid worden aangenomen of het ongeval de (enige) oorzaak is voor de gestelde klachten, en daarmee kan niet worden aangenomen dat het voorgestelde onderzoek op dit moment kan bijdragen aan de vaststelling van de omvang van de schade. Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat in strijd is gehandeld met de polisverplichtingen en ondanks herhaald verzoek geen (medische) informatie is verstrekt aan de medische adviseurs van de verzekeraar. 20-06-2023