Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan.
Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.
Voetballer stelt gemeente aansprakelijk voor gebrekkig kunstgrasveld: bewijsopdracht dat is voldaan aan de destijds geldende normen.
Voetballer raakt tijdens een training op het kunstgrasveld geblesseerd aan zijn linkerknie. Bijna een jaar later loopt hij tijdens een wedstrijd op hetzelfde kunstgrasveld een blessure aan zijn rechterknie op. Het kunstgrasveld is eigendom van de gemeente. De voetballer stelt dat het kunstgras gebrekkig is geweest en stelt de gemeente aansprakelijk voor zijn schade ex artikel 6:174 BW in verbinding met artikel 6:162 BW. De rechtbank gaat voor de beantwoording van de vraag of het kunstgrasveld gebrekkig was, uit van de normen van het NOC*NSF en de KNVB ten aanzien van de hardheid (balstuit), de stroefheid en het schokabsorberend vermogen. Met de overgelegde stukken is volgens de rechtbank (nog) niet bewezen dat het kunstgrasveld – op die specifieke dagen dat de voetballer training had – niet heeft voldaan aan de destijds geldende normen ten aanzien van de hardheid, de stroefheid en het schokabsorberend vermogen. Omdat op de voetballer de bewijslast van deze stelling rust en hij ook bewijs heeft aangeboden, wordt hij in de gelegenheid gesteld om (aanvullend) bewijs te leveren. Indien de voetballer slaagt in deze bewijsopdracht, dan staat daarmee naar het oordeel van de rechtbank vast dat het kunstgrasveld op deze data een gevaar heeft opgeleverd (PS 2024-0435).
Indoor skibaan aansprakelijk voor ernstig letsel na val op kunstmatige skibaan: alleen helmadvies is onvoldoende.
Deelgeschil. Man verliest tijdens een skiles zijn balans en valt. Tijdens de val is de man – die geen helm droeg – met zijn hoofd op de skimat dan wel op de achterrol van de skimat terechtgekomen. Als gevolg van de val heeft de man ernstig letsel opgelopen en heeft hij drie weken in coma gelegen. De man stelt het indoor skicentrum aansprakelijk voor de volledig geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelt gelet op de Kelderluik-criteria dat het indoor skicentrum aansprakelijk is ex artikel 6:162 BW, omdat is nagelaten op de skibaan actief toe te zien op het opvolgen van het in haar algemene voorwaarden opgenomen advies een helm te dragen en haar cursisten daadwerkelijk te adviseren een helm te dragen. De enkele mededeling in de algemene voorwaarden dat skiërs ouder dan 12 jaar wordt geadviseerd om een helm te dragen en dat een helmplicht geldt voor kinderen jonger dan 12 jaar, is naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende veiligheidsmaatregel. Het eigenschuldverweer slaagt niet (PS 2024-0434).
De Rotterdamse Schaal
Graag brengen wij het onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam genaamd de ‘Rotterdamse Schaal’ u onder de aandacht.
Ten behoeve van consultatie is vorige week een concept verschenen van de Rotterdamse Schaal. De Rotterdamse Schaal bevat een ordening van smartengeldbedragen bij letsel en andere persoonsaantastingen. De schaal biedt in één oogopslag een indicatie voor een passend smartengeldbedrag voor een bepaald gevalstype. Het beoogt de rechtspraktijk te faciliteren door op een toegankelijke manier overzicht en aanknopingspunten te bieden voor de begroting van smartengeld. De Engelse Guidelines for the Assessment of General Damages in Personal Injury Cases en de Ierse Personal Injury Guidelines vormen bij het opstellen van het document een grote bron van inspiratie.
Reageren kan schriftelijk tot eind 2024. Daarnaast is er de mogelijkheid om over het document met onderzoekers van gedachten te wisselen tijdens twee expertmeetings die op 15 en 16 oktober a.s. worden georganiseerd op de campus van de Erasmus Universiteit.
De Rotterdamse Schaal (consultatieversie) is hier te downloaden. Het onderzoeksproject wordt naar verwachting medio 2025 afgerond.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman
PS Updates
Rechtbank
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Voetballer raakt tijdens een training op het kunstgrasveld geblesseerd aan zijn linkerknie. Bijna een jaar later loopt hij tijdens een wedstrijd op hetzelfde kunstgrasveld een blessure aan zijn rechterknie op. Het kunstgrasveld is eigendom van de gemeente. De voetballer stelt dat het kunstgras gebrekkig is geweest en stelt de gemeente aansprakelijk voor zijn schade ex artikel 6:174 BW in verbinding met artikel 6:162 BW. De rechtbank gaat voor de beantwoording van de vraag of het kunstgrasveld gebrekkig was, uit van de normen van het NOC*NSF en de KNVB ten aanzien van de hardheid (balstuit), de stroefheid en het schokabsorberend vermogen. Met de overgelegde stukken is volgens de rechtbank (nog) niet bewezen dat het kunstgrasveld – op die specifieke dagen dat de voetballer training had – niet heeft voldaan aan de destijds geldende normen ten aanzien van de hardheid, de stroefheid en het schokabsorberend vermogen. Omdat op de voetballer de bewijslast van deze stelling rust en hij ook bewijs heeft aangeboden, wordt hij in de gelegenheid gesteld om (aanvullend) bewijs te leveren. Indien de voetballer slaagt in deze bewijsopdracht, dan staat daarmee naar het oordeel van de rechtbank vast dat het kunstgrasveld op deze data een gevaar heeft opgeleverd. 04-09-2024
- Rechtbank Amsterdam Automobilist veroorzaakt een ongeluk terwijl hij in een onverzekerde auto reed van een ander. De automobilist is achterop een stilstaande auto gereden met daarin twee inzittenden. De inzittenden zijn met de ambulance afgevoerd. Het Waarborgfonds heeft de schade ten gevolge hiervan vergoed. Het Waarborgfonds kan zich verhalen op de aansprakelijke bestuurder en de eigenaar van de (onverzekerde) auto ex artikel 27 WAM. 30-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Werknemer is tijdens de uitoefening van zijn sjorwerkzaamheden aan boord van een containerschip gewond geraakt aan zijn rechterknie. De werknemer stelt zijn werkgever aansprakelijk ex artikel 7:658 BW voor de schade als gevolg van het bedrijfsongeval. De rechtbank oordeelt dat de zaak zich niet leent voor een deelgeschil, omdat nadere bewijslevering nodig is naar de toedracht van het ongeval. Op grond van de uiteenlopende stellingen van partijen en de overgelegde stukken kan niet worden vastgesteld wat de toedacht van het ongeval is geweest en of de veiligheidsmaatregelen die genomen zijn en redelijkerwijs genomen hadden moeten worden voldoende waren om daaruit te kunnen vaststellen of de werkgever al dan niet aansprakelijk is. 27-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Mishandeling tijdens vechtpartij tussen twee buren. Met betrekking tot de beoordeling van de aansprakelijkheid stelt de rechtbank vast dat met de strafrechtelijke veroordeling vaststaat dat de schadeveroorzakende partij de benadeelde heeft mishandeld. De benadeelde heeft voldoende gemotiveerd onderbouwd dat hij als gevolg van het incident klachten en beperkingen heeft opgelopen. Met betrekking tot de gebroken neus en vinger stelt de rechtbank vast dat het causaal verband met het incident is gegeven, gelet op onder andere het deskundigenrapport. Ook neemt de rechtbank aan dat de schade als gevolg van de whiplashgerelateerde klachten in causaal verband staan met het incident. De rechtbank beoordeelt in hoeverre elke afzonderlijke schadepost in causaal verband staat met de klachten en beperkingen van de benadeelde, waaronder medische kosten, verlies aan verdienvermogen en smartengeld. Het beroep op eigen schuld door de schadeveroorzakende partij slaagt niet. 21-08-2024
- Rechtbank Rotterdam Deelgeschil. Aanrijding tussen een automobilist en een racefietser, als gevolg waarvan de racefietser letsel heeft opgelopen. Partijen zijn het erover eens dat geen sprake is van overmacht ex artikel 185 WVW. De automobilist stelt zich op het standpunt dat sprake is van eigen schuld aan de zijde van de racefietser, volgens hem is de oorzaak van het ongeval gelegen in het feit dat de racefietser door een rood stoplicht is gereden. De rechtbank stelt vast dat de racefietser voorafgaand aan het ongeval door rood moet zijn gereden hoewel hij zelf een andere indruk heeft gehad. De automobilist heeft aan de hand van een getuigenverklaring onderbouwd dat hij door groen is gereden en de verkeerslichten voor beide partijen nooit tegelijkertijd op groen kunnen staan, omdat het verkeerslicht voor de automobilist een verlichte pijl bevat en de verkeerslichten voor de kruisende richtingen dus als daarmee conflicterend worden aangemerkt. Volgens de rechtbank kan de automobilist niet worden verweten dat hij (meer) rekening had moeten houden met de mogelijkheid dat een fietser door rood fietst. Voorgaande leidt tot de conclusie dat de automobilist de schade die de racefietser als gevolg van het ongeval heeft geleden voor 50% dient te vergoeden en de racefietser voor 50% eigen schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval. 13-08-2024
- Rechtbank Gelderland Strafrecht. Veroordeling voor doodslag en poging tot doodslag. Aan de vader van het overleden slachtoffer wordt een bedrag van € 25.000 aan shockschadevergoeding toegekend. Hij heeft gezien dat zijn zoon hevig is verwond en heeft naast zijn zoon gezeten, terwijl hij stervende was. De vader van het overleden slachtoffer is zelf ook slachtoffer, namelijk van de poging doodslag. De rechtbank oordeelt dat zijn eigen slachtofferschap mede heeft bijgedragen aan het ontstaan van PTSS. Aan hem wordt tevens een bedrag van € 5.000 aan immateriële schadevergoeding toegekend. 04-07-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Deelgeschil. Man verliest tijdens een skiles zijn balans en valt. Tijdens de val is de man – die geen helm droeg – met zijn hoofd op de skimat dan wel op de achterrol van de skimat terechtgekomen. Als gevolg van de val heeft de man ernstig letsel opgelopen en heeft hij drie weken in coma gelegen. De man stelt het indoor skicentrum aansprakelijk voor de volledig geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. De rechtbank oordeelt gelet op de Kelderluik-criteria dat het indoor skicentrum aansprakelijk is ex artikel 6:162 BW, omdat is nagelaten op de skibaan actief toe te zien op het opvolgen van het in haar algemene voorwaarden opgenomen advies een helm te dragen en haar cursisten daadwerkelijk te adviseren een helm te dragen. De enkele mededeling in de algemene voorwaarden dat skiërs ouder dan 12 jaar wordt geadviseerd om een helm te dragen en dat een helmplicht geldt voor kinderen jonger dan 12 jaar, is naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende veiligheidsmaatregel. Het eigenschuldverweer slaagt niet. 01-05-2024