Naar boven ↑

Update

Nummer 42, 2024
Uitspraken van 12-11-2024 tot 18-11-2024
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Hoger beroep tegen afwijzing voorlopig deskundigenbericht slaagt.
Hoger beroep afwijzing voorlopig deskundigenbericht. Mevrouw is door een voertuig van achteren aangereden waarna onder meer nekklachten zijn ontstaan. Tussen de vrouw en de verzekeraar is discussie over het causaal verband, mede in het licht van een tweetal geweldsincidenten die na het ongeval hebben plaatsgevonden. Op gezamenlijk verzoek heeft buitengerechtelijk een neurologisch expertise plaatsgevonden. In een deelgeschilprocedure is geoordeeld dat dit rapport (nog) onvoldoende onderbouwing geeft voor de stelling dat de klachten van de vrouw in volle omvang zijn toe te rekenen aan het ongeval. Door de verzekeraar zijn de buitengerechtelijke onderhandelingen gestaakt, waarna de vrouw een verzoekschrift tot het gelasten van een voorlopig deskundigenbericht heeft ingediend bij de rechtbank. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen. Volgens het hof dient de rechter een verzoek om een voorlopig deskundigenonderzoek in beginsel te gelasten, mits het daartoe strekkende verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Een aan die vereisten voldoende verzoek kan worden afgewezen indien de rechter op grond van in zijn beslissing te vermelden feiten en omstandigheden van oordeel is dat sprake is van onvoldoende belang, strijd met de eisen van een goede procesorde, misbruik van bevoegdheid of een ander, zwaarwichtig geoordeeld bezwaar. Het hof is van oordeel dat het verzoek van de vrouw ter zake dienend en voldoende concreet is en voldoet aan de daaraan volgens artikel 203 Rv te stellen vereisten. In de beschikking van 4 november 2021 heeft de deelgeschilrechter geoordeeld dat – kort gezegd – causaal verband op basis van het rapport van de deskundige nog niet kan worden aangenomen zodat de vrouw dus belang heeft bij een nieuw onderzoek. Wel benoemt het hof een andere deskundige dan door verzoeker is voorgesteld. Het hof is voornemens de IWMD-vraagstelling aan de deskundige voor te leggen en is van opvatting dat de deskundige de medische voorgeschiedenis en de twee geweldsincidenten die zich hebben voorgedaan na het ongeval bij het onderzoek dient te betrekken. Partijen mogen zich uitlaten over de vraagstelling en de kostenbegroting (PS 2024-0526).

Smartengeld: (nog) geen aansluiting bij ‘De Rotterdamse schaal’.
Strafrecht. Verdachte krijgt een gevangenisstraf van 24 maanden en tbs met voorwaarden voor de zware mishandeling van een politieagent in de uitoefening van zijn bediening. De politieagent heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Bij de hoogte van de immateriële schade heeft hij aansluiting gezocht bij ‘De Rotterdamse Schaal’. Volgens hem voldoet hij ten minste aan de categorie ‘minder ernstig hersenletsel’. Het gevorderde bedrag is gesteld op het maximum binnen die categorie: € 28.000. Volgens de rechtbank kan ‘De Rotterdamse Schaal’ niet zonder meer worden toegepast nu ‘De Rotterdamse Schaal’ zich nog in de consultatiefase bevindt. De rechtbank matigt het bedrag tot € 20.000 (PS 2024-0533).

Toeslagenaffaire en deelgeschil.
Een vrouw heeft als gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire over de jaren 2006 t/m 2009 te maken gekregen met terugvorderingen van kinderopvangtoeslag voor een bedrag van in totaal ruim € 82.000. De vrouw ervaart als gevolg hiervan onder meer burn-outklachten en andere psychische klachten. De vrouw heeft een definitieve compensatiebeschikking ontvangen van de Belastingdienst/Toeslagen. Zij stelt dat haar werkelijke materiële schade veel hoger is en is tegen deze compensatiebeschikking in bezwaar gegaan. De vrouw verzoekt nu om in deelgeschil de Staat te bevelen om medewerking te verlenen aan de inschakeling van een of meer onafhankelijke deskundigen en om betaling van een voorschot op de vergoeding van de schade van de vrouw. De rechtbank is van oordeel dat nu er sprake is van een bestuursrechtelijk pad dat de vrouw en de Staat volgen en het feit dat er geen civielrechtelijke route loopt op dit moment, maakt dat de zaak zich nu niet leent voor de deelgeschilprocedure. Er vindt ook geen omzetting naar een voorlopigdeskundigenberichtprocedure plaats. Dit betekent dat de verzoeken van de vrouw worden afgewezen. Het verzoek is gelet op de omstandigheden onnodig en onterecht ingesteld. Begroting van kosten blijven achterwege omdat een deelgeschil niet de geëigende weg is en dat voor de gespecialiseerde advocaat van de vrouw bekend had moeten zijn (PS 2024-0534).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

M.W. Knigge & K. Redeker-Gieteling, ‘De Implementatiewet zesde richtlijn motorrijtuigenverzekering; de gevolgen voor de Nederlandse WAM’, VR 2024/110. 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hof

Rechtbank